De Kleine Arcana van de Tarot - kaarten 1 t/m 9

en de getallenleer van Pythagoras

De getallenleer (numerologie) van Pythagoras beschrijft de eigenschappen of karakters van de getallen van 1 t/m 9, aan de hand van de eigenschappen van de bij ieder getal behorende, meetkundige figuur. Deze eigenschappen komen niet alleen overeen met de negen persoonlijkheidskenmerken waarin de geestelijke vermogens tot uitdrukking komen, maar ook met de betekenissen die aan de kaarten 1 t/m 9 van de Kleine Arcana van de Tarot worden toegekend.
Daarbij kan van het volgende schema worden uitgegaan:


Tarot element vermogen
Munten (Pent.) aarde waarnemen
Zwaarden lucht denken
Bekers water voelen
Staven vuur willen

Aan mij is getoond dat de menselijke geest in de geestelijke wereld zichtbaar is als een bolvormige wolk van geestelijk licht en geestelijke warmte, waarmee de vier geestelijke vermogens samenhangen: het waarnemen, denken, voelen en willen. De geest is binnen die wolk altijd met de vermogens werkzaam, maar kan de vermogens middels de wilskracht bij tijden ook naar buiten richten om zich tot medemensen te wenden. Daardoor kunnen de vier vermogens in twee toestanden verkeren: de in- en uitgekeerde toestand (de beide instellingswijzen).
Dit is er de oorzaak van dat er in het menselijke gedrag - de persoonlijkheid - acht verschillende geesteswerkingen als persoonlijkheidskenmerken kunnen worden onderscheiden en nog een negende als deze acht kenmerken op evenwichtige wijze in de geest werkzaam zijn en vervolgens in het gedrag tot uiting komen.
De eigenschappen van deze persoonlijkheidskenmerken zijn niet alleen terug te vinden in die van de eerste negen getallen volgens de getallenleer van Pythagoras, maar ook in de eigenschappen van de eerste 9 kaarten van de Kleine Arcana van de Tarot.

In de volgende tabel is een samenvatting gegeven van de op dit onderwerp betrekking hebbende teksten, die voorkomen in de boeken die in de literatuurlijst daaronder zijn genoemd. Daarbij gaat het om de strékking van de in die teksten beschreven persoonlijkheidskenmerken, want iedere schrijver heeft zo zijn persoonlijke opvattingen over de betekenis van de Tarotkaarten; deze opvatting wordt beïnvloed door de persoonlijkheidskenmerken die in de persoonlijkheid van die schrijver de nadruk hebben.
Deze persoonlijke voorkeur is bij Pythagoras' numerologie afwezig; de eigenschappen van een meetkundige figuur is immers maar op één manier uit te leggen en zij zijn ook voor iedereen duidelijk zichtbaar en herkenbaar. Zij vormen daardoor het 'Archimedische punt', de objectieve maatstaf van waaruit andere, persoonlijke, subjectieve beschrijvingen op hun waarde kunnen worden beoordeeld en waardoor hun gemene deler kan worden samengevoegd tot één tekst - vaak slechts in enkele, kenmerkende zinnen.
Op deze wijze ben ik te werk gegaan bij het samenstellen van de tabel hieronder.

Opmerking 1: in de tabel staat achter het nummer van de kaart het erbij behorende persoonlijkheidskenmerk (bijvoorbeeld: 1 Ingekeerd willen), waardoor het nummer uit Pythagoras' numerologie (1) middels het geestelijke persoonlijkheidskenmerk ('ingekeerd willen') ook met de kaart daarnaast is verbonden (Munten 1). Het genoemde nummer staat zowel voor het getal van Pythagoras als ook voor het nummer van de betreffende kaart.
Daar de Kleine Arcana uit vier reeksen van negen kaarten bestaat (de vier 10-kaarten zijn hier weggelaten), wordt de beschrijving van het kenmerk 1: 'ingekeerd willen' van kaart Munten 1 gekleurd door 'aarde' (waarnemen), Zwaarden 1 door 'lucht' (denken), Bekers 1 door 'water' (voelen) en Staven 1 door 'vuur' (willen) (zie de eerste rij van de tabel).
Daardoor zijn er vier beschrijvingen mogelijk, vier schakeringen van '1: het ingekeerde willen' (zie de vier kaarten in de tweede rij van de tabel).

Opmerking 2: de Tarotkaarten van de Kleine Arcana hebben altijd een nummer gehad doordat de afbeelding die op de kaart staat altijd een aantal weergeeft (1 Munt, 2 Munten, 3 Munten, enz.). Déze getallen zijn daardoor betrouwbaar(!). Dit in tegenstelling tot de kaarten van de Grote Arcana, die in het verre verleden geen nummer of naam hadden, maar die er later wel aan zijn toegevoegd. Het is daardoor niet zeker of hun nummering en naamgeving betrouwbaar is, gezien de persoonlijke willekeur die Tarotonderzoekers in het verleden aan de dag hebben gelegd. (Arthur Waite bijvoorbeeld verbrak de oorspronkelijke, natuurlijke samenhang tussen Munten, Zwaarden, Bekers en Knotsen (alle gebruiksvoorwerpen) door van munten pentagrammen te maken en van knotsen staven, terwijl 'munten': 'bezit' en 'knotsen': 'macht' rechtstreeks weergeven waar het om gaat! Een pentagram is een meetkundige figuur en valt daardoor volledig uit de toon... een betreurenswaardig besluit.)
Aan de andere kant geeft dit feit mij de vrijheid ook een persoonlijke keuze te maken, waarbij ik als uitgangspunt voor mijn overwegingen voor de wiskundige betrouwbaarheid van de numerologie van Pythagoras heb gekozen.

Opmerking 3: de afbeeldingen van de tarotkaarten in de tabel zijn afkomstig uit het boek van O. en R. Docters van Leeuwen - De Tarot in de herstelde orde (uitverkocht). Deze schrijvers hebben de vroeger opzettelijk verwijderde kaarten Juno (Intuïtie) en Jupiter (Waarheid) weer aan het spel toegevoegd. Zie hiervoor ook het boek van Peter Samwel, die de ontdekker van dit bedrog, Jo Onvlee, aan het woord laat.


Munten (Pentagr.); deze reeks van Tarotkaarten van 1 t/m 9 beschijven alle de negen numerologische persoonlijkheids kenmerken, waarbij waarnemen een rol meespeelt. Zwaarden; deze reeks van Tarotkaarten van 1 t/m 9 beschijven alle de negen numerologische persoonlijkheids kenmerken, waarbij het denken een rol meespeelt. Bekers; deze reeks van Tarotkaarten van 1 t/m 9 beschijven alle de negen numerologische persoonlijkheids kenmerken, waarbij het voelen een rol meespeelt. Staven; deze reeks van Tarotkaarten van 1 t/m 9 beschijven alle de negen numerologische persoonlijkheids kenmerken, waarbij het willen een rol meespeelt.
1 Ingekeerd
willen/waarn.




Met kracht aan nieuwe ontwikkelingen werken. Voorspoed en vermeerdering van bezit. Een aangeboden kans moet worden benut.
1 Ingekeerd
willen/denken




Doorbraak van vernieuwende denkbeelden; de eigen denkbeelden vasthouden en verbreiden. Bij zichzelf blijven. Strijd voor een goede zaak.
1 Ingekeerd
willen/voelen




Liefdevol streven, nieuwe relaties. Zich persoonlijk voor anderen inzetten. Verbondenheid met het gevoelsleven voedt de verbeeldingskracht. Vertrouwen in eigen doelstellingen.
1 Ingekeerd
willen/willen




Zelfontplooiing door nieuwe ondernemingen. Kansen die in de persoon liggen, benutten. Uitdragen van eigen gedachtengoed en gevoelens.
2 Uitgekeerd
voelen/waarn.




Het ervaren en tonen van eigen gevoelens en aandacht voor gevoelszaken van anderen. Gevoelsmatig innerlijk evenwicht temidden van voortdurend wisselende omstandigheden, door vertrouwen op begeleiding van boven.
2 Uitgekeerd
voelen/denken




Geestelijke begeleiding van het denken en voelen in de aardse toestand van onwetendheid. Het overdenken en beoordelen van gevoelens die voor anderen worden gekoesterd. Twijfel kan het denken remmen. Een evenwichtig besluit nemen, door begeleiders ondersteund.
2 Uitgekeerd
voelen/voelen




Liefdevolle uitwisseling, streven naar samenwerking. Vriendschapsbanden, moed, vertrouwen. Bereiken van overeenstemming door saamhorigheid. Wederkerige aandacht en toewijding. Twee-eenheid, relatie (heen- en weergaan).
2 Uitgekeerd
voelen/willen




Met vertrouwen optreden in de buitenwereld. Het streven zich voor anderen in te willen zetten. De moed van het ondernemerschap. Gevoelsmatig invloed uitoefenen in de buitenwereld.
3 Uitgekeerd
denken/waarn.




Het opbouwen van de eigen levensbeschouwing en het uitdragen daarvan. Vorm geven aan eigen gedachten, kritische waardering en beoordeling van het gedachtengoed van anderen.
3 Uitgekeerd
denken/denken




Het beoordelen van de denkbeelden van anderen. Het denken brengt orde aan in het gevoelsleven. Overwinning van teleurstelling en twijfel door inzicht. Door inzicht verlicht worden.
3 Uitgekeerd
denken/voelen




Vreugde om begripsmatige overeenstemming. Vreugde om het verworven inzicht. Het bereiken van overeenstemming. Blijdschap om geestverwantschap.
3 Uitgekeerd
denken/willen




Het streven naar verwerkelijking van denkbeelden. Ondernemingszin. Zakenman met vooruitziende blik. Plannen maken om handelend op te treden in de buitenwereld.
4 Ingekeerd
waarn./waarn.




Aandacht voor de eigen binnenwereld. Openstaan voor ingevingen, zelfbezinning en gebed. Bij zichzelf blijven. Verzamelen en vasthouden aan eigen kennis en inzichten. Streven naar en hechten aan welstand.
4 Ingekeerd
waarn./denken




Zelfbespiegeling, zich bezinnen op het eigen gedachtengoed. Zelfbezinning en gebed. Zelfgekozen eenzaamheid, tot rust komen. Geduld oefenen, kunnen wachten. Met begeleiders verbonden zijn, gedachten worden ingegeven.
4 Ingekeerd
waarn./voelen




Bewustwording van en bezinning op persoonlijke gevoelsaangelegenheden. Doorvoeling in vrijwillige afzondering. Het zoeken naar nieuwe innerlijke waarden. Zelfbezinning. Hulp uit de geestelijke wereld; een voorgevoel wordt ingegeven.
4 Ingekeerd
waarn./willen




Afronding van het werk. Welslagen. Inspanningen werpen vruchten af, de oogst wordt binnengehaald. Tot rust komen na ingespannen arbeid. Nu komt er tijd zich op zichzelf te bezinnen.
5 Uitgekeerd
waarn./waarn.




Gehechtheid aan de stoffelijke werkelijkheid; geestelijke armoede door afwijzing van het geestelijke. De mens kijkt alleen naar buiten, niet naar binnen; aan geestelijke inzichten wordt voorbijgegaan. De levensbeschouwing wordt bepaald door ervaring met wat waarneembaar is.
5 Uitgekeerd
waarn./denken




Het richten van de aandacht op en verdedigen van het eigen gedachtengoed. Overwinning van eigen twijfel. De plannen worden verwerkelijkt. Opkomen voor zichzelf met gunstig gevolg; tegenstanders door overtuiging overwinnen. Streven naar inzichten en daar anderen kennis mee laten maken.
5 Uitgekeerd
waarn./voelen




Aandacht voor gevoelsaangelegenheden van anderen. Onbewuste vereenzelviging, daardoor medelijden met de wereld. Het heil wordt eerst niet gezien door vereenzelviging met de wereld. Teleurstelling, ontgoocheling; alles lijkt verloren, maar door ommekeer doen zich nieuwe mogelijkheden voor.
5 Uitgekeerd
waarn./willen




Strijd om de aandacht op zich te vestigen. In het middelpunt van de aandacht willen staan. Strijd om het eigen gelijk. Wedijver, krachtmeting met de wereld, strijd om het bestaan. Streven naar persoonlijke vrijheid.
6 Ingekeerd
voelen/waarn.




Aandacht voor persoonlijke omstandigheden, medemenselijkheid. Leven in dienst van anderen: hulp wordt eerlijk verdeeld. Delen van bezit en kennis; ieder krijgt wat hem of haar toekomt.
6 Ingekeerd
voelen/denken




Het overdenken van de gemoedsgesteldheid van anderen. Met liefde hulpbehoevende medemensen helpen door inzicht te verschaffen. Onverwachte veranderingen in de levensomstandigheden.
6 Ingekeerd
voelen/voelen




Persoonlijke verbondenheid. Liefdevolle uitwisseling, inzet voor een ander, dienstbaarheid, zichzelf wegschenken. Opvoedende werkzaamheid.
6 Ingekeerd
voelen/willen




Anderen met verantwoordelijk-heidsgevoel leiding geven. Verdediging van zwakkeren. Het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Overwinning die aan de gemeenschap ten goede komt. Gevoel te zijn geslaagd.
7 Ingekeerd
denken/waarn.




Aandacht hebben voor begripsmatige onderwerpen. Aandacht voor persoonlijke gedachten en bezittingen, werken met persoonlijke zorg en geduld. Langzame ontwikkeling van het gedachtengoed. Wat wordt ondernomen groeit, maar geduld blijven oefenen.
7 Ingekeerd
denken/denken




Het overdenken van wijsgerige onderwerpen. Zelfkennis door overdenking van zichzelf. Overwinning van wederwaardigheden door inzicht in hun geestelijke betekenis. Verstandig en voorzichtig handelen. Verwerving van dieper inzicht, geestelijke groei.
7 Ingekeerd
denken/voelen




Door onwetendheid zelf een besluit moeten nemen en leren van de gevolgen. De onwetenden moeten zelf inzicht verwerven in geestelijke lessen. Inzicht in gevoelsaan-gelegenheden. Doorzien van eigen verbeelding. Bewustwording van zelfbedrog, inzicht in schijn, verleidingen en angsten. Bewustwording en overweging van eigen waarden; onderzoek alles en behoud het goede: de liefde.
7 Ingekeerd
denken/willen




Het opbouwen van een eigen gedachtenwereld en die uitdragen en verdedigen tegen andersdenkenden. Innerlijke, geestelijke strijd door zelfbeschouwing, zelfbeoordeling. Zich innerlijk moeten handhaven. Opkomen voor zichzelf.
8 Uitgekeerd
willen/waarn.




Met aandacht zijn werk verrichten. Bekwaamheid, bedrevenheid. Zijn mogelijkheden zien en gebruiken. Plannen worden verwerkelijkt door eigen inzet. Een zakelijk initiatief nemen.
8 Uitgekeerd
willen/denken




Doorbraak van nieuwe inzichten. Het verwerkelijken van denkbeelden. Tot inzicht komen en daaruit handelend optreden. Het overwinnen van twijfel na tot inzicht te zijn gekomen.
8 Uitgekeerd
willen/voelen




Vertrouwen op geestelijke begeleiding bij onderneming. Met vertrouwen zelf zijn weg zoeken. Eenzaam zijn eigen weg gaan op een moeilijk begaanbaar pad.
8 Uitgekeerd
willen/willen




Het streven naar werkzaamheid, ondernemingslust. Op eigen kracht zijn vaardigheden verworven. Tijd om werkzaam te worden, besluiten worden vastberaden genomen en het werk voortgezet. Door arbeid worden ondernemingen voltooid.
9 Innerlijk
evenwicht




Heelheid, vervulling, het werk wordt voltooid. Stoffelijk welzijn, overvloed. Rust na gedane arbeid. Liefde voor natuur en geest. Hulp van een stille kracht op de achtergrond.
9 Innerlijk
evenwicht




Het denken komt in overeenstemming met het geheel van de persoonlijkheid. Eindelijk inzicht, ontwaken, bewustworden. Ontwaken uit de droom. Einde van een tijdperk, afsluiting, voltooiing.
9 Innerlijk
evenwicht




Vertrouwen door geestelijke hulp van hen die onzichtbaar achter de persoon staan. Innerlijke zekerheid, gevoel van eigenwaarde. Oplossing voor gevoelsaangelegenheden. Voltooiing van het geloof.
9 Innerlijk
evenwicht




De overwinning na de strijd, alle zaken zijn geordend. Het afronden van een onderneming en lering trekken uit opgedane ervaringen. Zich vastberaden voorbereiden op nieuwe opdrachten.


Literatuur:
H. Banzhaf - Handboek tarot
O. en R. Docters van Leeuwen - Tarot in de herstelde orde
E. Droesbeke - De tarot van Isis
Dio Raman - De hermetische tarot
P. Samwel - Tarot - De nieuwe ordening
J. Ton - De levende Tarot
R. Wang - Tarot en psychologie



De Grote Arcana van de Tarot - kaarten 1 t/m 9

De wiskundige orde die aanwezig is in de getallenleer van Pythagoras, blijkt terug te vinden te zijn in de kaarten 1 t/m 9 van de Kleine Arcana van de Tarot, als daarbij wordt uitgegaan van de negen persoonlijkheidskenmerken. Vanuit deze vaste, wiskundige grondslag kan nu worden gekeken naar een ordening van de kaarten 1 t/m 9 van de Grote Arcana van de Tarot.
Zoals gezegd bezaten de kaarten van de oudste Tarotspellen geen nummer en geen naam. Deze zijn er later door verschillende onderzoekers aan toegevoegd. Er was daarbij wel sprake van een zekere overeenstemming tussen hen, maar daarnaast had iedere schrijver ook wel een eigen mening over volgorde en betekenis. Dat had tot gevolg dat er meerdere nummeringen zijn en er bij de persoonlijkheidsbeschrijvingen die bij deze kaarten horen, ook onregelmatigheden voorkomen. Dit geeft mij ook hier weer de vrijheid met een eigen voorstel voor ordening te komen: een die zoals gezegd, stoelt op de getallenleer van Pythagoras.

In de volgende tabel, waarin de beschrijvingen van verschillende onderzoekers worden vergeleken, is weer de ordening van Pythagoras' getallenleer aangehouden. Daardoor is er een duidelijke lijn aanwezig in de ordening van de voorhanden gegevens: 1. Pythagoras' meetkundige getallenleer is het uitgangspunt; 2. de kaarten van de Kleine Arcana, waarvan de nummering altijd heeft vastgestaan; 3. vervolgens de kaarten van de Grote Arcana waarbij dat (nog) niet het geval is.
Ook de kaarten van de vier Koninklijke Families uit de kleine arcana vinden in deze lijn een plaats, waarbij er na onderzoek van wordt uitgegaan dat bij de kaarten van de Koningen en Ridders de mannelijke, uitgekeerde instelling van de vier geestelijke vermogens wordt beschreven, in de vorm van een al ontwikkelde (de Koning) en een zich nog ontwikkelende toestand (de Ridder, de zoon); terwijl bij de kaarten van de Koninginnen en Pages (dochters) de vrouwelijke, ingekeerde instelling van de geestelijke vermogens wordt beschreven, in een al ontwikkelde (de Koningin) en een zich nog ontwikkelende vorm (de Page, de dochter) (zie hiervoor ook het boek van R. Wang - Tarot en psychologie).

Numerologische persoonlijkheids-kenmerken 1 t/m 9 vlgs de kleine arcana De Tarot in de herstelde orde; O en R Docters van Leeuwen; numerologische orde Handboek Tarot; Hajo Banzhaf; in numerologische volgorde De Hermetische Tarot; Dio Raman; in numerologische volgorde Tarot van Isis; Erna Droesbeke; in numerologische volgorde
0 De mens die aan zijn ontwikkeling begint. De onontwikkelde, maar daardoor nog evenwichtige aanvangstoestand van de geestelijke vermogens. 0 De Dwaas.
Het begin, ongebondenheid, ontdekken van nieuwe mogelijkheden. Kinderlijke openheid, onschuld, maar waarin wijsheid verborgen ligt.
0 De Dwaas.
De oorspronkelijke heelheid. De geest die ervaring wil opdoen. De oertoestand, kindertijd, zuiverheid en onschuld.
0 De Zwerver.
In zichzelf gegrond zijn, altijd zichzelf zijn, zichzelf volgen. Nergens bij willen worden ingedeeld. Van alle markten thuis zijn.
22 De Vaagheid.
Oorspronkelijkheid. Ongebonden, vrijheidlievende persoon. Kan elke richting uit.
1 Ingekeerd willen.
Handelend op willen treden vanuit de eigen gedachten- en gevoelswereld. Beschikt over alle vermogens. (Koningin van Staven)
1 De Magiër.
Scheppend handelen door vrije wil. Ordenende werkzaamheid. Zelfverwerkelijking. Denkbeelden worden verwerkelijkt. Bewustwording door handelen.
1 De Magiër.
Meesterschap over zichzelf; vermogen om invloed uit te oefenen door kennis, inzicht, zelfvertrouwen en ondernemingszin.
1 De Magiër.
Zichzelf meester zijn. Stimulerend beïnvloeden. Verwerkelijking van idealen.
1 Mercurius.
Overtuigingskracht. Anderen laten delen in eigen denkbeelden en die laten uitvoeren. Boodschapper der goden, goddelijke raadgever en helper der mensen.
2 Uitgekeerd voelen.
Het vormen van een gevoelsband met anderen in de buitenwereld. Gemeenschapszin. (Koning van Bekers)
2 De Priesteres.
Moederschap, ontvankelijkheid, opvoeding, onderwijs. Deugdzaamheid en deemoed. Waarnemings-vermogen en gevoel.
2 Hogepriesteres.
Hemelse moeder, ontvankelijkheid. Behulpzame, onbekende krachten. Zachtmoedigheid, goedheid, liefde, voeding.
2 Hogepriesteres.
Bemiddelend optreden, tegenstellingen weten te verzoenen. Het leggen van contacten. Gelijkmoedigheid in de omgang.
2 De Sfinx.
Liefde en welwillendheid. Het vrouwelijke beginsel.
3 Uitgekeerd denken.
Het overdenken en beoordelen van onderwerpen die zich in de buitenwereld bevinden. (Koning van Zwaarden)
3 De Keizer.
Vaderschap. Redelijkheid, maar rede overheerst het gevoel. Streven naar waarheid. Weloverwogen handelen. Overtuiging, maar bereidheid tot overleg.
4 (num. 3) De Keizer.
Regeren met verstand. Onderscheidings-vermogen, gestrengheid, koelheid. Orde op zaken stellen. Duidelijke verhoudingen scheppen. Plannen in daden omzetten.
4 (num. 3) De Heerser.
Volgens plan te werk gaan. Handhaven van regels. In staat zijn leiding te geven. Opbouwende werkzaamheid.
4 (num. 3) Vierkanten.
De vader, de autoriteit, besluitvaardig en gezaghebbend. Onderzoekende, ordenende geest. Leidt alles in goede banen. Plannen maken en verwerkelijking daarvan.
4 Ingekeerd waarnemen.
Het richten van de aandacht op de eigen binnenwereld. Gedachten en gevoelens naar buiten toe vorm geven. (Koningin Munten)
4 Juno (De Intuïtie).
Ingevingen, intuïtieve waarnemingen en de intuïtie volgen. Voorspellingen die uitkomen. De voorzienigheid. Innerlijke waarheid en zekerheid.
3 (num. 4) De Keizerin.
Intuïtief inzicht. Gedachtenwisseling met de wensen uit de kindertijd. (staat bij De Keizer: werkelijkheidsbesef, het huis, orde, oriëntering.)
3 (num. 4) De Oermoeder.
Ontvankelijkheid. Afwezigheid van initiatief. Zich verbonden voelen met de natuur. Voedend en verzorgend beginsel.
3 (num. 4) Het Water.
Het aanvoelen der dingen. Ontvankelijkheid en vruchtbaarheid. Gedachten die in de geest naar boven komen. Onderscheidings-vermogen. Wacht op onderricht.
5 Uitgekeerd waarnemen.
Het richten van de aandacht op de buitenwereld en zich daarin bewegen. (Koning van Munten)
5 De Priester.
Vriendelijkheid, menselijkheid, goedheid, vrijgevigheid. Vruchtbaarheid. Samenwerking. Het leiden van een deugdzaam leven.
5 Hogepriester.
Brug tussen het geestelijke en stoffelijke. Zoeken naar de zin der dingen. Onthulling van de leer. Inpassing van de mens in de schepping.
5 Hogepriester.
Betrokken zijn op medemensen. Streven naar geestelijk inzicht. Onderwijs in elke vorm. Openbaringen als leidraad nemen.
5 De Ogen.
Geestelijke verlichting. Een geestelijk leider en onderwijzer, geestelijke opvoeding.
6 Ingekeerd voelen.
Het richten van het voelen op zichzelf of op personen met wie een persoonlijke gevoelsband bestaat. (Koningin van Bekers)
6 De Keizerin.
Vrouwelijkheid, liefde, vruchtbaarheid. Gericht op gezin en samenleving. Aanmoediging van echtgenoot, partner, kinderen. Belangstelling voor bijzonderheden.
6 De Geliefden.
Openstaan voor liefde, de wil zich te binden, huwelijk. (staat bij De Keizerin: het moederschap, geborgenheid, warmte, de gevoelswereld, zorgzaamheid.
3 (num. 6) De Oermoeder.
Behoefte voelen aan toevlucht. Vertrouwen koesteren. Verzorgende instelling. Geboorte en vruchtbaarheid.
6 De Roos.
Een zachtaardige, vriendelijke en behulpzame persoonlijkheid. Gevoelvol en kunstzinnig.
7 Ingekeerd denken.
Het overdenken van onderwerpen, die zich in de eigen binnenwereld bevinden, zelfbezinning. (Koningin van Zwaarden)
7 Zegewagen.
Vastberadenheid, wilskracht, zelfbeheersing. Persoonlijke inzet. Zelfbewustzijn en persoonlijk evenwicht. Eenzame arbeid. Beheersing van gevoelens.
7 De Zegekar.
Het vinden van het innerlijke evenwicht, tegenstellingen meester worden. De geest die zichzelf kent en beheerst.
7 Zegewagen.
Zeggenschap bezitten. Zakelijke belangen vooropstellen.
7 De Vlag.
Het verstand en het zelfinzicht, zelfkennis. Innerlijk evenwicht tussen mannelijk en vrouwelijk. Vernieuwende denkbeelden.
8 Uitgekeerd willen.
Het handelend op willen treden en ondernemen in de buitenwereld. (Koning van Staven)
9 Rechtvaardigheid.
De uitvoerende macht. Goed bedoeld en oprecht handelen. Een onpartijdig oordeel wordt uitgesproken.
8 Gerechtigheid.
Onderscheiding, beslissing, voltrekking. (deel van 11 Kracht: Ondernemingszin, bereid risico’s te nemen, erkenning zoeken.)
8 Gerechtigheid.
Wetten en voorschriften als leidraad nemen. Anderen de wet voorschrijven. Een oordeel uitspreken. Autoritaire instelling.
8 De Vulcaan.
Kracht wordt beheerst en omgezet in gerichte handeling. Door grote werkkracht moeilijkheden de baas blijven. Zakelijk welslagen.
9 De ontwikkelde geest.
De ontwikkelde geestesgesteldheid door bewuste beheersing van de geestelijke vermogens. (De vier azen)
8 De Kluizenaar.
Wijze leraar, geestelijke rijpheid, wijsheid door ervaring verkregen, wordt overgedragen. Zelfverlichting en verlichting van anderen. Innerlijke kracht.
9 De Heremiet.
De oude, wijze man (en vrouw). Rijpheid, zelfverwerkelijking, voltooiing. Wijsheid, bezinning, verlichting van anderen.
9 De Wijze.
Gerijpt inzicht, innerlijke verdieping, zelfkennis. Eigen waarden naleven. Tegenstellingen verzoenen. Onzelfzuchtigheid, anderen in hun waarde laten.
9 De Rots.
Bouwen aan de tempel in onszelf door verwerking van dagelijkse moeilijkheden. Innerlijke heling. Het vinden van de weg naar zichzelf en goddelijk bewustzijn.
10 (1) De aarde als leerschool voor de ontwikkeling van de geestelijke vermogens: het waarnemen, denken, voelen en willen, in- en uitgekeerd, door levenservaring te verwerken. 10 De Wereld.
De wereld: het rad van karma. Nieuw begin, noodzakelijk lot. Oogsten van wat men heeft gezaaid, loon naar werken. Vooruitgang door verwerking van levenservaring.
10 Het Rad van Fortuin.
Voortdurende kringloop, de stroom van lotgevallen. Lotsaanvaarding. Noodzakelijke levenservaring. Keuzevrijheid binnen de levensbestemming.
10 Het Rad.
Doorgangsstadium. Ervarings- en ontwikkelings-mogelijkheden. Inzicht verwerven. Verovering van vrijheid. Door eigen gedrag veroorzaakte gevolgen ondergaan.
10 Het Rad.
Vernieuwing van zichzelf door wedergeboorte. Door de tijd heen gaan voor zelfkennis. Het lot ondergaan dat we zelf in het leven hebben geroepen.


Slotsom: als wordt uitgegaan van de getallenleer van Pythagoras blijkt er een grote mate van overeenstemming te bestaan tussen de numerologie, de Kleine Arcana (kaarten 1 t/m 9) en Grote Arcana (kaarten 1 t/m 9) van de Tarot, en de persoonlijkheidskenmerken van de menselijke geest, die op de eigenschappen van de vier geestelijke vermogens en de beide instellingswijzen berusten.
De volgorde van de persoonlijkheidskenmerken die met de vermogens samenhangen, komt overeen.

Nabeschouwing
Uitgaande van Pythagoras wordt in de Grote Arcana het volgende beeld geschetst.
- Kaart 0, De Zwerver, is een weergave van de menselijke geest die aan zijn geestelijke ontwikkelingsweg gaat beginnen. In zijn rugzak draagt hij in aanleg de geestelijke vermogens met zich mee, die op de tafel van kaart 1 De Magiër liggen uitgespreid: Munten - waarnemen, Zwaarden - denken, Bekers - voelen en Staven - willen; de lelies, mannelijk: de uitgekeerde instelling, de rozen, vrouwelijk: de ingekeerde instelling (zie kaart 1 van Docters vL).
- De kaarten 1 t/m 9 verbeelden vervolgens de persoonlijkheidskenmerken die door De Zwerver op eigen kracht tot ontwikkeling moeten worden gebracht.
- Kaart 10 is het ogenblik dat de Zwerver aan zijn tocht begint en daarbij te maken krijgt met de leermomenten die worden weergegeven door de kaarten 11 t/m 24. Zij zijn nodig om De Zwerver de levenservaringen te geven waarmee hij, door die ervaringen te verwerken, zijn vermogens tot ontwikkeling kan brengen: vermogens en levenservaringen hangen met elkaar samen.
- De laatste kaart: Het Universum (Docters vL), toont ten slotte de geheel tot ontwikkeling gekomen, kosmische mens. De vier geestelijke vermogens zijn door de gang door de aardse leerschool omgevormd tot de Stier (aarde, waarnemen), de Waterman (lucht, denken), de Adelaar (is: Schorpioen) (water, voelen) en de Leeuw (vuur, willen), weergaves van Jezus' vier apostelen, in volgorde: Lukas, Mattheus, Johannes en Markus.


terug naar Pythagoras' getallenleer

terug naar numerologie en Tarot in Vragen en antwoorden







^