Woorden van Boeddha - Met het volledige Dhammapada

Vertaling J.A. Blok, Ankh Hermes 1971
(Opmerkingen tussen haakjes zijn van mij, Freek)

Inhoud

Dhammapada
Verzamelde uitspraken van Boeddha
De formule van de afhankelijke medevoortbrenging
De vier edele waarheden

Dhammapada


Siddharta Sakyamuni
de Boeddha (de Wetende)
zijn hoofdtooi verbeeldt
geestelijke uitstraling
houtsnijwerk uit Sri Lanka
5. Haat eindigt nooit door haat, haat eindigt door liefde, dat is de eeuwige wet.
7. Die enkel voor genietingen leeft, met de zinnen onbedwongen, onmatig in zijn voedsel, hem zal de verzoeker (Mara) zekerlijk overwinnen.
16. De goede geniet in deze wereld en geniet in de volgende.
18. De goede is blij in deze wereld en is blij in de volgende.
19. De onnadenkende, die veel weet aan te halen uit de wet, maar die de wet niet doet, heeft aan het samanaschap geen deel.
21. Die bezonnen zijn, sterven niet, die onbezonnen zijn, zijn reeds gestorven.
62. De mens is niet van zichzelf.
66. Dwazen zonder begrip hebben zichzelf tot ergste vijand.
74. De begeerte en trots van de dwaas nemen toe.
77. De wijze wordt bemind door de goeden, door de slechten zal hij worden gehaat.
80. Wijzen vormen zichzelf.
De goden zelfs benijden hen, wier zinnen onderworpen zijn als door de voerman wel bedwongen paarden, die vrij van trots (heerszucht) en van begeerten (hebzucht) zijn.
95. Iemand, die zijn plicht doet, is lijdzaam als de aarde.
97. Die het ongeschapene kent en het geschapene te niet doet, die alle banden heeft verscheurd en alle begeerten terzijde gesteld, die is de grootste onder de mensen.
104. Zichzelf overwonnen te hebben, is beter dan alle anderen te overwinnen.
129. Alle wezens schuwen kwelling, alle wezens vrezen de dood. Stel u in hun plaats en dood niet noch veroorzaak doodslag.
145. Deugdelijke mensen vormen zichzelf.
146. Zoekt gij geen licht, gij die omringd zijt van duisternis?
153. ... ik zoek hem, die dit huis bouwt.
154. ... de geest, het vormloze naderend, is gekomen tot uitblussing van begeerte.
158. Laat ieder eerst zichzelf opvoeden.
160. Het zelf slechts is heer van het zelf.
165. ... niemand anders kan verlosser zijn.
184. Ontwaakten noemen geduld de hoogste ascese, lijdzaamheid het hoogste nirvana.
186. Daar is geen bevrediging voor begeerte. Begeerte geeft korte vreugde en veroorzaakt smart.
201. Overwinning kweekt haat, want de overwonne is ongelukkig.
203. ... de levenswil is het ergste kwaad.
210. Niet te hebben wat begeerlijk is, is lijden en te hebben wat niet begeerlijk is, is lijden.
211. Laat men daarom niets liefhebben. Zij die niets liefhebben en niets haten, hebben geen banden.
223. Laat de mens toorn overwinnen door zachtheid, kwaad overwinnen door goed.
236. Licht nu als lamp voor uzelf; ontbrandt snel en wees wijs.
243. Onwetendheid is de grootste vlek.
252. De fout van anderen wordt licht gezien, maar die van zichzelf is moeilijk te zien.
254. De wereld vermeit zich in waan.
276. Aan uzelf is de inspanning.
285. Roei de zelfzucht uit met eigen hand.
287. Wiens zinnen gebonden zijn aan vrouw en kinderen, huis en hof, dien overvalt de dood.
291. Wie door anderen leed aan te doen genot wil bereiken voor zichzelf die zal nimmer vrijkomen van haat.
310. Laat niemand verlangen naar zijns naasten vrouw.
321. De getemde is de beste onder de mensen.
334. De dorst van de gedachteloze groeit als een woekerplant.
355. Rijkdom brengt de dwaas ten onder.
356. De mensheid word bedorven door hartstocht.
369. Ledig uw boot, ledig vaart zij sneller. Ledig van hartstocht en haat zult gij komen tot nirvana.
379. Wek uzelf op door uzelf, reinig uzelf door uzelf.
380. Het zelf slechts is heer van het zelf. Tem uzelf zoals men een edel paard beteugelt.
384. Als een Brahmaan de tweevoudigheid heeft overwonnen ... .
394. Binnen in u is wildernis, de buitenkant maakt gij schoon.
383. Sluit de stroom moedig, drijf de begeerten uit. Als gij de ondergang kent van al het geschapene, zult ge het ongeschapene kennen.

terug naar de Inhoud

Verzamelde uitspraken van Boeddha

Elk ding is vergankelijk en niets is blijvend.
De onsterfelijkheid is verborgen in het vergankelijke.
Alles wat samengevoegd is, zal weer ontbonden worden, maar de natuurwetten der waarheid, die alle samenvoeging en ontbinding bepalen, blijven tot in eeuwigheid.
De waarheid is het onsterfelijke deel van de geest.
De waarheid is het beeld van het eeuwige.
Boeddha is waarheid, laat waarheid wonen in uw hart.
Datgene in uw ziel, dat zich niet kan of niet wil ontwikkelen tot Boeddha, moet vergaan, want het is slechts waan en onwezenlijk; het is de bron van uw dwaling; het is de oorzaak van uw ellende.
Het zelf is de oorzaak van zelfzucht en de bron van zonde.
De waarheid behoort niet tot de ikheid; zij is algemeen en leidt tot recht en gerechtigheid.
Zoek niet uw zelf, maar zoek de waarheid.
De uitdoving van het zelf is de verlossing, het is de voorwaarde tot verlichting, is nirvana.
Zoek uw toevlucht in dat, wat onveranderlijk is in de wisselingen van het bestaan.
De waarheid is het blijvende in het veranderlijke.
De waarheid verlangt aan het licht te komen, de waarheid verlangt bewust te worden, de waarheid tracht zichzelf te kennen.
Het zelfbewustzijn verduistert de ogen van de geest en verbergt de waarheid. Het is de kiem der zonde.
Het zelf brengt zelfzucht voort. Er is geen kwaad buiten dat, wat gedaan wordt door vast te houden aan het zelf.
Het zelf is Mara, de verzoeker, de boze, de schepper van het kwaad. Het zelf lokt met genot, het is de sluier van Maya, de verleidelijke.
Wie tot belichaming der waarheid is geworden, heeft zijn doel vervuld en is zelf één geworden met de waarheid.
De zelfzucht verblindt de schepselen en zij blijven gehecht.
De onwetendheid is de wortel van alle kwaad. De oorzaak van smart is de begeerte. Het zelf is een vluchtige dwaling, het is persoonlijke afgezonderdheid en de zelfzucht die haat en nijd verwekt.
Het bestaan van het zelf is een waan ... alle kwaad vloeit voort uit het vasthouden aan het zelf.

De universele geest en nirvana zijn één.
Als het hart bevrijd is van hartstocht, als het hoofd bevrijd is van vooroordeel, als alle ervaringen hun ik-karakter verloren hebben ... wordt het gelaat van de universele geest zichtbaar. (Jes. 59:2, 58:8)
De Boeddha's brengen het nirvana niet langer met zichzelf in verband.
De Boeddha leeft niet langer zichzelf, maar het universeel geworden leven van de nieuwe mens. (Gal. 2:20)
Het nirvana van de nieuwe mens is daar, waar het ik-besef doorzien is; daar worden niet langer de dualismen van de onderscheiding gekoesterd; daar is geen gehechtheid meer aan uiterlijke dingen.
Nirvana is daar, waar het denken met al zijn onderscheidingen, gehechtheden, afkeur en ego?sme voorgoed verdwenen is.
Nirvana is daar , waar de deernis voor anderen alle zelfzuchtige gedachten te buiten gaat.
Nirvana is volmaakte liefde voor allen.

Lu tse. Indien ge uw hart op één punt vastlegt, dan is geen ding u onmogelijk (Boeddha).
Lu tse. Het vergankelijke is de verwekker van het bewuste (Boeddha).

terug naar de Inhoud

De formule van de afhankelijke medevoortbrenging

Uit onwetendheid (onbewustheid) ontstaat onderscheiding, uit onderscheiding bewustzijn (ik-bewustzijn), uit bewustzijn naam-en-vorm, uit naam-en-vorm de zes verbindingen (vereenzelviging), uit de zes verbindingen aanraking, uit aanraking aandoeningen (gehechtheid), uit aandoening dorst (begeerte), uit dorst hechten, uit hechten worden, uit worden geboorte, uit geboorte ouderdom en dood, smart, klagen, leed, bekommernis en vertwijfeling. (Boeddha)

terug naar de Inhoud

De vier edele waarheden

1. Het bestaan is lijden.
2. Het lijden heeft een oorzaak.
3. De oorzaak kan worden opgeheven.
4. De weg om het lijden op te heffen is het achtvoudige pad: 1. juist waakzaamheid, de aandacht moet worden beheerst (waarnemen); 2. juist verstaan, het juiste inzicht is nodig (denken); 3. juist besluiten (denken en voelen) en 4. juist spreken (denken); 5. juist doen, het zedelijke gedrag tegenover mens en dier (voelen); 6. juist leven (eerbaar beroep, willen); 7. juist streven, het beheersen van de wilskracht en 8. juist mediteren.


terug naar Jezus, 11. Jezus' leer is de leer van een joodse rabbi

terug naar het literatuuroverzicht







^