Muhammad Subuh Sumohadiwidjojo - Subud: Susila, Budhi, Dharma
Subud is een internationale organisatie van mensen die geestelijke verrijking zoeken.
De naam Subud is een samenstelling van drie woorden uit het Sanskriet: Susila, Budhi en Dharma.
- Susila betekent het vermogen om te leven in overeenstemming met je diepste innerlijke wezen.
- Budhi geeft aan dat de levenskracht zowel binnen als buiten de mens werkzaam is, en
- Dharma staat voor de mogelijkheid om je volledig aan die levenskracht over te geven.
Gezamenlijk symboliseren de drie woorden de mogelijkheid voor iedereen: - om in verbinding te komen met hun diepste wezen (naar binnen toe) en - leiding te ontvangen in het dagelijkse leven (naar buiten toe).
De latihan (de oefening)
Subud berust op een geestelijke oefening, de 'latihan kejiwaan', die niet kan worden aangeleerd of nagedaan. Zij leidt tot een hernieuwde verbinding met de levenskracht.
Buiten de oefening hoeft het dagelijkse leven niet te worden opgegeven of beperkt. De latihan is een eenvoudig en natuurlijk proces dat plaats kan vinden in iedereen die erom vraagt en dat zich voltrekt in een individueel tempo en op een manier die het beste bij je past. Het enige wat wordt gevraagd is de juiste instelling van geduld, vertrouwen en oprechtheid, en een grote mate van volharding.
Iedereen vanaf 17 jaar kan lid worden van Subud, ongeacht geloof, afkomst of overtuiging. De Vereniging wijst iedere vorm van discriminatie, op welke grond dan ook, af.
Omdat het belangrijk is om goed te weten wat Subud is alvorens lid te worden, is een kennismakingstijd van ongeveer drie maanden ingesteld. Helpers en leden praten dan met je over Subud, vertellen je wat Subud voor hen betekent en zo kun je zelf onderzoeken of Subud bij jouw spirituele zoektocht past.
Historie
Subud begon in 1933 toen een Indonesiër, Muhammad Subuh Sumohadiwidjojo (1901-1987) voor het eerst een openbaring ontving. Daarmee begon voor hem een periode van enkele jaren van spontane, intensieve innerlijke ervaringen die hemzelf en zijn leven ingrijpend veranderden. Daarvoor leefde en werkte hij gewoon als iedereen. Na die periode werd hem duidelijk dat deze diepe ervaring niet alleen voor hemzelf was, maar dat hij kon en mocht worden doorgegeven.
Eerst ontvingen alleen zijn eigen familie en buren het contact met de levenskracht, en geleidelijk kwamen er mensen van andere delen van Indonesië. In 1956 bereikte Subud voor het eerst het Westen via Engeland en vanaf die tijd verspreidde het zich tot bijna elk land in de wereld. Muhammad Subuh is in 1987 in Indonesië overleden.
Muhammad Subuh reisde over de hele wereld, assisteerde bij de latihan en hield toespraken.
Alhoewel er aan Subud niets geheim is, is er niet actief bekendheid aan gegeven. De verspreiding gebeurde hoofdzakelijk door persoonlijke introductie. Er zijn boeken over Subud verschenen, waarvan een aantal nog bij www.subudbooks.com zijn te bestellen.
Essentie
De 'latihan kejiwaan' (oefening van het innerlijk)
Subud berust op een geestelijke oefening, die niet kan worden aangeleerd of nagedaan. Het is een hernieuwde verbinding met de levenskracht, die door wereldse invloeden verloren is gegaan. Dit contact brengt het innerlijk weer tot leven en herstelt de verbinding met onze menselijke aard. Doorgaans kan men slechts tijdens uitzonderlijke momenten in een staat van innerlijke stilte en verruiming van het bewustzijn geraken, waarin een hogere kwaliteit van het leven wordt ervaren. In de Subud-oefening wordt een dergelijke innerlijke openheid als het ware vanzelf, moeiteloos teweeggebracht zonder inmenging van de wil of het verstand. Maar buiten de oefening hoeven de wereldlijke bezigheden niet te worden opgegeven of beperkt.
De Subud-oefening is een eenvoudig en natuurlijk proces dat plaats kan vinden in iedereen die erom vraagt. Dit proces voltrekt zich in een individueel tempo en op een manier die het beste bij de betrokkene past. Het enige wat wordt gevraagd is de juiste instelling van geduld, vertrouwen, oprechtheid en een grote mate van volharding.
De geestelijke oefening valt moeilijk in woorden te omschrijven en wordt daarom gemakshalve met het Indonesische woord 'latihan' (oefening) of 'latihan kejiwaan' (oefening van het innerlijk) aangeduid. De latihan wordt gewoonlijk twee keer per week een half uur gedaan samen met andere leden. Mannen en vrouwen doen dit gescheiden vanwege de sterke verschillen in de aard van hun uitingen. Iedereen ontspant zich en laat het proces de vrije loop.
De werking van de levenskracht wordt ervaren als een 'energie' en uit zich in bewegingen, geluiden en innerlijke gewaarwordingen. De uitingen zijn spontaan. Ze worden niet gestuurd of gecontroleerd door het verstand, maar ze komen uit onbewuste en volstrekt individuele innerlijke impulsen. Tijdens de latihan blijven de gedachten en verlangens passief. Slechts de innerlijke impulsen van dat moment worden gevolgd. Men is zich volledig bewust van wat er gebeurt en kan de oefening op ieder gewenst moment beëindigen.
Toespraak van Muhammad Subuh (Bapak) voor geïnteresseerden in Subud
'Subud' is een afkorting van de woorden Susila, Budhi en Dharma. Subud is geen nieuwe religie noch een sekte van welke religie dan ook, evenmin is het een leer. Het is alleen een symbool voor de mogelijkheid van de mens om de juiste wijze van leven te volgen.
Het woord is samengesteld uit de volgende drie Sanskriet woorden:
Susila betekent het vermogen van de mens om zijn leven af te stemmen op zijn diepste innerlijke wezen;
Budhi geeft aan dat de levenskracht zowel binnen als buiten de mens werkzaam is;
Dharma staat voor de mogelijkheid om zich volledig aan de levenskracht over te geven.
Gezamenlijk symboliseren de drie woorden de mogelijkheid voor iedereen om in contact te treden met hun diepste wezen en leiding te ontvangen in het dagelijks leven.
De vereniging is zo genoemd als een symbool om aan te geven dat de leden hopen ware menselijke wezens te worden met de kwaliteiten van Susila, Budhi, en Dharma, in overeenstemming met datgene dat zij ervaren iedere keer als zij de geestelijke oefening (latihan kejiwaan) ontvangen en beoefenen.
Susila Budhi Dharma (Subud) betekent de wil van God volgen, geholpen door de goddelijke kracht die zowel binnenin als buiten ons werkt, door ons daaraan over te geven.
Susila Budhi Dharma is het symbool voor datgene, waaraan wij ons wijden in de geestelijke oefening van Subud. Het betekent dat wat er ook gebeurt in de geestelijke oefening van Subud, geheel en al de wil van God is en tot ons komt omdat God het zo voor ons wil.
Dit is geheel in overeenstemming met wat gezegd is in de heilige boeken zoals de bijbel, de koran en andere boeken. Dit betekent dat God dichtbij de mens is, of, indien de mens dicht bij God is gekomen, God de mens de dingen geeft die hij nodig heeft en dat de mens de dingen kan ontvangen die God voor hem heeft beschikt.
Wat moeten we overgeven aan God? Niet onze rijkdom of degenen van wie we houden, noch ons bezit, want God heeft geen behoefte aan dat soort dingen. Wat we moeten overgeven is onze geest, ons hart en onze verlangens, want dit zijn de instrumenten die een hindernis vormen om dichterbij God te komen. Dit is wat Jezus Christus bedoelde toen hij zei dat God altijd met ons zal zijn indien wij ons aan hem kunnen overgeven en indien wij hem meer dan iets anders, meer dan ons zelf liefhebben.
Dit betekent dat de liefde die wij in ons hart en ons gevoel hebben een hindernis is die ons weerhoudt om te komen tot de ware liefde van God. Deze uiterlijke liefde is alleen maar een liefde voor dingen die we denken lief te hebben. Maar de liefde die we moeten hebben voor God, moet groter zijn dan dit.
Aan de profeet Mohammed werd de openbaring gegeven dat God er al was voordat er iets anders bestond, en dat God er zal blijven nadat alles verdwenen is. God is verder weg dan de verste dingen die bestaan. Hij is dieper binnenin dan iets anders. Dit betekent dat God werkelijk alles geschapen heeft. En omdat hij alles geschapen heeft zal hij ook voor alles zorg dragen.
Er wordt ook gezegd dat God geen vorm heeft, geen spraak, geen land, geen kleur. Want indien dat wel zo was dan zou er meer dan één God zijn. Voor elk land zou er dan een God zijn. En indien hij een kleur had, zou er ook meer dan één God zijn want elke kleur zou een God moeten hebben. Dit is de betekenis van het gezegde: "God is één en heer over alles."
God schiep ook zonder gereedschap en materiaal. Indien de mens iets wil maken, bijvoorbeeld een tafel, dan heeft hij hout, spijkers, een hamer en ander gereedschap nodig. Om een atoombom te maken heeft de mens weer instrumenten nodig om materie te splitsen. Maar bij God is het heel anders. God werkt zonder materiaal of gereedschap.
Hieruit volgt dat er maar één ding nodig is om te begrijpen en te kennen wat er in de geest en in het hart van God leeft: zichzelf volledig overgeven; want met de eigen geest en verlangens zal de mens nooit God kunnen vinden. Alleen door zichzelf volledig over te geven aan God en geen gebruik te maken van verstand, hart of verlangens is het de mens mogelijk om in contact te komen met de kracht van God.
Dit doen we in de geestelijke oefening van Subud - wij geven onszelf volledig over; wij maken geen gebruik van onze geest, hart of verlangens - maar wij aanvaarden en ontvangen slechts wat God ons zendt. Dus je zult begrijpen dat Subud alleen een symbool van die levenswijze is waarin de mens de wil van God kan vervullen en de wil van God voor zichzelf kan uitvoeren in deze en in de volgende wereld.
Daarom hebben we in de geestelijke oefening van Subud geen lering. Er is niets dat we moeten leren of doen, want alles wat van ons wordt vereist, is volledige overgave. Iemand die zich erop voorstaat de weg naar God te kennen is eigenlijk iemand die op Gods gave vooruitloopt zonder ze ontvangen te hebben.
Wij geven ons slechts over. Wij aanvaarden en ontvangen slechts wat God ons geeft of ons wil laten hebben. Dat bedoelde feitelijk iedere profeet als hij zei: "Geef uzelf geheel over, onderwerp u volledig aan God. Dan zal God voor u zorgen en u leiding geven." In deze geestelijke oefening koesteren we geen verwachtingen. Wij maken voor onszelf geen enkele voorstelling. Wij ontvangen alleen wat God ons ook mag zenden.
Geen theorie of geestelijke leer
Deze goddelijke kracht die in ons werkt tijdens de oefening zal ons op een bij ieder van ons passende wijze aanspreken. Als iemand bijvoorbeeld een luide en krachtige stem heeft, zal hij klanken uiten die erg luid en krachtig zijn. Maar iemand die niet zo'n luide stem heeft, zal zachtere klanken voortbrengen. Dit geldt voor elk deel van ons lichaam, voor elk deel van ons wezen. Daarom kan de oefening (latihan) van twee mensen nooit dezelfde zijn, want elk mens is verschillend.
Daarom is het duidelijk dat er geen theorie of geestelijke leer in Subud kan zijn want iedereen is anders. Wat de een nodig heeft en ontvangt zal verschillen van wat iemand anders nodig heeft en ontvangt. Dit is de reden dat wij geen enkele regel of voorschrift kunnen geven over wat je moet doen wanneer je 'in de latihan bent', want dit is voor ieder iets persoonlijks.
Iedereen zal voor zichzelf de weg naar God vinden. Wat goed is voor de één, kan volledig verkeerd zijn voor de ander. Daarom moet je niet denken dat je Muhammad Subuh moet volgen of als hem moet worden. Jullie moeten 'jezelf worden' en je eigen innerlijk zélf ontwikkelen, want jullie moeten jullie éigen weg naar God vinden.
Gewoonlijk zal een leraar aan zijn volgelingen leren precies hetzelfde te doen als hijzelf om te komen tot wat hij bereikt heeft. Maar dat is echt verkeerd, want niet alleen tussen een leraar en zijn volgelingen, maar zelfs tussen broers van dezelfde ouders is er reeds een groot verschil, niet alleen in uiterlijk voorkomen, maar ook in hun karakter en in hun hele wezen. Jullie kunnen nu dus wel begrijpen dat wat de juiste weg voor een leraar is om God te vinden niet noodzakelijkerwijs de juiste weg voor zijn leerlingen is.
Daarom zegt Bapak dat alleen God jullie naar hemzelf kan leiden. Wat werkelijk gebeurt in de latihan is dat jullie contact maken met jullie werkelijke innerlijk zelf - met het werkelijke 'Ik'. Jullie hoeven niet bang of bezorgd te zijn, want wat er tot jullie komt in jullie latihan, is alleen wat er al in jullie aanwezig is. Het komt vanuit je innerlijk zelf. Je ware zelf manifesteert zich in de latihan.
In Subud is er geen onderscheid tussen de verschillende godsdiensten omdat datgene wat zich aan iemand voordoet werkelijk datgene is wat al binnenin hem leeft. Als iemand een christen is zal hij de ware christus in zichzelf ontmoeten. Als iemand een boeddhist is zal hij de ware boeddha in zichzelf ontmoeten.
Dat geldt ook voor de moslim. Hij zal de ware moslim in zichzelf ontmoeten. En wanneer jullie werkelijk jullie innerlijk zelf kennen, zullen jullie worden geleid door de goddelijke kracht in alles wat je doet, want de goddelijke kracht werkt in jullie door jullie zelf. Of je nu werkt in een kantoor of dat je auto rijdt of iets anders doet, je zult worden geleid door de kracht van God die altijd binnen en buiten je werkt.
Dan zal de waarheid achter wat in de koran gezegd wordt, blijken: namelijk dat je 'Bismillah-ir rohman-ir rohim' moet zeggen (in de naam van God, de barmhartige die vol genade is) voordat je iets onderneemt. Dit betekent dat je Gods leiding volgt en dat je alleen doet wat God je ingeeft. Je zult dan niets overijld doen en pas achteraf aan God denken en betreuren wat je hebt gedaan. Als God altijd met je is voordat je iets doet, dan moet dat het juiste zijn om te doen.
Dit is ook de werkelijke betekenis van wat door christenen wordt gedaan wanneer zij bidden voor het eten of voordat ze gaan slapen. Dit betekent ook dat je niets moet doen zonder dat God je leidt, want indien je God vergeet in iets wat je doet, dan zal er ook geen hulp van God zijn indien er iets verkeerd gaat. De kracht die we ondervinden zal ons alleen maar overtuigen dat Gods almacht niet alleen binnen in ons werkt, maar ook in de hele schepping en zelfs daarbuiten.
Daarom zullen wij in de geestelijke oefening van Subud geen afbreuk doen aan onze godsdienst, want wat we denken en wat we doen is alleen maar de wil van God. Wij voeren slechts uit wat reeds binnen in ons aanwezig is. Iemand die een godsdienst belijdt zal in de latihan alleen maar iets ervaren dat in overstemming is met zijn religie en zijn innerlijk.
Enkelen onder jullie zullen misschien vragen waar Bapak dit allemaal vandaan heeft. Bapak antwoordt dat hij dit ontving toen hij in dezelfde situatie was als jullie. Hij werkte, had een kantoorbaan en was bezig met allerlei andere zaken die hij moest doen en hij vond dat ook leuk. Maar plotseling stopte dit alles. Zijn verstand liet hem in de steek, zijn hart gaf het op en ook zijn verlangens verdwenen. Toen ontving hij zoals iedereen in de latihan ontvangt. Hij zocht geen wijsheid, hij had geen goeroe of leraar. Hij ontving het alleen maar. Deze gave komt alleen tot iemand wanneer die er niet naar zoekt. Wanneer hij klaar is voor zo'n gave, dan zal God hem die geven.
Bapak is geen genezer, hij toont slechts de wijze waarop de mens tot God kan komen. De innerlijke genezing van een mens is alleen een zaak tussen hem en God, niemand kan daar tussen komen.
Verder laat Bapak het aan jullie over om te beslissen of jullie wel of niet naar deze geestelijke oefening wilt komen, want in de aanbidding van God is niets verplicht. Iedereen moet vrij zijn. Maar wanneer iemand er om vraagt zal het gegeven worden.
Bron: de website van Vereniging Subud Nederland
terug naar het overzicht
^