Openbaring van Johannes - Het Nieuwe Testament



Maria met kind op maansikkel
Openbaringen van Johannes
Albrecht Dürer, bron: Rijksmuseum
Het laatste nieuw-testamentische bijbelboek behoort wat stijl en vormgeving betreft tot de zogenaamde apokalyptische, dat is onthullende, openbarende literatuur. Het wordt dan ook wel kortweg 'Apokalyps' genoemd. De apokalyptische literatuur is in het Joodse volk ontstaan in de tweede eeuw vóór Christus. Deze literatuur bedient zich van een geheimtaal, een code, waarin een boodschap wordt meegedeeld aan ingewijden. Vandaar de rijkdom aan beelden en symbolen uit oosterse godsdiensten en culturen, en het gebruik van beeldspraak die verband houdt met de sterrenhemel. In het oude testament behoort onder andere een gedeelte van Daniël tot dit literaire genre.
De apostel Johannes heeft van deze symbolen gebruik gemaakt om vanuit zijn ballingschap op het eiland Patmos, de christenen in Klen-Azië te troosten en te bemoedigen tijdens de hevige vervolgingen die onder keizer Domitianus plaatsvonden. De boodschap is dat Christus heeft overwonnen en alle grote wereldmachten ten spijt, de eindoverwinning aan hem en zijn volgelingen is. Het heden van die tijd wordt in het perspectief gezet van de grote komende dingen: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (hoofdstuk 21:1-8).
In feite is Johannes de eerste in de rij van profeten na het aardse bestaan van Jezus.

De indeling van het boek is als volgt:
roepingsvisioen, hoofdstuk 1;
zeven brieven aan de kerk van Klein-Azië, hoofdstuk 2-3;
een serie visioenen, die in een rijke symbolische taal de evangelische boodschap brengen van Christus' overwinning, hoofdstuk 4-22;
slot, hoofdstuk 22.
Heel bekende gedeelten uit de visioenen zijn: hoofdstuk 7:9-17, de schare die niemand kan tellen; hoofdstuk 12-14, de draak en het beest; hoofdstuk 17-19, de val van Babylon; hoofdstuk 20:1-6, het duizendjarige rijk; hoofdstuk 21:1-8, de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, en hoofdstuk 21-22, het nieuwe Jeruzalem.
Wanneer men de sleutel tot het verstaan van de apokalyptische stijl en taal niet kent, lijkt de inhoud wartaal. Met geen enkel bijbelboek is daardoor zo gesold als met dit nieuw-testamentische boek.
Weliswaar wordt dit boek aan de apostel Johannes toegeschreven, maar het is pas tussen de jaren 90 en 110 op schrift gesteld.

Openbaring 1:1-3
1 Openbaring van Jezus Christus, welke God Hem gegeven heeft om zijn dienstknechten te tonen hetgeen weldra moet geschieden, en welke Hij door de zending van zijn engel aan zijn dienstknecht Johannes heeft te kennen gegeven. 2 Deze heeft van het woord Gods getuigd en van het getuigenis van Jezus Christus, alles wat hij gezien heeft. 3 Zalig hij die voorleest en zij die horen de woorden der profetie, en bewaren hetgeen daarin geschreven staat, want de tijd is nabij.

Bron: Het Nieuwe Testament; Nederlands Bijbel Genootschap


terug naar het overzicht










^