relatie


Het woord 'relatie' komt van het Latijnse 're-lattere', dat 'heen en weer gaan' betekent. De betekenis van het woord is, dat in een verstandhouding tussen twee mensen er op een evenwichtige wijze aandacht, begrip, liefde en inzet voor elkaar 'heen en weer moet gaan' om de verstandhouding goed te houden. Noodzakelijk is een 'evenwichtige wederkerigheid' van aandacht en toewijding.

Het gebruik van het woord 'relatie' heeft het Nederlandse 'persoonlijke band', 'vriendschapsband', 'verhouding' of 'verstandhouding' geheel verdrongen, terwijl die woorden duidelijk aangeven waar het om gaat. Het gaat om een 'band' tussen twee geesten, twee personen en die band wordt gevormd door 'vriedschap'. Het woord 'vriend' is afkomstig van het tegenwoordige deelwoord 'vrijende', wat inhoudt dat er sprake is van liefde. Deze liefde als een onbaatzuchtige inzet voor elkaar, een belangeloze toewijding, kan als enige de vriendschapsband of liefdesband, levend houden.
Die band is ook een 'verstandhouding', wat aangeeft dat het er ook om gaat zich verstandelijk, al denkend, met de ander bezig te houden, voldoende 'aan de ander te denken'.

In het verleden werd door gezaghebbende kerkelijke instellingen Adam ('ha adam': de mens) en Eva ('chavah': zij die geboorte geeft met vreugde) als voorbeeld voor het huwelijk gesteld en het huwelijk kreeg de verheven status van een kerkelijk sacrament. De echtelieden werden herinnerd aan het woord van Jezus in Matheus (19:5-6):
En Hij zei: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot een vlees zijn.
Zo zijn zij niet meer twee, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
En Paulus: "Zijt gij aan een vrouw verbonden? Zoek dan geen scheiding." (I Korinthiërs 7:27).
Gedreven door deze en andere soortgelijke vermaningen, werd er gewerkt aan het behouden van de 'relatie'.
In het huidige tijdsgewricht hoort niemand deze stichtende woorden meer, terwijl 'persoonlijke ontwikkeling' juist in het middelpunt van de aandacht staat. Ook in popsongs wordt overwegend niet meer het verbreken van een band betreurd, maar juist het herkrijgen van de persoonlijke vrijheid bezongen ("Ik ben gelukkig zonder jou!").

De geestelijke werkelijkheid is echter dat uit God als onze geestelijke vader en moeder een tweelinggeest werd geboren in de vorm van een mannelijke en een vrouwelijke geest, die onafscheidelijk bij elkaar behoren en door een goddelijke band met elkaar zijn verbonden als man en vrouw. Voor hen is onbaatzuchtige inzet en belangeloze toewijding voor elkaar een verlangen en een vreugde.
Helaas zijn door verschillen in ontwikkelingssnelheid in de loop van de miljoenen jaren de meeste tweelinggeesten uit elkaar geraakt, doordat zich een verschil in geestestoestand vormde. Maar het verlangen naar die ander die de eigen wederhelft is, blijft onwrikbaar deel uitmaken van de gemoedsgesteldheid. Vandaar dat mannen en vrouwen toch altijd weer op zoek gaan naar die ander, bij wie men hoopt het geluk te vinden (behalve als het een onderdeel van het karma is in dit bestaan ongehuwd te blijven).

Uiteindelijk zullen toch alle tweelinggeesten weer met elkaar worden verbonden als de menselijke geest volledig tot ontwikkeling is gekomen en zijn of haar goddelijke geestestoestand heeft bereikt. Daardoor wordt de geestelijke huwelijksband blijvend hersteld. Tot het zover is, blijven alle relaties met het andere geslacht een oefening om te leren de ander te begrijpen en liefdevol met hem of haar om te gaan.

Het woord 'huwelijk' is samengesteld uit twee woorden: 'huwen' met als betekenis de beide 'echtgenoten' en 'laika' met als betekenis 'samenspel'. Gezien in het licht van de eeuwigheid heeft het woord 'huwelijk' daardoor als betekenis: het heilige samenspel van de beide echtgenoten'.


terug naar de vragenlijst






^