Antony Fernando - De grote wereldreligies
en de twee vormen van elke religieGammadelta, extra uitgave nr. 1, febr. 2016
Tijdschrift van Stichting Teilhard de Chardin
Een inleiding in het hindoeïsme, boeddhisme, judaïsme, christendom en de islam voor al diegenen, die naast hun eigen religie die van anderen willen leren kennen om te komen tot een beter begrip in dezen van elkaar en daarmee een vreedzamer menselijke samenleving te bevorderen. De studie sluit af met een toelichting op de twee manieren, waarop elke religie in de praktijk kan worden gebracht en vandaag de dag kan worden uitgedragen.
Antony Fernando
Inhoud
Voorwoord
Deel I Het hindoeïsme
1. Oosprong en grondbeginselen van het hindoeïsme
2. De heilige teksten van het hindoeïsme
3. Goden en godinnen in het hindoeïsme
4. Het hindoeïsme thans
Deel II Het boeddhisme
1. Een religie met verschil
2. Het leven en de persoon van de Boeddha
3. De preek van de vier edele waarheden
4. Het achtvoudige pad
Deel III Het christendom (met het judaïsme)
1. Het christendom vandaag en in het begin
2. Het judaïsme, moederreligie van het christendom
3. Het Nieuwe Testament, wonderverhalen in de evangeliën
4. Het leven en de leer van Jezus
5. Paulus, de verkondiger van een multiraciaal christendom
Deel IV De islam
1. Mohammed, de grondlegger van de islam
2. De Koran (al-qur an), de heilige tekst van de moslims
3. De religieuze plichten van moslims, de vijf Zuilen van de islam
Deel V De twee vormen van elke religie
1. De twee betekenissen van het woord 'religie'
2. Groepsreligie, volwassen religie
3. De praktische toepassing en de verbreiding van religie - twee vormen
Voorwoord door Antony Fernando
De waarde van het kennen van de religies van anderen
De titel van dit boek 'De grote wereldreligies - en de twee vormen van elke religie' kan velen wellicht vreemd en zelfs verwarrend in de oren klinken. Dat komt niet door de inhoud van het boek. Het boek bevat slechts een korte uiteenzetting over vijf religies tesamen met een afsluitende opmerking over de twee betekenissen van het woord 'religie'. De religies die voor de discussie zijn uitgekozen, zijn precies die, waarover vandaag de dag het meest wordt gesproken, t.w. hindoeïsme, boeddhisme, judaïsme, christendom en islam.
Maar wat verwarring zou kunnen stichten is niet de inhoud van het boek, maar zijn de lezers voor wie het is bedoeld. Wat hen zo bijzonder maakt, is dat zij, terwijl ze één religie aanhangen, een diepe belangstelling tonen voor de religies van anderen en deze willen leren kennen. Waar dit boek van uitgaat, is, dat zulke gelovigen thans in elk van de religies overal te vinden zijn en dat, hoe verbazingwekkend dit ook mag klinken, zelfs tussen theologen van die religies.
De ruimdenkende gelovigen voor wie dit boek is bedoeld, bevinden zich tussen twee groepen, die vasthouden aan twee geheel verschillende en zelfs compleet tegengestelde standpunten inzake religie. Enerzijds zijn dat de traditionalisten, anderzijds de rationalisten. Gezien hun houding tegenover religie staan deze groepen polair tegenover elkaar. De ene is sterk verbonden met de geïnstitutionaliseerde vorm en de andere verwerpt de religie totaal. Maar op één punt zijn zij nauw met elkaar verbonden.
Beide zijn ze niet in staat om de symbolische oftewel beeldende taal te begrijpen, waarin de geloofswaarheden worden uitgedrukt. Vandaar dat zij niet bij machte zijn een onderscheid te maken tussen het uiterlijke, mythische beeld en de diepe onderliggende spirituele realiteit. Traditionalisten houden het mythische beeld voor de onomstotelijke waarheid, die iedereen binnen het instituut verplicht moet belijden. Rationalisten, die de openbaringskracht van inzicht ontkennen en de rede als enige bron van kennis beschouwen, verwerpen zowel het beeld als de werkelijkheid en spoelen daarbij als het ware het kind met het badwater weg.
Als ruimdenkende gelovigen hun blik op andere religies richten, dan is het hoofdzakelijk om te ontdekken of deze religies hen zouden kunnen helpen om een beter begrip te krijgen van de essentie van het geloof. Van de talloze vragen die tegenwoordig over religie worden gesteld, zijn er twee waarop zij het antwoord willen vinden.
De ene houdt verband met het persoonlijke geloof in de vorm van spiritualiteit en hun vraag daarover luidt als volgt: "Wat is het niveau van spiritualiteit of de vorm van bevrijding, die gelovigen wenselijk achten voor de mens om te bereiken?"
De andere vraag heeft betrekking op religie van de geïnstitutionaliseerde vorm en die luidt: "Wat is de functie van religie in de geïnstitutionaliseerde en doorgaans gepolitiseerde vorm?
Het is waar dat religie in deze vorm stabiliteit geeft aan raciaal of nationaal onderscheiden groeperingen van de maatschappij. Maar plaveit deze vorm van religie niet tevens de weg voor etnische conflicten?
Persoonlijk geloof
Met betrekking tot de vraag inzake persoonlijk geloof bestaat er niet de minste twijfel over, dat het de voornaamste taak van een religie is, om de mensen de ogen te openen voor de dieperliggende realiteit van het leven. Die realiteit is jammergenoeg fysiek ondoorgrondelijk, daar ze buiten het kader van de zintuiglijke waarnemingen valt. Wat blijft vaststaan is, dat een mens in zijn bestaan twee niveaus kent. Het ene is van deze aarde, fysiek en zichtbaar. Het andere is bovenaards, spiritueel en onzichtbaar. Het ene is vergankelijk, het andere eeuwig. De primaire taak van religie is het, om een licht te werpen op dat mysterie.
Het zal natuurlijk niet gemakkelijk zijn om de beeldtaal te verstaan, die eigen is aan elke religie. Maar als datgene wat die taal suggereert, al is het maar tot op zekere hoogte, zou worden begrepen, zal iedereen zien dat de verschillende godsdiensten in de wereld niet tegengesteld zijn aan elkaar. Ze zijn complementair, d.w.z. ze vullen elkaar aan.
Zoals er bijvoorbeeld in beelden door alle religies op wordt gezinspeeld, is het leven van iemand niet beperkt tot de 60 a 70 jaar, die hij of zij van de wieg tot het graf op aarde doorbrengt. Het leven heeft er een eeuwige dimensie bij. De dood is niet een eindstadium of betekent niet vernietiging. Voor hen die achterblijven, mag het een einde lijken; maar voor degene die de aarde verlaat, is de dood een aangename bevrijding en een toegang tot een hoger leven. Het leven gaat altijd vooruit zoals van de kinderjaren tot de volwassenheid en nooit achterwaarts, als van de volwassenheid naar de kindertijd. De woorden die gebruikt worden om die eeuwigheid als stadium van het leven uit te drukken, verschillen van religie tot religie, maar alle verwijzen naar deze eeuwige dimensie. Enkele van de termen en uitdrukkingen die gebruikt worden zijn: wedergeboorte, moksha, nirvana, Koninkrijk van God, het leven na het gerechterlijke vonnis en de opstanding.
Volgens het hindoeïsme kan een mens zijn goddelijk bestaan al op aarde beginnen door in verbinding met de Atman, de ziel van de God Brahman, te leven. Volgens het christendom moet men om christen te zijn dat eeuwige (verrezen) leven - nu net als Jezus die daardoor gedreven werd - beginnen vanuit de Geest van de Almachtige God.
Verder zijn hedendaagse boeddhistische schrijvers van mening, dat er in de dood geen pijn heerst. Pijn mag zijn oorzaak vinden in ziekte die aan de dood voorafgaat, maar op zich is de dood een pijnloze gebeurtenis.
Enkelen blijven erbij, dat het concept van een eeuwige hel niet erg klopt met de notie van een levenverruimende wedergeboorte, nirvana of moksha. De eeuwige hel zou weleens heel goed een truc van politieke geloofspredikanten kunnen zijn, om te verhinderen dat burgers zich aan het begaan van misdaden schuldig zouden maken.
Over het geheel genomen is de positie van alle religies duidelijk. Zij houden eraan vast dat het aardse bestaan niet alles is, wat aan een mens is geschonken. Het leven van een mens is evenzeer aards als bovenaards. Om te begrijpen wat het leven in zijn bovenaardse of goddelijke vorm inhoudt, dienen gelovigen een voorbeeld te nemen aan de grote wijze mannen, die hun religies hebben gesticht. Naar deze wijzen wordt op diverse manieren in de verschillende godsdiensten verwezen. Zij worden Rishi's, Sadhu's, Boeddha's, Bodhisatva's, Verlossers, Messiassen, Christussen, Profeten en Soefi's genoemd.
Zij zijn ongetwijfeld allen menselijke wezens, maar het zijn wel mensen, wier geest tot op het hoogste niveau verlicht werd. Hoe zij deze visionaire kracht hebben verworven, wordt op verschillende manieren beschreven. In sommige religieuze tradities worden zij als individuen getoond, die op steile berghellingen met God hebben gesproken. In andere worden zij voorgesteld als individuen die door engelen uit de hemel werden bezocht om instructies aan hen te geven. Weer andere hebben hun status door meditatie bereikt krachtens hun eigen supra-rationele inzicht.
Vanwege het verheven leefniveau dat zulke wijzen hebben bereikt en de bevrijdende boodschappen, die zij hebben verkondigd aan hun volgelingen, werden zij innig vereerd. Al naar gelang de verschillende culturen zijn zij vergoddelijkt en op de troon gezet als wezens, die niet te overtreffen zijn. Mensen, die de goddelijke staat willen verkrijgen, hebben geen andere mogelijkheid dan deze wijzen na te volgen en de plichten te vervullen, die zij als stappen voor het bereiken van de goddelijkheid hebben voorgeschreven. Van de talrijke aanbevolen stappen staat er een in het middelpunt van alle godsdiensten. Dat is de onzelfzuchtigheid en onbaatzuchtige aandacht voor alle behoeftigen, ongeacht hun sociale klasse, huidskleur en geloofsovertuiging.
De geïnstitutionaliseerde godsdienst
Want met betrekking tot de vraag over de geïnstitutionaliseerde vorm van religie bestaat er niet de geringste twijfel over, dat iedere mens verplicht is zijn of haar spiritualiteit tijdens zijn leven te ontwikkelen binnen een naar cultuur onderscheiden en politiek bepaalde gemeenschap. Dit is omdat niemand op aarde alleen kan leven of is voorbestemd om alleen te leven.
Iedereen komt uit de moederschoot op aarde. Iedereen met ouders behoort tot een gezin. Het gezinsleven is van levensbelang voor het fysieke overleven van iemand. En voor zijn eigen overleven heeft het gezin de stam, het volk, de staat nodig. En elke gemeenschap in een vorm zoals de stam, het volk of de staat is verbonden met een geïnstitutionaliseerde religie.
We moeten natuurlijk niet vergeten dat religies, die worden aangeduid met namen als hindoeïsme, boeddhisme, judaïsme, christendom en islam zowel een uiterlijk zichtbare institutionele kant hebben en een niet zo uiterlijk zichtbare, spirituele kant.
Geen van de geïnstitutionaliseerde religies wordt daarnaast in een enkele vorm aangetroffen. Wat we thans tegenkomen zijn verschillende versies, takken en denominaties van deze religies. Elke gevestigde godsdienst of denominatie is opgehangen rond een waslijst aan overtuigingen om gezamenlijk te belijden en een serie rituelen om eensgezind uit te voeren. De overtuigingen en rituelen zijn ervoor bedoeld om alle leden nauw met elkaar te verbinden.
Het bestuur van de gemeenschap is voor wat betreft religieuze kwesties in handen van religieuze leiders. Maar aangezien een religieuze gemeenschap niet kan worden gescheiden van de burgerlijke gemeenschap, kan een geloofsgemeenschap er niet aan ontkomen, dat ze eveneens door politieke leiders van een maatschappij wordt gecontroleerd.
In hun communitaire vorm zijn de godsdienst en de politiek zo nauw met elkaar verbonden, dat de religie van de koning eerder vaker dan niet de godsdienst van het volk in de staat bepaalt. Als de ene staat de andere inneemt, wordt de godsdienst van de overwinnaar automatisch de godsdienst van het overwonnen volk.
Het is geen gemakkelijke opgave voor iedereen om de politieke kant van religie te analyseren. Kennis van theologie alleen is daarvoor niet voldoende. Een goede kennis van politieke wetenschappen en eveneens van sociale psychologie, zou weleens belangrijker kunnen zijn. Naar veler inzicht is het niet zozeer de religie, die achter godsdienstoorlogen zit, maar veeleer honger naar macht. Alles, wat we kunnen zeggen als we louter en alleen naar het verleden kijken, is, dat er bij bepaalde politieke regimes vrede en harmonie hebben geheerst. Maar bij andere hebben in zowel de religieuze als de burgelijke bevolkingsgroep onenigheden en conflicten welig getierd.
De kennis van religies
Het is lastig om de mate van de verlichting te meten, die de kennis van andere religies kan verschaffen aan een gelovige, die onbevooroordeeld zoekt. Maar er bestaat niet de geringste twijfel aan, dat zij door hun openheid voor andere godsdiensten en bovendien naar alle andere mensen toe - ongeacht hun sociale status, huidskleur en levensbeschouwing - meer van het werkelijke leven zullen ontdekken dan geïnstitutionaliseerde traditionalisten en rationalisten, die elke vorm van inzicht negeren. Zij zullen verder zien, en dat zeer helder, welke van de twee versies bevorderlijker is voor hun persoonlijke verlossing.
Geen enkele religie, zoals het hindoeïsme, boeddhisme, judaïsme, christendom of de islam, gezien in haar cultureel en politiek bepaalde geïnstitutionaliseerde vonn, kan voorkomen, dat mensen worden onderscheiden naar huidskleur, sociale status en geloofsopvatting. Maar dezelfde godsdiensten zouden - in hun op persoonlijke en spirituele ontwikkeling gerichte vorm - mensen van iedere huidskleur, sociale status en levensbeschouwing dichter bij elkaar kunnen brengen, puur op grond van hun menszijn, begiftigd met een bovenaards eeuwig leven. Met dat doel voor ogen hebben wij hier in de analyse van religie de voorkeur gegeven aan religie in de vorm van spiritualiteit.
Over de auteur
De schrijver heeft de graad van doctor in de theologie (behaald in Rome), is gedoctoreerd in het onderwerp 'boeddhistische cultuur' (op Sri Lanka) en heeft een eerstegraadscertificaat 'religieuze vorming' (behaald aan het Katholiek Instituut te Parijs). Hij heeft een studie in boeddhisme gevolgd aan de School voor Hoger Onderwijs te Parijs (l'Ecole des Hautes Etudes a Paris) en aan de faculteit voor boeddhistische studies van de Kalaniya Universiteit.
Hij gaf les in het boeddhisme aan priester-studenten op het christelijk seminarie en in de cultuur van het christendom aan groepen boeddhistische studenten op een openbare universiteit. Hij ontving de 'Internationale Vredesprijs' van het Amerikaanse Biografische Instituut (the American Biographical Institute) voor zijn inspanningen om te komen tot een beter begrip tussen de religies en de volkeren.
Engelse uitgave: ISBN078-955-9036-43-2
Uitgave van 'Intercultural Book Promotors' 21G4 Peramuna Mawatha, Eldeniya, Kadawatha 11850, Sri Lanka.
E-mail: inculture[at]sltnet.lk
Over de vertaler
Als voorzitter van de Stichting Teilhard de Chardin-Nederland (teilharddechardin.nl) ben ik onder de indruk van de wijze, waarop de auteur Antony Fernando in begrijpelijke taal pleit voor de convergentie (d.i. de toenadering tot elkaar) van godsdiensten. Onze Stichting pleit al 22 jaar voor de convergentie van wetenschap en religie op grond van het wetenschappelijk werk van Teilhard de Chardin (1881-1955) over evolutie (Het verschijnsel mens) en over mystiek (Het goddelijk milieu e.a.). Ik hoop, dat dit boek in een tijd, waarin zovelen uit deze geledingen van de maatschappij vaak tegenover elkaar staan, een positieve invloed op een ieder zal hebben.
Henk Hogeboom van Buggenum
terug naar het literatuuroverzicht
terug naar het weblog
^