Jezus' opstanding uit de dood in het licht van kwantumfysica
In de drie godsdiensten die Vader Abraham als hun stichter zien, wordt het geloof in een opstanding van de gelovigen aan het einde der tijden aangehangen; daarbij zullen zij een lichamelijke omvorming en vergeestelijking ondergaan, waardoor ze onsterfelijk worden. Volgens Paulus - in zijn Eerste brief aan de Korinthiërs (15:20-28) - is Jezus de eerste mens die deze vorm van opstanding heeft volbracht en is hij de anderen daarin voorgegaan.
In de joodse Tenach (het Oude Testament) komt het verschijnsel opstanding uit de dood een aantal malen ter sprake, zoals in Hosea 6:1-3 "God redt ons na twee dagen van de dood, de derde dag doet Hij ons opstaan: in zijn nabijheid zullen wij leven. Dan zullen wij Hem kennen, ernaar jagen om God te kennen. Even zeker als de dageraad zal Hij komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen die de aarde drenkt." Ook bij de profeten Elia in 1 Koningen 17:17-24 en Elisa in 2 Koningen 4:8 en 13:20-21 komen opstandingen voor.
Jezus zelf liet drie mensen uit de dood opstaan. Eerst de zoon van een weduwe, Lucas 7:11-15, dan het dochtertje van Jaïrus, Marcus 5:22-43 en Lucas 8:41-56, en ten slotte zijn vriend Lazarus in Johannes 11 (bron: Wikipedia).
De opwekking van Lazarus, detail uit de 'Jonasarcofagen', ondergrondse grafkamers in de catacomben te Rome, aangelegd begin 3e eeuw.
Beschrijving van Jezus' opstanding
Jezus' eigen opstanding uit de dood is een kernpunt van het christelijke geloof, een ander punt is zijn voor zijn tijd buitengewone leer, waarin liefde in het middelpunt staat. Bij zijn opstanding heeft er een vergeestelijking plaatsgevonden, want het graf waarin zijn dode lichaam lag, wordt door zijn leerlingen leeg gevonden. Daarna verschijnt hij naar eigen willekeur aan hen en aan anderen, ook in ruimtes die zijn afgesloten: naar eigen keuze kon hij blijkbaar zijn lichaam vergeestelijken en verstoffelijken, en zo ongezien stoffelijke belemmeringen zoals muren overwinnen (zie hieronder voor een beschrijving van het kwantumfysische 'tunneleffect').
De vergeestelijking van zijn stoffelijke levensvorm moet hebben plaatsgevonden in het graf, maar de Evangeliën vermelden niets over deze bovennatuurlijke gebeurtenis. Wel echter de schrijfster Antonie Grossheim, een vriendin van Jakob Lorber, die in 1863 door ingeving het boek 'De zeven woorden van Jezus Christus aan het kruis' schreef. Bij punt 5. Graflegging en Opstanding, wordt door haar in §3 beschreven wat er in Jezus' graf gebeurde.
Dit is de enige plaats in de tot nu toe door mij bestudeerde esoterische literatuur, waar dit voorval wordt beschreven:
[3] Nadat Ik [Gods heilige geest in de mens Jezus] bijna twee dagen lang in het graf had gelegen, was - om De Schrift te vervullen - de tijd van Mijn verheerlijking of opstanding gekomen. En toen de morgen van de derde dag was aangebroken, geschiedde het
dat Ik, bevrijd van de banden van de dood en de ziel verenigend met het vergeestelijkte lichaam, Mij tot mijn hemelse Vader of Oergeest verhief [de Vader is de algeest waaruit de heilige geest als verdichting is voortgekomen en waarmee hij zich ook weer herenigt]
en glorierijk als overwinnaar van de dood en de satan opstond.
Het gaat om de zin:
"Bevrijd van de banden van de dood,
verenigde Ik de ziel met het vergeestelijkte lichaam
en verhief Mij tot mijn hemelse Vader of Oergeest."
Als heilige geest Gods in de mens Jezus verblijvend kon Jezus daarna door vergeestelijking van zijn lichaam zich naar eigen willekeur naar de geestelijke wereld begeven en door verstoffelijking ook weer naar de stoffelijke wereld terugkeren (zie hieronder voor een beschrijving van de dubbele spleetproef). In alle Evangeliën wordt over zijn terechtstelling, overlijden, opstanding en wederverschijning geschreven: Mattheüs 28:1-10, Marcus 16:1-20, Lukas 24:1-53, Johannes 20 en 21, en Handelingen 1:1-11.
Jezus' opstanding en zijn leerlingen
Tijdens de drie jaren dat Jezus zijn leerlingen onderwees en hen zijn buitengewone vermogens toonde, had hij hen een aantal malen over zijn terechtstelling, overlijden en opstanding gesproken en verzekerd, dat het moest gaan zoals het in de geschriften der profeten was voorzegd; maar ook sprak hij over het op handen zijnde Koninkrijk Gods en gezien de wrede onderdrukking van het opstandige, joodse volk door de Romeinse bezetter, was dat een vooruitzicht waar zijn leerlingen op hoopten. Daardoor lieten zij Jezus' woorden over zijn lijden niet goed tot zich doordringen en toen, na het Laatste Avondmaal, Jezus hen daar nogmaals op voorbereidde, vluchtten zij in de tuin van Gethsemane in de slaap en lieten later hun meester na zijn aanhouding in de steek.
Gebeurtenissen zoals de gevangenneming, de verhoren in de Tempel en voorgeleiding voor Pilatus, vervulden hen die dag met diepe zorg en de daarop volgende terechtstelling van hun zeer geliefde meester was een schokkende ervaring. Al hun hoop voor de toekomst werd de bodem ingeslagen en na de graflegging bleven zij in een toestand van verbijstering achter. Beroofd van hun geliefde en buitengewone leider, wisten zij niet wat te doen en zaten wanhopig en verslagen bijeen.
Daar er na de graflegging die avond geen tijd voor was geweest, wilden de vrouwen Jezus' lichaam gaan verzorgen naar de joodse begrafenisgebruiken en gingen op de derde dag al vroeg met specerijen naar het graf. Zij troffen dat geopend en leeg aan, maar een engel zei hen dat Jezus was opgestaan uit de dood en dat zij het zijn leerlingen moesten gaan vertellen. Die waren nog steeds ontzet door de gebeurtenissen en konden het niet geloven. Pas toen Jezus zelf aan hen verscheen en nogmaals de woorden van de profeten uitlegde, kwamen zij tot zichzelf en verheugden zich uitermate over zijn opstanding, over de waarheid van wat al eeuwen op vele plaatsen in de Tenach was voorzegd en over de waarheid van Jezus' leer.
Jezus zei hen naar Galilea te gaan, waar hij meerdere malen aan hen en ook aan anderen verscheen, en waar hij verder ging hen in zijn leer te onderwijzen. Op een zekere dag zei hij dat de heilige geest over hen zou komen en zij zijn leer over de hele aarde zouden gaan verspreiden. Niet lang daarna werd hij in hun midden opgeheven en verdween in een wolk, waarna engelen de leerlingen verzekerden, dat hij op dezelfde wijze terug zou komen.
In het bijbelboek Exodus wordt meermalen over een wolk gesproken, waarin Jahweh als Sjechinah ('zij die bij ons woont)' het joodse volk voorging bij hun tocht door de woestijn. Ook mijn persoonlijke ervaring is, dat een van mijn geestelijke begeleidsters eerst voor mij als een wolk verscheen, waarin zij zelf zichtbaar werd, mij bemoedigend toelachte en daarna ook weer in die wolk verdween.
De verspreiding van Jezus' leer
Het historische bewijs van het bestaan van Jezus' opstanding is de bijzondere geschiedenis van de verbreiding van Jezus' leer door zijn leerlingen in betrekkelijk korte tijd over de gehele, toenmalig bekende wereld.
Paulus en Petrus trokken naar het westen om daar Jezus' leer te verspreiden, Andreas naar Constantinopel en Griekenland, en anderen gingen naar de landen van het Midden-Oosten, Egypte en Ethiopië, India en China. Alleen gewapend met Jezus' leer en de geestelijke vermogens die zij door het neerdalen van Gods heilige geest tijdens het Pinksterfeest hadden verkregen, trokken zij met ware doodsverachting erop uit; want zij ontmoetten niet alleen vreugde door hun verkondiging van Jezus' blijde boodschap en opstanding, maar ook tegenwerking, haat en niets ontziend geweld. Alleen Johannes is op natuurlijke wijze overleden.
Toch was, door hun niet aflatende inspanningen, na een paar eeuwen in grote delen van de wereld, Jezus' leer op vreedzame, geweldloze wijze(!) verspreid. Het opzetten van zo'n omvangrijke beweging door alleen het gesproken woord, was nog niet eerder op aarde gezien en is tot op de dag van vandaag niet meer voorgekomen - en dat alleen in gang gezet door de overweldigende indruk die drie jaar optreden van Jezus op een handvol leerlingen had gemaakt, gevolgd door zijn door hem voorspelde, want in de Tenach aangekondigde terechtstelling en opstanding uit de dood! Diezelfde bijzondere indruk moeten ook de leerlingen als zendelingen bij hun toehoorders hebben opgewekt!
Van Paulus en Petrus is in het westen veel bekend door het bijbelboek Handelingen en Paulus' brieven, en de hier bekende geschiedenis. Van hen die vanuit Jeruzalem naar een groot gebied in het oosten trokken, is soms pas door historisch onderzoek van gevonden teksten en ontdekking van nog bestaande overblijfselen, meer bekend geworden.
Nathanaël trok met zijn vriend Philippus eerst naar Hiërapolis in Zuid-West-Turkije, waar een achthoekige koepelkerk aan de laatste is gewijd. Daarna vertrok Nathanaël naar Oxyrinchus in Egypte om er te studeren en later sloot hij zich aan bij Thaddeüs, die in Armenië de leer verkondigde. Samen stichtten zij er de Armeense kerk, die daar in 301 ook de eerste staatsgodsdienst werd. Het allereerste christelijke kerkgebouw, de Qara Kelisa, werd in 66 aan Thaddeüs gewijd en bestaat nog steeds.
Thomas ging eerst naar Syrië en daarna naar Kerala in India, waar nog steeds Thomaschristenen wonen, maar ook in China zijn aanwijzingen dat hij daar Jezus' leer heeft verkondigd.
Markus trok naar Egypte en stichtte de kerk van Alexandrië, ook de Koptische kerk genoemd, terwijl in Ethiopië de grootste oriëntaals-orthodoxe kerk bestaat, die waarschijnlijk is gesticht door een kamerheer van de koning aldaar, die door Philippus tot het christelijke geloof werd bekeerd.
Jezus' opstanding en apostel Paulus
Het historische bewijs van Jezus' opstanding is ook de levensbeschrijving van Paulus van Tarsus.
Zijn geboortenaam is Saulus, hij kwam uit Tarsus en behoorde tot de Farizeeën (letterlijk 'apart staan': een joodse secte). Zij hielden zich nauwgezet aan de mozaïsche wetten, met het doel dichter bij God te komen; i.t.t. tot de Sadduceeën, die het Griekse hellenisme aanhingen. Dat hellenisme was ook de leidende levensbeschouwing in Galilea, dat in die tijd een smeltkroes van culturen was, waarin het joodse geloof bijna ten onder was gegaan toen Jezus er werd geboren.
De Farizeeën in Jeruzalem, recht in de leer, vonden dat de volgelingen van Jezus, die eerst 'de mensen van de Weg' werden genoemd, zich niet aan de wetten hielden, waarom ze werden vervolgd. Onderweg naar Damascus om hen ook daar op te pakken, werd Saulus plotseling omstraald door een hemels licht en viel op de grond. Hij hoorde een stem zeggen: "Saul, Saul, waarom vervolg je mij?" en vroeg: "Wie bent u, heer?" Het antwoord was: "Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar kom nu overeind, want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en zult getuigen van alles wat ik je nog zal laten zien."
Door de helderheid van het licht kon hij drie dagen niets zien.
Deze ervaring had ook hem zo aangegrepen, dat hij een persoonlijke omwenteling meemaakte en i.t.t. vroeger Jezus' ijverigste zendeling werd (in Jungs dieptepsychologie wordt dit een 'enantiodromie' genoemd: plotseling een tegengestelde richting inslaan). Hij nam daarom een andere naam aan en noemde zich nu Paulus; hij maakte drie zendingsreizen, ging overal naar de markt of synagoge om Jezus' leer en opstanding te verkondigen, stichtte een groot aantal gemeentes en schreef dertien zendingsbrieven.
Hij legde zo vaak uit dat Jezus de verwachte Messias, in het Grieks de Christus was, dat zijn volgelingen christenen werden genoemd, i.p.v. zoals eerst 'de mensen van de Weg'. Door zijn brieven is de naam Christus gebruikelijk geworden, in de Evangeliën wordt voornamelijk over Jezus gesproken.
In zijn 1e Brief aan de Korinthiërs (15:35-49) beschrijft hij trouwens het geestelijke opstandingslichaam(de geestgedaante), daar Paulus zelf geestelijke ervaringen had opgedaan door bezoeken aan de geestelijke wereld (2 Korintiërs 12:2-4).
Terug in Jeruzalem wilden zijn vroegere geloofsgenoten dat hij ophield met zijn christelijke zendingswerk en lieten een opstandje ontstaan, waarop de Romeinen hem gevangen zetten. Daar hij ook Romeins staatsburger was, wilde hij in Rome worden berecht, waarop hij als gevangene een vierde en laatste zendingsreis maakte naar die stad. Daar kreeg hij huisarrest, maar mocht vrij spreken en maakte samen met Petrus veel volgelingen. Door de christenvervolgingen onder Nero vonden beiden echter hun einde.
Samen met Petrus had hij de westerse christelijke kerk gesticht en de aanleiding daartoe was van beiden de onvergetelijke ervaring van hun ontmoeting met de opgestane Jezus.
De kwantumfysica en de opstanding
Hoe meer de menselijke geest na de Verlichting van zijn geestelijke oorsprong losraakte en eenzaam in het stoffelijke lichaam verzonk, tot nu een dieptepunt is bereikt met de uitspraak: 'wij zijn ons brein', hoe meer Jezus' opstanding een heikel geloofspunt werd. Velen keerden daardoor het geloof de rug toe. Diezelfde wetenschap echter die de mensheid op dit pad naar het dal voerde, geeft ook uitzicht op het doorgaande pad naar omhoog. Het is de kwantumfysica, die wetenschappers kennis liet maken met het grensgebied tussen geest en stof.
De ontwikkeling van de kwantumfysica begon toen Thomas Young met zijn twee-spletenproef bewees, dat licht zowel een 'deeltje' (foton) als elektromagnetische straling (golf) kan zijn en toen Max Planck ontdekte, dat iedere straling uit 'hoeveelheidjes' (kwanta) bestaat.
Tot verbazing van sommige natuurkundigen bezaten stof én straling in het subatomaire kwantumgebied paranormale eigenschappen (zoals kwantumverstrengeling, de superpositie en het tunneleffect; zie 'de Bijbel en parapsychologie' in het menu); zij gingen beseffen dat zij onderzoek deden op een gebied, waar de stof in geest overgaat en deden o.a. deze uitspraken:
Volgens Max Planck is de buitenwereld volkomen verstrengeld met onze binnenwereld. Hij zei: "De geest is de bron van de materie, niet deze zichtbare, maar vergankelijke materie is het echte, het ware. Werkelijk (...), want zonder de geest zou deze materie helemaal niet bestaan, maar de onzichtbare, onsterfelijke geest is de ware ..."
Werner Heisenberg stelde: "De eerste slok uit de beker der natuurwetenschap maakt atheïstisch, maar op de bodem ervan wacht God" en
"Volgens mij heeft de moderne fysica definitief in het voordeel van Plato beslist. Want de kleinste deeltjes van de materie zijn inderdaad geen fysische objecten in de gewone zin van het woord, het zijn vormen, structuren, of - in de geest van Plato - ideeën, waar men alleen in een wiskundige taal ondubbelzinnig over kan spreken."
Albert Einstein schreef: "Het is nu duidelijk dat ruimte in de fysica, zoals het er nu voorstaat, niet iets is dat in de natuur bestaat of onafhankelijk is van het menselijke denken. De ruimte is een functie van onze geest (mind)."
"De verleiding om te geloven dat het heelal het product is van een soort ontwerp, een manifestatie van subtiel esthetisch en wiskundig inzicht, is overweldigend. Het geloof dat er achter dit alles iets zit, deel ik persoonlijk met de meeste wetenschappers."
De stelling van Bernardo Kastrup kan als volgt worden samengevat:
- "Er is alleen kosmisch bewustzijn.
- Wij, evenals alle andere levende organismen, zijn slechts afgescheiden 'alter ego's' van dat kosmische bewustzijn, omgeven door zijn gedachten.
- De levenloze wereld die wij om ons heen zien, is de uiterlijke verschijningsvorm van deze gedachten."
Als bij Youngs twee-spletenproef (zie de afb.) i.p.v. licht het elektron wordt gebruikt, kan de onderzoeker de toestand ervan zelf bepalen door bij 1 te besluiten niet te meten door welke spleet het deeltje gaat (de deeltjes-detector is uit) en dan is het elektron een massaloze golf (straling) of bij 2 dat wel te meten (met de deeltjes-detector aan) en dan gedraagt het elektron zich als een deeltje met massa... hoe kan het deeltje dit 'weten' als het zich naar de spleet spoedt?!
Dit verschijnsel heet de 'golfdeeltje-dualiteit' en houdt in dat in het kwantumgebied stoffelijke deeltjes zich ook kunnen gedragen als straling en straling als deeltjes. Dat geldt zelfs voor grotere moleculen, zoals bv. de bolvormige z.g.n. fullerenen. Afhankelijk van de keuze van de proefleider gedraagt bv. licht zich de ene keer als een deeltje (dus 'stoffelijk') en de andere keer als een elektromagnetische golf (dus 'onstoffelijk').
De spookachtige verschijnselen
Youngs twee-spletenproef is al een 'bovennatuurlijk verschijnsel' te noemen, maar in de kwantumfysica zijn er meer. Daar is het verschijnsel 'tunnelen' een gevolg van de gólfeigenschappen van matériedeeltjes; een deeltje, zoals een elektron, kan volgens de quantumfysica door een barrière dringen in een gebied, dat volgens de klassieke mechanica verboden terrein is. In dat gebied is het deeltje niet aan te tonen, want het is daar een golf, terwijl het na de barrière weer als deeltje aantoonbaar is.
Deeltjes die deel hebben uitgemaakt van hetzelfde molecuul blijken met elkaar 'verstrengeld' te zijn en ook op grote afstand onmiddellijk invloed op elkaar te kunnen uitoefenen; in een atoom kan één elektron in twee 'orbitals' ('banen') tegelijkertijd aanwezig zijn (superpositie).
Het duidelijke onderscheid tussen straling en stof, dat voor onze stoffelijke zintuigen in deze wereld zo overtuigend aanwezig is, bleek in het kwantumgebied betrekkelijk te zijn: energie en stof bleken in elkaar over te kunnen gaan, een betrekking die later door Einstein in de bekende formule E=mc2 kon worden weergegeven. Ook bleken er naar Einsteins mening 'spookachtige verschijnselen' mogelijk te zijn op kwantumgebied - die duidelijk met paranormale verschijnselen overeenkomen.
Zie hiervoor het boek van D.C. Giancoli - Moderne natuurkunde in het Literatuuroverzicht.
En voor de golfdeeltje-dualiteit D.C. Giancoli - De golfdeeltje-dualiteit
Jezus' opstanding in het licht van de kwantumfysica
De bevindingen van deze natuurwetenschappelijke wereldbeschouwing plaatsen Jezus' opstanding in een geheel ander licht. Naar aanleiding van het voorafgaande kan worden gesteld, dat Gods heilige geest in de mens Jezus in staat is geweest zijn gemartelde lichaam (immers een verzameling deeltjes) om te zetten in straling (een golf) en op te nemen in zijn ongeschonden geestelijke lichtvorm: zijn ziel of geestgedaante. In die etherische toestand kon hij opstaan uit het graf en zich door stoffelijke muren heen bewegen (tunnelen), en door later naar believen zijn geestgedaante te verstoffelijken, overal aan zijn leerlingen verschijnen - ook in afgesloten ruimtes - in zijn lichamelijke, stoffelijke toestand. Dat maakte op hen een overweldigende indruk, ook op de eerst ongelovige Thomas!
Sommige kwantumfysici zijn terecht tot de slotsom gekomen, dat de stof uit de géést is voortgekomen en ondergeschikt is aan de geest. Daardoor behoort de opstanding in Jezus' graf tot de mogelijkheden van een geheel ontwikkelde geest, die daardoor over alle geestelijke vermogens beschikt zoals Gods heilige geest, die in Jezus bij ons is geweest.
Daarna was de indruk die de opgestane Jezus op zijn leerlingen en later op Paulus maakte, zo groot, dat zij met onvermoeibare geestkracht op pad gingen om dit grote nieuws geestdriftig aan de toenmalige mensheid te verkondigen, waardoor twee eeuwen later die mensheid vrijwel zonder slag of stoot tot het christendom was overgegaan.
(Zie in verband hiermee ook het volgende artikel: opstanding en uitwerking op de leerlingen)
Toevoeging
De kernzin waar het om gaat tijdens de vergeestelijking in het graf is:
"Bevrijd van de banden van de dood, [de banden van de dood is de band met het lichaam waar de menselijke geest daardoor in gevangen zit; als die band is verbroken, dan kan een voltooide geest(!) het volgende doen…]
verenigde Ik de ziel met het vergeestelijkte lichaam
en verhief Mij tot mijn hemelse Vader of Oergeest [de Vader is de algeest]."
Aan die woorden kan ook op de volgende wijze betekenis worden gegeven:
"Bevrijd van de banden van de dood, [door het streven naar zelfverwerkelijking]
verenigde Ik de ziel met het vergeestelijkte lichaam
en verhief Mij tot mijn hemelse Vader of Oergeest." [zelfverwerkelijking leidt tot hereniging]
Maar 'het streven naar zelfverwerkelijking die leidt tot de hereniging' geldt voor de menselijke geest die nog onderweg is naar die geestestoestand van vervolmaking.
"De stof is het middel waarin een wezen dat aan mij gelijk(waardig) moet worden, geheel los van mij de proef van de vrijheid van keuze moet doorstaan, om tot de ware levenszelfstandigheid te komen."
Jakob Lorber - Grote Johannes Evangelie 6, par. 239; De tweede schepping van God
Dit is de zin waarin het meest bondig de leer van Jezus, zoals die in de werken van Jakob Lorber tot uitdrukking komt, staat vermeld.
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^