vuur



de vlam: een lichtende warmte
eikenhout
Het verschijnsel 'vuur' op de aarde is een zinnebeeld van de geest. De geest doet zich in de geestelijke wereld aan het geestesoog namelijk voor als een bron van 'lichtende warmte'. In overeenstemming daarmee is in de stoffelijke wereld een vuur ook een bron van licht en warmte.
Deze samenhang is eveneens terug te vinden in de etymologische betekenis van de woorden. Het woord 'bron' komt van het Gotische 'brunna'. Dit woord betekent niet alleen 'bron', maar ook 'branden', 'bruisen', 'zieden'. Dat 'branden' en 'bruisen' samenhangen is nog herkenbaar in de 'branding' van de zee. Ook die branding - vooral het witte schuim - is een zinnebeeld van de geest.
Het woord 'geest' hangt samen met het Oudnoorse 'geisa', wat betekent: 'koken', 'bruisen', 'zieden'; met 'gist', wat betekent: 'het van leven bruisende' en 'het wezenlijke'; en met 'geyser': een regelmatig uit zichzelf werkzame 'springbron'.

Overeenkomend met de oorspronkelijke betekenis van de woorden is de 'geest' niet alleen 'het wezenlijke', maar ook 'het van leven bruisende', waarbij dat bruisende niet tot het inwendige van de geest beperkt blijft, maar ook uit de geest naar buiten tot uitdrukking komt, waardoor de geest ook een 'bron' is en wel een bron van geestelijk licht en geestelijke warmte.
Door de werkzaamheid van de geestelijke vermogens, die met dat licht en die warmte samenhangen (zie bij de vermogens) is de geest een bron van de voortbrengselen van die vermogens: de 'kennis' van het waarnemen, de 'gedachten' van het denken, de 'gevoelens' van het voelen en de 'uitspraken en handelingen' van het willen. Deze voortbrengselen worden in de ziel, de uitstraling van de geest, bewaard.
In overeenstemming hiermee is ook de zon een uitgesproken zinnebeeld van de geest.


terug naar de woordenlijst V






^