Max Heindel - De Rozekruisers Orde



Max Heindel
Max Heindel (1865-1919) werd geboren als Carl Louis von Grasshoff in Aarhus, Denemarken. Hij was een christelijke occultist, astroloog en mysticus.
Hij volgde een opleiding voor scheepsmachinist en werkte jarenlang op de grote vaart tussen Europa en Amerika. In 1903 verhuisde hij naar Los Angeles in Californië. Hij volgde daar lessen bij de theosoof C.W. Leadbeater. Hij sloot zich aan bij de Theosophical Society waar hij in 1904 en 1905 vice-president was. Hij werd vegetariër en begon astrologie te bestuderen. In astrologie zag hij een mogelijkheid de geheimen van het innerlijk van de mens te ontsluiten. In die tijd ontmoette hij ook zijn latere vrouw Augusta Foss.
Hij raakte overwerkt en kreeg in 1905 hartklachten, die hem op het randje van de dood brachten. Gedurende zijn herstel werd hij zich bewust van de noden van de mensheid. Hij was namelijk regelmatig voor langere tijd uitgetreden geweest en had in de geestelijke wereld veel kennis opgedaan.
Hij begon in San Francisco en Seattle lessen te geven om zijn occulte kennis te verspreiden. Na een serie lessen in Seattle moest hij weer worden opgenomen vanwege hartklepproblemen. Na zijn herstel ging hij verder met zijn onderricht in het noordwesten van de Verenigde Staten.

In de herfst van 1907 reisde hij naar zijn vriend dr. Alma von Brandis in Berlijn, die hem ertoe overhaalde de voordrachten van Rudolf Steiner te gaan bezoeken. Hij kreeg een grote bewondering voor hem, volgde verschillende voordrachten en had een aantal vraaggesprekken met Steiner. Op een gegeven ogenblik besefte hij dat hij toch zijn eigen weg van geestelijke ontwikkeling moest gaan. Hij zag in dat de stijl van onderricht van Steiner niet geschikt was voor "het Amerikaanse pragmatisme en rechtlijnigheid van denken." Heindel kreeg bezoek van zijn geestelijke begeleider en besloot terug te gaan om in de Verenigde Staten zijn werk af te maken.
Zijn geestelijke begeleider vertelde hem dat hij een Oudere Broeder was van de Aloude Rozekruisers Orde, die in 1313 was opgericht en die geen banden meer had met organisaties in de huidige tijd die zichzelf Rozekruisers noemden. Deze Oudere Broeder gaf aan Heindel zijn esoterische kennis. Heindel was al eerder door zijn begeleider bezocht om hem te testen voor wat betreft zijn vermogen esoterische kennis te verspreiden in de westerse wereld. Aan Heindel werd uitgelegd dat hij naar een etherische Tempel van het Rozenkruis in Bohemen moest gaan om meer wijsheid te verkrijgen van zijn Oudere Broeder.
De Rozekruisers Orde bestaat uit twaalf Oudere Broeders die verzameld zijn rondom een dertiende, die hun onzichtbare hoofd is. Zij horen bij de geestelijke ontwikkeling van de mensheid, maar zijn al zover gevorderd, dat zij niet meer hoeven te worden wedergeboren en zij kunnen nu de mensheid begeleiden.

In de zomer van 1908 ging Heindel terug naar Amerika en werkte aan zijn Rozekruisers Leer, de Western Wisdom Teachings, die hij van de Oudere Broeders had ontvangen en publiceerde een boek met de titel De Rozekruisers Kosmologie. Het werk bevat christelijke mystiek en de grondslagen van het esoterische christendom vanuit het gezichtspunt van de Rozekruisers.
Het boek beschrijft de geestelijke ontwikkeling van het universum en de mensheid, en verbindt de wetenschappelijke inzichten van die tijd met godsdienst. Deel 1 behandelt de zichtbare en de onzichtbare werelden, de mensheid en de geestelijke ontwikkeling, wedergeboorte en de wet van oorzaak en gevolg (karma). Deel 2 beschrijft de ontwikkeling in het algemeen en in het bijzonder de ontwikkeling van het zonnestelsel en de aarde. Deel 3 handelt over Christus en zijn zending, de ontwikkelingen in de toekomst, esoterische oefeningen en een veilige manier om esoterische kennis te verkrijgen.

Heindels gezondheidstoestand was slecht door zijn hartproblemen en ook zijn financiële toestand was niet rooskleurig, maar hij werd gedreven door een ontoombare wilskracht om het werk van de Broeders van het Rozenkruis te volbrengen. Zijn vrouw Augusta was een grote steun voor hem en daardoor was hij in staat meerdere boeken te schrijven en zijn lessen voort te zetten. Hij stuurde schriftelijke lessen naar studiegroepen in andere steden en schreef boeken die in veel andere talen zijn vertaald. Hij stichtte de 'Rosicrucian Fellowship' in 1909/11 in Mount Ecclesia, Oceanside (Californië). Hij publiceerde een christelijk esoterisch tijdschrift Rays of the Rose Cross en begon in de Broederschap een afdeling geestelijke genezing. Hij overleed op een bijzondere wijze doordat hij in alle gemoedsrust langzaam werd neergelegd door liefdevolle, geestelijke handen in begin 1919 in Oceanside.


terug naar het overzicht










^