Erik Verlinde - de emergente zwaartekrachttheorie
Verschenen in het blad Gammadelta, jrg. 3/nr. 4, december 2016Tijdschrift van Stichting Teilhard de Chardin
Door Freek van Leeuwen
Inhoud
Samenvatting uit de voorhanden literatuur (zie beneden)
Deze tekst gezien vanuit het geestkundige standpunt
Samenvatting uit onderstaande literatuur
De emergente (want niet fundamentele) zwaartekrachttheorie van de Amsterdamse natuurkundige prof. dr. Erik Verlinde is een aanpassing van de zwaartekrachtswetten van Newton en Einstein. Volgens de zwaartekrachttheorie van Einstein, kromt een massa de ruimtetijd zodanig, dat daardoor de aarde in een baan rondom de zon beweegt zolang de aarde voldoende snelheid behoudt.
Einsteins zwaartekrachttheorie werkt echter niet overal even goed, bijvoorbeeld aan de randen van draaiende sterrenstelsels, waar het lijkt alsof daar te weinig massa en energie aanwezig is; en daarnaast dijt het heelal sneller uit dan met de hoeveelheid aanwezige materie kan worden verklaard.
Verlindes emergente zwaartekrachttheorie lost deze problemen op. Bij Verlindes zwaartekrachttheorie gaat het niet alleen om energie (en de daarmee samenhangende massa), maar evengoed om informatie.
De ruimte van het heelal is niet leeg, maar gevuld met informatie in de vorm van bits: nullen en enen, die steeds omwisselen, een in nul en nul weer in een, wat geldt voor het hele universum. Deze informatie is er altijd al geweest en zal ook altijd blijven bestaan.
Het heelal is vergelijkbaar met een hologram. De informatie voor vorming van een hologrambeeld komt uit een ándere bron; zo is ook alle informatie in het heelal op een ándere plaats gecodeerd.
Zwaartekracht is geen op zichzelf staande, fundamentele kracht zoals bijvoorbeeld de elektromagnetische kracht of de kernkrachten, maar het gevolg van de wisselwerking tussen deeltjes ... ook tussen informatiedeeltjes (bits).
Informatie speelt in het heelal een even grote rol als energie en materie. Vandaar de aanvulling op Einsteins E=mc²: I=E=mc², waarbij 'I' staat voor informatie.
De informatie van alle materie in ons universum ligt niet alleen besloten op, maar ook in een theoretische bol. Zodra materie wordt verplaatst, verandert ook de dichtheid van informatie in en op de bol. Van deze verandering van informatie is zwaartekracht een gevolg.
In plaats van een kracht is de neiging van massa's om naar elkaar toe te bewegen een soort druk die ontstaat, doordat bij het verplaatsen van die massa's informatie van het hele heelal wordt veranderd. De weerstand tegen de verandering in die informatie, ervaren wij als zwaartekracht. Als een massa zwaar lijkt, komt dat doordat het universum zich verzet tegen het verplaatsen ervan, doordat daarbij informatie moet worden verplaatst. Op dat ogenblik treedt de emergente zwaartekracht op.
De informatie zit opgeslagen in de structuur van de ruimtetijd. Een verandering van informatie is een verandering van energie. Volgens Einstein zijn energie en massa inwisselbaar. Er kan daardoor ook massa ontstaan uit die informatie. Vanuit chaos ontstaat daardoor ordening en daar omheen lege, informatieloze ruimte.
Door de herschikking van de informatie, ontstaat er een spanning in de lege ruimte die zorgt voor een extra kracht, een soort elastische zwaartekracht, die zich uitstrekt tot de rand van de lege ruimte. Deze kracht komt bovenop de zwaartekracht die door de gravitatiewetten van Einstein wordt beschreven.
De formule die de emergente zwaartekrachttheorie beschrijft is door natuurkundigen getest en juist bevonden.
terug naar de Inhoud
Deze tekst gezien vanuit het geestkundige standpunt
1. Emergent
Erik Verlindes 'emergente' zwaartekrachttheorie is een aanpassing van de zwaartekrachtswetten van Newton en Einstein.
[Emergent betekent: spontaan optredend, spontaan te voorschijn tredend. Een emergente kwaliteit of emergent gedrag is het gevolg van toegenomen complexiteit, wanneer verschillende elementen of processen tot een groter geheel worden verbonden. De emergente kwaliteit of het emergente gedrag is dan een kwaliteit van het nieuwe object of de nieuwe groep, die niet of in mindere mate aanwezig is bij een van de afzondelijke elementen. (bron: encyclo.nl)
Waardoor trekken twee massa's elkaar aan? Bij Verlinde gaat het om de veranderingen in de informatieverdeling in het heelal. Uit die verandering treedt een 'emergente' zwaartekracht tevoorschijn. Deze wordt bijvoorbeeld zichtbaar bij twee naast elkaar liggende schepen die naar elkaar toe drijven, doordat aan de buitenzijde van de schepen meer watermoleculen door de Brownse beweging tegen de scheepswand duwen dan aan de binnenzijde tussen de schepen.
Bij de aarde en de maan gaat het om een verschil in informatiedichtheid, die aan de buitenzijde groter is. In het gebied tussen aarde en maan treedt daardoor een spanningsverschil op: de zwaartekracht.]
2. Einsteins zwaartekrachttheorie
Volgens de zwaartekrachttheorie van Einstein kromt een massa de ruimtetijd en binnen die kromming beweegt de aarde in een baan rondom de zon, zolang de aarde snelheid houdt. Einsteins zwaartekrachttheorie werkt echter niet overal even goed, bijvoorbeeld aan de randen van draaiende sterrenstelsels, waar het lijkt alsof daar te weinig massa en energie aanwezig is; en daarnaast dijt het heelal sneller uit dan met de hoeveelheid aanwezige materie kan worden verklaard.
3. Energie en informatie
Verlindes emergente zwaartekrachttheorie lost dit probleem op. Bij Verlindes zwaartekrachttheorie gaat het niet alleen om energie (en de daarmee samenhangende massa, Einsteins E=mc²), maar evengoed om informatie: I=E=mc².
[Einstein werkt met energie: E=mc² en Verlinde haalt de informatie als gelijkwaardig verschijnsel erbij: I=mc² … waardoor hier de geest als de bewuste levenskracht in beeld komt!
Want in de geest hangt informatie (kennis) samen met bewustzijn en energie met (wils)kracht. Deze eigenschappen van Gods geest, die de alomtegenwoordige, bewuste levenskracht is, komen vanuit de geestelijke wereld in het stoffelijke heelal als de verschijnselen informatie en energie tot uitdrukking.
Ook hier geldt weer de oude hermetische spreuk: 'Zo boven, zo beneden'.
Het woord 'informatie' komt van het Latijnse 'informare': vormgeven, vormen. Die vormgeving hangt samen met het geestelijke licht en de geestelijke warmte binnen de geest. Het licht en de warmte zijn in de geestelijke wereld ervaarbaar in twee toestanden: in een doordringbáre toestand, waarin dat licht en die warmte vormbaar zijn, en in een doordríngende toestand, die samenhangt met het zelfscheppende, zelfvormende vermogen van de geest; de geest geeft - in de ruimte van zichzelf - zélf vorm aan het innerlijke licht, waardoor er in de geest lichtbeelden, denkbeelden ontstaan.
In die zin hangt 'informatie' samen met zowel het vermogen om waar te nemen en te denken: waarnemen is vormbaar licht dat met kennis samenhangt en denken is de begripsvorming die ontstaat door de lichtbeelden van die kennis te behandelen en te vergelijken met andere ervaringen en kennis, en zo nieuwe denkbeelden te vormen.
Informatie en energie zijn twee verschijnselen die de uitdrukkingen zijn van de geest als 'bewuste kracht'. Het woord 'energie' hangt samen met het Griekse 'en ergon': in beweging, in werking, wat de eigenschap is van een werkzame kracht. Door iets waar te nemen wordt de géést zich ervan bewúst en raakt daardoor in een tóestand van bewustzijn (de geest is 'geïnformeerd'), door vervolgens met die kennis iets te willen doen, is de geest een willende krácht (energie).
Doordat informatie en energie binnen de geest volkomen met elkaar samenhangen, is datzelfde het geval in het heelal: Verlindes E=I.]
4. De ruimte gevuld met informatie
De lege ruimte is volgens Verlinde niet leeg, maar gevuld met informatie in de vorm van 'bits': nullen en enen, die steeds omwisselen, wat geldt voor het hele universum. Deze informatie is er altijd al geweest en zal ook altijd blijven bestaan.
[De hier zichtbare ruimte van het heelal is een geschapen ruimte binnen de goddelijke algeest. Die ruimte is een algeestverdichting en wordt daardoor geheel door de algeest doordrongen, met andere woorden door bewustzijn en kracht, door informatie en energie.
Een ruimte die gevuld is met informatie, die er altijd al is geweest en ook altijd zal blijven bestaan, is in feite ... de aloude ether! En die is een uitdrukking van de goddelijke algeest, die alomtegenwoordig is. Het woord 'ether' komt namelijk van het Griekse 'aither' met de betekenis: hemelstreek, m.a.w. de geestelijke wereld.]
5. Het heelal als hologram
Het heelal is vergelijkbaar met een hologram. De informatie voor vorming van een hologrambeeld komt uit een ándere bron; zo is ook alle informatie in het heelal op een ándere plaats gecodeerd.
[De goddelijke algeest is de denkende en voelende geest op de achtergrond, die de bron is van het stoffelijke heelal. De goddelijke algeest is de bron van alle informatie die in het heelal is te vinden; en is ook de bron van de energie, de kracht die aan die informatie vorm geeft.
De vergelijking met het hologram komt ook overeen met de Ideeënleer van Plato en met diens beeld van 'de mens in de grot'. In de geestelijke wereld bestaan de Ideeën als de voorbeelden, de bron, waarnaar de vormen in het stoffelijke heelal zijn gevormd; wij zien hier alleen die stoffelijke vormen.]
6. Informatie als 'bits'
Volgens Verlinde is zwaartekracht geen op zichzelf staande kracht zoals bijvoorbeeld de elektromagnetische kracht of de kernkrachten, maar het gevolg van de wisselwerking tussen deeltjes … ook tussen informatiedeeltjes (bits). Informatie speelt in het heelal een even grote rol als energie en materie. Vandaar de aanvulling op E=mc² in de vorm van: I=E=mc², waarbij 'I' staat voor informatie.
De informatie van alle materie in ons universum ligt niet alleen besloten op, maar ook in een theoretische bol. Zodra materie wordt verplaatst, verandert ook de dichtheid van informatie in en op de bol.
[In die lege ruimte denkt de algeest als de bron vormen door het vormen van denkbeelden; uit de algeest als bron ontstaan daardoor in de ruimte van het stoffelijke heelal de hier aanwezige vormen.
De theoretische bol met daarop en daarin de informatie, komt overeen met het oude begrip 'ether'.]
7. Verlindes zwaartekracht
Van deze verandering van informatie is zwaartekracht een gevolg. In plaats van een kracht is de neiging van massa's om naar elkaar toe te bewegen een soort druk die ontstaat, doordat bij het verplaatsen van die massa's informatie van het hele heelal wordt veranderd. De weerstand tegen de verandering in die informatie, ervaren wij als zwaartekracht.
Als een massa zwaar lijkt, komt dat doordat het universum zich verzet tegen het verplaatsen ervan, doordat daarbij informatie moet worden verplaatst. Op dat ogenblik treedt de emergente, dus niet fundamentele zwaartekracht op.
[In de emergente zwaartekrachttheorie van Verlinde is de zwaartekracht een bijverschijnsel van de informatie die beschrijft waar alle materie in het heelal zich bevindt. Bij de uitleg van zijn theorie maakt Verlinde gebruik van een abstract, wiskundig begrip uit de mechanica, de 'faseruimte'.
De faseruimte is een meerdimensionale ruimte waarvan elk punt een combinatie van posities en snelheden voor alle vrijheidsgraden van beweging voorstelt. De faseruimte is de denkbeeldige verzamelplaats voor de oneindige veelheid van mogelijke bewegingstoestanden - van informatie daarover, waaronder de zwaartekracht - in een bewegend systeem zoals het heelal, waarvan het zichtbare heelal slechts een deel van de mogelijkheden weergeeft.
In de Oudheid was het de ether als het vijfde element, dat zich onzichtbaar boven de vier overige elementen bevond en dat de aanzet gaf tot ordening en beweging van de dode stof in de kosmos, die met die vier elementen was opgebouwd. Het is de eeuwige, onbewogen beweger van Aristoletes die alles in gang zet ... en zo bevinden zich nu alle mogelijkheden om iets in beweging te zetten in de 'abstracte' (van de zichtbare werkelijkheid 'afgetrokken') meerdimensionale wereld van de faseruimte in de mechanica.]
8. De informatie zit opgeslagen in de structuur van de ruimtetijd.
[Het woord 'structuur' komt van het Latijnse 'struere': opstapelen, bouwen. Een structuur is een vorm die met behulp van bouwstenen is gevormd. In dit geval gaat het om bouwstenen in de vorm van gedachten, die onderdelen zijn van de denkbeelden (of ideeën: ook informatie genoemd) waarmee God de stoffelijke schepping vorm gaf. Deze 'structuur van de ruimtetijd' komt overeen met het aloude begrip van de ether.]
9. Verdichting van informatie tot massa
Een verandering van informatie is een verandering van energie. Volgens Einstein zijn energie en massa inwisselbaar. Er kan daardoor massa ontstaan uit die informatie. Vanuit chaos [de nog niet samengevoegde bouwstenen] ontstaat daardoor ordening [de bouwstenen tot een bepaalde vorm geordend. De algeest schept (door energie, kracht) door de informatie (een stoffelijke) vorm te geven.] en om die ordening heen lege, informatieloze ruimte.
Door de herschikking van de informatie, ontstaat er een spanning in de lege ruimte die zorgt voor een extra kracht, een soort elastische zwaartekracht, die zich uitstrekt tot de rand van de lege ruimte.
Deze kracht komt bovenop de zwaartekracht die door de gravitatiewetten van Einstein wordt beschreven.
[10. Schepping door verdichting
De laatste twee alinea's beschrijven een nauwkeurig beeld van de verdichting die binnen de goddelijke algeest optreedt, als die door te denken en uit liefde de menselijke geest binnen zichzelf laat ontstaan. Doordat er sprake is van een verdichting door de algeest binnen zichzelf, is er een naadloze overgang tussen de algeest en diens algeestverdichting, de algeestvonk, de menselijke geest; maar door de verdunning die tegelijkertijd daar omheen optreedt, is er ook een zekere afgescheidenheid van de menselijke geest van God.
Die verbindende overgang wordt hier aangegeven als de emergente zwaartekracht die is voortgekomen uit de verandering die de informatieverdeling, in de vorm van de bits, heeft ondergaan binnen de algeest: het is Gods liefde!]
Literatuur:
Erik Verlinde, De zwaartekracht ontkracht; Kennislink 05-02-2010
De Volkskrant, Martijn van Calmthout; 8 november 2016
On the Origin of Gravity and the Laws of Newton, Erik Verlinde; Institute for Theoretical Physics University of Amsterdam (pdf) (Verlinde heeft de wetten van Newton wiskundig afgeleid met de snaartheorie vanuit kwantummechanische inzichten. Dit zou kunnen betekenen, dat de wetten van Newton geen elementaire wetten zijn, maar een effect van dieper gelegen, kwantummechanische oorzaken.)
Nieuwe theorie van Nederlandse hoogleraar maakt donkere materie overbodig; Scientias 8-11-2016
Erik Verlinde, De boekhouder van het heelal; Noorderlicht, 19-11-2015
Donkere materie én energie opgelost met één theorie; NEMO Kennislink, 14-09-2015
The Quantum Universe, Emergente zwaartekracht en het donkere heelal; Universiteit van Amsterdam
The Quantum Universe, Dossier: Faseruimte; Universiteit van Amsterdam
Freek van Leeuwen, Geestkunde, Boekenplan, 2010
terug naar de Inhoud
terug naar de tijdschriftartikelen
^