Meerdere werelden en elektromagnetische velden
Het bestaan van elektromagnetische velden die elkaar niet storen, beneden, is een afspiegeling van het door elkaar heen bestaan van vele werelden, boven.
Elektromagnetische velden
Elektromagnetische velden worden opgewekt in een stroomgeleidende bron, waarin elektronen (elektrische stroom) heen en weer bewegen (trillen, oscilleren); die 'velden' hebben de eigenschap zich in de gehele ruimte daaromheen als elektromagnetische golven uit te strekken (het woord 'veld' is daardoor misleidend, het gaat om een 'ruimte'). Deze golven kunnen informatie bevatten, onder andere door de amplitudo (de golfhoogte) en door de frekwentie (het aantal trillingen of golven per seconde).
Elektromagnetische golven kunnen door een ontvanger worden opgevangen, samen met de informatie die zij meedragen en daardoor kunnen zij aan de ontvanger overbrengen, wat er in de bron (de zender) gebeurt. Die bron is bijvoorbeeld verbonden met de elektronische opnames van een radio- of televisieprogramma. Die programma's vertegenwoordigen als het ware een bepaalde 'wereld', een geheel van gebeurtenissen in een studio, die door de zender met een bepaalde frekwentie wordt uitgezonden naar de ontvanger.
In de ruimte rondom verschillende zenders op aarde storen de elektromagnetische velden, die ieder door een bepaalde frekwentie worden gekenmerkt, elkaar niet. Dat wil ook zeggen dat al die werelden, die door die frekwenties worden vertegenwoordigd, elkaar niet storen. Al die werelden bestaan tegelijkertijd naast en door elkaar (in de ruimte die vroeger met het woord 'ether', Grieks voor 'hemelstreek', werd aangeduid), zonder dat zij daar iets van merken. Daardoor kan er met een ontvanger voor een bepaalde zender worden gekozen, doordat de ontvanger op een bepaalde frekwentie wordt afgestemd.
De geestelijke wereld
Deze natuurkundige omstandigheden in de stoffelijke wereld, zijn een weergave van wat er in de geestelijke wereld altijd al bestond. In de geestelijke wereld bevinden zich groepen van geesten met een overeenkomende geestesgesteldheid (a.h.w. de frekwentie), die gezelschappen vormen. Ieder van die gezelschappen leeft daar in een eigen wereld, een woord dat afkomstig is van het Oud-Nederlandse 'weer-al-di', letterlijk: de eeuwige (di, tijd) ruimte (al) van de mens (weer).
Al deze werelden worden gekenmerkt door een bepaalde geestesgesteldheid van de bewoners ervan, die zodanig van de andere verschilt, dat deze werelden elkaar niet raken of storen en geheel door elkaar heen bestaan. Het vereist alleen een verandering van de geestesgesteldheid om van de ene naar de andere wereld te kunnen gaan. De geestesgesteldheid moet daartoe op die van die andere wereld worden afgestemd. Als er zo overeenstemming ontstaat tussen die geestesgesteldheden, kan er een verbinding met die andere wereld worden gevormd.
Ontwaken en inslapen
In deze stoffelijke wereld bestaat het verschijnsel van het ontwaken en inslapen, gebeurtenissen die met het bestaan van twee werelden samenhangen. Het ontwaken is de overgang van de menselijke geest van de geestelijke naar de stoffelijke wereld en het inslapen is de terugkeer naar huis, de geestelijke wereld. Wat daarbij gebeurt, kan worden verduidelijkt met de voorstelling van twee kamers, twee ruimtes of werelden, die met een doorgang met elkaar zijn verbonden.
Bij het ontwaken gaat de menselijke geest vanuit de geestelijke wereld door de doorgang heen naar de plaats, waar in de stoffelijke wereld het lichaam is, het voertuig voor deze wereld. Doordat de geestelijke wereld dan achter zich wordt gelaten, is de geest zich hier van het bestaan van die geestelijke wereld niet bewust. Doordat de geest als het levende zich hier moet verbinden met de stof als het niet-levende, kan de geest hier zichzelf niet zijn en wordt onbewust van zichzelf. Daardoor kan de geest aandacht en toewijding niet bij zichzelf houden, waardoor die onbewust worden overgedragen naar de stoffelijke wereld, met de vereenzelviging daarmee tot gevolg.
Bij het inslapen gaat de geest ruggelings vanuit de stoffelijke levensvorm door de doorgang weer terug naar de huis, waar die zich met behulp van de geestgedaante, het voertuig voor die wereld, kan bewegen. Doordat de terugkeer naar huis ruggelings gebeurt, is de geest zich hier niet bewust van de gebeurtenis van het inslapen als een geestelijke overgang.
Zodra de geest in de baarmoeder van de a.s. moeder over een stoffelijke levensvorm beschikt, begint het ontwaken en inslapen. Bij het overlijden aan het einde van het pad door het stoffelijke bestaan, neemt de geest bij het inslapen afscheid van de stoffelijke levensvorm en gaat - voorlopig - voor een tijd weer terug naar huis, om zich daar voor te bereiden op een mogelijk volgend bestaan op aarde.
terug naar het overzicht
^