Anthony Fernando - Het christendom in evolutie
Waar hoor ik bij, waar ga ik voor in onze multi-religieuze samenleving?Eerste Nederlandse druk
Antony Fernando, de auteur van Buddhism Made Plain
1e Nederlandse druk juni 2000
© Alle rechten berusten bij de auteur en voor de Nederlandse vertaling bij:
Stichting Teilhard de Chardin
Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door de Stichting Teilhard de Chardin.
Zij verschijnt als nummer 4 in de reeks extra-GAMMA's
GAMMA is de naam van het tijdschrifi, dat door de Stichting Teilhard de Chardin elke twee maanden wordt uitgegeven.
Oorspronkelijke titel: 'Christian Path to Mental Maturity, how to be Christian in an adult way in today's world of multi-religious traditions and secular trends'
Vertaald in het Nederlands door: drs. A. Borsboom (theoloog)
Joke Even en Henk Hogeboom v. B.
Tekeningen bij de Nederlandse editie: Irene de Wit-Gersie
Inhoud
Voorwoord
Deel I Religie: de noodzakelijke verklaring van het woord
1. Religie: de dubbele betekenis van het woord
2. Religies van onze tijd: Waar je bij hoort of waar je voor gaat
3. Hoe religie kan worden gezien als uiting van volwassenheid
Deel II Het Oude Testament: Het geloof in God als levensvisie
4. De boeken van het Oude Testament (de Hebreeuwse Bijbel)
5. Het godsgeloof in het Oude Testament: een verlichte levenshouding
Deel III De boodschap van het Nieuwe Testament
6. Geschriften van de christenen: het Nieuwe Testament
7. Jezus: het universele karakter van zijn boodschap
8. Religie volgens Jezus
9. Religie volgens Paulus
Deel IV Het christendom in onze tijd
10. De verschillende vormen van het christendom
11. Opvattingen over Jezus Christus
12. Rituelen en vieringen
Deel V Het christen-zijn: een visie om naar te leven
13. Hoe word je vollediger jezelf als mens?
14. Een volwassen levenshouding
15. Wat heeft het christendom ons vandaag nog te zeggen?
Voorwoord
Een boek dat over het christendom gaat of over welke andere godsdienst dan ook, is gewoonlijk bestemd voor de aanhangers ervan. En omdat er talloze christelijke kerkgenootschappen zijn, geldt een boek over het christendom gewoonlijk voor een bijzondere denominatie daarvan. Vandaar dat er boeken zijn, die speciaal zijn bestemd voor rooms-katholieken, voor presbyterianen, voor anglicanen, enz. enz.
Omdat kerkgenootschappen hun verschillen hebben, is het niet zo gemakkelijk een boek over het christendom te vinden dat gebruikt kan worden door leden van alle denominaties. Tegen deze achtergrond denken aan een boek over het christendom dat zich niet alleen richt tot christenen van alle gezindten, maar evenzeer tot hen die het christendom niet aanhangen, is bijna een onmogelijke zaak. Toch - hoe arrogant het misschien ook mag klinken - is dit zo'n boek. Het is een uiteenzetting van het christendom, bedoeld voor mensen van elk geloof en zelfs voor niet-godsdienstigen.
Een boek als dit, bedoeld voor zo'n brede groep lezers, kan niet anders dan een groot aantal vragen bij elk van hen oproepen. Wat kan de zin zijn van zo'n boek? Met welke bedoeling kan het zijn geschreven? Welk nut voor de huidige maatschappij wordt envan verwacht? Christenen zullen bovendien graag willen weten, wat het standpunt van de schrijver met betrekking tot het christendom is en niet-christenen wat zijn houding is ten opzichte van hun godsdienst. Om die reden denk ik dat het goed is de lezer al in het begin duidelijk te maken waarover het boek precies gaat.
Hoe kan ik dit beter doen dan door te vertellen hoe ik ertoe kwam het boek te gaan schrijven. Laat ik allereerst dit zeggen: Ik bedacht het niet vanuit mijn luie stoel. Het boek ontstond als een cursus in het christendom, die ik moest leiden (in zekere zin parallel aan cursussen over andere religies) gedurende bijna twintig jaar aan een vrijzinnige universiteit op Sri Lanka. En als het colleges godsdienst betreft stel je studenten moeilijk tevreden. Van blind geloof moeten zij niets hebben. Zij willen dat wat je over godsdienst vertelt logisch is en met je gezond verstand te volgen; en wat erger is, zij behoren ook nog eens niet allemaal tot hetzelfde kerkgenootschap.
Met studenten voor mij van verschillende christelijke denominaties, van verschillende religieuze tradities en zelfs van filosofische stelsels als het marxisme, zat er voor mij niets anders op dan me opnieuw te bezinnen op het christendom, dat mijn erfgoed is, waarmee ik ben grootgebracht en waarin ik mijn theologische studie heb gedaan. Ik moest die elementen van het christendom naar voren halen die zin en betekenis hebben voor meer dan alleen de aanhangers ervan.
Maar wilde ik ontdekken waarin christendom objectief en universeel genoeg is om met iedereen over van gedachten te wisselen, dan moest ik me voor mijn gevoel, los van het christendom, in het begrip religie zelf verdiepen. Ik moest eerst nagaan wat 'religie' is en waar ze voor staat. Dat onderzoek, waarvan ik de meest belangrijke facetten in het eerste deel van dit boek heb geschetst, heeft mij enorm geholpen. Ik begon erdoor te beseffen, dat religie in twee vormen tot ons komt en wel enerzijds als een instelling die erop uit is de eigen traditie te bewaren, en verder als een systeem van waarden waar iedereen voor de inrichting van zijn of haar leven iets mee kan doen.
In die tweede betekenis ofwel in het levensvormende facet stond religie voor 'het religieuze' en christendom voor 'het christelijke'. Ik koos voor dit facet omdat dit beter aansloot bij wat mijn heterogene gehoor vroeg. Ik was er innerlijk van overtuigd dat een christendom dat door iedereen kon worden gebruikt voor eigen groei, voor mensen van alle christelijke denominaties en van alle religieuze tradities, van evenveel belang zou zijn. Nadat ik beslist had op welk facet van het christendom ik de aandacht zou vestigen, moest ik de geschikte methode zien te vinden om dit naar voren te brengen.
Het was duidelijk dat ik niet kon leunen op de methode die traditioneel wordt gebruikt om een godsdienst aan de gelovigen te presenteren, namelijk de theologie. Theologie is een argumentatiesysteem dat door alle godsdiensten wordt gebruikt om de aanhangers ervan te bewijzen dat hun godsdienstige organisatie de enige ware en juiste is. Theologie als resultaat varieert van godsdienst tot godsdienst en van denominatie tot denominatie. Binnen het christendom zelf verschilt de katholieke theologie van de presbyteriaanse en de presbyteriaanse van de Oosters orthodoxe. Het was duidelijk, dat ik met theologie in het seculiere milieu waarin ik werkte, weinig kon beginnen. Ik moest uitkijken naar een systeem dat alle godsdiensten gelijk behandelde en elke religie gewoon als één van de vele religies in de wereld.
Theologie is vanwege het feit, dat ze wordt bedreven in opdracht van één religie of slechts één denominatie ervan, godsdienstig één-dimensionaal. Dat wil niet zeggen, dat theologie daarmee geen rechtvaardigingsgrond heeft. In een wereld waarin de samenleving is opgedeeld in cultureel verschillende gemeenschappen en elke gemeenschap zijn eigen religieuze traditie heeft, kan een godsdienstig één-dimensionale aanpak antwoord geven op een practische, sociale behoefte van mensen. Maar ze is niet geschikt voor een multi-religieuze klas studenten en voor onderwijs in religie als één van de religies in de wereld. De context die een meer kosmopolitische houding tegenover godsdiensten vereist, zou men 'kosmo-religieus' kunnen noemen.
Een kosmo-religieuze aanpak zou natuurlijk kunnen worden gebruikt om religie vanuit elke gezichtshoek te analyseren. Geleerden van analytische wetenschappen gebruiken haar om religie te analyseren vanuit sociologisch, historisch, antropologisch en fenomenologisch gezichtspunt. In de praktijk echter beperken deze geleerden hun analyses tot zaken die objectief kunnen worden waargenomen en dus tot de hoofdzakelijk materiële dimensie ervan.
Maar zoals iedereen zal toegeven die religie vanuit zijn eigen innerlijk beleeft, er behoort meer tot religie dan wat empirisch zichtbaar en materieel te analyseren is. Er zit een religieuze en spirituele dimensie aan. Zeker, bij het horen van het woord 'spiritualiteit' voelen moderne mensen zich vaak wat ongemakkelijk. Dat is heel begrijpelijk. De meeste boeken over spiritualiteit zijn geschreven door monniken, kluizenaars en meer beschouwelijke types. Daarmee wordt de indruk gewekt dat spiritualiteit of religieusiteit is voorbehouden aan mensen die zich uit de wereld terugtrekken of een celibatair leven leiden.
Maar spiritualiteit gezien als iets dat eigen is aan de mens in optima forma is een gedragspatroon dat binnen het bereik van iedereen ligt en waarnaar iedereen zou moeten streven. Het is helemaal niet nodig je daarvoor uit het normale maatschappelijke leven terug te trekken. Wat een 'spiritueel' mens moet opgeven is niet de 'wereld', maar alleen het 'te wereldse', het 'mondaine'. In gewoon taalgebruik wil 'religieus' of 'spiritueel' niets anders zeggen dan 'geestelijk volgroeid'.
Als er iets in religie is wat mensen tot volledig geestelijke wasdom kan brengen, dan is het wel de visie op het leven en de juiste manier van leven, die zij uitdraagt. Iedere religie heeft zo'n visie. Wat ik zelf moest zoeken en aanbieden was de visie die in het christendom ligt opgesloten. Toen ik mij eemnaal bewust was van het facet van het christendom, dat ik zou moeten tonen, begon zich automatisch - alhoewel stap voor stap - de methode te ontwikkelen, die ervoor vereist was. Ik noem deze methode graag eenvoudigweg 'godsdienstige opvoeding vanuit een visie op het leven'. Ik gebruikte haar zelf in mijn lessen en denk, dat ze bij het onderwijs in de spiritualiteit van elke godsdienst waardevol is.
Het zijn hoofdzakelijk mijn lessen, gebaseerd op deze methode (en waar nodig ingekort en herzien), die ik hier aanbied. Ik kwam op het idee ze in boekvorm uit te brengen, toen ik mij realiseerde dat een openbare universiteit met zijn gemengde bevolking thans in het klein de weerafspiegeling is van de huidige maatschappij. Het maakt niet uit welke godsdienst mensen aanhangen en zelfs niet of ze een godsdienst belijden of niet - vandaag de dag is men geïnteresseerd in religie en op zoek naar meer kennis daaromtrent.
Tegelijkertijd kan ik mijn ogen niet sluiten voor het feit, dat traditionele christenen met een boek als dit problemen zullen hebben, omdat het het christendom gewoon behandelt als één van de wereldgodsdiensten. Zij zullen in enkele interpretaties van de fundamentele punten van het christelijke geloof een verschil zien met de theologische uitleg die zij eraan geven en deze daarom onaanvaardbaar vinden. In hun ogen zal het boek gelovigen van hun kerk verwijderen.
Wat ik hier bedoel met 'traditionele christenen' zijn zij, die bijvoorbeeld uit katholieke, anglicaanse, doopsgezinde of orthodoxe ouders zijn geboren en strikt volgens deze traditie zijn opgegroeid. Zulke christenen voelen zich zo zeker in de beschermende omgeving van hun kerkgemeenschap, waartoe zij vanaf hun geboorte behoren, dat zij er totaal de noodzaak of zin niet van inzien om toenadering te zoeken tot mensen van andere religies of zelfs ook maar van andere christelijke gezindten. Zij zouden schuldgevoelens krijgen als zij zich nauwer met hen zouden verbinden en vooral als zij eraan zouden denken met een van hen te trouwen. Wat hun kennis van het geloof betreft zijn zij tevreden met wat de officiële vertegenwoordigers van hun instituut hun te geloven en te praktizeren voorhouden.
Het is zonder enig gevoel van minachting dat ik hier 'traditionele christenen' en hun sektarische houding tegenover religie vermeld. Ik zou ze niet kunnen minachten zonder mezelf te minachten. Er is een tijd geweest, dat ik mezelf veilig en geborgen voelde in mijn sektarische houding tegenover religie. Ik werd eveneens geboren in een diepgelovig, christelijk gezin, dat behoorde tot een bijzondere denominatie.
Ik hield mij zo stevig vast aan de kerktraditie waarin ik was opgevoed, dat ik niets goeds zag in enige andere godsdienst en geen waarheid behalve in datgene wat de leraren, de kerkelijke leiders en hoogwaardigheidsbekleders van mijn geloof mij vertelden. Voor kennis over religie vertrouwde ik uitsluitend op boeken, die door theologen van mijn eigen denominatie waren geschreven. Gedurende bijna vijftig jaar (ik ben nu 65) stond ik zo tegenover religie.
Gelukkig echter begon ik me, door de omstandigheden verplicht me te verdiepen en bezig te houden met de relatie tussen godsdiensten, uiteindelijk ervan bewust te worden, dat een godsdienst kon worden beleden vanuit de geestesgesteldheid van een kind of vanuit die van een volwassene. Kinderen van 7 of 8 kijken naar de godsdienst zoals zij kijken naar hun familie. Voor hen is er niets dat zo goed of waardevol is als hun familie of hun godsdienst.
Volwassenen zijn anders. Zij houden van hun familie, maar zij weten ook dat de wereld in werkelijkheid uit meer bestaat dan hun familie alleen. Het gedragspatroon, waarvan ik mij al die tijd niet bewust was geweest, begon zich voor mijn geestesoog te openen en ik ontdekte dat, hoewel ik lichamelijk volwassen was geworden, ik het christendom nog beleed met de geestesgesteldheid van een kind. Er was voor mij nergens iets goed en waardevol buiten mijn eigen kerkgenootschap.
Toen ik me daarvan bewust werd, voelde ik dat het tijd voor mij werd een volwassener houding tegenover religie aan te nemen. Deze beslissing verliep aanvankelijk niet zonder innerlijke strijd, aarzeling en vrees. Maar ten slotte was ik blij dat ik nog vanuit dezelfde religieuze traditie met even groot respect kon kijken naar mensen van alle christelijke denominaties, of het nu katholieken, anglicanen of doopsgezinden waren, naar mensen van alle godsdiensten, zowel christenen, hindoes en boeddhisten, en naar mensen van iedere huidskleur, zwart zowel als blank en bruin, want zij waren uiteindelijk allemaal één in hun menselijke hoedanigheid.
Ik weet dat het niet verstandig is om te persoonlijk te zijn in geloofszaken. Maar als ik heb gesproken over een evolutie in mijzelf, dan is het slechts om daarmee uit te drukken, dat ik de aarzelende houding van traditionele christenen begrijp ten opzichte van een boek als dit. Ik twijfel er ernstig aan of ikzelf dit boek zou hebben gelezen als het mij in een eerder stadium van mijn leven in handen was gekomen. Mijn geest was toen namelijk zozeer door het instituut kerk bepaald, dat ik het niet zou hebben kunnen lezen zonder in ernstige gewetensnood te komen.
Er is nog een vraag die over het boek zou kunnen worden gesteld en waarop ik mij verplicht voel een antwoord te geven. Men zou kunnen vragen of er kans bestaat dat een boek als dit (dat traditionele christenen mogelijk afschrikt) zal worden gewaardeerd door niet-christenen, als zij het in handen krijgen, wat al is voorgekomen. Dat is ongetwijfeld iets, dat onderzocht dient te worden als men verwachtingen niet in illusies wil laten eindigen. Ik denk van wél, gezien de ongewone belangstelling van mensen tegenwoordig voor religie. Dat is temninste de conclusie waartoe ik geneigd ben na de positieve reactie van niet-boeddhisten - vooral christenen - op een eerder boek van mij over het boeddhisme.
Vanaf het moment, dat het voor het eerst in 1983 in Amerika verscheen onder de titel 'Buddism Made Plain An Exposition for Christians and Jews' (bij Leonard Swidler, Orbis, New York), heeft het acht drukken gekend. Het is daarna verschenen in vertalingen in het Duits, Italiaans, Spaans en Frans. Het feit dat mensen die deze talen spreken uit landen komen die overwegend christelijk zijn, bewijst dat dit boek over het boeddhisme door een aanzienlijk aantal christenen en joden is gelezen en zij zullen het hebben gelezen omdat zij het voor hen persoonlijk waardevol vonden.
Het is niet mijn bedoeling met het noemen van mijn boek reclame te maken voor mijn geschriften, maar iets aan te halen dat we gemakkelijk kunnen analyseren. Mijn boek besloeg een beperkt terrein. Ik behandelde erin bijvoorbeeld niet de verschillende vormen van boeddhisme. Ik probeerde er alleen duidelijk in naar voren te laten komen, wat de kern is van de boeddhistische spiritualiteit zoals de Boeddha die zag. Met andere woorden, ik behandelde het boeddhisme daar op precies dezelfde manier als ik het christendom hier behandel. Wat ik daarmee wil benadrukken is dat, als niet-boeddhisten een boek over het boeddhisme waardevol konden vinden, dan is het niet omnogelijk dat niet-christenen dat ook vinden van een boek als dit over het christendom.
Uiteraard is het zo, dat ik denk dat een boek als dit behalve voor niet-christenen minstens zo goed is voor heel wat christenen. In een wereld vol multi-religieuze tradities en seculariserende trends, voelen velen onder hen tegenwoordig de noodzaak te komen tot meer begrip van het christendom als zij er directer bij betrokken zijn en openlijk te kunnen discussiëren met mensen van de huidige maatschappij, zonder zichzelf en anderen in verlegenheid te brengen. Zelfs al behandelt dit boek het christendom slechts als één van de wereldgodsdiensten, dus anders dan theologie, kan het voor zulke christenen wellicht toch nuttig zijn, omdat het de spiritualiteit van het christendom in het middelpunt stelt.
Hoe ongewoon het ook mag lijken, er is geen enkele reden voor christenen en voor niet-christenen om zich verontrust te tonen. Het gaat immers in dit boek slechts om pure overdenkingen en ondogmatische conclusies. De lezers moeten zich vrij kunnen voelen om datgene te aanvaarden, wat in overeenstemming is met hun gezonde verstand en geweten, en alles te verwerpen wat dit niet lijkt te zijn. Het boek is niet bedoeld om het vertrouwen van gelovigen in hun religieuze instelling te ondermijnen. Het tracht alleen het christendom voor te stellen als een weg naar geestelijke volwassenheid ten behoeve van mensen van welke christelijke denominatie of welke religieuze traditie ook.
Geestelijke volwassenheid zoals die hier wordt begrepen, is al hetgeen individuele personen helpt op een realistische wijze te kijken naar het leven, de problemen ervan moedig en kalm onder ogen te zien en innerlijke rust en voldoening te vinden door een leven in onbaatzuchtige dienstbaarheid.
Antony Fernando. Sri Lanka, mei 1999
Achterkant
In een wereld waarin sommigen zich strikt houden aan de religie die zij als kind van hun ouders hebben meegekregen en anderen het niet langer nodig vinden er iets aan te doen, is het goed dat christenen weer eens over de inhoud van hun geloof nadenken. Het christen-zijn als groeiproces waarover dit boek gaat is een eye-opener voor zowel leken als geestelijken, voor gelovigen zowel als niet-gelovigen. Voor de schrijver geldt het christendom als één van de wereldreligies. Toch laat hij zien dat het voor ieder - ongeacht de groepsgemeenschap of cultuur waartoe men behoort - een visie op leven en liefde bevat, die een rijke bron van inzicht en kracht is. Als men hieruit put, is men beter in staat de problemen van elke dag het hoofd te bieden en zijn verplichtingen als mens te vervullen. Het draagt bij tot meer levensvreugde en innerlijke rust. Het boek 'Het christendom in evolutie' wijst opvoeders een nieuwe richting, die beantwoordt aan de eisen van onze moderne tijd.
De schrijver is academisch gekwalificeerd voor het pionierswerk dat hij met dit boek ondernam. Hij is doctor in de theologie van het christendom en in de filosofie van het boeddhisme. Gedurende vele jaren gaf hij les in het boeddhisme en het christendom aan een openbare universiteit. Zijn boek 'Buddhism Made Plain' is zowel in een aantal Engelse edities verkrijgbaar als ook vertaald in het Frans, Duits, Spaans en Italiaans.
Intercultural Book Promotors
Reacties op de eerste druk
De auteur voorziet in een dringende behoefte van onze tijd... en snijdt het juiste onderwerp aan... verricht pionierswerk. (School of Philosophy and Christian Thought, Universiteit van Madras)
Het werk verdient een bredere verspreiding in het Westen omdat onze klassen nu een zeer multiculturele bevolking hebben en onze maatschappij steeds pluralitischer wordt. (CB - European Christian Bookstore journal)
Een ongewoon boek... en zeer inspirerend... (Expository Times - United Kingdom)
Over de vertaler
Als (voorheen) voorzitter van de Stichting Teilhard de Chardin-Nederland (teilharddechardin.nl) ben ik onder de indruk van de wijze waarop de auteur Antony Fernando in begrijpelijke taal pleit voor de convergentie (d.i. de toenadering tot elkaar) van godsdiensten. Onze Stichting pleit al 22 jaar voor de convergentie van wetenschap en religie op grond van het wetenschappelijk werk van Teilhard de Chardin (1881-1955) over evolutie (Het verschijnsel mens) en over mystiek (Het goddelijk milieu e.a.). Ik hoop dat dit boek in een tijd, waarin zovelen uit deze geledingen van de maatschappij vaak tegenover elkaar staan, een positieve invloed op eenieder zal hebben.
Henk Hogeboom van Buggenum
terug naar het literatuuroverzicht
terug naar het weblog
^