nu


De geest, die door het bezit van een stoffelijke vorm aanwezig is in het tijdelijke bestaan op aarde, is daardoor ondergedompeld in de tijd als stroom van gebeurtenissen. Die stroom komt als het ware uit de toekomst op de geest toe, gaat door de geest heen als een stroom ervaringsbeelden die in het heden door de geest worden beleefd en verwerkt, en verdwijnt in de binnenwereld - als een reeks vervagende beelden - als het verleden in het geheugen. Het verleden bestaat alleen in het geheugen van de geest, dat zich in de ziel bevindt. De geest kan zich zo nodig de gebeurtenissen uit het verleden weer herinneren en zo in zichzelf het verleden met het heden verbinden.
In het innerlijk van de geest zelf wordt de geest zich bewust van de gebeurtenissen door ze waar te nemen. Vervolgens worden zij verwerkt door ze te overdenken en te doorvoelen waardoor het ervaringen worden, en ten slotte worden naar aanleiding van de gevormde gedachten en gevoelens de besluiten gevormd, die met de wilskracht als uitspraken en handelingen worden uitgevoerd. Binnen in zichzelf, waar de geest werkzaam is met de geestelijke vermogens, beleeft de geest het tijdstip in het heden, dat het 'nu' wordt genoemd.

Als de geest erin slaagt bij zichzelf te blijven en aandacht en toewijding niet over te dragen op verwachtingen die samenhangen met de toekomst of op onverwerkte gebeurtenissen, die in het verleden hebben plaatsgevonden, maar aandacht en toewijding er vanuit zichzelf bewust op te richten, dan leeft de geest voortdurend in het 'nu'. Doordat dit 'nu' in de geest zelf het punt is waar de tijd doorheen stroomt, doordat de geest de gebeurtenissen ervan in zichzelf verwerkt, is dit punt zelf tijdloos. De geest die zelfbezonnen bij zichzelf blijft en de tijd als stroom van gebeurtenissen door zich heen laat gaan, blijft bij zichzelf als het tijdloze, eeuwige en werkzame leven, doordat de geest in wezen als algeestvonk met het eeuwige leven van de algeest is verbonden.

'Werkelijk' is datgene, wat werkt. De toekomst moet nog gebeuren en is daardoor nog geen werkelijkheid, het verleden is gebeurd en is daardoor geen werkelijkheid meer, maar uitgewerkt. Het enige wat werkelijk is als datgene, wat werkt, is de werkzame menselijke geest op het ogenblik, dat de werkzaamheid daadwerkelijk plaatsvindt: in het 'nu' waarin gebeurtenissen bewust worden verwerkt tot ervaringen of waarin bewust wordt gedacht en gevoeld. Draagt de geest aandacht en toewijding over op toekomstverwachtingen of op herinneringen uit het verleden, dan leeft de geest niet in de werkelijkheid van zichzelf, maar in iets wat nog werkelijkheid moet worden of het al is geweest.
Het woord 'nu' hangt samen met 'nieuw', wat de betekenis heeft: 'pas ontstaan'. Het woord duidt op het feit dat iets ontstaat door een scheppende werkzaamheid en die scheppende werkzaamheid is de werkzaamheid die de menselijke geest in zichzelf verricht met behulp van de geestelijke vermogens.

In bepaalde levensbeschouwelijke stromingen wordt aangeraden 'in het nu' te blijven. Het blijkt uit psychologisch onderzoek en hersenonderzoek echter dat het vrijwel onmogelijk is voortdurend 'in het nu' te leven. In tegendeel, voortdurend dwaalt de aandacht af naar zaken die in het verleden nog niet helemaal zijn verwerkt, of zaken waar men zich in de toekomst mee zal moeten gaan bezighouden.


terug naar de woordenlijst N






^