Anthony Borgia - Aan gene zijde van dit leven



Anthony Borgia
Inleidend woord bij Deel I Aan gene zijde van dit leven
Wetenschap is het beste tegengif tegen vrees; in het bijzonder, wanneer dit vrees is voor het mogelijke of waarschijnlijke bestaan, nadat we de verandering hebben ondergaan, welke van dit leven naar het volgende voert.
Om te weten te komen wat voor soort plaats de volgende wereld is, moeten we navraag doen bij iemand, die daar leeft en vermelden, wat deze heeft te zeggen. Dat wordt in dit boek dan ook gedaan.
De berichtgever, die ik voor het eerst leerde kennen in 1909 - vijf jaar voor zijn overgang naar de geestelijke wereld - was op aarde bekend als monseigneur Robert Hugh Benson, een zoon van Edward White Benson, de vroegere aartsbisschop van Canterbury.
Totdat deze geschriften waren geschreven had hij nooit direct contact met mij gehad, maar eens was me gezegd (door een vriend van gene zijde), dat er bepaalde zaken waren, die hij Benson, wenste recht te zetten. De moeilijkheden van communicatie waren hem uitgelegd door vrienden en raadgevers van gene zijde, maar hij hield vast aan zijn voornemen. Toen de geschikte tijd was aangebroken, werd hem medegedeeld, dat hij contact kon krijgen door een vriend uit zijn aardse dagen. Het is mijn voorrecht geweest als zijn schrijver te mogen optreden.
Het eerste geschrift werd samengevat onder de titel 'Beyond This Life' (Aan gene zijde van dit leven); het tweede onder die van 'The World unseen' (De ongeziene wereld).
In het eerste geeft de verteller in een algemeen overzicht een verslag van zijn overgang van zijn aardse naar zijn bovenaardse leven en zijn daaropvolgende reizen door de verschillende delen van de gebieden van de geestelijke wereld. In het laatste geschrift behandelt hij veel uitvoeriger een aantal belangrijke en interessante feiten en facetten van het geestesleven, welke hij te voren slechts oppervlakkig of terloops had aangeroerd.
Hij vermeldt bijvoorbeeld in: 'Aan gene zijde van dit leven' de hoogste en de laagste gebieden. In 'De ongeziene wereld' bezoekt hij ze daadwerkelijk en beschrijft hij wat hij heeft gezien en wat in beide regionen gebeurde. Hoewel elk van de beide geschriften op zichzelf compleet is, is het tweede veel uitvoeriger en uitgebreider dan het eerste. Tezamen vormen zij één geheel.
Wij zijn oude vrienden en zijn heengaan heeft onze oude vriendschap nooit verbroken; integendeel, de band is juist hechter geworden en zijn overgang heeft ons veel meer mogelijkheden verschaft elkaar te ontmoeten dan mogelijk geweest zou zijn, wanneer hij op aarde zou zijn gebleven. Hij drukt voortdurend zijn vreugde uit over zijn vermogen om op een natuurlijke, normale, gezonde en prettige wijze, tot de aarde te kunnen terugkeren, om iets te kunnen vertellen van zijn avonturen en ondervindingen in de geestelijke wereld als een, die 'dood' is (zoals velen hem zouden beschouwen) 'en toch spreekt'.
Anthony Borgia

Voorwoord van Sir John Anderson
Het verheugt me zeer in de gelegenheid te zijn een voorwoord te schrijven voor dit boek, dat een levendig en schilderachtig beeld geeft van het leven in de geestelijke sferen, zoals diegenen dat ervaren, die hun aardse bestaan hebben geleefd in overeenstemming met de goddelijke wet. Tevens bevestigt dit boek hetgeen ik gedurende mijn nauwkeurige onderzoekingen met betrekking tot de wijsbegeerte van de 'gedachte' juist heb bevonden.
Dit zal hen die nu in hun leven het goede betrachten, geruststellen en anderen aanmoedigen met grote ernst hun gedachten te gaan controleren, opdat zij niet genoodzaakt zullen zijn, de duistere sferen van de geestenwereld binnen te moeten gaan.
De gedachte is de scheppende kracht in het heelal, aangezien elk van onze daden, een gevolg is van een gedachte, hetzij een goede of een kwade. Terwijl wij door het aardse leven gaan, bouwen wij onze erfenis in de wereld van de geest op, welke niets meer en niets minder zal zijn dan de weerspiegeling van het peil van onze gedachten daar.
Oorzaak en gevolg is een onveranderlijke, universele wet. De mens is vrij om te handelen in overeenstemming met zijn vrije wil wat zijn denken betreft. Wat er met de ziel gebeurt, wanneer zij de wereld van de geest binnentreedt, is het resultaat van de uitgelezen keuze van het ego op aarde.
In het verleden heeft de grote massa der mensheid onze algehele verantwoordelijkheid ten opzichte van het leven en de gevolgen van het individuele handelen niet begrepen. Dit is de reden waarom de rechtzinnige godsdiensten hebben gefaald de wereldvrede, zoals de Grote Meester die zag, te grondvesten.
De beschaving staat op een tweesprong en het is te hopen, dat meer verhelderende literatuur, zoals deze, zal verschijnen, opdat de geestelijke wedergeboorte van de wereld voortgang moge hebben en vrede en harmonie oppermachtig mogen regeren.


terug naar het overzicht






^