aandacht


De aandacht is het door de geest bewust gerichte waarnemingsvermogen.
Voor het geopende geestesoog verschijnt de geest als een bolvormige wolk van geestelijk licht en geestelijke warmte. De geest neemt waar door het innerlijke licht in zichzelf vormbaar open te stellen voor indrukken van buiten. Daardoor kan van gebeurtenissen in de buitenwereld in de geest een lichtbeeld worden gevormd, wat een ervaringsbeeld is. Een ervaringsbeeld is een innerlijke afdruk of kopie in de geest van een uiterlijke gebeurtenis. Daardoor wordt de geest zich van die gebeurtenis bewust.
Door aandachtig te zijn, kiest de geest zelf welk onderwerp zal worden waargenomen en stelt zich dan bewust en beheerst voor alleen dat éne, bepaalde onderwerp open. Door de aandacht vervolgens voldoende lang vast te houden, is de geest in staat dat éne onderwerp volledig in zich op te nemen. Alleen van dat onderwerp wordt de geest zich vervolgens duidelijk bewust.
Door het vermogen de waarneming bewust en beheerst op één onderwerp te kunnen richten, kan de geest voorkomen dat de aandacht over verschillende onderwerpen verdeeld raakt.

Door aandacht te hebben, stelt de geest zichzelf open voor iets of iemand anders en laat die ander zo tot zich toe. Door aandacht te hebben, brengt de geest de persoonlijke verbinding met de ander tot stand, waarna de werkzaamheid van het denken en voelen pas kan beginnen en de begripsmatige en gevoelsmatige verbondenheid met de ander kan volgen. Aandacht hebben voor een ander (zichzelf voor een ander openstellen) is daardoor het meest wezenlijke, wat de geest een andere geest kan 'schenken'. Aandachtig zijn naar een ander toe betekent het tonen van belangstelling voor de ander en daardoor wordt de persoonlijke band geschapen, waardoor begrip en liefde kunnen volgen. Aandacht is daardoor een van de deugden: het is het uitgekeerde waarnemingsvermogen in de ontwikkelde, bewust beheerste toestand; waarbij de uitgekeerde instelling wordt gekenmerkt door gemeenschapszin.

Aandacht wordt ook wel aangeduid met het leenwoord 'concentratie'. Dit is afkomstig van het Latijnse 'con-centrare' en betekent: 'in het midden samenbrengen', 'in één punt samenbrengen'. De betekenis van 'concentratie' komt daardoor overeen met wat onder 'zelfbezinning' wordt verstaan (zie: zelfbezinning). Wat 'aandacht' betreft beperkt de betekenis van het woord concentratie zich tot de aandacht voor dingen en zaken; de betekenis richt zich immers op het voorwerp van de aandacht en niet op de menselijke geest die de bron is van 'aandach', van 'aandachtig zijn'.
Ook wordt wel het Latijnse leenwoord 'focus' gebruikt, dat echter alleen 'open haard', 'brandpunt' betekent. Ook dit woord geeft niet weer, wat er in de géést gebeurt. Het gebruik van dit woord komt voort uit de toestand van onbewuste vereenzelviging met het stoffelijke bestaan, waardoor het líjkt alsof de aandacht naar buiten gaat. In werkelijkheid stelt de geest zich voor het onderwerp open en laat dat zo tot het innerlijk van zichzelf toe.
In de zin 'Het staat in het brandpunt van de belangstelling' is het de geest die belangstelling heeft voor het onderwerp. In de zin: 'Focussen op een onderwerp' zoals het woord meestal wordt gebruikt, wordt de geest niet aangeduid en telt alleen het onderwerp; wat de werkzaamheid van de geest is, wordt niet meer benoemd. Het gebruik van dit soort leenwoorden verarmt de uitdrukkingskracht van de Nederlandse taal.


terug naar de woordenlijst A

terug naar het weblog







^