G. Parrinder en G. Bouritius - De Grote Godsdiensten

Amsterdam Boek 1972
Het traditionele Afrika - door Geoffrey Parrinder, blz. 55-61

1. Pygmeeën en Bosjesmannen
De pygmeeën leven in het regenwoud van de rivier de Congo en over hun talen en sociale organisatie is weinig bekend, doordat velen van hen rondzwervende jagers zijn. Zij hebben handelscontact met de hen omringende Bantoe-negers en velen van hen nemen sommige van hun godsdienstige opvattingen en mythen over.
De Mbuti-pygmeeën geloven in een groot wezen in de hemel, de heerser over stormen en regenbogen, soms de schepper genaamd, en voorgesteld als een oude man met een baard. Hij wordt Tore genoemd en hij maakt niet alleen alles, maar bovendien behoort alles aan hem toe, zodat hij voor de jacht wordt aangeroepen om voedsel te verschaffen.

De bosgod
De pygmeeën vereren ook de maan; sommigen van hen zeggen dat het de maan was die de eerste mens vormde, hem met een huid bedekte en bloed in hem goot. Een ander verhaal brengt de eerste mens in verband met de kameleon, een reptiel dat in vele Afrikaanse verhalen voorkomt. Het overheersende geloof van de pygmeeën is er een aan de god van het bos, die welwillend is en voor wie de mensen evenveel ontzag hebben als voor hun eigen ouders. Er zijn wijdverbreide liederen vol vreugde en lof, die als motief het eenvoudige gegeven hebben dat het bos goed is.
De god van het bos verblijft in de bomen of de rivier of hij zit zwijgend bij degene die hem vereert; een mandje met eten is het teken dat men een beroep op hem heeft gedaan. Er zijn godsdienstige genootschappen, meestal mannelijke, die een functie hebben in verband met de verering van de god van het bos en die actief betrokken zijn bij puberteitsplechtigheden voor jongens en meisjes, met rituele dansen en feesten.

Grotschilderingen
De Bosjesmannen en Hottentotten (laatstgenoemden zijn een vermenging van Bosjesmannen met andere rassen) leven in het zuidelijke deel van Afrika en waren de oorspronkelijke bewoners van het land toen de eerste Europeanen bij de Kaap landden. De Bosjesmannen kwamen duizenden jaren geleden uit het noorden; zij trokken zuidwaarts door Oost- en Midden-Afrika, waar hun vroegere aanwezigheid wordt aangetoond door rotsschilderingen in Tanzania, Rhodesië en elders. Tegenwoordig komen de echte Bosjesmannen (Khoisan) alleen nog voor in de Kalahariwoestijn en in Namibia (Zuidwest-Afrika).
De Bosjesmannen van vroeger waren grote schilders en graveerders, op gladde rotswanden, waarbij zij in hun schilderingen zwarte, witte, rode, bruine en gele kleuren gebruikten. De onderwerpen van deze schilderingen, die bewaard zijn gebleven, zijn meestal dieren. Het zijn kennelijk jachttaferelen die waarschijnlijk het magische doel hadden, de mannen te helpen tijdens de jacht dieren te doden, zoals ook op de oude Europese rotsschilderingen.

Menselijke figuren werden door de Bosjesmannen over het algemeen beter uitgebeeld dan door de kunstenaars van Lascaux in het verre verleden van zuidelijk Frankrijk. Seksuele verschillen, ornamenten, wapens en haardrachten zijn duidelijk zichtbaar. Maar afgezien van de jachtmagie onthullen de schilderingen weinig over de oude godsdienst van de Bosjesmannen, en de Bosjesmannen van nu hebben zowel het schilderen verleerd als de manier waarop zij die oude motieven moeten verklaren.
De Bosjesmannen van nu bidden tot hemelse geesten en vertellen mythen en legenden over hen. Zij besteden in het bijzonder aandacht aan de maan, wat tot uitdrukking komt in hun beschouwingen over de oorsprong van de dood, een alom in de Afrikaanse belangstelling staand onderwerp. Andere natuurkrachten worden als personen gedacht; helden uit het verleden worden geroemd en beiden worden nu en dan aangeroepen, vooral wanneer er regen nodig is. Er zijn inwijdingsplechtigheden voor meisjes, maar niet zoveel voor jongens, en besnijdenis kwam vroeger bij de Bosjesmannen niet voor.

2. Hottentotten en Hamieten
De Hottentotten zijn voor het merendeel Christenen geworden en hun meeste godsdienstige opvattingen zijn verdwenen, zelfs in die mate dat men heeft gedaeht dat zij vroeger geen godsdienst hadden, maar dit denkbeeld heeft men laten varen. Hun oude goden deden zich voor als een mengeling van natuurkrachten en vooroudersgeesten.
De grote held van de stam was Tsui'goab; tot hem baden de Hottentotten voor regen en voedsel, en zij vertelden legenden over zijn grote daden. In de West-Soedan en in de bosgebieden zijn er kleine groepen Hamieten (Kaukasiërs, verwant aan de Europeanen) zoals de Fulani's van Nigerië, maar zij zijn moslims, evenals de grootste Hamitische groepen uit Noord-Afrika en de Toearegs uit de Sahara.

Het hoogste wezen
De grote meerderheid van de Afrikanen ten zuiden van de Sahara bestaat uit zwarten en zij geloven in het algemeen aan een hoogste wezen, hoewel hun opvatting over zijn rol in het dagelijkse leven plaatselijk verschilt. In Oost-Afrika is het gewone woord voor God Mulungu, een woord waarvan de herkomst onbekend is, maar dat de almachtige en alomaanwezige schepper aanduidt. Van de donder wordt gezegd dat hij zijn stem is en de bliksem is zijn kracht; hij beloont het goede en straft het kwaad.
Vanaf het noorden van de Kalahari door Zaïre (Kongo) tot Tanzania wordt de naam Leza gebruikt voor God, misschien afstammend van een woord dat 'koesteren' betekent, want hij is degene die waakt over de mensen, de behoeftigen helpt en hen die weerspannig zijn, intoomt. Van Leza wordt gezegd dat hij in de hemel woont, waarheen de mensen hun gebeden om regen doen opstijgen, maar in laatste instantie staat hij boven dit alles en kan hij niet worden begrepen.

Nog een goddelijke naam is Nyambe, misschien afgeleid van een woord dat macht betekent; het is in gebruik van Botswana tot Kameroen. Een gelijksoortige naam, Nyame, wordt gebruikt in West-Afrika, naast andere godennamen zoals Ngewo (Mende van Sierra Leone), Amma (Dogon van Mali), Mawu (Ewe van Dahomey), Olorun (Yoruba), Chukwu (Ibo), Soko (Nupe) in Nigeria. Ondanks het overal in Afrika voorkomen van het geloof in God, bestaat er geen geregelde eredienst voor hem. Er zijn geen grote tempels of georganiseerde ceremoniën voor het hoogste wezen, hoewel er een paar uitzonderingen zijn. Er zijn lage altaren van klei voor Amma bij de Dogon, een aantal kleine tempels en bekers op gevorkte stokken voor Nyame in Ashanti en heilige bosjes en gewijde plaatsen voor God onder de Kikoejoe van Kenya en de Shona van Rhodesië.

3. De almachtige God trok zich terug
En toch is hij, ondanks het ontbreken van een formele eredienst en van tempels, voor veel mensen een realiteit. God staat boven alles en er is een veelverbreide mythe, bekend van West-Afrika tot de Boven-Nijl, die zegt dat God en zijn verblijfplaats de hemel, zich eens veel dichter bij de aarde bevonden. Ten gevolge van de ongepaste familiariteit van de mensen, gewoonlijk aan een vrouw ten laste gelegd, trok hij zich terug naar de afstand waarop hij zich nu bevindt.
Ondanks zijn ver weg zijn, houdt God toezicht op alles wat er op aarde gebeurt; spreekwoorden gewagen van zijn zorgzaamheid en hij wordt geacht beloningen te geven en straffen uit te delen. Waar geen tempels of priesters zijn, bidt het gewone volk in tijd van nood tot God zonder enige bemiddeling; hij is de toevlucht van hen die ervaren dat al het andere heeft gefaald en hij is het hoogste hof van beroep.

God, natuurgeesten en voorouders

de beide voorouders bij de Ogboni
De naam God komt voor in de dagelijkse begroetingen, de bekende spreekwoorden, de eden en de raadsels. Vele mythen worden over hem verteld, hij kan een vrouw en kinderen in hebben, maar toch verblijft hij in de hemel en is hij de allerhoogste. Afrikanen geloven in vele andere geestelijke wezens, die in grote trekken zijn te verdelen in natuurgeesten en voorouders; sommigen hebben zowel een menselijke oorsprong als een uit de natuur. Zij worden dikwijls kindeten van God genoemd, maar de meesten worden veel meer vereerd dan hij. Toch neemt men aan dat in de offers, gebracht aan andere geestelijke wezens, de essentie van het geschonkene naar het hoogste wezen gaat.

Er zijn talloze goden; hun eredienst is speciaal goed tot ontwikkeling gekomen in West-Afrika en veel minder in oostelijk en zuidelijk Afrika, waar de rituelen voor de voorouders meer op de voorgrond staan. Vele van deze erediensten voor de goden zijn in neergang, maar op sommige plaatsen, zoals onder de Ewe in Dahomey, zijn ze sterk georganiseerd en nog maar weinig aangetast door de Islam of het Christendom.
Men onderscheidt de goden al naar gelang men hen een plaats geeft in de hemel, op aarde, in het water of het bos. Er zijn heel weinig verwijzingen naar de zon, omdat de zon in de tropen altijd drukkend aanwezig is, zonder dat men hem behoeft te vragen te schijnen. Er zijn enkele erediensten voor de maan, in het bijzonder bij ceremoniën voor baby's die men aan de maan toont om hen te laten zegenen. De grote goden in de hemel zijn de stormen, wat te verklaren is door de meedogenloze wervelstormen die boven de tropische landen woeden.
Een van de meest opmerkelijke godheden is Shango van de Yoruba in Nigeria, die de vierde koning was van de hoofdstad Ojo. Hij steeg ten hemel langs een ketting en werd vereenzelvigd met de storm. Deze dubbele functie verzekerde zijn populariteit en als nationale god en als god van de storm, en vele steden hebben nog aan Shango gewijde tempels, met priesters die de god bij feestelijkheden uitbeelden en die namaakbijlen dragen om donder en bliksem te symboliseren.

4. Geesten van de aarde
De geesten van de aarde houden verband met de landbouw en met vele andere kanten van het leven. Asase Jaa, Moeder Donderdag van de Ashanti, bezit geen tempel of geregelde eredienst, maar donderdags op het land werken is taboe en in tijden van ploegen en oogsten worden plengoffers en de eerste vruchten van het seizoen haar als Moeder Aarde aangeboden. Onder de Ibo is de aardgeest Ala de populairste godheid en zij heeft de grootste invloed in het maatschappelijke leven. Er zijn talloze tempels met levensgrote beelden van Ala die als een madonna een kind op haar arm heeft, en geregeld worden haar offers gebracht. Bij bijzondere gelegenheden worden nieuwe tempels voor Ala opgericht, met beelden van klei van vele andere schepselen, goddelijk, mensenlijk, dierlijk, levendig beschilderd, maar de Aarde Moeder is altijd de centrale figuur.

Aarde- en watergeesten
Ala waakt over de zedelijkheid en zij is in het bijzonder belangrijk als bewaarder van de doden, omdat zij in de aarde begraven liggen als in haar schoot. Andere aardegeesten worden in verband gebracht met heuvels, rotsen en speciale plaatsen met bepaalde uitstralende kracht, zoals de berg Kenya, de 'berg van de stralende glans'. De belangrijkheid van de aarde blijkt in maatschappelijke groeperingen en geheime genootschappen die symbolen van de aarde gebruiken in hun rituelen.
Van de watergeesten gelooft men dat zij verblijf houden in bronnen, waterholen, stroompjes, rivieren en de zee. Olokun, de god van de zee in Benin, is, zo denkt men, een groot koning die in een paleis onder water woont met zijn soldaten en meerminnen, en nu en dan werd beweerd dat hij de aarde trachtte te veroveren door een grote overstroming. Mensen die langs rivieren of aan zee wonen kennen vele verhalen over de geesten daar en zij brengen offers om hen gunstig te stemmen.
Aan de Boven-Niger voeren stammen die eeuwenlang onder de invloed van de Islam hebben gestaan nog steeds elke week dansen uit, waarin de geesten van de wateren (de Zins, misschien afgeleid van het islamitische 'djinn': geest), zo gelooft men, in hun vereerders overgaan. Dikwijls vinden in verband met watergeesten ceremoniën voor heilige slangen plaats, speciaal voor de python, en er zijn tempels voor hun verering, in Whydah en in de Nigerdelta.

5. Erediensten voor voorouders en koningen

de beide voorouders
De goden spelen een grote rol in het traditionele godsdienstige leven van vele Westafrikaanse volkeren, met hun tempels, feestelijkheden en priesters, maar er bestaan ook indrukwekkende erediensten voor de doden. In Oost- en Zuid-Afrika waren deze laatste de overheersende trek in het godsdienstige leven.

Overal staat vast dat er een leven na de dood is en vele rituelen worden uitgevoerd. De eerste begrafenis vindt omstreeks een dag na het overlijden plaats, omdat lijken in een heet klimaat snel ontbinden, maar een tweede begrafenisplechtigheid weken of maanden later, brengt alle familieleden en vrienden bijeen, en er worden plechtige riten verricht om de dode van zijn laatste rustplaats te verzekeren en om zelf de garantie te hebben dat hij niet terugkeert als een rondzwervende geest.
Het hoofd van de familie spreekt de overledene toe en noemt hem bij zijn naam, enige van zijn eigendommen worden met hem begraven en regelmatig worden eten en drinken op zijn graf geplaatst. Krukjes, die bij zijn leven werden gebruikt, stellen vaak de dode voor en met tussenpozen worden er offers op gelegd of overheen gegoten. De doden zijn een machtige sanctie in de samenleving, want in het algemeen zijn de mensen banger voor hen dan voor de goden. De doden zijn de vaders van de familie en van de clan, zij kennen hun kinderen, en nu zij hun lichaam hebben verlaten, hebben zij nog meer macht.

Leven in het hiernamaals
Het feit dat men de doden in zijn droom ziet, is een bewijs dat zij nog leven en hier aanwezig zijn. Zij maken door middel van dromen en visioenen hun wil bekend, of door boodschappen aan mediums en speciale personen. Ongelukken en ziekten kunnen worden toegeschreven aan hun strenge heerschappij, hoewel genezing mogelijk is door hun boosheid te sussen.
De doden zijn betrokken bij het familieleven, in het bijzonder bij de geboorte van kinderen, door wie zij een reïncarnatie kunnen bereiken en aan wie iets van hun geest of hun naam kan worden doorgegeven. Familie-eigendommen horen toe aan de voorouders; zij moeten worden geraadpleegd als er sprake is van verhuur of verkoop. Deze raadpleging gebeurt door loting of door noten op de grond te gooien, waarbij het antwoord wordt afgeleid uit de vorm die deze noten aannemen.

6. Maskers en dodencultus
De gewassen en de oogsten hangen af van de voorvaderen, evenals het weer dat het gewas doet groeien; daarom worden de doden om regen gesmeekt in gebeden binnen de families, maar ook in grote ceremoniën van de hele stam. Het belang van de doden valt af te leiden uit de talloze maskers, die tot de belangrijkste bijdragen van Afrika aan de kunst van de wereld behoren. Er mogen dan geen geschriften bestaan over de godsdienst van vroeger, het religieuze geloof wordt heel duidelijk tot uitdrukking gebracht in het vele snijwerk en de beelden. Nergens wordt dit treffender getoond dan in de houten maskers, die voorouders, dieren en andere machten voorstellen.
Soms zijn deze maskers naturalistisch, maar vaak hebben zij abstracte patronen die aanduiden dat zij boven de menselijke verbeeldingskracht staan. Er zijn talrijke ceremoniën waarbij gemaskerde gestalten verschijnen en de levende doden uitbeelden, sprekend met keelstemmen, en boodschappen en waarschuwingen uitdelend aan hun familieleden.

Inwijdingsplechtigheden worden in heel Afrika gehouden, om jonge mensen binnen te leiden in het leven van de volwassenen en in de leer van de vaderen. 'Geheime genootschappen', als de mannelijke Poro en de vrouwelijke Sande in Sierra Leone en Guinee, hebben ook dit doel. Jonge mensen moeten proeven van weerstandsvermogen afleggen, zij krijgen de traditionele informatie over gebruiken met betrekking tot het seksuele leven en de stam, en zij leren het geheim kennen van de gemaskerde gestalten, voordat zij als volledig volwassenenen terugkeren naar het normale leven.

7. Magie en het heden
Men heeft de Afrikaanse godsdienst wel vergeleken met een piramide, waarvan God de top is, twee zijkanten de natuurgoden en de voorouders zijn, terwijl zich op het laagste niveau de magische opvattingen en praktijken bevinden. Magie komt in vele vormen voor en men kan haar als persoonlijk of sociaal, als goed of als schadelijk zien. Magische voorwerpen worden door specialisten vervaardigd, medicijnmannen of magiërs, en zij worden geacht én materiële én geestelijke macht te bezitten. Zij beschermen hun drager in de vorm van amuletten, colliers, armbanden, ringen en ceinturen. Andere dienen om huizen, gewassen en eigendommen te beschermen.
Sociale magie beschermt het dorp of zorgt dat de gewassen regen krijgen. De goede magiër wordt gerespecteerd en werkt in het openbaar, maar de boze magiër wordt gevreesd en werkt in het geheim. Laatstgenoemde bereidt schadelijke drankjes of zelfs vergiften, en hij wordt gestraft als zijn heilloze werk wordt ontdekt. Hekserij wordt alom gevreesd, maar moet worden onderscheiden van tovenarij of schadelijke magie.

Heksen
De heks stijgt, zo gelooft men, 's nachts op uit haar slapende lichaam en voedt zich met de ziel van haar slachtoffer, dat daarna ziek wordt en sterft. Een medicijnman kan heksen ontdekken, door ordalen en vergiften, en hij kan de gevangen genomen ziel bevrijden. Soms lijkt dit heksengeloof op dat van het Europa in de middeleeuwen, en er kan niet met genoeg klem op worden gewezen, dat er geen bewijs is voor het bestaan van heksen of hekserij, en dat deze voortkomen uit spanningen en angsten, vermengd met een doorgeslagen fantasie.

Veel van het traditionele Afrikaanse geloof is bezig te verdwijnen door het oprukken van het moderne onderwijs en de handel. Het Christendom maakt nu aanspraak op ruim zestig miljoen volgelingen en er zijn miljoenen moslims. Niet alleen buitenlandse missies, maar ook talrijke nieuwe Afrikaanse christelijke profeten en hun organisaties zijn voor een groot deel in de plaats gekomen van het traditionele, godsdienstige leven. De goden van vroeger en hun tempels zijn verdwenen, maar het magische bijgeloof is hardnekkiger en zal nog lang blijven bestaan. Naar men zegt zijn er zesduizend christelijke sekten in Afrika; zij vertegenwoordigen zowel de veelvormigheid van de oude erediensten als de godsdienstige geloofsijver van Afrika. De gelijktijdige, snelle verspreiding van de Islam over deze tropische gebieden, toont eveneens aan dat de nieuwe godsdiensten zich hebben aangepast aan het Afrikaanse denkklimaat, waarin alles wat leeft een doel heeft en de mens verantwoordelijkheid draagt onder het bestuur van het Hoogste Wezen.


terug naar het literatuuroverzicht






^