Philip Rawson - Tantra

De Indiase cultus der extase
Uniboek BV, Bussum, 1973
ISBN 90 228 3973 9
Vertaling: R.J. Demarée


Een shri yantra, de belangrijkste yantra van het Tantrisme;
met rondom verschijningsvormen van de Grote Godin.
De middelste stip in de kleine rode driehoek verbeeldt
de gemeenschap van Sjiva en Sjakti.
Inhoud

Inleiding
Tantra als levenswijze
De omvorming van de persoon
Het begrip tijd
Paravritti: omkering
Shri yantra
De Oertrilling
Yantra's
De Godin van de Tijd het dichtst bij de mens
Het scheppingsproces
De Saptaparna, groeiend uit Brahman
Mantra's
De vrouwelijke 'machtbezitster'
Tantristische Indiase kunst
Het astrale lichaam: de aura
De chakra's
Boeddhistische Tantra

Inleiding
Tantra is een Indiase cultus; aangezien deze zich sinds overoude tijden geleidelijk heeft ontwikkeld, behoort hij niet specifiek tot een van de afzonderlijke Indiase godsdiensten die later in de geschiedenis opkwamen. Groepen Boeddhisten, Hindoe's en Jaina's hebben dezelfde Tantristische ideeën en voeren dezelfde Tantristische handelingen uit; in de prehistorische grotschilderingen van Europa (van ca. 20.000 v.Chr.) zijn echter symbolen te vinden die precies overeenkomen met symbolen die vandaag de dag nog door Tantrika's worden gebruikt.
Honderden generaties hebben zich gewijd aan de ontwikkeling en de vervolmaking van Tantra, zodat dit nu op bijzonder zuivere wijze de meest essentiële patronen van de symbolische expressie van de mens inhoudt. Algemeen wordt erkend dat juist dit Tantra zo waardevol maakt voor de mensen van tegenwoordig, zowel westerlingen als Indiërs.

terug naar de Inhoud

Tantra als levenswijze
Het zou onjuist zijn Tantra een godsdienst te noemen; die term heeft heden ten dage voor veel te veel mensen te veel misleidende bijbetekenissen. Tantra is evemnin een 'manier van denken'. Tantra ziet denken, in de zin van gewoon logisch en heel nuttig redeneren, als een van de voornaamste oorzaken dat de mensen geleidelijk teleurgesteld en diep ongelukkig raken in wat zij menen dat hun wereld is. Daarom is Tantra gebaseerd op handelingen.
Tantra is vooral niet iets waarover in boeken gelezen moet worden, al zijn er wel talrijke Sanskriet boeken bekend onder de naam Tantra's. Het oudste, een Boeddhistisch exemplaar, dateert waarschijnlijk uit de zesde eeuw na Chr. De jongste dateren uit de negentiende eeuw. Maar deze teksten bestaan uit louter voorschriften voor handelingen, geestelijke actie, die het enige doel van de teksten zijn. Indien jij niet dat doet wat je Tantra voorschrijft, dan zul je nimmer het doel bereiken.

De Tantristische afbeeldingen die in dit boek zijn opgenomen, waren uiteindelijk ook bedoeld om te worden gebruikt, niet alleen maar om naar te kijken. Ze zijn ontegenzeggelijk indrukwekkend, maar dat is niet alles. Ze zijn opzettelijk gemaakt om een bijzonder soort geestelijke activiteit te stimuleren en psychosomatische krachten op te roepen. Wanneer ze worden gebruikt bij rituelen, zoals yoga, offergaven, meditatie en geslachtsgemeenschap, dan kunnen ze iemand volkomen veranderen, doordat ze hem een nieuwe basis voor zijn leven verschaffen.
In de eerste plaats moeten al deze handelingen uiterst daadwerkelijk worden volvoerd; want alleen op die manier kunnen ze de banale alledaagse werkelijkheid verdringen, die zo zwaar op het leven van de mensen drukt. Later, wanneer een Tantrika na vele jaren van inspanning en assimilatie een hoger prestatiepeil bereikt, kunnen de afbeeldingen subjectief worden voorgesteld en uitgevoerd, zonder risico dat ze tot fantasie vervallen. Want Tantra heeft niets te maken met fantasie.
Hetgeen Tantra beschrijft en in kaart brengt, is een wereld van realiteiten, een wereld die alleen bezocht kan worden door de aanwijzingen van de kaarten te volgen. Deze wereld is te vinden, maar iemand die haar niet bezocht heeft, kan er geen voorstelling van hebben hoe zij eruit ziet. Er bestaat immers geen mogelijkheid om deze wereld van buitenaf te onderzoeken. Zij is wat wij zijn - hoewel we ons dat gewoonlijk niet realiseren - en we kunnen er nimmer uitstappen om haar aan een analytisch onderzoek te onderwerpen.

terug naar de Inhoud

De omvorming van de persoon
Tantra brengt iemand feitelijk terug tot aan de basis van zijn eigen identiteit, niet alleen door het bespreken van maatschappelijke rollen en intermenselijke communicatie, evenmin door het aanbieden van het soort pasklare en geruststellende antwoorden, die door het dogmatisch theologische denken van gewone godsdiensten worden gegeven. Tantra zegt: "Indien je deze dingen doet die de Tantrika's hebben ontdekt, dan zul je de mogelijkheid krijgen om te ervaren wat de waarheid is over jezelf en jouw wereld, net zo direct als je de straat kunt beleven."
Onnodig te zeggen dat het doen van deze dingen, het bereiken van de positie van waaruit je de waarheid kunt ervaren, een totale verandering van persoon met zich meebrengt. Hiervoor zijn alle soorten inspanning vereist - fysiek, seksueel, mentaal, moreel; en voor de meeste van deze soorten inspanning wordt men absoluut niet voorbereid in de westerse educatie en traditie. Tantra doet een beroep op krachten in het menselijk lichaam en zijn wereld die de meeste mensen gewoonlijk verspillen bij hun uiteindelijk zinloze inspanningen en 'ontspanningen'. (8)
Het allerbelangrijkste is echter dat Tantra nadrukkelijk zoekt naar en zich baseert op wat de meeste mensen afwijzen als de genietingen des levens. Het zegt niet op emstige toon: "Ge zult u onthouden van alle genot, uw vlees kastijden, en de bevelen van een naijverig Vader-God gehoorzamen." In plaats daarvan zegt het: "Verhef uw genot tot zijn hoogste graad en gebruik het daarna als een geestelijke raketbrandstof." Voor de orthodoxe gelovige in welke godsdienst dan ook lijkt dit natuurlijk een gevaarlijk revolutionaire leer. En voor de orthodoxe gelovige vormt de Tantrika een ergernis.

Volgens een Indiase beschrijving maakt een Tantristische heilige op de buitenstaander de volgende indruk: hij doet zo uitgelaten dat hij wel gek lijkt; zijn ogen rollen, rood aangelopen door de wijn. Hij zit op zijden kussens omringd door kunstwerken, terwijl hij met Spaanse pepers gekookt warm varkensvlees eet. Aan zijn linkerzijde zit een meisje, dat bedreven is in de liefdeskunsten, waarmee hij samen drinkt en herhaalde malen op extatische wijze geslachtsgemeenschap heeft; hij speelt voortdurend op zijn vina (een snaarinstrument) en draagt gedichten voor; al deze dingen vlecht hij samen tot rituelen.
Alles wat zo'n man schijnt te zijn en te doen is bijzonder aanstotelijk voor conventioneel denkenden. En dat is nu juist een deel - maar alleen een onderdeel - van waar het op aan komt. Want hij moest iedere band, die hij mogelijk maar had met zelfs zijn eigen conventionele instellingen, verbreken.
Wat hij in wezen aan het doen is, is het stimuleren van alle krachten die hij in zijn lichaam, gevoelens en geest kan ontdekken en dan deze combineren tot een voertuig dat hem tot de verlichting zal brengen; waarbij verlichting dan die toestand is van het kennen van de waarheid omtrent de oorsprong der dingen en mensen, en hun betekenis, op net zo duidelijke wijze als men de waarneembare dingen op straat ervaart. Daartoe gebruikt hij alle mogelijke middelen, waarbij hij iedere denkbare gevoelsmatige prikkel voor zijn doeleinden toepast, in de veronderstelling dat dingen die je werkelijk steeds weer doet en die geladen zijn met krachtige zintuiglijke en gemoedsaspecten, je veel doeltreffender zullen veranderen dan wat dan ook. En alleen indien je verschillende soorten van handelingen met elkaar kunt combineren, zal de verandering radicaal zijn.

Wat houdt deze verandering nu in? Om te beginnen is hij fundamenteel en totaal. Tantra heeft een model van de wordingsgeschiedenis van de wereld ontwikkeld en het mechanisme daarvan in kaart gebracht. In dit model heeft iedere generatie van Tantrika's de hoogste daarvoor beschikbare wetenschappelijke kennis opgenomen. India was in feite altijd een land van grote wiskundigen en denkers.
Wij kunnen iets dergelijks voor onszelf doen. Het werkelijke belang van het Tantristische model is dat het rechtstreeks de kern van de zaak raakt en de vraag naar het tijdsbegrip stelt. De westerse filosofie en theologie hebben zich er meestal mee tevreden gesteld het begrip tijd op goed geloof aan te nemen zonder er te diep op in te gaan. Tantra heeft altijd gemeend dat ons falen om het begrip tijd te bevatten de basis vormt van alle andere mislukkingen van de mens.

terug naar de Inhoud

Het begrip tijd
De aard van het begrip tijd in te zien is het begrijpen van het proces van de wordingsgeschiedenis, die reeks afdalende stadia vanaf de Oorsprong door de evolutie van de kosmos. Wanneer we dat eenmaal vatten, kunnen we om zo te zeggen de machine omdraaien en de ladder van de wordingsgeschiedenis weer opklimmen. Het bereiken van die hoogste graad van intuïtie acht Tantra het doel wat werkelijk de moeite waard is.


1. De Westerse opvatting van tijd en geschiedenis.
Het op gezond verstand berustende, materialistisch-wetenschappelijke beeld van de tijd dat de meeste westerlingen hebben, is weergegeven in de tekening (fig. 1). Het lijkt op het beeld dat we krijgen door alleen maar door de achterruit van een rijdende auto te kijken; want we kunnen alleen maar terug in de tijd kijken, niet vooruit. Voorwerpen verschijnen vanuit een onzichtbare toekomst binnen ons gezichtsveld, omlijst door ons 'onderhavige ogenblik', dat onze directe gevoelservaring en kermis bepaalt. Naarmate de tijd vordert, schijnen dingen al naar ze ouder worden meer in de richting van de horizon te wijken. Het lijkt alsof alle dingen een begin en een eind moeten hebben. (10)

A is iemand die we ons hele leven hebben gekend en die nu gestorven is. We kunnen zijn gehele leven 'zien' van begin tot eind. Andere mensen en dingen, zoals B, zijn begonnen en zijn nog bij ons. Sommigen, zoals D, bestonden ver terug in de geschiedenis. Weer anderen, zoals C, zijn schijnbaar altijd aanwezig geweest. Maar onze astronomie wijst erop dat in dit soort tijd de wereld een oneindig verafgelegen beginpunt kan hebben gehad, op het centrale verdwijnpunt van ons beeld van alle dingen. Misschien bevond zich eens, toen de wereld begon, dit kader van het onderhavige ogenblik op dat centrale punt en alle latere blokjes in het kader zijn met elkaar verbonden door ketenen van oorzaak en gevolg.
Maar indien het kader werkelijk iemands gevoelservaring op een onderhavig ogenblik weergeeft, kan hij natuurlijk niet echt hebben ervaren hoe de voorwerpen zelfs maar een klein stuk van hem verwijderd in de richting van de horizon er werkelijk uitzagen. Hij moet ze 'in elkaar zetten' als geesteshandelingen, daarbij geholpen door 'wetenschappelijke kennis'. Geen van ons 'weet' echt, uit onze eigen directe ervaring, hoe ieder ogenblik van zelfs heel recente geschiedenis was, of de levens van onze vrienden, of zelfs of er dingen zijn die we niet ervaren. Bovendien vergeten we gemakkelijk dat wij zelf als lichamen ieder een van deze zich verwijderende blokjes moeten zijn, en dat ieder van ons zijn eigen kader van het tegenwoordige heeft dat een eigen blokje wordt, dat voor mensen die door hun eigen kader van het tegenwoordige kijken, eruit zal zien als A. Want als we dood zijn, zullen we zo iemand anders zien.

Maar indien we ons afvragen wat we werkelijk zien, blijkt de schijnbare soliditeit van A, B, C en D verschrikkelijk onwerkelijk te zijn: dit is immers in onze geest geheel uit herinneringen samengesteld, geverifieerd, en versterkt door naar wat wij hopen dat juiste informatie is over het verleden uit mondelinge overdracht, boeken en afbeeldingen. Op die basis verwachten we te kunnen voorspellen wat de toekomst zal zijn, daarbij ervan uitgaande dat het waarschijnlijk door een keten van oorzaken verwant is met wat voordien is waargenomen, zoals E, dat buiten het kader van het onderhavige valt en er nog niet binnengetreden is.
Het hele beeld dat zo stevig lijkt, blijkt een persoonlijke geesteshandeling te zijn, steunend op fragmenten van wat wij, algemeen als 'feiten' aanvaarden. Alles wat we werkelijk weten, is de inhoud van ons eigen geheugen. Toch geloven we heilig dat ieder van ons met zijn eigen 'huidige kader' op de een of andere wijze door een landschapachtige wereld trekt bestaande uit vaststaande werkelijkheden die binnen onze blik naar achteren schijnen te arriveren, zelfs al vertellen zij ons niets over de persoon die ze schijnt waar te nemen, of zijn relatie tot hen.

Tantra bekijkt de zaken anders. Het ziet dat verleden vol 'voorwerpen', niet als een landschap waardoor een ieder met zijn 'huidige kader' trekt, maar als een spoor van dingen en gebeurtenissen dat als het ware wordt uitgespuwd of geprojecteerd uit de mond van het heden, zoals de vlammen uit de straalpijp van een raket. De Indiase mythologie heeft dit weergegeven alsof het van buitenaf werd beschouwd, zoals in de tekening hieronder (fig. 2). Indien we nu ons gezichtspunt veranderen en ons indenken dat we terugkijken door de uitstekende, open bek van het monster, net zoals we dat door het achterraam deden, dan krijgen we een beeld van ons verleden dat niet tegenstrijdig is met ons westerse beeld.

2. Het monster dat tijd en vruchtbaarheid voorstelt.
Vanzelfsprekend moet het er ongeveer hetzelfde uitzien. De oude, verafgelegen objecten lijken nog steeds ver weg, vrijwel buiten het bereik van onze kennis en ervaring. We zien nog altijd hoe dingen van ons 'wegtrekken' langs de baan van het verleden tot in de tijd-diepte van het beeld. Het werkelijke verschil is dat in deze nieuwe voorstelling tijd en dingen niet bij een of ander denkbeeldig punt ver weg in de diepten van het beeld 'begonnen'. Zij worden door een ieder van ons geprojecteerd; ieders 'huidige kader' is zelf een mond van dat monster dat zijn wereld van ervaring en kennis uitbraakt.

We zullen nimmer in staat zijn de oorsprong of de oorzaken van alle dingen 'in de ruimte', te midden van oudere geprojecteerde dingen, te vinden. Hun oorsprong ligt in het projectie-mechanisme zelf, dat wil zeggen binnen het psychisch-fysieke organisme: en wat geprojecteerd wordt, is het weefsel van ervaring en herinnering, dat wij werkelijkheid noemen. Het behoort tot de functie van het mechanisme om de werkelijkheid als vaststaand te doen lijken, rond ons uitgespreid en eruit ziend alsof het ver terug in de tijd een begin moet hebben gehad.
Nu volgt de beslissende Tantristische handeling. Wanneer we dit nieuwe beeld hebben begrepen, moeten we omkeren en terugkijken naar de plaats, waar de waargenomen wekelijkheid vandaan komt (fig. 3 en 4). Dit is het moeilijke. Daar moet men zich op voorbereiden en naar toe werken. En wanneer we dat hebben gedaan, moeten we verder leven, in het volle besef van wat er werkelijk gebeurt.

Deze 'terugblik in de mond' die tijd en ruimte uitspuwt, wordt weergegeven in de grote Tantristische yantra-tekeningen, met name de Shri yantra. Het mediteren over deze tekeningen is bedoeld om de geest ertoe te brengen op die manier terug te blikken, in feite de daad van Genesis om te keren, en recht in de ononderbroken scheppingsdaad te kijken. Alle Tantristische praktijken en kunstuitingen hebben dit proces als centraal punt.

terug naar de Inhoud

Paravritti: omkering
Het sleutelwoord in het Sanskriet is 'Paravritti', hetgeen betekent 'omkeren'. En de houding van devotie of eerbied, die tot uitdrukking komt in het ritueel van offers brengen aan en aanbidden van symbolische beelden, is in principe een manier om deze omkering in gedachten te houden.

Alle uiterlijke expressies van dergelijke zuiver intuïtieve handelingen kunnen alleen maar gebruik maken van speciale figuurlijke en symbolische termen, die veel meer betekenen dan ze op het eerste gezicht lijken. Want gewone woorden zijn gemaakt voor gewone situaties en zij kunnen de buitengewone feiten van Tantra niet weergeven. Het voornaamste symbool waarvan Tantra gebruik maakt, is sexualiteit. De handeling van de voortdurende schepping, wordt uitgedrukt door patronen in seksuele activiteit, die men acht doordrongen te zijn van een gevoel van volkomen transcendente liefde.
Het bestaan van de wereld wordt beschouwd als een voortdurend baren door de yoni (vulva) van het vrouwelijk beginsel als gevolg van een voortdurende instroming van het zaad van het mannelijk beginsel, bij seksueel genot.
De yoni is die monster-bek die de wereld uitspuwt; maar tegelijkertijd zou zomin wereld als yoni bestaan zonder het zaad, dat het hele systeem de mogelijkheid tot bestaan, zijn wezen, geeft, dat altijd impliciet is, maar dat nimmer object van gewaarwording kan zijn.

terug naar de Inhoud

Shri yantra
Tantra veronderstelt ook dat het zaad zelf de yoni voortbrengt. Het zaad kan gesymboliseerd worden in de Shri yantra door een centrale stip, het oorspronkelijke punt van energie, dat 'afbakening maar geen grootte heeft', gewoonlijk wit afgebeeld. Het volbrengt zijn elementaire voortbrengende beweging in de vorm van een vrouwelijke, met de punt omlaag wijzende driehoek, die roodgekleurd is.
Uit dit oorspronkelijke paar, het witte en het rode, ontwikkelt zich een reeks in elkaar grijpende driehoeken, vier mannelijke (met de punt naar boven) en nog vier vrouwelijke (met de punt naar beneden). Hun ineenstrengeling brengt reeksen kleinere driehoeken voort, die de onderverdeling weergeven van de oorspronkelijke scheppende energieën in duidelijker begrensde krachten. De buitenste cirkels en kringen van lotusbladeren symboliseren de opengevouwen werkelijkheid van de wereld.
Alle verschillende fasen van het scheppingsproces schijnen tegelijk te bestaan, aangezien we terugkijken, voorbij de stroom van de voorbijgaande tijd. Een belangrijk punt is het feit dat de creatieve daad die de Shri yantra symboliseert, alleen 'dingen' voortbrengt, die schijnbaar vaste objecten die we kennen, op het laagste stadium van de evolutie.
Tantra stelt dat onze indruk dat dingen buiten onszelf bestaan, in werkelijkheid het resultaat is van een treffen tussen krachtvelden. Een regenboog verschijnt alleen wanneer zonnestralen, atmosferische processen en de optische activiteit van een waarnemer in een bepaalde relatie in ruimte en tijd te samen komen. Naar de opvatting van Tantra zijn alle andere objecten, ongeacht hoe dicht ze mogen schijnen, zoals rotsen, planeten en mensen, dermate nauw verweven met de ideeën van de mens over hen, dat ze daarvan niet te scheiden zijn. Ze zijn op dezelfde manier het gevolg van de botsing en samenspanning van krachten. Dergelijke krachten kunnen alleen worden bepaald in termen van tijd; zij zijn subfuncties van het tijdproces.

Krisjna en Radha in een extatische dans.
Samen bespelen zij een fluit.
Tantra noemt trouwens zijn voornaamste godenfiguren Mahakala, de mannelijke Grote Tijd, en Kali, het vrouwelijke. Deze twee te samen vormen de creatieve functies van de onbegrijpelijke Brahman, de Parasamvit, de Hoogste waarheid, die insluit en projecteert alles wat er maar kan bestaan in alle werelden en sterrenstelsels 'talloos als de zandkorrels in de Ganges'.

terug naar de Inhoud

De Oertrilling
De diepzinnigste voorstelling van allemaal herleidt de schepping tot een Oertrilling, een punt dat we 'klank' moeten noemen [het 'Woord']; daaruit ontwikkelt zich de oneindige verscheidenheid van het bestaande als golf- en interferentiepatronen.
Indiase en Tibetaanse kunst symboliseren deze Oertrilling door de scheppertrompet of dubbele trommel. Dit is zowel de oorsprong van de wereld als het uiteindelijke doel van de inspanningen van de Trantrika.

terug naar de Inhoud

Yantra's
Het scheppingsproces dat wij mensen kennen, wordt in Trantra gesymboliseerd door vele afbeeldingen. Deze spelen een rol in de rituelen en ze worden met de soortnaam 'yantra' aangeduid, hetgeen betekent iedere materiële vorm die een symbolische lading kan bevatten. Yantra's worden 'vereerd', d.w.z. zij concentreren de verbeeldingskracht en de gevoelens van de Tantrika, en identificeren voor hem fasen van wording in Tijd.
De meeste maken gebruik van seksuele symboliek en vele gebruiken mensvormige beelden. De reden hiervan is dat men het menselijk lichaam - door de eigenschappen die aan zijn vormen worden gegeven, zijn gebaren en expressies - intuïties van innerlijke stemmingen kan doen overbrengen, waarmee Tantrika's, zowel mannen als vrouwen, zich kunnen identificeren. Indien we inzien dat al onze werelden in tijd te voorschijn komen door psychosomatischc krachten, dan kunnen we deze krachten symboliseren door beelden van mannen en vrouwen die daardoor worden beheerst.

Maar Tantristische kunst maakt ook gebruik van verschillende, uiterst verfijnde grafische yantra's (platen 4-6). Men zou deze eenvoudig abstract kunnen noemen, maar dat zou dan wel verkeerd zijn. Deze symbolen hebben betrekking op iets dat veel substantiëler en meer wezenlijk is dan de alledaagse wereld; ze dragen energie-werkelijkheden over die dermate omvattend en gevoelens opwekkend zijn, dat ze verre de beperkingen te boven gaan van welk gewoon voorwerp dan ook dat we uit alledaagse menselijke ervaring kunnen herkennen.
De Shri yantra is de meest belangrijke en meest ingewikkelde. Deze heeft vele onderverdelingen en kleinere tekeningen kunnen zijn samenstellende krachten meer in detail weergeven. Ze worden echter allemaal beschouwd als tegelijk actief en in wezen vrouwelijk. Fig. 5 toont enkele van de voomaamste beelden van het Tantrisme, geplaatst in opklimmende reeksen van links naar rechts. Bovenaan is de lingam, het mannelijk orgaan, symbool van het mannelijk zaad van het Zijn. Deze is in creatieve daad afgebeeld omringd door een symbool voor de yoni, de vrouwelijke vulva, het orgaan voor de voortbrenging van wereld en tijd. In een schetstekening kan de centrale schacht een cirkel of een punt worden, omsloten door of wel een vulva-vorm of een vrouwelijke driehoek. Een ander beeld stelt de lingam voor in de vorm van een soort ei, waarbij op het oppervlak rode strepen te zien zijn. Dit is het eerste stadium van differentiatie op weg naar de schepping van uitgebreide tijd.

terug naar de Inhoud

De Godin van de Tijd het dichtst bij de mens

5. Gestileerde vrouwelijke geslachtsorganen,
met en zonder het mannelijke orgaan.
Vanuit zuiver menselijk oogpunt verkondigt Tantra dat menselijke wezens in zekere zin het dichtst bij het vrouwelijk aspect van de schepping staan. (fig. 5) Het mannelijk wezen kan onbegrijpelijk schijnen en op een afstand staand, terwijl het vrouwelijk wezen, de Godin van de Tijd, voortdurend door ons en voor ons voortbrengt; overal zien we haar aan het werk, terwijl ze ons voortbrengt als tijd-gebonden wezens. Daarom concentreert Tantra haar aandacht en meditatie op het vrouwelijk wezen als de meest directe weg naar de intuïtie van de waarheid.
Er wordt gebruik gemaakt van vele vrouwelijke beelden, zoals lotusbloemen, de merkwaardige natuurlijke vorm van de kokosnoot, die gelijkenis vertoont met de vrouwelijke geslachtsdelen, grotten en natuurlijke spleten of holtes in stenen en bomen, driehoeken met de punt naar beneden en afbeeldingen van de vrouwelijke vulva zelf. Het allermeest richt zij haar aandacht op een beeld van de Godin, vervaardigd van hout, steen, metaal of deeg, dat haar voorstelt als een mooi meisje dat, terwijl ze dol van liefde ronddanst, haar haren losmaakt, waardoor ze de werelden uitspreidt, en ze weer opbindt, waardoor ze deze ten einde brengt.

De geest van de Tantrika is voortdurend vervuld van dit schitterende en fascinerende beeld. Iedere vrouw verschijnt hem in deze gedaante. Het is voor hem echter niet de vrouw die de Godin verpersoonlijkt, maar de Godin die zich in de vrouw manifesteert. De bekoring van het innerlijke beeld is voor hem veel groter dan die van welke aardse vrouw ook; de rechtvaardiging voor elke afbeelding van de Godin die bij de Tantristische verering wordt gebruikt, is dat ze de intensiteit van dit innerlijk beeld bevordert, terwijl ze nimmer de geest kan opsluiten binnen zijn eigen louter materiële vormen.
Vrouwen spelen derhalve een uiterst belangrijke rol in het Tantrisme. Zij zijn de dragers van die vrouwelijke energie, welke de centrale plaats in de Tantristische beeldenwereld inneemt; bij de rituele handelingen kan de mannelijke Tantrika alleen door samenwerking met vrouwen vooruitgang boeken. Man en vrouw moeten elkaar voortdurend waarmaken en aanvullen. Pas na langdurige beleving van wederzijdse uitwisseling kan ieder van beiden alleen volledige Tantristische rituelen uitvoeren. Niettemin is iedere gewone, menselijke liefdesdaad in feite een afspiegeling van het kosmisch bedrijf en des te vollediger deze wordt uitgevoerd, des te dichter kan hij de goddelijke oerdaad benaderen.

De liefhebbende Godin van de Schepping heeft nog een ander gezicht. Zoals zij de mens 'in de tijd en in zijn wereld brengt', zo haalt zij hem er ook weer uit. Ze dus tevens zijn vernietiger. Alle dingen die verminken en doden - ziekte, hongersnood, geweld en oorlog - zijn een onvermijdelijk deel van haar activiteit, gezien vanuit het standpunt van de mens als slachtoffer. Niemand kan een succesrijke Tantrika zijn als hij deze realiteit niet heeft onderkend en heeft opgenomen in zijn beeld van de Godin. Vele Tantristische afbeeldingen tonen haar derhalve als de vreeswekkende Kali met zwart gezicht, uitgestoken tong en opengesperde mond waaruit bloed druppelt. Ze kan dan wel afzichtelijk zijn, maar ze moet toch worden bemind. De praktizerende Tantrika wordt van deze noodzaak hardhandig doordrongen door de vele rituelen, waarvan sommige op basis van seksuele handelingen, die worden uitgevoerd te midden van de lijken op echte (of symbolische) crematievelden. Daar, in het rode licht van de brandstapels, waar jakhalzen en kraaien zich te goed doen aan de beenderen, is hij getuige van de ontbinding van alles waar hij in het leven aan hecht.

terug naar de Inhoud

Het scheppingsproces

6a. Het allesomvattende geheel van de werkelijkheid.
Sjiva en Sjakti zo innig vereend, dat zij zich niet bewust
zijn van hun verschillen en in het tijdloze verblijven.
Het scheppingsproces kan ook anders worden afgebeeld. De Shri yantra ziet het frontaal, in de vorm van een plattegrond; maar het is ook mogelijk om het, als het ware, in verticale opstand te beschouwen als een afdaling vanuit de staat van volmaaktheid. Dit is een meer filosofische en aan begrip gebonden visie, omdat we hiervoor een stap terug moeten doen en het proces moeten zien alsof het los van ons staat, hetgeen niet zo is. Maar aangezien de filosofie van Tantra nimmer zuiver abstract is, geeft zij zelfs deze filosofische gedachtengangen weer in menselijke en erotische symboliek, die ze rechtstreeks betrekt bij de menselijke ervaring.
Bovenaan de tekening (fig. 6a), in de boog boven het paar ogen zien we het mannelijke en het vrouwelijke beginsel, die Sjiva (mannelijke energie) en Sjakti (vrouwelijke energie) worden genoemd. De laatste is uit de eerste geprojecteerd als het eerste stadium van de schepping. De voorstelling is analoog aan de stip in de driehoek met de punt omlaag van de yantra diagrammen (fig. 4, plaat 1). Het paar zit in een dermate innige omhelzing, dat geen van beiden zich van de ander als apart wezen bewust is; en Sjiva, het beginsel van het 'ik' en de volkomen gelijkheid, overheerst. Sjakti zou 'haar ogen nog gesloten hebben' in volmaakte gelukzaligheid, omdat zij zich niet bewust geworden is van de toestand van afzonderlijkheid.

6b. Het paar wordt zich bewust van
hun geslachtelijke onderscheid
Het paar onder deze ogen (waarvoor later een verklaring zal worden gegeven) illustreert het volgende stadium. Hier zijn Sjakti's ogen opengegaan, hoewel het paar nog steeds verenigd is. Ze bevindt zich nu in de eerste fase van bewust geworden afscheiding. Het Sjiva-'ik', het subject, heeft een afzonderlijk actief object 'gekregen' (in feite, heeft zichzelf gegeven), een 'dat' gescheiden van zijn 'ik'. De twee staan tegenover elkaar; maar feitelijk zijn deze scheiding en de scheidingen die nog volgen, allemaal het werk van Sjakti, die opzettelijk voor dit doel werd geprojecteerd.
In het volgende stadium (fig. 6b) maakt het paar zich los uit de vereniging tot afzonderlijke delen. Slechts hun wederzijdse seksuele aantrekkingskracht herinnert hen eraan, dat zij bij elkaar behoren, dat het 'ik' en de wereld in feite alleen maar complementaire aspecten van een en dezelfde werkelijkheid zijn. Nu kan Sjakti echt beginnen te functioneren. In het volgende stadium wordt zij die bekoorlijke danseres, wier dans de structuur van de wereld weeft. De patronen van de dans zijn niet louter illusie, maar evenmin zijn zij 'werkelijk' in de zin van onafhankelijke concrete feiten. Het 'ik' is zo geboeid door haar opvoering, dat het meent allerlei verschillende dingen te zien, die in werkelijkheid haar bewegingen en gebaren zijn. Het allerbelangrijkste is dat het begint te denken - als gevolg van haar verbijsterende activiteit - dat het zelf niet één; maar velen is, zowel mannelijk als vrouwelijk.

6c. Het vrouwelijke 'objectief' scheidt
zich van het mannelijke 'subject'.
De verwarring scheppende, oneindige reeks afzonderlijke feiten waaruit het objectieve universum bestaaten die wij pogen te begrijpen, doet zich aan ons 'ik' voor door wat wij onze geest en ons lichaam noemen, het psychosomatisch mechanisme waarin elk van onze gescheiden 'ikken' afgezonderd en opgesloten schijnt te zijn. Ook dat is een deel van de activiteit van de Godin dat, zoals we reeds zagen, eveneens kan worden gesymboliseerd door haar vruchtbare schoot.

Alle dingen die we denken in de tijd te ervaren, de hele loop van ons persoonlijke leven door ons onmetelijke universum, wordt voor ons voortgebracht door die dans of door die schoot welke, als we dat maar beseften, niet verschillend van ons is. Al onze gaven en zintuigen, met alle eigenschappen die zij waarnemen en coördineren, zijn kanalen voor die naar scheiding en onderscheid werkende energie, die door Sjakti wordt voorgesteld.

6d. Het vrouwelijke 'objectief' voert haar dans van
de begoocheling uit, waardoor zij het mannelijke
'subject' ervan overtuigt dat hij niet een maar velen
is en zij uit haar schoot de veelvuldige wereld baart
in wat de opeenvolging van de tijd schijnt te zijn.
Filosofisch gezien is een dergelijke leer de meest verregaande holistische visie, die een oplossing biedt voor de ideeën waarnaar vele van onze wetenschappen zoeken: dat totaliteiten geen samenstellingen zijn van kleinere onderdelen - ledematen, organen, elementen en atomen - maar dat totaliteiten eerst komen en hun onderdelen voortbrengen. Alle oorzaken liggen in de totaliteiten, niet in de toevallige betrekkingen tussen delen van lagere orde. Indien tijd in dit holistische beeld wordt opgenomen, dan wordt de betekenis van de essentiële totaliteit praktisch een definitie van de Tantristische verlichting.
In de tekening (fig. 6) werd het Tantristische mechanisme van de wording weergegeven. Door deze in omgekeerde volgorde af te werken, kunnen we terugklimmen naar de staat van het kennen van de Totale waarheid. De fundamentele schakel is het lichaam, met zijn zintuigen en ervaringswerelden. Want alle verschillende in de tekening weergegeven stadia staan in verband met groepen eigen gaven van het lichaam. We kunnen derhalve stellen dat figuurlijk gesproken, het hele universum vervat is in het menselijk lichaam. Maar dit is iets wat alleen kan worden beseft in een bijzondere vlaag van intuïtie.

terug naar de Inhoud

De Saptaparna, groeiend uit Brahman
De Indiase traditie heeft vele gelegenheden beschreven waarbij de een of andere godheid zich- of haarzelf aan volgelingen toonde, dat hij/zij in zijn/haar lichaam alle sterren, het universum, werelden en schepselen tot aan de kleinste toe bevat. Dit onderwerp is in de Tantra-kunst vaak uitgebeeld, waarbij in het bijzonder Krisjna de betreffende godheid is. Maar deze waarheid is zelfs op het gewone menselijke vlak fundamenteel.
De Indiase traditie heeft zich het menselijke lichaam altijd voorgesteld als een plant (de saptaparna: zevenbladige) groeiende uit de 'grond' van het Hogere, de Verheven Brahman, de waarheid. En evenals de vitale levenssappen van een plant door kanalen en aderen vanuit de wortel omhoog worden gevoerd, zo gebeurt dat ook met de scheppende krachten in het menselijk lichaam. Alleen zit de wortel van de menselijke plant niet onder, maar boven, achter de top van de schedel boven de ruggegraat. De voedende en verbijsterende kracht stroomt op dat punt vanuit het Hogere binnen. Na door alle lichaamskanalen te zijn verspreid, stroomt hij naar de uiterste toppen van de zintuigen, en zelfs verder om de ruimte eromheen te projecteren die elk lichaam meent te bewonen. Het patroon van aderen en kanalen die samen dit stelsel vormen, wordt het astrale lichaam genoemd en is de basis van alle Tantristische verering en yoga.

De verschillende scheidingsniveaus tussen Sjiva en Sjakti in de tekening op pagina 19 (fig. 6) zijn gesitueerd op verschillende niveaus in dit lichaam. Dat is de betekenis van de ogen. Zij zijn ieders eigen bezit. De boog is het dak van zijn schedel waar hij wortelt in het Hogere. Dit brengt ons nog op een ander belangrijk punt. Volgens de meeste gewone Indiase tradities moet men om terug te keren tot de volmaaktheid van de waarheid door middel van ascese en wilskracht nadrukkelijk alle vermogens van het lichaam onderdrukken, die deelnemen aan het projecteren van de zinsbegoocheling van afzonderlijke personen die afzonderlijke werelden bewonen.
Tantra acht die zware worsteling belachelijk. Het stelt in plaats daarvan dat alle vermogens - de zintuigen (waarnemen), de gevoelens en het denken - bevorderd en tot het uiterste geprikkeld moeten worden, dat iemands voorraad herinneringen en antwoorden gewekt kan worden en weer omgezet in de zuivere energie waaruit ze alle afkomstig zijn. Gevoelens en genoegens worden zo grondstoffen voor de transformatie in de verlichting. Het behoeft geen betoog, dat dit bijzonder moeilijk uit te voeren is en dat men al te gemakkelijk in de val kan lopen door creatieve energie te verspillen in niet-getransformeerde genotzoekerij.

Hoe wordt deze omvorming uitgevoerd? Er zijn vele deels samenvallende technieken die naast elkaar gebruikt kunnen worden. Allemaal hanteren ze verschillende aspecten van de voorstelling van de wording; en allemaal zijn ze gebaseerd op de werkelijkheid en niet op de fantasie. Geslachtsgemeenschap wordt bijvoorbeeld gebruikt om het in de tekening weergegeven proces om te keren. Met een partner die je geestelijke oogmerken deelt, kan men een zorgvuldig ritueel proces doorvoeren, dat de gewone man en vrouw verandert in personificaties van Sjiva en Sjakti; en daarna wordt hun vereniging voltrokken. De seksuele ervaring wordt, over een zeer lange periode, over de verschillende stadia tot het punt gebracht waar de identiteit van elk afzonderlijk overgaat in die van de ander en beide de toestand beleven van voordat de scheiding plaatsvond. Het is een weergaloze vreugde, de vreugde van het Zijn voor en boven de wording.
Het beeld van het paar dat in yoga-zit geslachtsgemeenschap heeft, wordt in de Tantristisch Boeddhistische kunst van Tibet gebruikt als het universele symbool voor de geestelijke vervulling. De meest gebruikelijke transformatie-techniek bewerkt de alledaagse Indiase gewoonte om offers te brengen tot een beeld. Hieromtrent is zoveel misverstand ontstaan, dat enige verklaring wel op zijn plaats is. Vele van de in dit boek afgebeelde voorwerpen zijn beelden die op die manier vereerd moeten worden. Bij het brengen van offers identificeert de Tantrika zijn of haar eigen 'ik' met het beeld, waarbij hij dat 'ik' daarop concentreert. De offergaven - bloemen, kaarsen, bellen, wierook en voedsel - zijn symbolen voor de zintuigen. Het beeld wordt gewassen, licht met gekleurde verfstoffen ingesmeerd en met bloemen omhangen als ware het een geëerde gast.

Vanzelfsprekend vereert men niet zomaar een voorwerp; het is de betekenis erachter die wordt welkom geheten, zowel in huis als in zichzelf. Tijdens een langdurig ritueel kan de Tantrika een hele reeks verschillende, maar verwante beelden opstellen en met offeranden vereren; een daarvan kan zelfs een levend meisje zijn, waarin het oorspronkelijke 'volmaakte' van de Godin afdaalt. Ook kunnen het getekende yantra's zijn, waarover we al eerder spraken. Sommige beelden zijn gemaakt van duurzame materialen; andere zijn vervaardigd van klei of papier, en worden na gebruik vernietigd, ter voorkoming van vergissingen omtrent de niet-objectieve aard van de ware betekenis van het beeld. Vaak meent men echter dat de beelden in kracht en waarde toenemen wanneer ze of wel over lange tijd of wel door bijzonder hoog ontwikkelde Tantristische leermeesters voor verering worden gebruikt.

terug naar de Inhoud

Mantra's
Een van de belangrijkste kenmerken van Tantra is het gebruik van 'mantra's'. Dit zijn lettergrepen, enkelvoudige of meerdere aan elkaar verbonden, waarvan de meeste geen directe betekenis hebben. Ze eindigen in een nasale zoemklank die wordt voorgesteld door m, soms in k of t. (Enkele oudere mantra's hebben overigens wel een betekenis als woorden).
Een belangrijke Tantristische mantra is 'Om Kim Strim', maar er bestaan honderden andere. Zij zijn bedoeld als bakermat van bepaalde krachten die de Tantrika kent, maar niet geïdentificeerd met enig uitgesproken object, hoewel ze gelijkgesteld kunnen worden met functionele godheden. Zij worden tijdens het hele Tantristische ritueel zonder onderbreking gebruikt, gefluisterd of gezongen in verschillende combinaties en samenhangen, waarbij ze trillingspatronen vormen die de krachten welke ze weergeven, samenbundelen op die plaats en die tijd.
Men moet leren om ze zowel juist uit te spreken als hun betekenissen te activeren. Ze kunnen in Sanskriet-schrift op rituele voorwerpen worden geschreven, of in de tussenruimten van yantra-tekeningen, of zodanig geschilderd worden dat ze zelf yantra's vormen; ook kunnen ze op iemands lichaam worden gestempeld of drie-dimensionaal worden weergegeven. Men gaat er van uit dat ze de ruimte en de tijd rond de Tantrika vullen met energiekernen die hij kan beheersen en gebruiken.
Ze zijn tevens de astrale vormen van die krachtvelden, waarvan de interferentie-patronen in het menselijk bewustzijn de verschijning der dingen in een wereld teweegbrengen. Want een dergelijke opvatting van 'krachtvelden' is centraal en essentieel voor alle Tantristische activiteiten; het Sanskriet-alfabet, waarmee de namen voor alle dingen kunnen worden geschreven, is zelf het reservoir van alle mantra's.

Ook yoga is een uiterst belangrijke transformatie-methode. India kent vele soorten yoga, maar de bij Tantra gebruikte yoga is min of meer gebaseerd op Hatha yoga, met een extra dimensie. De lichaamshoudingen, samentrekkingen en ontspanningen waaruit Hatha yoga bestaat, zijn speciaal bedoeld om te werken op het innerlijke mechanisme van het astrale menselijke lichaam, waarover we later nog zullen spreken. (22) Het behoeft nauwelijks betoog dat het vanuit het oogpunt van Tantra een zinloze inspanning is om Hatha yoga te beoefenen zonder innerlijk werk te verrichten aan het astrale lichaam, hoewel het kan bijdragen tot de algemene gezondheid en het weerstandsvermogen.
Een ieder die iets aan Hatha yoga doet, zal gemakkelijk de relatie herkennen tussen de bewegingen en de verschillende centra van het astrale lichaam. Maar de extra dimensie bij de Tantristische yoga komt van de lichaamsbewegingen die uitgevoerd worden tijdens geslachtsgemeenschap. Deze zijn zowel bedoeld om de fysieke gevoelens te intensiveren als om deze om te vormen in een middel tot goddelijk inzicht. Ze worden alleen in de praktijk met een seksuele partner geleerd, onder leiding van een leraar; daarbij kan de ene partner de leraar zijn, heel vaak is dat de vrouw.

terug naar de Inhoud

De vrouwelijke 'machtbezitster'
Daarmee komen we bij een uitermate belangwekkend punt van Tantra. Er zijn ontelbare legenden bekend over de wijze waarop de meest beroemde mannelijke Tantristische heiligen werden ingewijd; het kernthema daarin is gewoonlijk een rituele geslachtsgemeenschap met een 'machtbezitster', wier gunsten de inwijdeling moet zien te winnen. Dit zou heel goed een van de oudste elementen in Tantra kunnen zijn, aangezien de gedachte dat niet alleen inwijding, maar juist ook de mogelijkheid om het Tantristische doel te bereiken, alleen doorgegeven kan worden door een reeks 'machtbezitsters', waarschijnlijk wortelt in de vroegste vormen van de menselijke religie.
Jongere Indiase godsdiensten zijn allemaal sterk mannelijk ingesteld; en vele van de meer conventionele interpretaties van Tantra, in teksten die zijn nagezien door Brahmaanse of Boeddhistische vertalers en uitleggers, hebben de neiging dit centrale belang van de vrouw te onderdrukken. De geschiedenis kent echter talloze voorbeelden van bestaande Tantristische heiligen, dichters en wijzen die een vaste seksuele verhouding hadden met een bepaalde vrouw, waarvan zij bijzonder gecharmeerd waren en die voor hen het voomaamste werktuig werd voor hun verlichting. Dergelijke vrouwen behoorden meestal tot een lage kaste; het konden ook meisjes zijn die zich zowel aan rituelen als aan geslachtelijk verkeer overgaven, zoals tempeldanseressen en gewone prostituées.

Volgens de Indiase opvattingen van kaste-zuiverheid was het contact met zo'n vrouw een bezoedeling en plaatste het de Tantrika buiten de grenzen van de gerespecteerde maatschappij. Dit was altijd opzettelijk. Want Tantra eist dat iedere band met de dagelijkse conventionele wereld moet worden verbroken indien men de verlichting deelachtig wil worden; en te denken dat men 'goed gerespecteerd' is, is een van de gevaarlijkste en verraderlijkste van deze banden. Tantra beoefenen is leven in sociale ballingschap buiten de niet-Tantristische maatschappij.
De krachtigste seksuele rite van reïntegratie vereist gemeenschap met de vrouwelijke partner wanneer zij menstrueert en haar 'rode' seksuele energie het sterkst is. Het beste is om deze rite uit te voeren op een crematieveld tussen de lijken en de vlammende brandstapels. Om deze redenen zijn in de kunst de voorstellingen van de vrouwelijke partner of inwijder meestal rood gekleurd. Op een ander punt lopen de tradities uiteen. Sommige, waarschijnlijk vertegenwoordigers van de oudste denkrichting, aanvaarden dat het witte mannelijke zaad uiteindelijk moet worden geëjaculeerd in de reagerende yoni van de vrouw, als ware het een offer van heilige olie dat in een altaarvuur werd uitgegoten; de echte fysieke orgasmen van beide partners worden aldus getransformeerd en opgenomen in de veel grotere extase die teweeggebracht wordt door zorgvuldig uitgevoerde yoga-oefeningen. Andere tradities, naar Indiase maatstaven meer orthodox, zeggen dat de orgasmen volledig moeten worden onderdrukt en dat de energie die daaraan zou zijn besteed, moet worden teruggedreven en volledig gesublimeerd in een stralende innerlijke staat.

De meest befaamde Tantristische riten zijn varianten van de chakrapoeja. Dit is een soort langdurige eucharistie-viering, die 's nachts plaatsvindt en wordt bijgewoond door een aantal paren, al dan niet gehuwd, die zich op ceremoniële wijze overgeeft aan de vijf geneugten die normaal verboden zijn voor leden van de hogere kaste: vlees, alcohol, vis, een bepaald soort graan, en geslachtsgemeenschap. Dit laatste kan bedreven worden met een aantal verschillende partners, zowel de eigen als andere naar keuze. Alweer gaat het erom bijzondere krachten op te wekken en te beheersen.
Ten slotte moeten we er nog op wijzen dat een van de oudste en machtigste symbolen voor de kosmisch creatieve en seksuele energie, die in vele Tantristische kunstwerken voorkomt, de slang is. Al deze zaken dragen bij tot de verklaring van het hoe en waarom achter de eerder vermelde beschrijving van een gelukkige Tantrika.

terug naar de Inhoud

Tantristische Indiase kunst
Eén bijzonder kenmerk vraagt echter nog om nadere uitleg: de muziek en de kunst. Tantra is in feite de enige richting in de Indiase traditie die zuiver esthetische ervaring heeft opgenomen in zijn religieuze programma. Natuurlijk zijn er vele soorten niet-Tantristische Indiase kunst; maar Tantra hecht een heel bijzondere betekenis aan de artistieke beleving als zodanig, omdat zij ervan uitgaat dat alle in het lichaam opgeslagen zintuiglijke, gevoelsmatige en begripsmatige responsen die de kunst kan opwekken, brandstof zijn voor het Tantristische vuur. De Indiase kunst is toch al hoogst sensueel en Tantra gebruikt van de stimulerende schoonheden van de erotische tempelsculptuur en de Krisjna-miniaturen uit Rajpoet voor haar eigen doeleinden. Er bestaan zelfs Tantristische teksten die gewijd zijn aan de schone, mensgeworden god Krisjna, de donkerhuidige koeieherder op wie alle vrouwen van zijn stam, in het bijzonder Radha, hopeloos verliefd worden.
Indiase gedichten, liederen en kunstwerken houden zich altijd diepgaand bezig met de fysieke bijzonderheden en aspecten van hun liefdesaffaires. Maar Tantra beschouwt hen als boeiende werktuigen van de grote Godin, die deze projectie van zichzelf gebruikt om een weergave van de ervaring van kosmische extase over te dragen aan degenen, die de weg van de positieve liefde verkiezen, of die echte belangstelling voor kunst en muziek hebben.

terug naar de Inhoud

Het astrale lichaam: de aura
Het kernbegrip dat het hele wezen van Tantra inspireert, is dat van het astrale lichaam, het krachtenmechanisme dat zoals we al zagen actief betrokken is bij de schepping van de wereld tijdens het proces van de wording. We hebben ook al melding gemaakt van de methoden om dit proces om te keren. Maar de gedachtengang waarop zij allemaal gebaseerd zijn, is vervat in de structuur van het innerlijk lichaam, die kan worden weergegeven door een gedetailleerde kaart van de knopen en de stromingen in het psychosomatische organisme van de mens.
Er is één vraag die vanzelfsprekend bij iedereen opkomt: moeten we dit astrale lichaam als 'werkelijk' beschouwen? Het Tantristische antwoord luidt: nee, indien men met werkelijk bedoelt behorende tot de wereld der objectieve uiterlijke werkelijkheid; het bevindt zich 'boven' deze werkelijkheid en is in een belangrijke zin meer werkelijk dan deze. Maar het wordt alleen, net zoals de smaak van een citroen, als een innerlijke ervaring beleefd door een ieder die ook maar de geringste poging doet om zijn aandacht naar binnen te richten. Uitgezonderd wanneer men praat met iemand die deze ervaring heeft, kan men alleen maar in vage en schematische termen over het innerlijke lichaam spreken; meer kunnen we hier dan ook niet doen.

Aangezien zij handelen over een ontastbare, innerlijke ervaring, variëren de in verschillende teksten gegeven beschrijvingen enigermate. Hindoeïstische en Boeddhistische Tantra zijn het in beginsel eens over het model van dit astrale lichaam, maar verschillen in sommige opzichten, die minder belangrijk zijn dan ze op het eerste gezicht misschien lijken. In de laatste eeuwen werden in Nepal de Hindoeïstische en Boeddhistische tradities op gelukkige wijze gecombineerd.
De Tantrika die zijn ritueel en yoga gaat uitoefenen, begint met zichzelf in het centrum van zijn eigen wereld te plaatsen. Eerst stelt hij zich de aarde, met haar continenten en zeeën, voor als een enorme platte schijf - een mandala - die zich uitstrekt rond een reusachtige centrale bergtop, de mythische berg Meroe, die gelijkt op een hoge top van het Himalaya-gebergte. Rond deze schijf denkt hij zich de omloopbanen van de planeten en de schijnbaar draaiende sterrenbeelden, die hij zich mogelijk voorstelt in de vorm van anthropomorfe godheden. Voor hem zijn de hemelen, die onze menselijke tijdrekeningen bepalen, een gewichtige functie van het scheppend vermogen waaraan hij deel heeft; het waarnemen van deze hemelen kan zijn geest verheffen tot een besef van de onmetelijkheid van wat hij zowel aanbidt als ook zelf is.

De Tantrika heeft grote belangstelling voor astronomie en astrologie; hij bestudeert altijd tijdtabellen van de bijzondere gebeurtenissen in zijn leven. Vele Tantristische kunstwerken hebben betrekking op deze hele essentiële eerste fase van het ceremonieel en zij verschaffen de basis voor de voorstellingen van de Tantrika. (25) In de volgende fase identificeert de Tantrika de innerlijke centrale zuil van zijn ruggegraat (Soesjoemna genaamd) met de as in het midden van de berg Meroe, zodat hij zichzelf ervaart als het centrum, waaromheen de hele kringloop van zijn wereld draait. Kosmos en mens worden gelijkgesteld; alle centra van het individu zijn in wezen hetzelfde.

terug naar de Inhoud

De chakra's

7. Het 'astrale lichaam', de aura met de chakra's
Met behulp van verdere tekeningen begint hij dan die wereld te ontleden in zijn samenstellende energieën en deze te identificeren als erin uitstromende vanuit zijn eigen zintuiglijke en mentale structuur. Hij kan ze concentreren op het onderste van de 'wielen' (chakra's) of 'lotussen' van zijn astrale energie-lichaam. In grote lijnen past hun opzet bij het filosofisch model op pagina 19. Langs de glanzende draad van de centrale Soesjoemna is verticaal een hele reeks van deze lotussen geregen (fig. 7). Het zijn stuk voor stuk mandala's van verschillende typen.
Het gebruikelijke aantal bedraagt zes, met een zevende bij die kritieke bestaanskern bovenin de schedel. Sommige tradities stellen er zich nog meer voor, die uitsteken boven het hoofd in verschillende niveaus van het Hiernamaals. Een ander paar dunne kanalen, mannelijk en vrouwelijk, 'zon' en 'maan', wit en rood, slingert zich spiraalsgewijze rond deze lotussen en laat energie circuleren. (26) Zij worden gecontroleerd door de ademhaling te beheersen.
De onderste lotus (Muladhara, stuitchakra, met vier bladeren) bevindt zich onderin het bekken, in het perineum pal voor de anus. De Hindoeïstische Tantra heeft voor deze bijzondere belangstelling, omdat zij daar de astrale slang Koendalini localiseert, die ieders eigen Godin-wereldprojecterende functie is. Zij slaapt, opgerold rond een innerlijke lingam, wiens opening zij met haar bek bedekt. Deze opening is de toegang tot het ondereinde van de Soesjoemna en haar kronkelingen zijn de bron van wereld-ervaring. Door yoga en seksuele houdingen en spanningen, waarbij hij zijn wereld-schijf in de cirkel van deze lotus heeft, 'wekt' de Tantrika Koendalini, die zich verheft en het ondereinde van de Soesjoemna binnendringt om haar opstijging te beginnen. De eerste sensatie is zeer hevig en absoluut niet te beschrijven. Daarna betreedt Koendalini achter elkaar elke hogere lotus, terwijl de Tantrika zijn geest richt op de structuur en de betekenis ervan.

Het is de bedoeling van de Hindoeïstische Tantrika, dat zijn Koendalini zo vaak mogelijk in de Soesjoemna zal opstijgen, uiteindelijk zelfs voorgoed. De Boeddhistische Tantrika, wiens Boeddhisme hem zintuiglijke voorstellingen doet afwijzen, die te duidelijk en te bekoorlijk kunnen zijn, kent toch ook een 'innerlijk meisje' dat in zijn ruggegraat opstijgt en in de Boeddhistische Tantristische kunst wordt afgebeeld door vrouwenfiguren zoals de 'rode Dakini'. Volgens beide tradities ontmoet nabij de top, de vrouwelijke energie het mannelijke zaad van het Zijn, waarmee zij zich seksueel verenigt (zoals te zien in de tekening op pagina 19). Vanuit deze vereniging vloeit een bovennatuurlijke nectar omlaag en doorstroomt het lichaam, terwijl de man of vrouw volledig geïdentificeerd raakt met de bron van het 'ik' en de wereld, die achter de kruin van het hoofd is gelegen. De voleinding van het opstijgen kan worden gesymboliseerd door een grote vogel, die gelijkgesteld wordt met de mythische Perzische Simoergh [Feniks]. Deze wordt in de kunst soms afgebeeld, terwijl hij een goddelijk liefdespaar draagt.

Aldus geschiedt in grote lijnen de 'ommekeer' van de Wording. De opstijging wordt tot in bijzonderheden behandeld. Alle tradities aanvaarden dat deze verloopt door de sferen van de vijf elementaire stadia van 'materie', waarbij ieder lager stadium telkens wordt opgenomen in het hogere: het vaste wordt gesymboliseerd door aarde; het vloeibare door water; het gloeiende door vuur; het vluchtige door lucht; terwijl het etherische geen direct symbool heeft. (Deze lijken op de 'elementen' van de Europese alchemie, die zo vaak verkeerd worden begrepen.)
Ieder hoger stadium van 'materie' komt dichter bij de staat van ongedifferentieerde energie en stelt een intensere, innerlijke waarneming voor van de versmelting der krachten naarmate zij in de tijd oplossen. De reeks, afgebeeld in de tekening (fig. 7), wordt ook gesymboliseerd in de Tantristische Boeddhistische stoepa (een symbolische vorm afgeleid van de koepelvormige heuvel, waarop nabij de top de relieken van Boeddhistische heiligen werden bewaard voor openbare verering). Deze kan iedere afmeting hebben, van een reusachtig bouwwerk tot een klein voorwerp van geel koper.

De Hindoeïstische Tantra localiseert deze elementaire stadia als volgt: het gele vaste stadium, vierkant, bevindt zich in de onderste lotus met vier bladeren (Muladhara, stuitchakra); de witte vloeibare, rond, met zes bladeren bevindt zich ter hoogte van de genitaliën (Svadisthana, miltchakra); de rode gloeiende, driehoekig, met acht bladeren bevindt zich ter hoogte van de navel (Manipura, navelchakra); de groene vluchtige, halvemaanvormige met twaalf bladeren bevindt zich ter hoogte van het hart (Anahatta, hartchakra); de grijzige etherische, bundelvormig, met zestien bladeren bevindt zich ter hoogte van de keel (Vishuda, keelchakra).
Tussen de wenkbrauwen localiseren de Hindoes een witte, tweebladige lotus (Ajna, voorhoofdchakra), waar de vereniging van het mannelijke en vrouwelijke plaatsvindt en uit de kruin van het hoofd ontvouwt zich de duizendbladige lotus van de Zegen van het Hiernamaals (Sahasrara, kruinchakra), waarvan de straling de som van alle mogelijke kleuren is.
Ter hoogte van de navel, in de vuursfeer die uiterlijk wordt weergegeven door het crematieveld, wordt onze alledaagse tijd op een hoger plan gebracht. Net onder het hart wordt nog een kleine lotus geplaatst, die het 'juweleneiland' wordt genoemd en de plaats is waar het persoonlijke besef van het gescheiden 'ik' wordt opgewekt in de benedenwaartae loop van de Wording en uitgewist in zijn opwaartse terugkeer naar de top door middel van rituele meditatie.

terug naar de Inhoud

Boeddhistische Tantra
Boeddhistische Tantra legt weinig nadruk op de onderste lotus, kent geen Koendalini en laat bij voorkeur de lotus achter de genitaliën weg. Zij identificeert echter de opstijgende bewustzijnsenergie met de seksuele vitaliteit, die zij symboliseert door het mannelijke zaad, dat wordt voortgebracht door de vrouwenfiguur. Zij concentreert zich eerst op de vuur-lotus bij de navel, die zij net als de Hindoeïstische Tantra beschouwt als het kritieke transformatiestadium; daarin bevindt zich een door vurige goddelijke bewakers omgeven altaar, waarop het 'ik' wordt geofferd, net zoals het dode lichaam op de brandstapel - een beeld waarmee iedere Indiër zo vertrouwd is.
Maar ter hoogte van het hart stelt het Tantristische Boeddhisme zich haar meest veelomvattende en karakteristieke groep krachtvelden voor, die veel ingewikkelder is dan de hart-lotus in het Hindoeïstische stelsel. Deze groep is opgezet in vijf cirkels binnen een uitgestrekte platte schijf; vier bevinden zich elk op een van de hoofdpunten van het heelal - in het zuiden, oosten, noorden en westen - en de vijfde zit in het midden. In elk van deze cirkels bevindt zich een Boeddha, die een symbolische kleur heeft en mediteert, seksueel verenigd met zijn 'wijsheid', tesamen met nevenfiguren. Iedere Boeddha is een weergave van de staat van besef van alle verkeerde inzichten, die veroorzaakt worden door een bijzonder gevoel en een bijzondere misleidende werking van de geest.
De genade van de vrouwelijke wijsheid-staat waarmee hij wordt verenigd, stelt iedere Boeddha in staat om deze gevoelens op te roepen; en de persoon die mediteert wordt geacht zichzelf te identificeren met achtereenvolgens ieder van deze Boeddha's, hetgeen zijn wezen openstelt, dankzij de passende wijsheid, voor de volledige realisatie van wat zij verwezenlijken. Want volgens de Boeddhistische gedachtengang moet men niet uitkijken naar 'hogere objecten' zoals godheden om zijn geest op te richten; men moet in plaats daarvan leren uiteindelijk te leven in een staat waarin alle objecten, zelfs 'hogere', worden opgegeven als illusies, opgelost in een reusachtig en rimpelloos netwerk van relaties, waarin tijd noch ruimte is.

Spiraalsgewijze van zuid naar oost, noord en west, mediteert men over elk van deze velden en stelt zich deze voor, waarbij de een telkens in de volgende wordt opgenomen. Van bijzonder belang is die aan de oostzijde, het rijk van de 'toorn'. Want deze 'emotie' verbeeldt op de een of andere wijze de elementaire 'energie functie', die de meditatie verder helpt; en de toornige figuur Vajrapani genaamd, belichaamt de kracht van het voornemen van de mediteerder om te slagen. Zijn bewustzijnsenergie gaat vervolgens in het midden langs de centrale Soesjoemna omhoog naar de keel-lotus, waar zich een soortgelijke groep velden bevindt, met daarin ingespannen dansende Kennis-Bezitters, die elk corresponderen met de Boeddha eronder en elk in liefde verenigd zijn met een vrouwelijke partner. Ook deze velden worden spiraalsgewijze gepasseerd, waarbij nieuwe stadia van kennis worden ontsloten. Vanuit het midden stijgt de bewustzijnsenergie nogmaals op naar de hoogste groep velden. Hier worden alle identificatie-beelden geacht bezeten te zijn door een sterke passie, zowel van toorn als seksueel, die de uiterste toestand van opgewekte energie symboliseert.

Nadat deze reeks van stadia is gepasseerd, wordt de geest ontvankelijk voor alle mogelijke beelden en bereikt dan, wederom door het midden, de staat van Oppeste Kennis; dit wordt soms gesymboliseerd door een blauwgekleurde Boeddha die rustig gezeten is in de seksuele omhelzing van een zuiver witte wijsheid, of door een gouden paar. Dit gehele proces kan ook worden gesymboliseerd door series yantras waarin eerder vormen en kleuren dan anthropomorfe figuren de functie van medium hebben.
De bekendste yantra van het Tantristische Boeddhisme is 'Om mani padme Hum'. 'Om' is de klank van centrale verlichting, 'mani padme' betekent 'juweel in de lotus' of 'mannelijk orgaan in het vrouwelijk orgaan', de volmaaktheid, met kracht bezielende wijsheid. 'Hum' is de klank van de macht, die de yantra tot verwezenlijking dwingt. Deze energie wordt vaak gesymboliseerd door een instrument, de vajra genaamd, een rechte steel in het midden met aan weerseinden sierlijk gebogen takken. Alle Tantristische Boeddhisten bezitten zo'n instrument, dat een ieder tot reservoir van persoonlijke kracht dient. Vajrapani betekent 'hij die de vajra bezit'.

Om zijn meditatie te helpen bevorderen kan de Tantrika ook gebruik maken van een (metalen) bel; daarbij strijkt hij voortdurend zachtjes langs de rand van de bel, waardoor een aanhoudend, zacht en opzwepend gebrom wordt veroorzaakt. Dit geluid is het symbool voor de diepste expressie van de meest wezenlijke Tantristische waarheid. Het is de hoorbare vorm van de oudste en machtigste lndiase mantra, 'Om' zelf. Want evenals elke goede wetenschap erkent Tantra dat de structuur van zelfs de schijnbaar dichtste voorwerpen van een orde is verwant aan trilling, die voor het menselijk verstand wordt gesymboliseerd door geluid. En de ritmische functies - hartslag, ademhaling, celvernieuwing - structureren het besef van tijd en leven van ieder dierlijk wezen.
De verschillen en wisselwerkingen tussen materiële zaken zoals we die waamemen, wortelen in de interferentie-patronen die bij gecombineerde trillingsfrequenties worden teweeggebracht. Daarin kunnen we weer de uitgestrekte werkingssferen van de scheppende Godin herkennen. Om is het woord dat bij juist gebruik deze allemaal kan verenigen en doen harmoniëren. Hierin kan de Tantrika de vervulling vinden van zijn meditaties en gebeden, zijn seksuele yoga en mantra beoefening.
Uiteindelijk zal hij misschien leren de harmonierende 'Om' resonerend omhoog te sturen door de kristallen holte van zijn astrale ruggegraat, en zijn hele lichaam open te stellen voor die elementaire kracht, die dan door de kruin van zijn hoofd zal binnenstromen vanuit de werkelijkheid buiten de tijd, de bron van iedere wording.
Het is het uiteindelijke doel van Tantra deze ervaring werkelijk en duurzaam te maken, voortdurend in het besef ervan te leven.


terug naar het literatuuroverzicht

terug naar het weblog







^