bewustzijnsvernauwing


Een bewustzijnsvernauwing is een bewustzijnstoestand, waarin de persoon (de menselijke geest) komt te verkeren, als die de aandacht geheel op één onderwerp heeft gericht, met uitsluiting van alle andere onderwerpen. Deze toestand treedt bijvoorbeeld op als een lezer geheel in zijn of haar boek opgaat en onbereikbaar wordt voor de omgeving, of als iemand innerlijk zó met een bepaald onderwerp bezig is, dat die zich onaangepast gedraagt (verstrooidheid genoemd).

De toestand van bewustzijnsvernauwing treedt ook als volgt op. Als de menselijke geest, die het levende is, zich verbindt met de stof in de vorm van de hersenen, dan verbindt die zich met wat het niet-levende is; daardoor wordt de geest beïnvloed door het tegendeel van zichzelf, waardoor die zichzelf niet meer kan zijn en hier onbewust wordt van zichzelf. Dat gebeurt iedere ochtend bij het ontwaken (in de Griekse mythologie wordt deze gebeurtenis beschreven als de onderdompeling in de Lethe, de rivier der vergetelheid).
Die onbewustheid van zichzelf is een bewustzijnsvernauwing, want de geest ziet hier niet meer de geestelijke helft van de schepping, maar alleen de stoffelijke helft! Vervolgens ontstaat door een onbewuste overdracht van alle aandacht en toewijding op die stoffelijke buitenwereld - vanuit zichzelf als de geest - een toestand van onbewuste vereenzelviging met deze stoffelijke wereld. De menselijke geest denkt daardoor werkelijk dat die wereld het enige is wat er is en dat de mens alleen maar een lichaam is.
Door die overdracht en de daarop volgende onbewuste vereenzelviging met dit bestaan, blijft de geest voor zichzelf als een onbekende leegte achter. Deze toestand lijkt op het oog, dat, al ziende, zichzelf níet ziet. De geest en alle geestelijke verschijnselen lijken dan niets anders dan enkel denkbeeldig te zijn... het zijn alleen maar gedachten.
Deze toestand geldt hier voor de meeste mensen; maar er zijn sommigen, wie het is vergund toch een vaag gevoel van heimwee met zich mee te nemen in deze stoffelijke, geestelijk lege wereld, waar niets de menselijke geest aan zichzelf herinnert. Vanuit dat gevoel beginnen ze hier aan een zoektocht om zichzelf te leren kennen en te begrijpen waar ze vandaan komen en weer naar toe zullen gaan.

Toch heeft deze bewustzijnsvernauwing een bedoeling. Door deze geestestoestand is de mens - want hier schijnbaar aan zichzelf overgeleverd - in de gelegenheid volkomen uit zichzelf en op eigen kracht, schijnbaar zonder hulp of beloning, aan zichzelf te werken. De meester staat hier niet voor de klas en iedere mens moet daardoor hier zijn of haar eigen leraar zijn! Zo kan de mens zich naar eigen, vrije keuze uit zichzelf geestelijk ontwikkelen tot innerlijke zelfstandigheid door een geestelijke levensbeschouwing te vormen... of daar geen aandacht voor te hebben.
De mensen die dit bereiken, kijken om zich heen en zien hun medemensen, die door hun bewustzijnsvernauwing niet zichzelf zijn en daardoor verkeerde beslissingen kunnen nemen, worstelen. Door de vreugde van hun eigen inzicht gedreven, beginnen de geestelijk ontwikkelden zich te bekommeren om hun medemensen, beginnen over hun ervaringen en inzichten te spreken en erover te schrijven. Daardoor kunnen anderen, die zich ten slotte zijn gaan afvragen of dit nu wel alles is wat er is, zich aangesproken voelen en ernaar gaan verlangen er meer over te weten te komen.

In anderen kan de onbewuste vereenzelviging met dit bestaan echter nog zo krachtig zijn, dat zij de geestelijk ingestelden voor gek verklaren, er niets meer over willen horen en zich van hen afwenden. Zij hechten zich juist aan de stoffelijke toestand en bouwen daarop hun levensbeschouwing en levensverwachting; daardoor kunnen mensen die over de werkelijkheid van de geest beginnen voor hen zelfs een bedreiging betekenen, doordat zij hen aan het twijfelen zouden kunnen brengen en de grond onder hun denkwereld dreigen weg te slaan. Daardoor gaan zij zich juist met kracht tegen die geestelijk ingestelden verzetten.
Daardoor blijft de geestestoestand van bewustzijnsvernauwing bestaan en komt het niet tot een bewustzijnsverruiming zoals die zich bij de geestelijk ingestelden kan gaan ontwikkelen, als zij aan een geestelijke levensbeschouwing gaan werken door studie en gesprekken met geestverwanten.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^