Godsbewijs of godsaanwijzing

(Inhoudsopgave onderaan)

Een godsaanwijzing is een aanwijzing, dat er een God moet bestaan, zoals een heel eenvoudige:
Ik besef, dat ik niet mijzelf heb geschapen...
er moet dus wel een schepper zijn!

Een godsbewijs bestaat alleen door een persoonlijke ontmoeting met God; een godsaanwijzing is een argument of redenering, die is bedoeld om het bestaan van God aannemelijk te maken.
Verschillende filosofen en theologen hebben door de eeuwen heen verschillende godsaanwijzingen naar voren gebracht. Deze argumenten zijn gebaseerd op uiteenlopende redeneringen, variërend van filosofische overwegingen tot logische argumentatie en ook van empirische waarnemingen (godservaringen).

Hier volgen enkele van de bekendste soorten godsaanwijzingen:
- Ontologische godsaanwijzing (ontologie: de leer van ‘het zijn’): dit bewijs, voorgesteld door filosoof Anselmus van Canterbury, stelt dat God per definitie het grootst denkbare wezen is. Als we ons een wezen voorstellen dat groter is dan alles wat we ons kunnen voorstellen, moet dat wezen wel God zijn.

- Kosmologische godsaanwijzingen: deze komt voort uit de observatie van oorzaak en gevolg in de natuur. Het stelt dat er een oorzaak moet zijn voor het bestaan van het heelal en deze oorzaak wordt beschouwd als God. Een variant van dit argument wordt toegeschreven aan filosoof Thomas van Aquino.

- Teleologische godsaanwijzingen (teleologie: doelgerichtheid): ook wel het argument van het ontwerp genoemd, dit bewijs zegt dat de complexiteit en het doelmatige ontwerp van het universum wijzen op een intelligente ontwerper, oftewel God. Dit argument komt naar voren in de werken van Teilhard de Chardin en van filosofen zoals William Paley.

- Morele argumenten: sommige godsaanwijzingen zijn gebaseerd op de aanname dat objectieve morele waarden en plichten alleen kunnen bestaan als God bestaat. Filosofen als Immanuel Kant hebben hierover geschreven.

- Op ervaring berustende godsbewijzen: sommige mensen beweren dat hun persoonlijke ervaringen met God het bewijs van Zijn bestaan is. Deze argumenten zijn vaak persoonlijk, subjectief en kunnen variëren afhankelijk van persoonlijke overtuigingen en culturele achtergronden.

Het is belangrijk op te merken dat geen van deze godsaanwijzingen of godsbewijzen onbetwistbaar is en elk ervan heeft tegenargumenten gekregen van sceptici en andersdenkenden. Filosofen en theologen hebben eeuwenlang gedebatteerd over de geldigheid van dergelijke aanwijzingen of bewijzen, en er is geen overeenstemming bereikt.
Geloof in God kan vaak dieper geworteld zijn in persoonlijke overtuigingen, ervaringen en culturele omstandigheden, dan in strikt rationele, theologische redeneringen.
Of iemand overtuigd raakt door een godsaanwijzing of godsbewijs, hangt af van zijn of haar individuele filosofische, religieuze en wetenschappelijke inzichten.
Het is een belangwekkend onderwerp, dat zich blijft ontwikkelen naarmate de menselijke kennis en het begrip van de wereld voortschreidt.
Wetenschap zonder geloof is kreupel,
godsdienst zonder wetenschap blind.
Albert Einstein, Duitse natuurkundige

Bron: ChatGPT 3.5, door mij aangepast.

Inhoud

1. Het verband tussen godsdienst en wetenschap
2. De irrationele getallen zijn een wiskundige aanwijzing voor het bestaan van de eeuwige
    oneindigheid
3. Nul, het getal voor 'niets', wijst op de vormloosheid van de ongevormde oertoestand
4. Het 'bewústzijn' óf... 'het zíjn, de geest, die zich bewust is'
5. Gods geestelijke werkzaamheid schiep het al

6. De geestelijke oorsprong van geest én stof
7. De kwantumveldentheorie laat zien hoe de schepper door verdichting in zichzelf
    vormen schept
8. Het atoommodel van de kwantumfysica bevindt zich op de grens van geest en stof
9. Deeltjesfysica: door genoemde verdichting zijn de kenmerken van de schepper in zijn
    schepping herkenbaar
10. Antropisch principe: het heelal is er daardoor als woon- en werkplaats voor levende
      wezens
11. Het transporteiwit kinesine was al aanwezig in de eerste levensvorm, de éne oercel
12. Het zenuwstelsel is er als werktuig voor de geest om het lichaam te besturen
13. Hoe verloopt de wisselwerking tussen de geest en zijn hersenen
14. De twee-spletenproef: de géést beïnvloedt de stof

15. Het DMN laat zien, hoe ingeving in de hersenen kenbaar wordt
16. Daardoor zijn hemelse vraaggesprekken mogelijk
17. Een uitbreiding van Anselmus' godsbewijs

Bezoek ook Christipedia godsbewijs, voor een uitgebreide beschrijving


terug naar het overzicht

terug naar het weblog







^