innerlijk en binnenwereld


Het innerlijk is het binnenste van de geest zelf, het hart, de binnenkant van de bolvormige wolk.
Het innerlijk van de geest is een bolvormige ruimte, die bestaat uit geestelijk licht en geestelijke warmte. De lichtende warmte is een uiting van de geest als de bewuste levenskracht. De warmte komt voort uit de geest als kracht; het licht komt voort uit de geestkracht in de toestand van bewustzijn. Doordat beide zich in een trillende toestand bevinden, is het innerlijk van de geest een levende warmte en een levend licht.

Met de geest als kracht - die zich als geestelijke warmte voordoet - is het vermogen om te willen verbonden; met de geest als bewustzijnstoestand - die zich als geestelijk licht voordoet - is het vermogen om waar te nemen verbonden.
Deze geest als de bewuste levenskracht kan als die levenskracht niet alleen waarnemen en willen, maar ook denken en voelen. Als de geest waarneemt, stelt die geest het geestelijke licht doordringbaar en vormbaar open voor de buitenwereld, waardoor van daaruit lichtbeelden als waarnemingsbeelden in de geest kunnen ontstaan; als de geest denkt, dan vormt die op eigen kracht in zichzelf lichtbeelden, wat denkbeelden zijn; als de geest voelt, dan stelt die de geestelijke warmte vormbaar open voor de buitenwereld, waardoor de warmtetoestand, wat de gemoedsgesteldheid is, in overeenstemming kan komen met en daardoor kan meebeleven wat anderen meemaken; als de geest wil, dan is die in staat de eigen warmtetoestand zodanig te verhogen dat er een innerlijke krachtstoestand ontstaat, die de geest in staat stelt vanuit de gevormde gedachten en gevoelens uitspraken te doen en tot handelen over te gaan.

De menselijke geest zelf bevindt zich weer in zijn of haar eigen binnenwereld. Dat is de inwendige ruimte rondom de geest als die bolvormige wolk. Vanuit zichzelf kijkt de menselijke geest met het geestesoog in die inwendige wereld, de binnenwereld.
Die ruimte is meestal donker, maar daarin zijn toch vaag de voorstellingen te onderscheiden, de inwendige beelden, die de geest in zichzelf heeft gevormd en nu in die binnenwereld heeft afgedrukt of die de geest als geheugenbeelden, als herinneringen uit het geheugen heeft opgehaald.
Die binnenwereld is de ziel als de uitstraling van de werkzame geest. De ziel is een vormbare, lichtende krachtruimte, waarin de geest de gedachten als de lichtbeelden, die de geest in het eigen innerlijke licht vormt, kan afdrukken en ze zo in die eigen binnenwereld kan bewaren. Zo nodig kunnen ze van daaruit ook in de buitenwereld tot uitdrukking worden gebracht in de vorm van uitspraken en handelingen.


terug naar de woordenlijst I






^