Wat gebeurt er in de menselijke geest bij het schrijven of lezen van een tekst?


Om bij het begin te beginnen doet de menselijke geest zich aan het geopende geestesoog voor als een bolvormige wolk van geestelijk licht en geestelijke warmte; die kunnen zich beide in twee tegengestelde toestanden van werkzaamheid bevinden: in een van buitenaf vormbare en in een van binnenuit zelfvormende werkzaamheid. Daarmee hangen de geestelijke vermogens samen: het waarnemen van de dingen, het overdenken en doorvoelen ervan, en ten slotte er iets mee willen doen.
Door waar te nemen stelt de geest het licht in zichzelf als die bolvormige wolk vormbaar open voor indrukken van buitenaf, waardoor gebeurtenissen zich als lichtbeelden in de geest kunnen afdrukken - wat ervaringsbeelden zijn. Als de geest denkt dan is die in staat zijn eigen licht zelfscheppend te vormen tot lichtbeelden - wat dan denkbeelden zijn. Als de geest voelt dan laat die de waargenomen beelden ook tot zijn geestelijke warmte toe, wat de gemoedsgesteldheid is, waardoor die wordt gevormd in overeenstemming met de persoonlijke ervaringen van medemensen - daardoor kan de geest met hen meeleven. Als de geest ten slotte met het waargenomene iets wil doen, dan vormt die naar aanleiding van de gevormde gedachten en gevoelens een wilsbesluit, dat de geest naar buiten toe tot uitdrukking brengt in een uitspraak of handeling.

Een gedachte wordt door de geest in zichzelf gevormd als een lichtbeeld, dat een denkbeeld is. De ontwikkeling van een gedachtengang doet zich voor als een omvorming van dat lichtbeeld (overeenkomend met de beweeglijke beelden die bijvoorbeeld door een zwerm vogels worden gevormd), waardoor een reeks van samenhangende beelden ontstaat. Iedere vorm ervan komt overeen met de betekenis van een woord, waardoor in de geest niet alleen die reeks van lichtbeelden wordt gevormd, maar ook een reeks van erbij behorende klanken, woorden, die samen een zin vormen, als weergave van de gedachtengang. Zo brengt de geest in zichzelf als die bolvormige wolk zijn eigen gedachten onder woorden (datzelfde geldt voor gevoelens), hij brengt die in zichzelf tot klinken als een 'innerlijke stem'.

Wat gebeurt er als de geest deze zin tot uitdrukking wil brengen in de buitenwereld, bijvoorbeeld in deze tekst? De geest maakt daarbij gebruik van de ziel, dat is de uitstraling om de geest heen die ontstaat als de geest in zichzelf met zijn vermogens werkzaam wordt. Om zich naar buiten toe uit te drukken, drukt de geest vanuit zichzelf ieder woordbeeld door de ziel heen op de hersenschors af, i.h.b. op de gebieden van Broca (woordklank) en Wernicke (woordbetekenis).
De woordbeelden in de uitstraling van de geest zijn met wilskracht geladen, waardoor zij in de schors tot depolarisaties leiden van de membranen van de cellen van dat neuronale netwerk, dat met de klank van dat betreffende woord samenhangt (zie voor bijzonderheden over dit onderwerp het artikel 'De wisselwerking tussen geest en hersenen' onder Tijdschriftartikelen in het menu).
Vanuit de schors vertrekken daardoor zenuwprikkels door de zenuwen heen, die in armen en handen die spieren in beweging brengen waardoor op het beeldscherm deze tekst kan worden geschreven; of zij zetten in de stembanden en in de mondkeelholte die spieren in werking, waarmee de geest, door het lichaam heen, dat woord als een klank in de buitenwereld tot klinken brengt.
Zo wordt een geestelijke werkzaamheid verstoffelijkt in de buitenwereld.

Wat gebeurt er vervolgens in de geest die deze tekst leest - wat op dít ogenblik gebeurt?

Van deze zin in de vorm van een reeks woordbeelden wordt ieder woordbeeld op het netvlies in het oog afgedrukt. Door het rhodopsine in iedere netvliescel wordt de energie van fotonen omgezet in zenuwprikkels. De groep zenuwprikkels die bij een woordbeeld horen, worden vanaf het netvlies door de oogzenuw naar de optische velden van de achterste schorsgebieden voortgeleid.
Het netwerk van neuronen dat daar wordt geactiveerd, vormt een magnetisch veld om zich heen met een bepaalde vorm. Met die vorm gaat de ziel - de uitstraling van de geest - meetrillen, waardoor in de ziel een afdruk wordt gevormd dat met het woordbeeld overeenkomt. De geest - in het midden van zijn ziel - herkent die afdruk als het betreffende woordbeeld. De herkenning vindt plaats doordat dat beeld door waarneming als een lichtbeeld in de geest wordt gevormd, dat de geest vervolgens door het denken verbindt met het ermee overeenkomende beeld in het geestelijke deel van het geheugen.
Zo wordt een stoffelijk beeld vergeestelijkt. Zo wordt de lezende geest zich bewust van de woorden en hun betekenis die in deze tekst staan en begrijpt zo, wat er eerst in de schrijvende geest aan waarnemingen en denkbeelden aanwezig is geweest.
Zolang de menselijke geest in deze wereld wakker is, gebeurt dit voortdurend, op ieder moment van geestelijke werkzaamheid.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^