Helen Schucman - Een cursus in wonderen

Uitgeverij Ankh-Hermes, Deventer, ISBN 9020283170

Opmerking
Het leermiddel van de aardse leerschool voor geestelijke groei is de eigen, vrije keuze. Door eigen ondervinding met de gevolgen van die keuze wordt geleerd de geestelijke vermogens zelfstandig te gebruiken. Daartoe wordt de mens op aarde steeds voor keuzes geplaatst - ook als het gaat om berichten die uit de geestelijke wereld zijn doorgegeven, o.a. door Jakob Lorber, Emanuel Swedenborg, Murdo McDonald-Bayne, Bertha Dudde en ook Helen Schucman. Tegen deze schrijvers is gezegd dat Jezus zelf de doorgevende persoon is, van Schucman was het een persoonlijke opvatting.
Deze berichten zijn op aarde om de mens de gelegenheid te geven ze te kunnen bestuderen, met elkaar te vergelijken en er een persoonlijk oordeel over te vormen: onderzoek alles en behoud het goede!
Na het doorwerken van de voorhanden lesstof gaat mijn persoonlijke voorkeur uit naar de Bijbel en naar de werken van Jakob Lorber, Emanuel Swedenborg, Murdo McDonald-Bayne en Hildegard van Bingen. De strekkingen van hun werken komen met elkaar overeen, evenals de uitspraken die Jezus doet. Al deze schrijvers waren of werden zeer gelovige mensen.
Het doorwerken van (al) hun boeken was voor mij een vreugde vanwege de samenhang en overeenkomst.

Naast veel leerzaams komen in de werken van Bertha Dudde echter ook hardvochtige opvattingen over de mens voor, die niet passen bij de uitspraak van de doorgevende persoon de 'liefhebbende Vader van de mensheid' te zijn.
Het werk van Helen Schucman bevat zoveel ondoorgrondelijke, wijsgerige spitsvondigheden dat de eenvoudige kern van haar boek - het belang van vergevingsgezindheid - veelal verloren gaat.
De uitspraken in haar boek worden gedaan door een onbekende persoon van wie Schucman denkt dat het Jezus is, maar die haar géén vrije keus(!) laat en haar dwingt een onderwerp te beschrijven, waarin zij zelf niet gelooft. Helen Schuckman is ondanks de strekking van de Cursus altijd een agnosticus gebleven. Pas na haar dood mocht bekend worden dat zij de schrijver was van het boek.
Daarnaast doet de persoon die zich opwerpt als Jezus de uitspraak dat Jezus niet aan het kruis is gestorven.
De uitspraken die deze persoon doet verschillen volledig van die, welke voorkomen in de werken van Jakob Lorber, Emanuel Swedenborg, Murdo McDonald-Bayne en Hildegard van Bingen.
(Freek)

Hoofdstuk 31  De eindvisie

I. De eenvoud van verlossing

Wat is verlossing toch eenvoudig! Al wat ze zegt is dat wat nooit waar was, nu niet waar is en dat nooit zal zijn. Het onmogelijke is niet gebeurd en kan geen gevolgen hebben. Dat is alles.
Kan dit voor iemand die wil dat dit waar is, lastig te leren zijn? Alleen de onwil dit te leren kan zo'n makkelijke les ingewikkeld maken. Hoe moeilijk is het om te zien dat wat onwaar is niet waar en wat waar is niet onwaar kan zijn? Je kunt niet langer zeggen dat je geen verschil ziet tussen onwaar en waar. Er is jou verteld hoe je het ene van het andere kunt onderscheiden en wat je precies moet doen als je in verwarring raakt. Waarom volhard je er dan in zulke simpele dingen niet te leren?
Daar is een reden voor. Maar verwar die niet met het idee dat de simpele dingen die de verlossing jou vraagt te leren, moeilijk zijn. Ze onderwijst slechts het zeer voor de hand liggende. Ze gaat eenvoudig van de ene duidelijke les naar de volgende, in makkelijke stappen die jou zachtjes en zonder de minste inspanning van de ene naar de andere leiden. Dit kan niet verwarrend zijn en toch ben je in verwarring. Want op een of andere manier geloof je dat wat totaal verward is, makkelijker te leren en te begrijpen valt. Wat jij jezelf geleerd hebt is zo'n geweldig staaltje leerwerk dat het inderdaad ongeloofijk is. Maar je hebt het voor elkaar gekregen omdat je dat wilde en je was niet te stuiten in je ijver om het te beoordelen als iets wat lastig te leren is of te ingewikkeld om te vatten.
Niemand die begrijpt wat je geleerd hebt, hoe zorgvuldig je dat hebt gedaan en welke moeite jij je hebt getroost die lessen eindeloos te oefenen en te herhalen in elke jou denkbare vorm, kan ooit de kracht van jouw leervaardigheid in twijfel trekken. Er is in de wereld geen grotere kracht. De wereld werd erdoor gemaakt en ook nu nog is ze op niets anders aangewezen. De lessen die jij jezelf hebt onderwezen, zijn zo uit-en-te-na geleerd en zo star, dat ze als zware gordijnen neerhangen om eenvoudige en voor de hand liggende zaken aan het oog te onttrekken. Zeg niet dat jij die niet kunt leren. Want jouw vermogen om te leren is sterk genoeg om je te onderwijzen dat jouw wil niet de jouwe is, je gedachten jou niet toebehoren en zelfs dat jij iemand anders bent.
Wie kan er nu beweren dat lessen zoals deze makkelijk zijn? Toch heb je meer dan dit geleerd. Je bent doorgegaan en hebt zonder morren iedere stap gezet, hoe moeilijk die ook was, tot er een wereld was opgebouwd die jou paste. Elke les waardoor de wereld wordt samengesteld, komt voort uit die eerste leerprestatie, een domheid zo groot dat de Stem van de Heilige Geest voor de grootheid daarvan nietig en stil lijkt.
De wereld nam een aanvang met één enkele zonderlinge les, krachtig genoeg om ervoor te zorgen dat God vergeten werd en dat Zijn Zoon van zichzelf vervreemdde, verbannen uit het huis waarin God Zelf hem gevestigd heeft. Jij, die jezelf geleerd hebt dat de Zoon van God schuldig is, zeg niet dat je de eenvoudige zaken die de verlossing jou onderwijst niet leren kunt! Leren is een bekwaamheid die jij gemaakt hebt als een geschenk aan jezelf. Ze werd niet gemaakt om de Wil van God te doen, maar om de wens in stand te houden dat die kon worden weerstaan en dat een wil los daarvan toch werkelijker zou zijn dan deze Wil. Dit is wat leren heeft geprobeerd te demonstreren en jij hebt datgene geleerd waartoe dit onderwijs ontworpen was. Nu staat wat jij vanouds uit-en-te-na geleerd hebt onverbiddelijk voor de Stem van de waarheid en onderwijst het jou dat Haar lessen niet waar zijn, te lastig zijn om te leren, te moeilijk om te zien en te zeer tegengesteld aan wat werkelijk waar is.
Toch zul jij ze leren, want die lessen te leren is het enige doel dat de Heilige Geest voor jouw leervaardigheid in heel de wereld ziet. Zijn eenvoudige lessen in vergeving hebben een kracht, machtiger dan de jouwe, want ze roepen jou toe vanuit God en vanuit jouw Zelf.
Is dit een zwakke Stem, zo nietig en stil, dat Ze zich niet verheffen kan boven het zinloze lawaai van klanken zonder betekenis? God heeft niet gewild dat Zijn Zoon Hem vergeet. De macht van Zijn Wil huist in de Stem die namens Hem spreekt. Welke les ga jij leren? Welk resultaat is onontkoombaar, zo zeker als God en ver boven alle twijfel en vragen verheven? Kan het zijn dat al jouw futiele leren, met een merkwaardig resultaat en ongelooflijke moeilijkheidsgraad, de eenvoudige lessen zal weerstaan die jou op ieder moment van elke dag worden onderwezen, sedert de tijd begon en het leren werd gemaakt?

Er vallen maar twee lessen te leren. Elk resulteert in een andere wereld. Elke wereld volgt met zekerheid uit haar bron. Het vaststaande resultaat van de les dat Gods Zoon schuldig is, is de wereld die jij ziet. Het is een wereld van verschrikking en vertwijfeling. Ze biedt geen enkele hoop op geluk. Er is geen plan dat jij ten behoeve van jouw veiligheid kunt opstellen dat ooit werken zal. Er is geen vreugde die je hier kunt zoeken met de hoop die te vinden. Dit is echter niet het enige resultaat waartoe jouw leren kan leiden. Hoe uit-en-te-na jij de door jou gekozen taak ook mag hebben geleerd, de les die de Liefde van God weerspiegelt, is nog altijd sterker. Je zult leren dat Gods Zoon onschuldig is en daardoor een andere wereld zien. Het resultaat van de les dat Gods Zoon schuldeloos is, is een wereld zonder angst waar alles door hoop wordt verlicht en sprankelt van een milde vriendelijkheid.
Er is niets wat jou niet roept met een zacht verzoek jouw vriend te mogen zijn en zich met jou te mogen verbinden. Nooit blijft een oproep ongehoord, onbegrepen of zonder antwoord in precies dezelfde taal als waarin de oproep werd gedaan. Jij zult begrijpen dat dit de oproep was die iedereen en alles in de wereld altijd al heeft gedaan, maar die jij niet aanzag voor wat ze was. Nu zie je in dat jij je hebt vergist. Je werd misleid door de vormen waarin de oproep zat verscholen. Daarom hoorde jij die niet en verloor je een vriend die altijd deel van jou wilde zijn. De zachte, eeuwige roep van elk deel van Gods schepping tot het geheel, wordt over heel de wereld gehoord die deze tweede les jou brengt.
Er is geen enkel levend wezen dat niet de universele Wil deelt dat het heel is en dat jij zijn roep niet onbeantwoord laat. Zonder jouw antwoord is het ten dode opgeschreven, zoals het van de dood wordt gered wanneer jij zijn roep hebt gehoord als de aloude oproep tot het leven en begrepen hebt dat het slechts jouw eigen roep is. De Christus in jou herinnert Zich God met al de zekerheid waarmee Hij Zijn Liefde kent. Maar alleen als Zijn Zoon onschuldig is, kan Hij Liefde zijn. Want God zou inderdaad angst zijn als hij die door Hem onschuldig is geschapen, slaaf van schuld zou kunnen zijn. Gods volmaakte Zoon herinnert zich zijn schepping. Maar in schuld is hij vergeten wat hij in werkelijkheid is.
De angst voor God is even zeker het gevolg van de les dat Zijn Zoon schuldig is als Gods Liefde onherroepelijk herinnerd wordt wanneer hij zijn onschuld leert. Want haat moet wel de vader zijn van angst en zichzelf als de vader daarvan zien. Hoezeer vergis jij je die niet de oproep hoort die weerklinkt achter elke schijnbare roep om de dood, die zingt achter elke moorddadige aanval en ervoor pleit dat liefde de stervende wereld herstelt. Jij begrijpt niet Wie jou vanachter elke vorm van haat, elke roep om oorlog roept. Maar je zult Hem herkennen als je Hem antwoordt in de taal waarmee Hij jou roept. Hij zal verschijnen wanneer jij Hem geantwoord hebt en in Hem zul je weten dat God Liefde is.

Wat is verleiding anders dan de wens om de verkeerde beslissing te nemen over wat je wilt leren en een resultaat te verkrijgen dat je niet wilt? De erkenning dat het een ongewenste staat van je denkgeest is, wordt het middel waarmee de keuze wordt herzien en een ander resultaat gezien wordt dat de voorkeur geniet. Je bent misleid als je gelooft dat jij rampspoed, onenigheid en pijn wilt. Hoor in jezelf de roep hierom niet. Maar luister liever naar de diepere roep daarachter, die tot vrede en vreugde aanspoort. Heel de wereld zal jou vreugde en vrede geven. Want zoals je hoort, zo zul je antwoorden. Zie! jouw antwoord is het bewijs van wat je hebt geleerd. Het resultaat is de wereld die jij aanschouwt.
Laten we een ogenblik stil zijn en alles vergeten wat we ooit hebben geleerd, alle gedachten die we ooit hebben gehad en alle vooroordelen die we eropna houden over de betekenis en de bedoeling der dingen. Laten we ons niet onze eigen ideeën herinneren over waartoe de wereld dient. Wij weten het niet. Laat elk beeld dat we van wie ook in onze denkgeest vasthouden, daaruit worden losgemaakt en weggeveegd.
Wees vrij van oordelen en je onbewust van enige gedachte over goed of kwaad, die ooit over iemand in je denkgeest opgekomen is. Nu ken je hem niet, maar je bent vrij om hem te leren kennen en op nieuwe wijze te leren kennen. Nu is hij voor jou herboren en ben jij voor hem herboren, zonder het verleden dat hem ter dood veroordeeld heeft en jou samen met hem. Nu is hij vrij om te leven, net als jij, want een oeroud leren is heengegaan en heeft plaatsgemaakt zodat de waarheid kan worden herboren.

II. Aan Christus' zijde gaan

Een oeroude les wordt niet afgeleerd door het oude en het nieuwe tegenover elkaar te plaatsen. Ze wordt niet bedwongen opdat de waarheid wordt gekend, noch bevochten om tegen het pleit van de waarheid het onderspit te delven. Er is geen veldslag die voorbereid, geen tijd die besteed hoeft te worden, noch plannen die moeten worden beraamd om het nieuwe binnen te brengen. Er is een oeroude strijd tegen de waarheid gaande, maar de waarheid reageert niet. Wie kan er in zo'n oorlog gewond raken, tenzij hij zichzelf verwondt? In waarheid heeft hij geen vijand. Kan hij worden belaagd door dromen?
Laten we nogmaals kijken naar wat er lijkt in te staan tussen jou en de waarheid van wat jij bent. Want het loslaten daarvan gebeurt stapsgewijs. De eerste stap is een beslissing die jij neemt, maar nadien wordt de waarheid jou gegeven. Jij wilt de waarheid zelf bepalen. Door jouw wens leg je twee keuzemogelijkheden vast waaruit moet worden gekozen, telkens wanneer jij meent over iets te moeten beslissen. Geen van beide is waar. Noch zijn ze verschillend. Toch moeten we ze beide zien, eer we eraan voorbij kunnen kijken naar het enige alternatief dat wel een andere keus inhoudt, maar niet in de dromen die jij hebt gemaakt opdat dit voor jou verborgen zou kunnen blijven.
De keuze die jij zou willen maken is er geen en geeft alleen de illusie vrije keus te zijn, want ze heeft in beide gevallen dezelfde uitkomst. Dus is het in feite helemaal geen keuze. Leider en volgeling doen zich als afzonderlijke rollen voor, elk schijnbaar met voordelen die jij niet verliezen wilt. Daarom lijkt hun versmelting hoop op voldoening en vrede te bieden. Jij ziet jezelf verdeeld in deze beide rollen, voor eeuwig opgesplitst tussen de twee. Elke vriend of vijand wordt een middel om jou te helpen jezelf hieruit te redden.
Misschien noem je het liefde. Misschien zie je het als eindelijk gerechtvaardigde moord. Je haat degene die je de leidersrol gegeven hebt toen jij die wilde en je haat evengoed zijn onmacht die op zich te nemen de keren dat jij de volgeling in jou wilt laten opstaan en de leidersrol uit handen gaf. Dit is waartoe jij je broeder hebt gemaakt en dit is wat jij hebt leren zien als zijn doel. Als hij dat niet dient, heeft hij de functie die jij hem gegeven hebt, niet vervuld. Zo verdient hij de dood, omdat hij voor jou geen zin heeft en geen nut.
Hoe zit het met hem? Wat wil hij van jou? Wat kan hij anders willen dan wat jij van hem wilt? Hierin is het leven even makkelijk als de dood, want wat jij kiest, kies je ook voor hem. Twee oproepen richt jij tot hem zoals hij tot jou. Tussen die twee is er wel degelijk keuze, want ze leiden tot een verschillend resultaat. Of hij voor jou nu leider of volgeling is, om de dood roept of om het leven, om haat of vergeving en hulp, dat heeft niet hetzelfde resultaat. Hoor je het ene, dan ben je van hem gescheiden en verloren, maar hoor je het andere, dan verbind jij je met hem en wordt in jouw antwoord verlossing gevonden. De stem die jij in hem hoort is louter je eigen stem. Waar vraagt hij jou om? Luister goed! Hij vraagt immers om wat tot jou zal komen, want je ziet een beeld van jezelf en hoort je eigen stem vragen wat jij wilt.
Wacht voordat je antwoordt, om het volgende te overdenken: Het antwoord dat ik mijn broeder geef is dat waar ik om vraag. Wat ik over hem leer, is wat ik leer omtrent mijzelf. Laten we dan een ogenblik wachten en stil zijn en alles vergeten wat we meenden te horen en ons herinneren hoeveel we niet weten. Deze broeder leidt noch volgt ons, maar gaat op precies hetzelfde pad aan onze zij. Hij is zoals wij, net zo dichtbij of veraf van wat wij willen als wij hem toestaan te zijn. Wij winnen niets als hij niet samen met ons wint en wij gaan achteruit als hij geen vooruitgang maakt. Neem hem niet in kwaadheid maar in liefde bij de hand, want aan zijn vordering meet jij die van jou. Wij gaan elk afzonderlijk onze weg, tenzij jij hem veilig aan jouw zijde houdt.
Omdat hij in Gods Liefde jouw gelijke is, zul je van alle uiterlijkheden worden verlost en antwoord geven aan de Christus die jou roept. Wees stil en luister. Denk geen oeroude gedachten. Vergeet de deerniswekkende lessen die je geleerd hebt over deze Zoon van God die jou roept. Christus roept allen met gelijke tederheid en ziet daarbij leiders noch volgelingen en hoort slechts één antwoord voor hen allen. Omdat Hij één Stem hoort, kan Hij geen antwoord horen dat verschilt van dat wat Hij gegeven heeft, toen God Hem als Zijn enige Zoon heeft aangewezen.
Wees een ogenblik heel stil. Kom, zonder alle gedachten aan wat jij vroeger ooit geleerd hebt en zet alle beelden die je gemaakt hebt opzij. Het oude zal wegvallen voor het nieuwe, zonder verzet of opzet van jouw kant. Er zal geen aanval zijn op de dingen die jij voor kostbaar hield en dacht dat zorg behoefden. Er zal geen aanslag worden gedaan op jouw wens een roep te horen die nooit weerklonken heeft. Niets zal jou kwetsen in dit heilige oord, waar je in stilte komt luisteren om de waarheid te vernemen over wat jij werkelijk wilt. Er zal jou niet méér gevraagd worden te leren dan dit. Maar zodra je het hoort, zul je begrijpen dat jij je alleen maar hoeft los te maken van de gedachten die je niet wilt en die nooit waar zijn geweest.
Vergeef je broeder alle uiterlijkheden; het zijn slechts de oeroude lessen die jij jezelf geleerd hebt over de zondigheid in jou. Hoor alleen zijn roep om genade en om de bevrijding van al de beangstigende beelden, die hij erop na houdt over wat hij is en wat jij wel moet zijn. Hij is bang om aan jouw zijde te wandelen en denkt wellicht dat het veiliger voor hem is een stukje achter jou aan of voor je uit te lopen. Kun jij vorderingen maken als je hetzelfde denkt en alleen vooruitgaat wanneer hij een stap terug doet en achterop raakt wanneer hij vordert? Want zo vergeet jij het reisdoel, dat niets anders is dan de beslissing aan zijn zijde te gaan, zodat geen van beiden leidt of volgt. Zo is het een weg die jullie samen gaan en niet alleen. In die keuze is het leerresultaat veranderd, want Christus is voor jullie beiden herboren.
Een ogenblik doorgebracht zonder je oude ideeën over wie jouw grootse metgezel is en waar hij om zou moeten vragen, volstaat om dit te laten gebeuren. Je zult zien dat zijn doel hetzelfde is als dat van jou. Hij vraagt om wat jij wilt en heeft hetzelfde nodig als jij. Het neemt in hem misschien een andere vorm aan, maar het is niet de vorm waarop je antwoordt. Hij vraagt en jij ontvangt, want je bent met slechts één bedoeling gekomen: te leren dat jij je broeder met een broederlijke liefde liefhebt. Als broeder moet zijn Vader wel dezelfde zijn als die van jou, zoals hij in waarheid is zoals jij.
Tezamen wordt jullie gezamenlijk erfgoed door jullie beiden herinnerd en aanvaard. AIéén wordt het jullie beiden ontzegd. Is het niet duidelijk dat je, zolang je per se wilt volgen of leiden, denkt dat je alleen gaat, met niemand aan je zijde? Dit is de weg naar nergens, want zolang je alleen gaat kan het licht niet worden gegeven en kun jij niet zien welke weg je neemt. Daarom is er verwarring en een gevoel van eindeloos tvijfelen, terwijl je voor- en achteruit strompelt in het donker en alleen. Maar dit zijn slechts de uiterlijke vormen van wat de reis is en hoe die moet worden afgelegd. Want vlak naast jou bevindt Zich Degene die het licht vóór je houdt, zodat iedere stap vastberaden en zeker van de weg kan worden gezet. Een blinddoek kan je zicht weliswaar belemmeren, maar de weg zelf verduisteren kan hij niet. Hij die met jou meereist heeft het licht.

III. Wie zichzelf beschuldigt

Alleen wie zichzelf beschuldigt, veroordeelt. Nu jij je voorbereidt op een keuze die tot andere resultaten leidt, is er allereerst iets dat je uit-en-te-na leren moet. Het moet een gewoontereactie worden die zo kenmerkend is voor alles wat je doet, dat het jouw eerste antwoord wordt op elke verleiding en elke situatie die zich voordoet. Leer dit en leer het goed, want hier wordt het uitstel van je geluk bekort met een tijdsspanne waarvan jij je geen voorstelling kunt maken. Je haat je broeder nooit om zijn zonden, maar alleen om die van jou. Welke vorm zijn zonden ook lijken aan te nemen, deze verhult slechts het feit dat jij gelooft dat ze de jouwe zijn en daarom een 'gerechtvaardigde' aanval verdienen.

Waarom zouden zijn zonden zonden zijn, als jij niet geloofde dat ze in jou niet kunnen worden vergeven? Waarom zijn ze in hem werkelijk, als jij niet geloofde dat ze jouw werkelijkheid zijn? Waarom val je ze overal aan, als het niet was omdat jij jezelf haat? Ben jij soms een zonde? Telkens wanneer je aanvalt, antwoord je met 'ja', want door aan te vallen bevestig je dat je schuldig bent en dat je moet geven naargelang je verdient. Wat kun je anders verdienen dan wat jij bent? Als je zelf niet geloofde dat je een aanval verdiende, zou het helemaal nooit in je opkomen iemand aan te vallen. Waarom zou je ook? Wat zou je erbij winnen? Hoe zou moord je tot voordeel kunnen strekken?
Zonden zitten in lichamen. Ze worden niet in denkgeesten waargenomen. Ze worden niet gezien als doelen, maar als daden. Lichamen handelen, denkgeesten niet. Daarom moet het lichaam opdraaien voor wat het doet. Het wordt niet als iets passiefs gezien dat jouw bevelen gehoorzaamt en uit zichzelf in het geheel niets doet. Als jij zonde bent, ben je een lichaam, want de denkgeest handelt niet. Intentie moet dan in het lichaam liggen en niet in de denkgeest. Het lichaam moet dan zelfstandig opereren en zichzelf motiveren. Als jij zonde bent, sluit je de denkgeest in het lichaam op en draag je zijn intentie over op zijn gevangenis, die in zijn plaats handelt. Een cipier volgt geen bevelen op, maar legt bevelen op aan de gevangene.
Toch is het lichaam, niet de denkgeest, de gevangene. Het lichaam denkt geen gedachten. Het heeft niet de macht te leren, te vergeven of te onderwerpen. Het geeft geen bevelen waarnaar de denkgeest zich voegen moet en stelt geen voorwaarden waaraan hij moet voldoen. Het houdt slechts de gewillige denkgeest gevangen die erin verblijven wil. Het wordt ziek op bevel van de denkgeest die zijn gevangene wil zijn. Het wordt oud en sterft, omdat die denkgeest ziek is in zichzelf. Leren is het enige dat verandering teweegbrengt. Dus zou het lichaam, waarin geen leerproces kan plaatsvinden, nooit kunnen veranderen, tenzij de denkgeest verkoos dat het lichaam in zijn verschijningsvormen verandert, om aan de bedoeling te beantwoorden die de denkgeest eraan geeft. Want de denkgeest kan leren en daar wordt alle verandering teweeggebracht.
De denkgeest die denkt dat hij een zonde is, heeft maar één doel: dat het lichaam de bron van zonde zou zijn, teneinde het in de gevangenis te houden die hij gekozen heeft en bewaakt, en waar hij zichzelf in vasthoudt als een slapende gevangene, ten prooi aan de grommende honden van haat en kwaad, van ziekte en aanval, van pijn en ouderdom en van lijden en verdriet. Hier worden de offergedachten bewaard, want hier regeert schuld, die beveelt dat de wereld moet zijn zoals hij: een plaats waar niets genade kan vinden en evenmin de vernietigende werking van de angst kan overleven, behalve in moord en dood. Want hier word jij tot zonde gemaakt en zonde kan hen die vreugdevol en vrij zijn niet verdragen, want dat zijn de vijanden die de zonde dient te doden. In de dood wordt de zonde bewaard en zij die denken dat ze zonde zijn, moeten sterven omwille van wat ze denken te zijn.
Laten we blij zijn dat jij zult zien wat je gelooft en dat het jou gegeven is te veranderen wat je gelooft. Het lichaam zal alleen maar volgen. Het kan jou nooit ergens heenleiden waar jij niet wilt zijn. Het waakt niet over je slaap en mengt zich niet in je ontwaken. Bevrijd je lichaam uit deze gevangenschap en je zult niemand als de gevangene zien van dat waaraan jij bent ontsnapt. Je zult je uitverkoren vijanden niet in de greep van schuld willen houden, noch degenen die jij als vrienden beschouwt, geketend willen laten blijven aan de illusie van een veranderende liefde.
De onschuldigen brengen vrijheid, in dankbaarheid voor hun bevrijding. Wat zij zien houdt hun vrijwaring in stand van gevangenschap en dood. Stel je denkgeest open voor verandering en er zal geen oeroude straf van jouw broeder of van jou worden geëist. Want er is geen offer dat kan worden gevraagd en er is geen offer dat kan worden gebracht, zo heeft God gezegd.

IV. Het werkelijke alternatief

De neiging bestaat te denken dat de wereld vertroosting kan bieden en een uitweg uit problemen waarvan ze juist het behoud nastreeft. Waarom zou dit zo zijn? Omdat ze een oord is waar de keuze tussen illusies de enige keuze lijkt. Jij hebt de controle over de resultaten van wat je kiest. Daarom denk je dat jou - binnen de smalle strook van geboorte tot dood - een beetje tijd gegeven is om alleen voor jouzelf aan te wenden; een tijd waarin iedereen met jou in conflict is, maar jij de weg kunt kiezen die jou uit het conflict leiden zal, weg van de moeilijkheden die niet jouw zorg zijn. Maar ze zijn wel jouw zorg. Hoe kun jij er dan aan ontkomen door ze achter je te laten? Wat met jou mee moet gaan, zul je meenemen, welke weg jij ook verkiest te gaan.
Werkelijke keuze is geen illusie. Maar de wereld heeft er geen te bieden. Al haar wegen leiden slechts tot teleurstelling, het niets en de dood. Er is geen keuze in haar alternatieven. Probeer hier niet aan problemen te ontkomen. De wereld werd gemaakt zodat problemen niet ontlopen zouden kunnen worden. Laat je niet misleiden door alle verschillende namen die aan haar wegen worden toegekend. Ze hebben maar één einddoel. Elk is slechts het middel om dat doel te bereiken, want daarheen leiden al haar wegen, hoe verschillend ze ook lijken te beginnen, hoe verschillend ze ook lijken te verlopen. Hun eind staat vast, want er is geen keuze tussen. Alle leiden ze tot de dood. Op sommige reis je een poosje vrolijk voort, voordat narigheid haar intrede doet. Op andere worden de doornen meteen gevoeld. De keuze is niet wát het eind zal zijn, maar wanneer het zal komen.
Waar ieder einde vaststaat is er geen keuze. Misschien wil je ze liever allemaal proberen, voordat je echt leert dat ze eender zijn. De wegen die deze wereld te bieden heeft, lijken zeer groot in aantal, maar de tijd zal stellig komen dat ieder gaat zien hoezeer ze op elkaar lijken. Mensen zijn gestorven toen ze dit ontdekten, omdat ze geen andere weg zagen dan de paden die de wereld biedt. Toen ze inzagen dat die nergens heenleidden, verloren ze hun hoop. toch was dat het moment waarop zij hun grootste les hadden kunnen leren. Ieder moet dit punt bereiken en eraan voorbijgaan. Het is inderdaad waar dat in de wereld helemaal geen keuze is. Maar dat op zich is niet de les. De les heeft een bedoeling en hierdoor ga je begrijpen waartoe ze dient.
Waarom zou je erop uit zijn een andere weg, een andere persoon of een andere plaats uit te proberen, als je al geleerd hebt hoe de les begint, maar nog niet ziet waartoe ze dient? Haar bedoeling is antwoord te geven op de zoektocht die allen moeten ondernemen, die nog steeds geloven dat er een ander antwoord te vinden is. Leer nu, zonder wanhopig te zijn, dat er in de wereld geen hoop op een antwoord is. Oordeel echter niet over de les die hiermee pas is begonnen. Zoek in de wereld niet naar weer een andere wegwijzer die weer een andere weg lijkt aan te geven. Ga niet langer op zoek naar hoop waar er geen is. Versnel nu je leerproces en zie in dat je alleen maar tijd verspilt als je niet voorbijgaat aan wat je al geleerd hebt naar wat er nog te leren valt. Want vanaf dit laagste punt zal de leerweg jou tot hoogten van geluk leiden, waarin je de bedoeling van de les helder ziet stralen, volmaakt binnen je leerbereik.
Wie zou zich van al de wegen van de wereld willen laten wegsturen, als hij niet begreep hoe doelloos ze in wezen zijn? Is het niet noodzakelijk dat hij hiermee moet beginnen om in plaats hiervan een andere weg te zoeken? Want van welke macht om te beslissen kan hij zich bedienen, zolang hij een keuze ziet waar er geen is? Het op grote schaal vrijmaken van macht moet beginnen met te leren waar die werkelijk nut heeft. Welke beslissing heeft er macht als die wordt aangewend in situaties zonder keuze?
Leren dat de wereld maar één keuze heeft te bieden, wat daarvan de vorm ook is, is het begin van de aanvaarding dat er in plaats daarvan een werkelijk alternatief bestaat. Tegen die stap vechten is je bedoeling hier ondermijnen. Je bent niet gekomen om een weg te leren vinden die de wereld niet bevat. Het zoeken naar andere wegen in de wereld is slechts het zoeken naar verschillende vormen van waarheid. Dit voorkomt juist dat de waarheid wordt bereikt.
Denk niet dat geluk ooit is gevonden door een weg te volgen die er vandaan leidt. Dat is onzinnig en kan de weg niet zijn. Laat me herhalen voor jou die deze cursus ogenschijnlijk te moeilijk vindt om te leren, dat je om een doel te bereiken in de richting ervan moet gaan en niet ervan weg. Iedere weg die de andere kant op leidt, zal het vinden van dit doel niet dichterbij brengen. Als dit al moeilijk te begrijpen valt, dan is deze cursus onmogelijk te leren. Maar alleen dán, want anders is hij een eenvoudige leer in het voor de hand liggende.
Er is een keuze en jij hebt de macht die te maken wanneer je de werkelijke alternatieven hebt gezien. Totdat dit punt is bereikt, heb je geen keuze en kun je slechts beslissen hoe jij het beste wilt kiezen om jezelf wederom te misleiden. Deze cursus poogt niet méér te onderwijzen dan dat de macht om te beslissen niet kan liggen in het kiezen van verschillende vormen van wat nog steeds dezelfde illusie en dezelfde vergissing is. Alle keuzen in de wereld berusten hierop: je kiest tussen jouw broeder en jezelf en jij zult net zoveel winnen als hij verliest, terwijl wat jij verliest hem gegeven wordt. Hoe compleet is dit aan de waarheid tegengesteld, wanneer het de enige bedoeling van de les is te onderwijzen dat wat jouw broeder verliest, voor jou verloren ging; en wat hij wint, jou gegeven wordt.
Hij heeft Zijn Gedachten niet verlaten! Maar jij hebt Zijn Tegenwoordigheid vergeten en je Zijn Liefde niet herinnerd. Er is geen pad ter wereld dat naar Hem leiden kan, noch enig wereldlijk doel dat met het Zijne één kan zijn. Welke weg in heel de wereld zal naar binnen voeren, wanneer iedere weg gemaakt werd om de reis te scheiden van het doel dat hij hebben moet, wil hij geen vruchteloze omzwerving zijn? Alle wegen die wegleiden van wat jij bent zullen jou tot verwarring en wanhoop drijven. Toch heeft Hij Zijn Gedachten nooit verlaten om die te laten sterven, zonder dat hun Bron voor eeuwig in hen aanwezig is.
Hij heeft Zijn Gedachten niet verlaten! Hij kan er net zomin van scheiden als zij Hem kunnen weren. Zij vertoeven in eenheid met Hem en in Hun Eenzijn blijven Beiden compleet. Er is geen weg die van Hem wegleidt. Een reis van jezelf weg bestaat niet. Hoe dwaas en waanzinnig is het te denken dat er een weg kan zijn met een dergelijk doel! Waarheen zou die kunnen leiden? Hoe zou jij ertoe kunnen worden gebracht die te volgen en die te bewandelen, zonder dat je eigen werkelijkheid één met jou is?
Vergeef jezelf je waanzin en vergeet alle zinloze reizen, alle doelloze doeleinden. Ze hebben geen betekenis. Je kunt je niet onttrekken aan wat jij bent. Want God is genadig en heeft niet toegestaan dat Zijn Zoon Hem verlaat. Wees dankbaar voor wat Hij is, want daarin ligt jouw ontsnapping aan waanzin en aan dood. Nergens anders dan waar Hij is, kun jij worden gevonden. Er is geen weg of die leidt tot Hem.

V. Zelfconcept tegenover Zelf

Het leren-in-de-wereld stoelt op een zelfconcept dat is aangepast aan de wereldse realiteit. Het past haar goed. Want dit is een beeld dat geschikt is voor een wereld van schaduwen en illusies. Hier is het thuis waar het één geheel is met wat het ziet. Het opbouwen van een zelfconcept is dat waartoe het leren-in-de-wereld dient. Dit is het doel: dat je zonder zelf komt en er gaandeweg een maakt. Tegen de tijd dat je tot 'rijpheid' komt, heb je het vervolmaakt om de wereld op gelijke voet tegemoet te treden, op één lijn met haar eisen.
Een zelfconcept wordt door jou gemaakt. Het vertoont niet de minste gelijkenis met jouzelf. Het is een afgod, gemaakt om de plaats van jouw werkelijkheid als Zoon van God in te nemen. Het zelfconcept dat de wereld wil onderwijzen, is niet wat het lijkt. Want het is gemaakt om twee doelen te dienen, waarvan de denkgeest er slechts één herkennen kan. Het eerste vertoont het gezicht van de onschuld, het aspect waarnaar gehandeld wordt. Dit is het gezicht dat glimlacht en bekoort en zelfs lijkt lief te hebben. Het zoekt metgezellen en het kijkt, soms met meegevoel, naar lijden en brengt af en toe vertroosting. Het gelooft dat het goed is te midden van een slechte wereld.
Dit aspect kan kwaad worden, want de wereld is verdorven en niet bij machte de liefde en beschutting te bieden die de onschuld verdient. Dus is dit gezicht vaak nat van tranen om het onrecht dat de wereld hen aandoet die edelmoedig en goed willen zijn. Dit aspect gaat nooit als eerste in de aanval. Maar iedere dag plegen honderden kleinigheden nietige aanslagen op zijn onschuld, wekken zijn irritatie en zetten het tenslotte aan tot openlijke belediging en geweld.
Het gezicht van de onschuld, dat door het zelfconcept zo trots wordt vertoond, kan een aanval als zelfverdediging wel gedogen, want is het geen welbekend feit dat de wereld ruw omspringt met weerloze onschuld? Niemand die een beeld van zichzelf maakt laat dit gezicht achterwege, want hij heeft het nodig. De andere kant wil hij niet zien. Maar hier heeft juist het leren-in-de-wereld zijn zinnen op gezet, want hier wordt de wereldse 'realiteit' vastgesteld, om ervoor te zorgen dat de afgod blijft voortbestaan.

Onder het gezicht van de onschuld gaat een les schuil en om die te onderwijzen werd het zelfconcept gemaakt. Het betreft een les in een verschrikkelijke verschuiving en een angst zo verwoestend, dat het gezicht dat erboven glimlacht zich er voor altijd van afwenden moet, wil het niet het verraad zien dat erdoor wordt verhuld. De les onderwijst dit: "Ik ben het ding dat jij van mij gemaakt hebt en als je naar mij kijkt, ben jij veroordeeld, op grond van wat ik ben." Naar deze opvatting van het zelf glimlacht de wereld goedkeurend, want die garandeert dat de wegen van de wereld veilig behouden blijven en dat zij die ze bewandelen, niet kunnen ontsnappen.
Dit is de centrale les die garandeert dat jouw broeder voor eeuwig is veroordeeld. Want wat jij bent, is nu zijn zonde geworden. Hiervoor is geen vergeving mogelijk. Wat hij doet, maakt niet meer uit, want je beschuldigende vinger wijst naar hem, priemend en dodelijk. Hij wijst evengoed naar jou, maar dit wordt onder het gezicht van de onschuld nog dieper in nevelen gehuld. In die verborgen krochten worden al zijn zonden en die van jou instandgehouden en in het donker bewaard, waar ze niet als vergissingen kunnen worden gezien, hetgeen het licht stellig zou openbaren. Jou kan geen verwijt treffen voor wat jij bent en evenmin kun jij de dingen veranderen die het jou laat doen. Jouw broeder is dan ook het symbool van je zonden voor jou, jij die weliswaar stilzwijgend maar toch met een niet aflatende drang je broeder nog steeds veroordeelt voor het gehate ding dat jij bent.
Concepten worden aangeleerd. Ze zijn niet natuurlijk. Los van het leerproces bestaan ze niet. Ze worden niet gegeven, dus moeten ze zijn gemaakt. Niet één is waar en vele komen voort uit koortsachtige verbeeldingen, verhit van haat en van de vervormingen die uit angst ontstaan. Wat is een concept anders dan een gedachte, waaraan haar maker een eigen betekenis geeft? Concepten houden de wereld in stand. Maar ze kunnen niet worden aangewend om aan te tonen dat de wereld werkelijk is. Want ze zijn allemaal binnen de wereld gemaakt, zijn in haar schaduw geboren, groeien volgens haar gebruiken en worden tenslotte in haar denken 'rijp'. Het zijn denkbeelden van afgoden, geschilderd met de penselen van deze wereld, die niet in staat zijn één enkel schilderij te vervaardigen dat de waarheid weergeeft.
Een zelfconcept heeft geen betekenis, want niemand hier kan zien waartoe het dient en dus kan niemand zich een beeld vormen van wat het is. Toch is al wat onder leiding van de wereld wordt geleerd, begonnen en beëindigd met het ene oogmerk jou dit concept van jezelf te leren, opdat je ervoor zou kiezen de wetten van deze wereld te volgen en nooit zou proberen verder dan haar wegen te gaan, of je rekenschap te geven van de manier waarop jij jezelf ziet. Nu moet de Heilige Geest een manier vinden je te helpen inzien dat dit zelfconcept ongedaan moet worden gemaakt, wil jou enige innerlijke vrede worden gegeven. Ook kan het niet worden afgeleerd, behalve door lessen die erop zijn gericht jou te leren dat jij iets anders bent. Want anders zou jou worden gevraagd wat jij nu gelooft in te ruilen voor een totaal verlies van het zelf en dan zou een nog grotere doodsangst in jou opkomen.
Daarom is de lesmethode van de Heilige Geest in makkelijke stappen opgebouwd, zodat wat werd geleerd niet vergruizeld wordt, hoewel er soms enig ongemak en enige verontrusting optreedt, maar het schijnbare bewijsmateriaal ervóór gewoon een nieuwe vertaling krijgt. Laten we dan eens nagaan welk bewijs er is dat jij bent wat jouw broeder van jou heeft gemaakt. Want zelfs al zie jij nog niet in dat je dit denkt, dan heb je stellig onderhand wel geleerd dat jij je gedraagt alsof dat wel zo is. Reageert hij in jouw plaats? Weet hij precies wat er te gebeuren staat? Kan hij soms jouw toekomst zien en voor die komt verordenen wat jij in elke omstandigheid moet doen? Hij moet de wereld wel hebben gemaakt en jou erbij, om over zo'n voorkennis te beschikken van wat nog komen moet. Dat jij bent wat jouw broeder van jou gemaakt heeft, lijkt hoogst onwaarschijnlijk. Al had hij dat gedaan, wie heeft jou dan het gezicht van de onschuld gegeven? Is dat jouw bijdrage? Wie is dan die 'jij' die dat gemaakt heeft? Wie is dan door al jouw goedheid misleid en valt die zo hevig aan? Laten we de dwaasheid van het hele concept vergeten en slechts hieraan denken: wat jij denkt te zijn bestaat uit twee delen. Als jouw broeder het ene heeft voortgebracht, wie heeft dan het andere gemaakt? Voor wie moet er iets verborgen worden gehouden? Al was de wereld slecht, dan is het nog niet nodig datgene te verbergen waarvan jij bent gemaakt. Wie is er die het zou kunnen zien? Wat, behalve wat aangevallen wordt, heeft verdediging nodig?
Misschien is de reden waarom dit concept in het duister moet blijven het feit, dat in het licht jij degene bent die denkt dat het niet waar is. Wat zou er gebeuren met de wereld die jij ziet, als al haar steunpilaren werden weggehaald? Jouw concept van de wereld berust op dit concept van het zelf. Beide zouden verdwijnen, wanneer een van beide ooit in twijfel werd getrokken. De Heilige Geest probeert jou niet in paniek te storten. Daarom vraagt Hij slechts of er alleen een klein vraagje mag worden gesteld.
Er bestaan alternatieven voor datgene wat jij moet zijn. Je zou, bijvoorbeeld, datgene kunnen zijn waarvan jij verkiest dat je broeder het is. Dit schuift het zelfconcept weg van het volslagen passieve en maakt op zijn minst plaats voor een actieve keuze en enige erkenning dat wisselwerking haar intrede moet hebben gedaan. Er is enig inzicht aanwezig dat jij voor jullie beiden hebt gekozen en dat wat hij vertegenwoordigt de betekenis heeft die jij eraan hebt verleend. Het geeft ook blijk van enig zicht op de waarnemingswet dat wat jij ziet de staat van denken van de waarnemer weerspiegelt. Wie maakte echter als eerste een keuze? Als jij datgene bent waarvan jij verkoos dat je broeder het was, dan bestonden er alternatieven waaruit kon worden gekozen en iemand moet eerst hebben beslist welk van beide hij kiest en dan de andere loslaten.
Hoewel deze stap voordelen oplevert, komt die nog niet in de buurt van een fundamentele vraag. Iets moet aan deze zelfconcepten zijn voorafgegaan. Iets moet de leerweg hebben afgelegd die daartoe heeft geleid. Dit kan ook niet door een van beide zienswijzen worden uitgelegd. Het grote voordeel van een verschuiving van de eerste naar de tweede ligt hierin, dat je op een of andere manier dankzij jouw beslissing deel hebt aan een keuze. Maar deze winst gaat ten koste van een vrijwel gelijk verlies, want nu word jij aangeklaagd wegens schuld aan wat jouw broeder is. Jij moet zijn schuld wel delen, want jij koos die voor hem naar het evenbeeld van die van jou. Waar hij voordien als enige verraad pleegde, moet jij nu wel samen met hem veroordeeld zijn.
Het zelfconcept is altijd de voornaamste zorg van de wereld geweest. Iedereen gelooft dat hij het antwoord moet vinden op het raadsel dat hijzelf is. Verlossing kan worden gezien als niets meer dan de uitweg uit concepten. Ze houdt zich niet bezig met de inhoud van de denkgeest, maar met de eenvoudige vaststelling dat hij denkt. Wat denken kan heeft keuze en kan worden getoond dat verschillende gedachten verschillende consequenties hebben. Aldus kan het leren dat alles wat het denkt de diepe verwarring weerspiegelt die het voelt over hoe het werd gemaakt en wat het is. Vaag lijkt het zelfconcept antwoord te geven op wat het niet weet.

Zoek jouw Zelf niet in symbolen. Er is geen concept mogelijk dat kan staan voor wat jij bent. Wat maakt het uit welk concept je aanvaardt, zolang jij een zelf waarneemt dat in wisselwerking staat met het kwaad en reageert op verdorven dingen? Jouw concept van jezelf zal nog steeds totaal betekenisloos zijn. Je zult niet zien dat jij alleen met jezelf in wisselwerking kunt staan. Het zien van een schuldige wereld is slechts het teken dat jij je lessen leerde onder leiding van de wereld en dat je haar ziet zoals jij jezelf ziet. Het zelfconcept omvat alles waar je naar kijkt en niets valt buiten deze waarneming. Als je door iets kunt worden gekwetst, zie je een beeld van je geheime wensen. Niets meer dan dat. In jouw lijden, van welke aard dat ook is, zie jij je eigen verborgen verlangen om te doden. Naargelang je leerproces verdergaat, zul je heel wat zelfconcepten maken. Elk zal de veranderingen in je eigen relaties tonen naargelang jouw waarneming van jezelf veranderd is. Telkens wanneer er een verschuiving plaatsvindt, zal er enige verwarring zijn, maar wees dankbaar dat het leren-in-de-wereld zijn greep op je denkgeest aan het verliezen is. Wees onwankelbaar en blij in het vertrouwen dat die uiteindelijk verdwijnen zal en jouw denkgeest in vrede laten. De rol van aanklager zal op vele plaatsen en in vele vormen verschijnen. Telkens zal het lijken of hij jou beschuldigt. Maar wees niet bang dat dit niet ongedaan zal worden gemaakt.
De wereld kan geen beelden van jou onderwijzen, tenzij jij die zelf leren wilt. Er zal een tijd komen dat alle beelden hebben afgedaan en dat jij ziet dat je niet weet wat jij bent. Naar deze onverzegelde en open denkgeest keert de waarheid ongehinderd en ongebonden terug. Waar zelfconcepten terzijde zijn gelegd, wordt de waarheid geopenbaard precies zoals zij is. Wanneer ieder concept in twijfel is getrokken en bevraagd en erkend wordt dat dit op geen enkele veronderstelling berust die standhoudt in het licht, dan is de waarheid vrij om in haar heiligdom binnen te treden, zuiver en vrij van schuld. Er is geen uitspraak die de wereld meer vreest te horen dan deze: Ik weet niet wat ik ben en daarom weet ik niet wat ik doe, waar ik ben, of hoe ik de wereld of mijzelfmoet bezien. Toch wordt in dit leren verlossing geboren. Wat jij bent zal jou over Zichzelf vertellen.

VI. Het herkennen van de geest

Je ziet het vlees of herkent de geest. Er is geen compromis tussen die twee. Als het een werkelijk is moet het ander vals zijn, want wat werkelijk is ontkent zijn tegendeel. Binnen visie is er geen andere keus dan deze. Wat jij hierin beslist, bepaalt al wat je ziet, werkelijk acht en voor waar houdt. Op deze ene keuze berust heel je wereld, want hier heb je vastgelegd wat jij bent: vlees of geest naar je eigen overtuiging. Als je vlees kiest, zul je nooit aan het lichaam ontsnappen als je eigen realiteit, want jij hebt besloten dat je het zo wilt. Kies echter de geest en heel de Hemel buigt zich om je ogen aan te raken en je heilig zicht te zegenen, opdat je de wereld van het vlees niet meer zou zien behalve om te genezen, te troosten en te zegenen.
Verlossen is ongedaan maken. Als je ervoor kiest het lichaam te zien, dan kijk je naar een wereld van afscheiding, van dingen zonder verband en gebeurtenissen zonder enige zin. De een verschijnt en verdwijnt in de dood; de ander is gedoemd tot lijden en verlies. Niemand is precies zoals hij was het ogenblik daarvoor, noch zal hij een ogenblik later dezelfde zijn als nu. Wie kan vertrouwen hebben wanneer hij zoveel verandering ziet, want wie is dat waard als hij niets is dan stof? Verlossing maakt dit alles ongedaan. Bestendigheid dient zich immers aan in het zicht van hen wier ogen door verlossing zijn bevrijd van het kijken naar de prijs voor het behouden van schuld, omdat zij in plaats daarvan ervoor kozen die los te laten.
Verlossing vraagt niet dat je de geest aanschouwt en het lichaam niet ziet. Ze vraagt alleen dat dit jouw keuze zou zijn. Want het lichaam kun jij zonder hulp zien, maar je begrijpt niet hoe jij een wereld kunt aanschouwen die daar los van staat. Verlossing zal jouw wereld ongedaan maken en je een andere wereld tonen die jouw ogen nooit zouden kunnen vinden. Bekommer je er niet om hoe dit ooit zou kunnen. Jij begrijpt niet eens hoe wat je ziet voor je ogen is ontstaan. Want begreep je dat wel, dan zou het verdwenen zijn. De sluier der onwetendheid is over het kwade en het goede neergelaten en men moet er doorheen gaan opdat beide verdwijnen en de waarneming geen schuilplaats meer vindt. Hoe wordt dit gedaan? O Het wordt helemaal niet gedaan. Wat zou er in het universum dat God geschapen heeft, kunnen bestaan dat nog gedaan moet worden? Alleen in je arrogantie zou jij je kunnen indenken dat jij nog het pad naar de Hemel moet effenen. Het middel is jou gegeven waarmee je de wereld kunt zien, die de wereld die jij gemaakt hebt zal vervangen. Jouw wil geschiede! In de Hemel als op aarde is dit voor eeuwig waar. Het maakt niet uit waar jij gelooft dat je bent, noch wat jij denkt dat de waarheid omtrent jou zelf werkelijk moet zijn. Het maakt geen verschil waarnaar je kijkt, noch wat je verkiest te voelen, te denken of te wensen. God Zelf heeft gezegd: "Jouw wil geschiede." Dienovereenkomstig geschiedt het je ook.
Jij, die gelooft dat je ervoor kunt kiezen de Zoon van God te zien zoals je hem hebben wilt, vergeet niet dat geen enkel concept van jouzelf zal stand houden tegenover de waarheid van wat jij bent. De waarheid ongedaan maken zou onmogelijk zijn. Maar concepten zijn niet moeilijk te veranderen. Eén visie die duidelijk wordt gezien en niet past in het beeld zoals dit voordien werd waargenomen, zal de wereld veranderen voor ogen die leren zien, omdat het zelfconcept veranderd is.
Ben jij onkwetsbaar? Dan is de wereld onschadelijk in jouw ogen. Kun jij vergeven? Dan is de wereld vergevingsgezind, want jij hebt haar haar schulden vergeven en dus kijkt ze naar jou met ogen die als de jouwe zien.
Ben jij een lichaam? Dan wordt heel de wereld als verraderlijk gezien, erop uit te doden. Ben jij geest, onsterfelijk, zonder de belofte van vergankelijkheid en zonder de smet van de zonde op jou? Dan wordt de wereld als stabiel gezien, je vertrouwen ten volle waard, een gelukkig oord om een tijdje te verpozen, waar niets te vrezen, maar alles te beminnen valt. Wie is niet welkom voor de milden van hart? Wat zou de waarlijk onschuldigen kunnen kwetsen?
Jouw wil geschiede, jij heilig kind van God. Het maakt niet uit of je denkt dat je op aarde of in de Hemel bent. Wat jouw Vader van jou wil kan nooit veranderen. De waarheid in jou blijft even stralend als een ster, even zuiver als het licht en even onschuldig als de liefde zelf. Jij bent het waard dat jouw wil geschiede!


VII. De visie van een verlosser

Leren is veranderen. Verlossing probeert geen middel aan te wenden dat vooralsnog aan je denken te vreemd is om behulpzaam te zijn, noch het soort veranderingen aan te brengen dat jij niet zou kunnen herkennen. Concepten zijn nodig zolang de waarneming duurt en het veranderen van concepten is de taak van de verlossing. Want zij speelt nu eenmaal te midden van contrasten en niet van de waarheid, die geen tegendeel kent en niet veranderen kan. Binnen de concepten van deze wereld zijn de schuldigen 'slecht' en de 'goeden' onschuldig. Er is niemand hier die niet een concept van zichzelf bezit waarin hij het 'goede' telt opdat hem het 'kwade' wordt kwijtgescholden. evenmin vertrouwt hij het 'goede' in iemand, omdat hij gelooft dat het 'kwade' daarachter op de loer moet liggen. Dit concept legt de nadruk op verraad en vertrouwen wordt zo onmogelijk. Het kan niet veranderen zolang jij het 'kwade' in jouzelf ziet.
Jij kunt je slechte gedachten niet herkennen zolang jij in een aanval waarde ziet. Je zult ze af en toe waarnemen, maar ze niet zien als betekenisloos. Dus komen ze in een angstwekkende vorm, hun inhoud nog steeds verborgen, om jouw armzalige zelfconcept aan het wankelen te brengen en zwart te maken met weer een nieuwe 'misdaad'. Jij kunt jezelf niet je onschuld schenken, want jij bent te zeer verward over jezelf. Maar mocht één enkele broeder in jouw visie dagen als volledig het vergeven waard, dan is jouw concept van jezelf geheel veranderd. Dan zijn jouw 'kwade' gedachten vergeven samen met die van hem, omdat jij geen van alle invloed op jou liet hebben. Je kiest er niet langer voor dat jij het teken van kwaad en schuld in hem moet zijn. Wanneer jij je vertrouwen schenkt aan het goede in hem, schenk je dat aan het goede in jou. Zo zie je hem qua concept als meer dan louter een lichaam, want het goede is nooit wat het lichaam lijkt te zijn. De handelingen van het lichaam worden beschouwd als afkomstig van jouw, dus ook zijn, 'lagere' deel. Door je te concentreren op het goede in hem zul je het lichaam als steeds minder bestendig zien en zal het uiteindelijk als nauwelijks meer worden gezien dan een schaduw die rond het goede cirkelt. Dit zal je zelfconcept zijn, wanneer je de wereld hebt bereikt die ligt voorbij het schóuwspel dat alleen jouw ogen jou te zien kunnen geven. Want je zult wat je ziet niet interpreteren zonder de hulp die God jou gegeven heeft. in Zijn visie is er wel degelijk een andere wereld.
Je leeft evenzeer in die wereld als in deze. Want beide zijn concepten van jouzelf, die weliswaar voor elkaar ingeruild, maar nooit tegelijk aangehangen kunnen worden. Het contrast is veel groter dan jij denkt, want je zult dit zelfconcept liefhebben, omdat het niet voor jou alleen werd gemaakt. Ontstaan als geschenk voor iemand die niet als jouzelf werd gezien, is het jou gegeven. Want jouw vergeving, hem geschonken, is nu voor jullie beiden aanvaard.
Geloof in hem die aan je zijde gaat, zodat jouw beangstigende zelfconcept kan veranderen. Kijk naar het goede in hem, zodat je niet bang kunt worden vanwege jouw 'kwade' gedachten, want ze vertroebelen jouw blik op hem niet. Al wat deze omslag vereist, is dat jij bereid bent deze gelukkige verandering plaats te doen vinden. Meer wordt niet gevraagd. Onthoud ten behoeve daarvan wat het zelfconcept dat jij nu bezit voor jou in zijn kielzog heeft meegebracht en verwelkom het blijde contrast dat jou geboden wordt. Houd je hand uitgestoken, zodat je de gave van zachtmoedige vergeving mag ontvangen die jij schenkt aan iemand wiens behoefte daaraan dezelfde is als die van jou. Laat het wrede concept van jezelf verkeren in een dat Gods vrede brengt.
Het zelfconcept dat jij nu bezit, garandeert dat jouw functie hier voorgoed onvolbracht en onvoltooid blijft. Zo verdoemt het jou tot een bitter gevoel van diepe depressiviteit en nutteloosheid. Toch hoeft het niet star te zijn, tenzij je ervoor kiest het buiten het bereik van iedere hoop op verandering te houden en het statisch en weggestopt in je denkgeest vast te zetten. Geef het daarentegen aan Hem die begrijpt welke veranderingen er nodig zijn om het de jou gegeven functie te laten vervullen om jou vrede te brengen, opdat jij vrede mag schenken om die als de jouwe te ontvangen. In jouw denkgeest zijn alternatieven beschikbaar en het is mogelijk om jezelf op een andere manier te zien.
Zou jij jezelf niet liever willen zien als onmisbaar voor de verlossing van de wereld dan als vijand van verlossing? Het zelfconcept staat als een schild, een stille barricade voor de waarheid en onttrekt die aan jouw zicht. Alle dingeri die je ziet zijn beelden, omdat je ze bekijkt als door een scherm dat je zicht vermindert en je visie verwringt, zodat jij niets helder ziet. Het licht wordt geweerd uit alles wat je ziet. Op zijn best vang jij een glimp op van een schaduw van wat erachter ligt. Op zijn minst kijk jij alleen naar duistermus en zie je verschrikkelijke verbeeldingen, voortgekomen uit schuldige gedachten en concepten uit angst ontstaan. Wat jij ziet is de hel, want angst is de hel. Alles wat jou gegeven is dient om te bevrijden: zicht, visie en de innerlijke Gids leiden jou allemaal uit de hel met hen die jij liefhebt aan je zijde en het universum samen met hen.
Aanschouw je rol in het universum! Aan elk deel van de ware schepping heeft de Heer van Liefde en Leven heel de verlossing uit de ellende van de hel toevertrouwd. Aan elk heeft Hij de genade vergund een verlosser te zijn voor de heiligen, die speciaal zijn toevertrouwd aan zijn zorg. Dit leert hij wanneer hij voor het eerst één broeder beziet zoals hij zichzelf ziet en in hem de spiegel van zichzelf ontwaart. Zo wordt zijn zelfconcept terzijde gelegd, want niets staat tussen zijn zicht en dat waarnaar hij kijkt, om te oordelen over wat hij aanschouwt. In deze enkelvoudige visie ziet hij het gelaat van Christus en begrijpt dat hij iedereen beziet zoals hij deze ene aanschouwt. Want er is licht waar eerst duisternis was en nu is de sluier weggetrokken voor zijn ogen.

De sluier over het gelaat van Christus, de angst voor God en voor verlossing en de liefde voor schuld en dood, het zijn allemaal verschillende namen voor een en dezelfde dwaling: dat er een ruimte is tussen jou en je broeder, uit elkaar gehouden door een illusie van jezelf die hem op een afstand houdt van jou en jou weghoudt van hem. Het zwaard des oordeels is het wapen dat jij aan de illusie van jezelf geeft, opdat die zou kunnen vechten om de ruimte die je broeder op afstand houdt, door liefde onbezet te laten. Maar zolang je dit zwaard vasthoudt, moet je het lichaam wel beschouwen als jezelf, want dan ben je onvermijdelijk afgescheiden van de blik van hem die de spiegel vasthoudt voor een ander beeld van wat hij is en wat jij dus ook moet zijn.
Wat is verleiding anders dan de wens om in hel en ellende te blijven? Tot wat kan dit anders aanleiding geven dan tot een beeld van jezelf dat ellendig kan zijn en in hel en kwelling blijft steken? Wie geleerd heeft zijn broeder zo niet te bezien, heeft zichzelf verlost en is zodoende de verlosser van alle anderen. God heeft allen aan iedereen toevertrouwd, want een gedeeltelijke verlosser zou er een zijn die zelf slechts gedeeltelijk is verlost. De heiligen die God jou ter verlossing heeft gegeven, zijn eenvoudig allen die je ontmoet of ziet, zonder te weten wie ze zijn; al degenen die je een ogenblik zag en weer vergeten bent, die je reeds lang kende of nog ontmoeten zult; degenen die niet meer herinnerd worden en zij die nog niet geboren zijn. Want God heeft jou Zijn Zoon gegeven om hem van elk concept te verlossen dat hij ooit bezat.
Maar hoe kun je, zolang je in de hel wenst te blijven, de verlosser zijn van de Zoon van God? Hoe zou je zijn heiligheid kennen, zolang je hem los van de jouwe ziet? Want heiligheid wordt gezien door heilige ogen die de onschuld van binnen aanschouwen en haar dus overal verwachten te zien. Daarom roepen ze die op in ieder die zij zien, opdat hij mag zijn wat zij van hem verwachten. Dit is de visie van een verlosser: dat hij zijn onschuld ziet in alles waarnaar hij kijkt en overal zijn eigen verlossing aanschouwt. Hij plaatst geen concept van hemzelf tussen zijn rustige, open ogen en wat hij ziet. Hij brengt het licht naar dat waarnaar hij kijkt, zodat hij het kan zien zoals het werkelijk is.
Welke vorm verleiding ook lijkt aan te nemen, ze weerspiegelt altijd slechts de wens een zelf te zijn dat jij niet bent. Uit die wens ontstaat een concept dat jou onderwijst dat jij datgene bent wat je wenst te zijn. Het zal jouw zelfconcept blijven tot de wens die er de vader van is, jou niet langer dierbaar is. Maar zolang je die koestert, zul jij je broeder zien naar het evenbeeld van het zelf welks beeld de wens draagt die uit jou geboren is. Want zien kan alleen maar de weergave zijn van een wens, omdat het geen scheppingsvermogen bezit. Maar het kan wel met liefde kijken of met haat, al naargelang de eenvoudige keuze of jij je wilt verbinden met wat je ziet of je afgescheiden en afzijdig houden.
De visie van een verlosser is even onschuldig aan wat je broeder is als dat ze vrij is van enig oordeel, geveld over jezelf. Ze ziet geen verleden, in helemaal niemand. Aldus is ze dienstbaar aan een volkomen open denkgeest, niet beneveld door oude concepten en bereid om alleen te kijken naar wat het heden inhoudt. Ze kan niet oordelen, omdat ze niet weet. Nu ze dit inziet, vraagt ze alleen: "Wat is de betekenis van wat ik aanschouw?" Dan wordt het antwoord gegeven. Wordt de deur opengehouden, zodat het gelaat van Christus zijn licht kan werpen op degene die in onschuld vraagt te mogen zien achter de sluier van oude ideeën en oeroude concepten, die zo lang vastgehouden en gekoesterd zijn ten nadele van de visie van de Christus in jou.
Wees dan ook waakzaam tegen verleiding en bedenk dat het slechts een krankzinnige en zinloze wens is om van jezelf iets te maken wat jij niet bent. Denk ook eens na over wat je anders wilde zijn. Het is iets waanzinnigs en pijnlijks, iets van de dood; iets verraderlijks, zwart van wanhoop; teleurstellende dromen, zonder enige resterende hoop, behalve om te sterven en de angstdroom te beëindigen. Dat is verleiding, niets meer dan dat. Kan het moeilijk zijn om daartegen te kiezen? Overweeg wat verleiding is en zie de werkelijke alternatieven waaruit jij kiest. Er zijn er maar twee. Laat je niet misleiden door wat er uitziet als vele keuzen. Er is de hel of de Hemel en van die twee kies je er maar één.
Laat niet het licht van de wereld, dat jou gegeven is, voor die wereld verborgen blijven. Ze heeft het licht nodig, want het is er inderdaad donker en de mensen wanhopen omdat de visie van een verlosser hun onthouden wordt en wat zij zien is de dood. Hun verlosser staat daar, onwetend en onbekend en aanschouwt hen met ogen die ongeopend zijn. Zij kunnen pas zien wanneer hij met ziende ogen naar hen kijkt en hun vergeving schenkt met die van hemzelf. Kun jij tot wie God zegt: "Bevrijd Mijn Zoon!" ertoe worden verleid niet te luisteren, wanneer je ontdekt dat jij degene bent voor wie Hij bevrijding vraagt? Wat anders wil deze cursus onderwijzen? Wat anders valt er voor jou te leren?


VIII. Maak opnieuw je keuze

Verleiding kent één les die ze in al haar vormen wil onderwijzen, waar ze ook maar optreedt. Ze wil de heilige Zoon van God ervan overtuigen dat hij een lichaam is, is geboren in wat sterven moet, niet bij machte om aan de broosheid ervan te ontkomen en gebonden door wat het hem gebiedt te voelen. Het legt beperkingen op aan wat hij vermag; de macht ervan is de enige kracht die hij heeft; zijn greep reikt niet verder dan het nietige bereik ervan. Zou jij dit willen zijn, als Christus jou in al Zijn glorie verscheen en jou niets anders vroeg dan dit: "Maak opnieuw de keuze of jij je plaats wilt innemen onder de verlossers van de wereld of in de hel wilt blijven en daar je broeders vasthouden wilt."
Want Hij is gekomen en Hij vraagt jou dit. Hoe maak jij die keuze? Hoe gemakkelijk laat zich dit uitleggen! Je kiest altijd tussen jouw zwakheid en de kracht van Christus in jou. Wat je kiest is wat je voor werkelijk houdt. Door zwakheid eenvoudig nooit als leidraad voor je handelingen te gebruiken, heb je haar geen kracht gegeven. Het licht van Christus in jou heeft de leiding gekregen over alles wat jij doet. Want jij hebt je zwakheid naar Hem gebracht en Hij heeft jou Zijn kracht daarvoor in de plaats gegeven.
Beproevingen zijn niets dan lessen die je verzuimde te leren, opnieuw aan jou gepresenteerd, zodat waar je eerst een verkeerde keuze maakte, je nu een betere kunt doen en zo ontsnappen kunt aan alle pijn die jouw eerdere keus je bracht. Bij iedere moeilijkheid, elke verwarring en in alle nood, roept Christus jou en zegt Hij liefdevol: "Mijn broeder, kies opnieuw." Hij wil geen enkele bron van pijn ongenezen laten, noch enig beeld dat de waarheid versluiert, laten bestaan. Hij wil alle ellende wegnemen van jou die door God werd geschapen tot altaar voor de vreugde. Hij wil je niet achterlaten zonder troost, moederziel alleen in helse dromen, maar jouw denkgeest bevrijden van alles wat Zijn gelaat voor jou verborgen houdt. Zijn Heiligheid is die van jou, want Hij is de enige macht die werkelijk is in jou. Zijn kracht is die van jou, want Hij is het Zelf dat God heeft geschapen als Zijn enige Zoon.
De beelden die jij maakt kunnen niet triomferen over wat God Zelf wil dat jij bent. Wees dan ook nooit bang voor verleiding, maar zie die als wat ze is: een volgende kans om opnieuw te kiezen en toe te staan dat de kracht van Christus zegeviert in iedere omstandigheid en op elke plaats waar jij voordien een beeld van jouzelf had opgericht. Want wat schijnbaar het gelaat van Christus verborgen houdt, staat machteloos voor Zijn heerlijkheid en verdwijnt voor Zijn heilig zicht. De verlossers van de wereld, die zien zoals Hij, zijn eenvoudig degenen die Zijn kracht verkiezen boven hun eigen zwakheid, die los van Hem wordt gezien. Zij zullen de wereld verlossen, want ze zijn verbonden in heel de macht van Gods Wil. Wat zij willen is louter wat Hij wil.
Maak je dan ook de gelukkige gewoonte eigen elke verleiding om jezelf als zwak en ellendig te zien te pareren met de woorden: Ik ben zoals God mij geschapen heeft. Zijn Zoon kan niet lijden. Ik ben Zijn Zoon.

Zo wordt de kracht van Christus uitgenodigd te zegevieren en al jouw zwakheid vervangen door de kracht die komt van God en nooit kan falen. Zo worden wonderen even natuurlijk als angst en ondraaglijke pijn dit leken te zijn, voordat de keuze voor heiligheid werd gemaakt. Want in die keuze vallen alle valse onderscheidingen weg, worden illusoire alternatieven terzijde gelegd en blijft er niets over wat de waarheid in de weg kan staan.

Jij bent zoals God jou heeft geschapen en dat geldt ook voor elk levend wezen waarnaar je kijkt, ongeacht de beelden die jij ziet. Wat jij ziet als ziekte en als pijn, als zwakheid, lijden en verlies, is niets anders dan de verleiding jezelf als weerloos en in de hel te zien. Bezwijk daar niet voor en je zult zien dat alle pijn, waar en in welke vorm die zich ook voordoet, eenvoudig oplost als nevelslierten voor de zon. Een wonder is gekomen om Gods Zoon te genezen, de deur voor zijn dromen van zwakheid te sluiten en zo de weg te openen naar zijn verlossing en bevrijding. Kies opnieuw wat jij zou willen dat hij is en houd daarbij in gedachten dat elke keuze die jij maakt je eigen identiteit bepaalt zoals jij die zult zien en geloven dat die is.
Ontzeg mij niet de geringe gave die ik vraag, wanneer ik in ruil daarvoor Gods vrede aan jouw voeten leg en de macht om deze vrede naar ieder te brengen die onzeker, eenzaam en in constante angst door de wereld dwaalt. Want het is jou gegeven je met hem te verbinden en door middel van de Christus in jou de sluier van zijn ogen weg te nemen en hem de Christus in hem te laten zien.

Mijn broeders in de verlossing, laat niet na mijn stem te horen en naar mijn woorden te luisteren. Ik vraag niets anders dan jullie eigen bevrijding. Er is voor de hel geen plaats in een wereld waarvan de lieflijkheid zo intens en alomvattend kan zijn, dat het van daar naar de Hemel nog maar een stap is. Naar jullie vermoeide ogen breng ik een visie van een andere wereld, zo nieuw en zuiver en fris, dat jullie de pijn en smart die jullie voordien zagen, zullen vergeten. Dit is echter een visie die jullie dienen te delen met ieder die je ziet, want anders zul je die zelf niet zien. Deze gave geven is de manier om ze de jouwe te maken. God heeft, in liefdevolle goedheid, beschikt dat ze voor jullie is.
Laten we blij zijn dat we de aarde kunnen bewandelen en zoveel kansen krijgen om telkens weer een situatie te zien, waarin Gods gave opnieuw als de onze kan worden herkend! Zo zullen alle sporen van de hel, de geheime zonden en de verborgen haatgevoelens zijn uitgewist. Heel de lieflijkheid die zij verborgen hielden, verschijnt nu als hemelse weiden voor onze ogen, om ons hoog boven de doornige paden te verheffen die wij volgden, voordat de Christus verscheen. Hoor mij, mijn broeders, luister en sluit je bij mij aan. God heeft beschikt dat ik niet tevergeefs kan roepen en in Zijn zekerheid rust ik voldaan. Want jullie zullen horen en jullie zullen opnieuw je keuze maken. Met deze keuze is iedereen bevrijd. Ik dank U, Vader, voor deze heiligen die mijn broeders en Uw Zonen zijn.

Zij zullen de gave aanvaarden die ik hun bied, want U heeft ze mij ten behoeve van hen geschonken. Zoals ik slechts Uw heilige Wil wens te doen, zo zullen ook zij hiervoor kiezen. Ik breng dank voor hen. Het lied van de verlossing zal bij elke keuze die zij maken over heel de wereld weerklinken. Want wij zijn één van doel en het eind van de hel is nabij. In vreugdevol welkom reik ik mijn uitgestoken hand aan iedere broeder die zich bij mij wil voegen om voorbij de verleiding te gaan en met een onwankelbare vastberadenheid kijkt naar het licht dat met volmaakte bestendigheid daar achter schijnt. Geef mij de mijnen, want ze behoren U toe. Kunt U falen in wat louter Uw Wil is? Ik zeg U dank voor wat mijn broeders zijn. Met ieder die verkiest zich bij mij aan te sluiten, breidt het danklied van de aarde tot de Hemel zich uit van kleine verspreide flarden melodie tot één alomvattend koor van een wereld, die verlost is van de hel en die dankzegt aan U.
En nu zeggen wij: "Amen." Want Christus is gekomen om de woning te betrekken die U voor Hem hebt toebereid in de vredige eeuwigheid, voor er sprake was van tijd. De reis loopt ten einde en eindigt op de plaats waar ze begon. Geen spoor ervan blijft achter. Aan geen enkele illusie wordt geloof gehecht en geen enkel plekje duisternis blijft nog over om het gelaat van Christus voor wie ook te verbergen. Uw Wil is geschied, volledig en volmaakt en heel de schepping herkent U en kent U als haar enige Bron. Helder naar Uw evenbeeld straalt het licht uit van al wat leeft en zich beweegt in U. Want we zijn aangekomen waar wij allen één zijn en we zijn thuis, waar U wilt dat wij zijn.


terug naar het literatuuroverzicht






^