11 Tai - De vrede; Tai - Voortgang

Vergelijking van de I Tjing-vertalingen van Richard Wilhelm en Alfred Huang  Afdeling 1


Wilhelm Huang
䷊  11 Tai - De vrede ䷊  11 Tai - Voortgang
De volgorde Volgorde van de gua
Goede manieren en tevredenheid brengen rust; daarom is het volgende teken: de vrede. Nadat men zijn plicht beheerst heeft vervuld, voelt men zich vredig en veilig.
Vrede beduidt verbinding, samenhang. Na vervulling volgt derhalve voortgang.
Vermengde tekens
De tekens stilstand en vrede zijn wat karakter betreft het tegengestelde van elkaar.
Het oordeel Oordeel
De vrede. Het kleine gaat heen, het grote komt naderbij. Voortgang. Het kleine vertrekt, het grote arriveert.
Heil! Welslagen! Voorspoed. Voorspoedig en probleemloos.
Commentaar op de beslissing Commentaar op het oordeel
De vrede: Het kleine gaat heen, het grote komt naderbij. Heil! Welslagen! Voortgang. Het kleine vertrekt, het grote arriveert. Voorspoed. Voorspoedig en probleemloos.
Op deze wijze verenigen zich hemel en aarde, en alle wezens komen met elkaar in contact. Hemel en aarde verenigen zich. Alle wezens vormen een eenheid.
Hoog en laag verenigen zich en hun wil is gemeenzaam. De bovenste en onderste verbinden zich. Hun wensen zijn gelijk.
Binnen is het lichte, buiten het schaduwrijke; binnen kracht en buiten toewijding; binnen de edele en buiten de gemene. De binnenste is de yang, de buitenste is de yin. De binnenste is de sterke, de buitenste is de goedaardige. De binnenste is de superieure, de buitenste is de inferieure.
De weg van de edele is aan het toenemen, de weg van de gemene is aan het afnemen. En zo breidt de weg van de superieure zich uit, krimpt de weg van de inferieure in.
Het beeld Commentaar op het beeld
Hemel en aarde verenigen zich: het beeld van de vrede. Hemel en aarde bewegen samen. Een beeld van vooruitgang.
Zo verdeelt en voltooit de heerser de loop van hemel en aarde; In overeenstemming hiermee geeft de heerser zijn kunde en wijsheid de vrije loop, om de Dao van hemel en aarde te vervolmaken
hij bestuurt en ordent de gaven van hemel en aarde en staat zo het volk bij. en assisteert hij hun juiste rangschikking, om mensen te beïnvloeden.
De afzonderlijke lijnen Yao-tekst
Beginnegen:
a. Trekt men kweekgras uit, dan gaat de graszode mee. Elk op zijn manier. Ondernemingen brengen heil.
1. Begin negen
Een rietstengel uittrekken, andere stengels komen mee. Naar voren gaan: voorspoed.
b. Trekt men kweekgras uit, dan gaat de graszode mee. Elk op zijn manier. Ondernemingen brengen heil. De wil is naar buiten gericht. Een rietstengel uittrekken. Naar voren gaan: voorspoed.
Zijn wil wordt naar buiten uitgedragen.
Negen op de tweede plaats:
a. De onbeschaafden in mildheid verdragen, vastberaden de rivier doorwaden,
2. Tweede negen
Een tijger bevechten met blote handen. Een rivier oversteken op blote voeten. Brede rivieren omarmen.
niet verwaarlozen wat veraf is, geen rekening houden met kameraden: Laat de afgelegene niet in de steek, facties vallen uiteen.
zo speelt men het wellicht klaar in het midden te wandelen. Verwerf achting door het middelste pad te bewandelen.
b. De onbeschaafden in mildheid verdragen, vastberaden de rivier doorwaden, niet verwaarlozen wat veraf is, geen rekening houden met kameraden: De hele woestenij omarmen.
zo speelt men het klaar in het midden te wandelen, omdat het licht groot is. Handel in overeenstemming met het middelste pad. Hij straalt met glorieuze en grootse schittering.
Negen op de derde plaats:
a. Geen vlakte waarop geen helling volgt. Geen heengaan waarop geen terugkeer volgt.
3. Derde negen
Geen vlakte zonder golven. Geen verleden zonder terugkeer.
Wie standvastig blijft in gevaar, treft geen blaam. Bij ontberingen standvastig en rechtschapen zijn: zonder blaam.
Beklaag je niet over deze waarheid, geniet van het geluk, dat je nog hebt. Treur niet om uw oprechtheid en eerlijkheid, bij overerving is er geluk.
b. Geen heengaan waarop geen terugkeer volgt: dat is de grens van hemel en aarde. Geen verleden zonder terugkeer. Het is de wet van hemel en aarde.
Zes op de vierde plaats:
a. Hij fladdert omlaag, niet pochend op rijkdom, tezamen met zijn naaste, argeloos en oprecht.
4. Vierde zes
Fladderen, fladderen. Niet overvloedig. Met uw buren, niet aanmanen. Wees oprecht, eerlijk.
b. Hij fladdert omlaag, niet pochend op rijkdom, alle hebben ze het reële verloren. Fladderen, fladderen. Geen overvloed. Solidariteit is verloren gegaan.
Argeloos en oprecht, hij wenst het in het diepst van zijn hart. Niet aanmanen. Wees oprecht en eerlijk. Wensen komen uit de grond van hun hart.
Zes op de vijfde plaats:
a. De soeverein I huwelijkt zijn dochter uit. Dat brengt zegen en verheven heil!
5. Vijfde zes
Koning Yi gaf zijn jongere zus ten huwelijk. Dit bracht zegen. Opperste voorspoed.
b. Dat brengt zegen en verheven heil, omdat hij centraal is in de uitvoering van datgene, wat hij wenst. Dit bracht zegen en opperste voorspoed. Hij is in de centrale positie, in staat om te vervullen wat hij wenst.
Bovenste zes:
a. De wal valt terug in de vestinggracht.
6. Bovenste zes
Kasteelmuur keert terug in de gracht.
Gebruik geen legers nu. Vaardig je bevelen uit in je eigen stad. Standvastigheid brengt beschaming. Gebruik geen menigte. Voor uw eigen land, maak uw eigen schuld bekend. Standvastigheid: vernedering.
b. De wal valt terug in de vestinggracht. Zijn plannen raken in de war. Kasteelmuur keert terug in de gracht. Betekent een wanordelijke bestemming.

terug naar de hexagrammen






^