Carl R. Rogers - Mens worden, deel 1
Oorspronkelijke titel: On becoming a person (1961)Uitgeverij Bijleveld Utrecht, 1969, ISBN 90 61 31 230 2
De visie van een psychotherapeut op persoonlijke groei
Voorwoord
Ook al hindert het me enigszins het te moeten zeggen, meer dan drieëndertig jaar lang ben ik psychotherapeut (of counseler) geweest.
Dat betekent dat ik getracht heb mijn diensten te verlenen aan een bonte schakering uit onze bevolking: kinderen, adolescenten en volwassenen. Mensen met opvoedingsproblemen of huwelijksmoeilijkheden, mensen met conflicten in hun persoonlijke leven of in hun beroep; 'normale', 'neurotische' en 'psychotische' mensen (de aanhalingstekens geven aan dat dit voor mij allemaal misleidende benamingen zijn). Mensen die zelf hulp vragen en mensen die door anderen gestuurd werden om te worden geholpen; mensen met kleine problemen en lieden die volslagen wanhopig waren. Ik beschouw het als een groot voorrecht de gelegenheid te hebben gehad om zulk een ruime verscheidenheid van mijn medeburgers zo intiem en zo persoonlijk te leren kennen.
Uitgaande van de in de loop der jaren opgedane klinische ervaring en het in die tijd verrichte onderzoek, heb ik naast enkele boeken ook talrijke studies geschreven. De hoofdstukken in deze bundel zijn een selectie uit de voordrachten en verhandelingen die ik op papier heb. Graag wil ik hier de redenen uiteenzetten waarom ik ze nu in dit boek bijeengebracht heb.
In de eerste plaats geloof ik dat deze artikelen iets van betekenis kunnen bieden voor de persoonlijke groei, voor het wordingsproces van de mens in deze verbijsterende wereld. Dit is uiteraard in geen enkel opzicht een boek met panklare levensadviezen, noch lijkt het ook maar in de verste verte op een 'doe het zelf' handleiding, maar het is mijn ondervinding dat menigeen die destijds van deze artikelen in hun oorspronkelijke vorm kon kennisnemen, ze uitdagend, stimulerend en verrijkend voor zijn bestaan vond. Ze gaven de lezer kennelijk iets meer zekerheid bij het maken en volgen van een eigen keuze om te worden wie hij is. Om deze reden wil ik ze dus gaarne gemakkelijker toegankelijk maken voor iedereen die er maar belangstelling voor heeft: voor de 'intelligente leek'.
Ik hoop oprecht dat veel mensen die niet direct professioneel betrokken zijn bij counseling of psychotherapie, toch zullen ervaren dat een steeds groeiend inzicht op dit terrein hen en hun eigen leven kan sterken. Ik hoop en vertrouw ook dat veel mensen die, ondanks dat ze in de problemen zaten, er niet toe konden komen om naar een counseler te gaan, hulp kunnen vinden als ze de fragmenten van de opgenomen therapiegesprekken lezen, dat ze ongemerkt meer moed en zelfvertrouwen zullen krijgen en dat het begrijpen van hun eigen moeilijkheden gemakkelijker zal worden naarmate ze, in hun verbeelding en hun gevoel, de moeilijke strijd van anderen naar groei, meebeleven.
Van invloed op het samenstellen van dit boek waren ook de steeds talrijker en dringender worden verzoeken van hen die reeds bekend zijn met mijn inzichten inzake counseling, psychotherapie en intermenselijke relaties. Zij gaven aan dat ze graag zouden willen beschikken over een zo compleet mogelijk overzicht van mijn recente denken en werk.
Een andere beweegreden die me dreef, is een ingewikkelde en persoonlijke kwestie. En dat is het zoeken naar een geschikt publiek voor wat ik te zeggen heb. Meer dan tien jaar lang heeft dat probleem mij beziggehouden. Al met al zijn de meeste van de artikelen die ik in deze tien jaar schreef, niet in druk verschenen of slechts in zeer beperkte oplage (vakgenoten) verspreid.
Ik heb nu het besluit genomen al deze beschouwingen bijeen te brengen in een boek, zodat zij zo hun eigen publiek kunnen zoeken. Ik ben er zeker van dat die lezerskring een scala van zeer uiteenlopende beroepen en interessen zal omvatten, waarvan sommige heel ver verwijderd liggen van mijn eigen werkterrein. Zoals, bijvoorbeeld, de filosofie en politieke wetenschappen. Ik ben echter tot de overtuiging gekomen dat die lezerskring ook een bepaalde eenheid vertonen zal. Ik geloof namelijk dat deze artikelen behoren tot een stroming die steeds meer invloed zal krijgen op het denken in de psychologie, psychiatrie, filosofie en wellicht ook op geheel andere gebieden. En de lezers die belangstelling hebben voor deze nieuwe ontwikkeling, zullen ook openstaan voor mijn visie. Het mogen dan lieden zijn die wat betreft hun achtergrond, opleiding, functie werkzaamheden en overtuiging bijzonder verschillen, zij hebben allen welzeker iets gemeenschappelijks, en dat is hun zorg voor de mens en diens persoonlijke, creatieve ontplooiing in een moderne wereld, welke er steeds meer op gericht schijnt te zijn alle humane aspiraties te negeren en te kleineren.
Tenslotte wil ik dan nog een laatste reden noemen om dit boek uit te geven, een punt dat voor mij heel zwaar weegt. Het heeft te maken met de werkelijk klemmende behoefte in onze tijd aan meer fundamentele kennis en een meer competente aanpak inzake het voorkomen en oplossen van conflicten in intermenselijke relaties. De ontzagwekkende wetenschappelijke vorderingen zowel op het gebied van de oneindigheid van de kosmische ruimte als op het gebied van de oneindigheid der subatomaire ruimte, kunnen wel degelijk gaan leiden tot de totale vernietiging van onze wereld, wanneer wij niet snel even grote vorderingen weten te maken in het begrijpen en hanteren van spanningen tussen mensen en groepen. De schrik slaat me om het hart als ik zie hoe bescheiden de kennis nog is die we op dit gebied verworven hebben. Ik zie uit naar de dag waarop men het bedrag dat een of twee grote raketten kosten, zal durven te investeren in het zoeken naar een meer adequaat begrip van menselijke verhoudingen. Maar ik voel me eveneens zeer bezorgd, omdat de inzichten die we al verworven hebben nog zo weinig worden erkend en benut. Ik hoop dat het uit dit boek duidelijk naar voren zal komen dat we nu al de beschikking hebben over een wetenschap die, als ze werkelijk goed in praktijk gebracht werd, zou bijdragen tot het verminderen van rassenspanningen, arbeidsconflicten, en internationale controverses. Ik hoop dat het evenzeer zonneklaar zal worden dat deze kennis, als ze preventief toegepast wordt, kan helpen bij het ontwikkelen van rijpe, vrije, onbevooroordeelde, begrijpende mensen die toekomstige spanningen, zodra die de groei van het persoonlijke en sociale leven dreigen te belemmeren, constructief kunnen aanpakken. Als ik door deze publicaties een ruime kring geïnteresseerden op de ongebruikte bron van kennis die nu al beschikbaar is op het gebied van intermenselijke relaties, kan wijzen, zal ik me ruimschoots beloond voelen.
Het is de bedoeling van dit boek u te laten delen in iets van mijn eigen ervaringen, in iets van mijzelf. Hier ligt dus open voor u wat ik heb ervaren in de jungle van het hedendaagse leven, in het grotendeels nog niet in kaart gebrachte gebied van menselijke verhoudingen. Hier vindt u wat ik heb gezien, wat ik ben gaan geloven, en hoe ik mijn inzichten en opvattingen, problemen, zorgen en onzekerheden waarmee ik te worstelen heb. Ik maak U er deelgenoot van, in de hoop dat u daarin iets zult vinden dat u aanspreekt.
Inhoud
'Dit ben ik' - mijn ontwikkelingsgang als psycholoog en de groei van een persoonlijke filosofie.
Het begin van mijn studententijd
De periode in Rochester
Mijn kinderen
Recente vorderingen
Enkele persoonlijk verworven inzichten
Ik heb in mijn relaties met mensen ontdekt, dat het op de lange duur niet helpt te doen alsof ik iets ben, wat ik niet ben.
Ik ontdek dat ik doelmatiger werk als ik aanvaardend naar mezelf kan luisteren en ik mezelf kan zijn.
Ik heb ontdekt dat het van enorme waarde is als ik mezelf veroorloof een ander te begrijpen.
Ik heb gemerkt dat het verrijkend is kanalen te openen, waardoor anderen hun gevoelens en hun eigen ervaringswereld aan mij kunnen overbrengen.
In mijn counselingspraktijk heb ik nog iets heel belangrijks geleerd. Ik kan dat kort uitdrukken. Ik heb gemerkt dat het zeer de moeite loont, als ik een ander kan aanvaarden zoals hij is.
Hoe meer ik opensta voor de werkelijkheid in mezelf en in anderen, hoe minder ik de neiging voel om 'vlug eens orde op zaken te stellen'.
Ik kan vertrouwen op mijn gevoelservaren.
Heel nauw hiermee verbonden is de gedachte dat waardering van anderen nooit een leidraad voor mij kan zijn.
Voor mij is innerlijke groei de hoogste autoriteit.
Nog een ander persoonlijk inzicht. Ik geniet van het ontdekken van systeem in de ervaring.
Een ontdekking die ik na veel moeite kon aanvaarden, kan samengevat worden in vier woorden: 'De feiten zijn welwillend'.
Wat het meest persoonlijk is, is ook het meest algemeen.
Het is mijn ervaring dat de mensen fundamenteel een positieve instelling hebben.
Het leven in zijn hoogste vorm is een vloeiend veranderingsproces waarin niets vaststaat.
Eerste deel Persoonlijk gesproken
Ik spreek als mens, vanuit persoonlijke ervaring en persoonlijk verworven inzicht.
Hoofdstuk 1
'Dit ben ik' - mijn ontwikkelingsgang als psycholoog en de groei van een persoonlijke filosofie.
Ik ben een psycholoog en mijn belangstelling ging gedurende vele jaren voornamelijk uit naar psychotherapie. Wat betekent dat? Ik zou graag enkele regels aanhalen uit het voorwoord van mijn boek Client centerd therapie, om op subtiele wijze aan te geven wat het voor mij betekent. Ik probeerde daarin de lezer alvast iets te laten proeven van het onderwerp dat behandeld zou worden en schreef toen het volgende: "Waarover gaat dit boek? Laat mij trachten een antwoord te geven dat enigermate een beeld geeft van de levende ervaring waarvan dit boek de neerslag moet zijn. Dit boek gaat over het lijden en de hoop, de zorg en de voldoening waarvan de spreekkamer van iedere therapeut vol is. Het gaat over het unieke van de relatie die iedere therapeut heeft met elke cliënt en eveneens over de gemeenschappelijke elementen die wij in al deze relaties ontdekken. Dit boek gaat over een cliënt in mijn spreekkamer die daar aan de hoek van het bureau zit, die worstelt om zichzelf te zijn en daar niettemin doodsbang voor is, die ernaar streeft zijn ervaringen te nemen voor wat ze zijn, die ernaar verlangt die ervaring te zijn en die toch heel erg bang is voor dat vooruitzicht.
Dit boek gaat over mij zoals ik daar zit met die cliënt tegenover mij, zo diep en gevoelig als mij maar mogelijk is aan die strijd deelnemend. Het gaat over mij als ik tracht mijn ervaring waar te nemen en de betekenis en het gevoel en de smaak en de geur tracht te proeven die deze ervaring voor hem betekent. Het gaat over mij als ik mijn al te menselijk tekort in het begrijpen van die cliënt en mijn onvermogen het leven te zien zoals zich dat aan hem voordoet, betreur; mislukkingen die als zware voorwerpen dwars door het ingewikkelde, tere web van de groei die plaatsheeft, heenvallen. Het gaat over mij als ik mij verheug over het voorrecht vroedvrouw te zijn voor een nieuwe persoonlijkheid, als ik vol ontzag het tevoorschijn-komen van een zelf, een persoonlijkheid, bijwoon, als ik het geboorteproces meemaak waarin ik een belangrijk helpend aandeel heb.
Het gaat over ons beiden, de cliënt en mij, als we vol verwondering de machtige en geordende krachten beschouwen die in dit hele proces duidelijk worden, krachten die diep in het universum als geheel schijnen te wortelen. Dit boek is, geloof ik, het boek van het leven zelf, zoals het zich ook juist in al zijn vitaliteit onthult in het therapeutische proces - het leven met zijn blinde kracht en zijn geweldige vermogen tot vernietiging, maar met zijn overheersende gerichtheid op groei, als gelegenheid tot groei geschonken wordt.
Dit geeft misschien een beeld van wat ik wil doen en van de manier waarop ik daarover denk. Ik neem aan dat u zich ook afvraagt hoe ik bij dit werk betrokken raakte en dat u nieuwsgierig bent naar enkele keuzen en beslissingen, bewuste en onbewuste, die in de loop der jaren vielen. Laat ik eens proberen of ik u enkele van de belangrijke psychologische momenten uit mijn levensloop kan geven, vooral die welke betrekking hebben op mijn beroep.
terug naar de Inhoud
Het begin van mijn studententijd
Ik had het gevoel dat vragen naar de zin van het leven en zoeken naar de mogelijkheid een constructieve bijdrage te leveren aan de ontplooiing van de mens, mij waarschijnlijk altijd zou interesseren, maar ik zou niet kunnen werken binnen een systeem waar van mij geëist werd in voorgeschreven godsdienstige dogma's te geloven. De inhoud van mijn geloof was al geweldig veranderd en zou misschien wel blijven veranderen. Het leek mij iets verschrikkelijks om een reeks geloofswaarheden te moeten belijden om je baan te behouden. Ik wilde een arbeidsterrein zoeken, waar ik er zeker van kon zijn dat mijn vrijheid van denken niet beperkt zou worden.
terug naar de Inhoud
De periode in Rochester
Het was een periode waarin ik professioneel betrekkelijk geïsoleerd leefde en waarin het mijn enige zorg was doelmatiger met onze cliënten te werken. We moesten zowel met onze mislukkingen als successen leven. Ten aanzien van de behandelingsmethode van kinderen en hun ouders was er maar één criterium, en dat was: Werkt het? Is het doelmatig? Ik merkte dat ik vanuit mijn ervaringen van alledag steeds meer mijn eigen standpunt begon te formuleren.
Er komen drie kenmerkende gebeurtenissen bij me op die dit illustreren; het zijn kleine voorvallen, maar voor mij waren ze op dat ogenblik belangrijk. Het valt me op dat het allemaal voorbeelden zijn van een desillusie: in een autoriteit, in het materiaal en in mezelf.
De eerste gebeurtenis. Tijdens mijn opleiding raakte ik geboeid door de boeken van W. Healy, die er de nadruk op legde, dat misdadigheid vaak berust op een seksueel conflict en verdween zodra dit conflict blootgelegd was. In mijn eerste of tweede jaar in Rochester was ik druk bezig met een jeugdige pyromaan. Toen ik in de detentie-afdeling dag in dag uit gesprekken met hem had, kon ik zijn onverklaarbare neiging om brand te stichten langzamerhand terugbrengen op seksuele frustratie en masturbatie problemen. Eureka! De zaak was opgelost. Kort nadat hij proefverlof had gekregen, werd hij weer bij een brand op heterdaad betrapt. Ik herinner me nog de schok die ik voelde. Healy had het dus misschien mis. Misschien ontdekte ik hier iets dat Healy niet wist. Op de een of andere manier overtuigde dit voorval me ervan, dat er in de meest gezaghebbende leerstellingen wel eens fouten kunnen schuilen en dat er nog nieuwe kennis te ontdekken viel.
De tweede naïeve ontdekking was van andere aard. Vrij kort na mijn komst in Rochester leidde ik een discussiegroep over gesprekstechniek. Ik ontdekte een gepubliceerd verslag van een gesprek met een moeder, haast een woordelijk verslag, waarbij de man die het geval behandelde, heel scherpzinnig was, blijk gaf van veel inzicht en dat gesprek heel snel naar de kern van de moeilijkheden wist te leiden. Ik was blij het te kunnen gebruiken als een goed voorbeeld van gesprekstechniek. Enige jaren later kreeg ik te maken met een soortgelijke opdracht en ik herinnerde me dit voortreffelijke materiaal. Ik dook het weer op en herlas het. Ik schrok. Het leek me nu een slinkse manier van vragen, waardoor de interviewer erin slaagde de moeder te overtuigen van haar onbewuste beweegredenen en zo een schuldbekentenis uit haar kon loswringen. Ik wist toen uit ervaring dat een dergelijk gesprek noch voor het kind, noch voor de ouder een blijvende hulp zou zijn. En dat bracht mij tot het besef dat ik bezig was me los te maken van klinische relaties met een directief of dwingend karakter, en dat niet om filosofische redenen, maar omdat een dergelijke benadering slechts oppervlakkig doelmatig kon zijn.
Het derde incident vond een aantal jaren later plaats. Ik had toen al geleerd meer geduld en fijngevoeligheid te betrachten als ik een cliënt inzicht in zijn gedrag wilde bijbrengen en ik wist dat op een vriendelijke en voor hem aanvaardbare manier in te kleden. Ik werkte met een zeer intelligente moeder die moeilijkheden had met haar duivels lastige zoon. Het was duidelijk dat het probleem haar vroegere afwijzing van de jongen was, maar in de talrijke gesprekken kon ik haar niet tot dat inzicht brengen. Ik haalde er alles uit, ik vatte alle aanwijzingen die ze gegeven had voorzichtig samen, ik probeerde haar achtergronden van het conflict te laten zien, maar dit alles leidde tot niets. Tenslotte gaf ik het op. Ik vertelde haar dat het ernaar uitzag dat we het beide geprobeerd hadden, maar dat we daarin niet geslaagd waren en dat we het contact beter konden staken. Ze stemde daarmee in. We maakten dus een eind aan het gesprek, gaven elkaar een hand en ze liep naar de deur van de spreekkamer. Opeens draaide zij zich om en vroeg: "Neemt u hier ook volwassenen in behandeling?" Toen ik daarop bevestigend antwoordde, zei ze: "Nou, dan zou ik graag hulp hebben". Ze ging weer in de stoel zitten en begon haar wanhoop over haar huwelijk uit te storten, over haar moeilijke relatie met haar man, haar gevoelens van mislukking en verwarring en dat was allemaal heel anders dan de steriel 'case-history' die ze eerder had gegeven. Toen begon de werkelijke therapie, die uiteindelijk succes bleek te hebben.
Dit incident was er een van de vele die mij deden aanvoelen - wat ik pas later volledig besefte - dat het de cliënt is die weet wat eraan schort, welke richting men moet uitgaan, welke problemen van beslissende betekenis zijn en welke ervaringen diep begraven zijn. Het begon tot mij door te dringen dat ik er maar van af moest zien mijn eigen intelligentie en geleerdheid te demonstreren, en er beter aan deed af te gaan op de cliënt, waar het de richting betrof die het proces moest gaan.
terug naar de Inhoud
Mijn kinderen
Tijdens de jaren in Rochester groeide mijn zoon en dochter door hun kinderjaren en jeugd heen en leerden mij veel meer over de psychische ontwikkeling en menselijk relaties dan ik ooit uit boeken had kunnen leren. Ik geloof niet dat ik in hun eerste levensjaren een goede ouder was, maar gelukkig was mijn vrouw dat wel en met het verstrijken van de jaren werd ik zelf een en betere en begrijpende vader. Het is ongetwijfeld een voorrecht van onschatbare waarde geweest om al die jaren en ook later, in relatie te staan met twee fijne, gevoelige jonge mensen in hun jeugdvreugden en verdriet, in hun drang tot zelfstandigheid en hun moeilijkheden in de puberteit, in hun groei naar volwassenheid en het stichten van een eigen gezin. Mijn vrouw en ik beschouwen het als een van de meest waardevolle ervaringen in ons leven, dat we werkelijk een diepgaand contact hebben met onze volwassen kinderen en hun echtgenoten en zij met ons.
terug naar de Inhoud
Recente vorderingen
Ik heb geleerd in steeds dieper wordende therapeutische relaties te leven met een zich voortdurend uitbreidende reeks cliënten. Dat kan - en het is dat ook geweest - uitermate lonend zijn. Het kan - en ook dat is het geval geweest - soms heel erg beklemmend zijn, als een ernstig gestoord mens van me schijnt te eisen meer te zijn dan ik ben, om aan zijn verwachtingen te voldoen. Het doorgaan met therapieën vereist stellig ook een voortdurende persoonlijke groei aan de zijde van de therapeut en dat is soms pijnlijk, ook al loont het op de lange duur de moeite.
Ik zou willen wijzen op het voortdurend toenemend belang dat onderzoek voor mij kreeg. Therapie is de ervaring waarin ik mezelf subjectief kan laten gaan. Onderzoek is de ervaring waarbij ik afstand kan nemen om te trachten die rijke, subjectieve ervaring objectief te overzien, waarbij ik dan al die voortreffelijke methoden van de wetenschap toepas om vast te stellen of ik mezelf voor de gek gehouden heb. In mij wordt de overtuiging steeds sterker dat we wetten zullen ontdekken betreffende de persoonlijkheid en het gedrag, die voor de menselijke vooruitgang en het menselijke begrip even veelbetekenend zullen zijn als de wetten van de zwaartekracht of de thermodynamica.
terug naar de Inhoud
Enkele persoonlijk verworven inzichten
Ik zou nu wat dieper willen gaan; ik zou u nu iets willen vertellen over de dingen die ik geleerd heb in de duizenden uren die ik vertrouwelijk werkend doorbracht met mensen die met zichzelf in de knoop zaten.
Ik wil heel duidelijk stellen dat deze dingen voor mij van betekenis zijn. Ik weet niet of dat ook voor u geldt. Ik koester helemaal niet de wens ze aan te bieden als leidraad voor wie dan ook. Maar toch heb ik ontdekt dat, als iemand bereid was mij iets te vertellen over zijn innerlijke instelling, dit voor mij van waarde is geweest, ook al kwam dat alleen maar doordat dan het besef verscherpt werd, dat mijn instelling anders was. In deze geest bied ik u het hiernavolgende aan. In alle gevallen geloof ik dat mijn daden en mijn innerlijke overtuiging door mijn ontdekkingen beïnvloed werden, lang voordat ik me daarvan bewust was. Het zijn ongetwijfeld nogal uiteenlopende en onvolledige inzichten. Ik kan alleen zeggen dat ze voor mij van belang waren en zijn. Ik ben een blijf er mee bezig. Ik schiet er vaak in te kort vanuit deze inzichten te handelen en zou dan later willen dat ik het wel had gedaan. Vaak ontgaat me in een nieuwe situatie aanvankelijk de toepasbaarheid ervan. Het zijn geen vaststaande opvattingen; zij veranderen voortdurend. Sommige schijnen een sterkere nadruk te krijgen, andere lijken soms minder belangrijk dan vroeger, maar ze zijn allemaal van grote betekenis voor me.
terug naar de Inhoud
Ik heb in mijn relaties met mensen ontdekt, dat het op de lange duur niet helpt te doen alsof ik iets ben, wat ik niet ben.
Het helpt niet me kalm en ontspannen voor te doen, terwijl ik in werkelijkheid boos en kritisch ben. Het helpt niet te doen alsof ik de oplossingen ken, als ik die niet ken. Het helpt niet als ik me voordoe als een vriendelijk personage, terwijl ik in werkelijkheid op dat ogenblik vijandig ben. Het helpt ook niet als ik doe alsof ik me zeker voel, terwijl ik in werkelijkheid angstig en onzeker ben. Ik heb ontdekt dat deze bewering zelfs op een heel eenvoudige plan steekhoudt. Het helpt niet als ik me gedraag alsof ik me goed voel, als ik ziek ben.
Wat ik hiermee wil beweren is, dat ik het in mijn relaties met andere mensen niet nuttig of doelmatig vindt, als ik probeer een façade op te houden, om me aan de buitenkant anders voor te doen dan ik mezelf ervaar. Ik geloof niet dat dit zou bijdragen tot mijn pogingen om een constructieve relatie met anderen tot stand te brengen. Ik wijs er met nadruk op dat ik, ook al heb ik dan uit ervaring geleerd dat dit waar is, daar toch lang niet altijd mijn voordeel mee heb gedaan. Ik geloof integendeel dat het merendeel van de vergissingen die ik in persoonlijke relaties bega en de meeste gevallen waarin het me niet lukt anderen te helpen, te wijten zijn aan het feit dat ik mij, vanuit de een of andere afweerhouding, voor de buitenwacht zus of zo gedraag, terwijl mijn gevoelens in werkelijkheid van heel andere aard zijn.
terug naar de Inhoud
Ik ontdek dat ik doelmatiger werk als ik aanvaardend naar mezelf kan luisteren en ik mezelf kan zijn.
Ik heb gemerkt dat ik er in de loop van de jaren steeds beter in ben geslaagd naar mezelf te luisteren. In die mate dat ik nu, beter dan dit het geval was, weet wat ik op een gegeven ogenblik voel. Dat ik nu in staat ben te beseffen dat ik heel warm en toegenegen ben voor de ander; of dat ik verveeld en ongeïnteresseerd ben in wat er gaande is. Of dat ik ernaar verlang deze of gene te begrijpen, of dat ik angstig en bevreesd ben in mijn relatie tot een ander.
Al deze verschillende houdingen zijn gevoelens, waarnaar ik in mezelf kan luisteren. Een manier om dat te zeggen is, dat ik het gevoel heb dat ik nu beter in staat ben mezelf diegene te laten zijn die ik ben. Het wordt gemakkelijker voor me mezelf te aanvaarden als een beslist onvolmaakt mens, die in geen enkel opzicht altijd functioneert zoals hij wel zou willen.
Sommige vinden misschien dat ik hiermee een heel vreemde kant opga. Voor mij is dit waardevol, omdat de paradox is dat wanneer ik mezelf aanvaard zoals ik ben, ik verander. Ik geloof dat ik dit zowel van mijn cliënten als uit eigen ervaring heb geleerd: we kunnen ons niet af-bewegen van wat we zijn, tenzij we helemaal aanvaarden wat we zijn. Dan voltrekt de verandering zich nagenoeg ongemerkt.
Een ander gevolg dat voortspruit uit dat mezelf-zijn is, dat relaties dan wezenlijk worden. Wezenlijke relaties zijn essentieel voor een vitaal en zinvol bestaan. Als ik het feit kan aanvaarden dat ik me erger aan of verveel door deze cliënt of student, ben ik waarschijnlijk ook beter in staat om zijn gevoelens daarover te accepteren. Dan kan ik ook de veranderde ervaring en de veranderde gevoelens die zich vervolgens in hem en mij waarschijnlijk zullen voordoen, aanvaarden.
Wezenlijke relaties hebben eerder de neiging te veranderen dan stabiel te blijven. Ik vind het dus doeltreffend om mijzelf toe te staan, diegene te zijn die ik me voel: te weten als ik de grens van mijn uithoudingsvermogen of verdraagzaamheid heb bereikt en dat als zodanig te aanvaarden.
Dat wil zeggen, dat wanneer ik mensen wil vormen en manipuleren, ik dat ook als zodanig in mezelf aanvaard.
Ik wil deze gevoelens evenzeer aanvaarden als gevoelens van warmte, belangstelling, inschikkelijkheid, vriendelijkheid en begrip, die net zo goed een wezenlijk deel van mezelf zijn. Als ik al deze houdingen aanvaard als wezenlijke delen van mijzelf, pas dan wordt mijn relatie tot de ander zoals die is en zoals die gemakkelijk kan groeien en veranderen.
terug naar de Inhoud
Ik heb ontdekt dat het van enorme waarde is als ik mezelf veroorloof een ander te begrijpen.
De wijze waarop ik dit verwoord, lijkt u misschien wat vreemd. Is het nodig jezelf te veroorloven een ander te begrijpen? Ik geloof het wel. Onze eerste reactie op de meeste beweringen van anderen is veel meer een onmiddellijke waardering of een oordeel dan begrip. Als iemand een gevoel of een mening uit, is onze reactie meestal ogenblikkelijk 'dat is juist'; of 'dat is stom', 'dat is abnormaal, 'dat is redelijk', 'dat is onredelijk', 'dat is onbehoorlijk' of 'dat is niet aardig'.
We veroorloven ons maar zelden precies te begrijpen wat de betekenis van die bewering voor hem is. Ik geloof dat dit komt, omdat begrijpen riskant is. Als ik mezelf toesta een ander te begrijpen, zou ik zelf daardoor weleens kunnen veranderen. En veranderen roept voor ons allen vrees op. Zoals ik dus al zei, is het niet gemakkelijk jezelf toe te staan een ander te begrijpen, om echt volledig empathisch door te dringen in zijn referentiekader. Het komt dan ook maar heel zelden voor.
Begrijpen is in dubbel opzicht verrijkend. Ik merk, als ik werk met cliënten die in nood verkeren, dat het begrijpen van de bizarre wereld van een psychotisch mens of het begrijpen en aanvoelen van het gedrag van iemand die meent dat het leven te tragisch is om te dragen, of het begrijpen van een mens die meent dat hij een waardeloos en minderwaardig individu is - dat dit alles mij op de een of andere wijze verrijkt. Ik leer zodanig uit deze ervaring, dat ik zelf verander, dat ik een ander en naar ik meen een beter reagerend mens word.
Maar belangrijker is misschien nog wel het feit, dat juist mijn begrip het deze mensen mogelijk maakt te veranderen. Zij kunnen zichzelf toestaan hun eigen angsten, bizarre gedachten, tragische gevoelens en ontmoedigingen evenzeer te aanvaarden als hun ogenblikken van moed, hun vriendelijkheid, hun liefde en hun gevoeligheid. En het is zowel hun ervaring als die van mij, dat wanneer iemand deze gevoelens volledig begrijpt, dit hem in staat stelt die gevoelens in zichzelf te aanvaarden. Zij merken dan dat zowel hun gevoelens als zij zelf veranderen. Of het er nu om gaat de vrouw te begrijpen die er echt van overtuigd is dat er een haak in haar hoofd zit waaraan anderen haar leiden, of dat het de man betreft die het gevoel heeft dat niemand zo alleen, zo afgescheiden is van anderen als juist hij, ik vind dit begrip waardevol voor mezelf. Maar ook, en dat is misschien nog wel belangrijker, heeft het begrepen worden voor deze anderen een positieve waarde.
terug naar de Inhoud
Ik heb gemerkt dat het verrijkend is kanalen te openen, waardoor anderen hun gevoelens en hun eigen ervaringswereld aan mij kunnen overbrengen.
Omdat begrijpen de moeite loont, zou ik de barri?res tussen anderen en mij willen slechten, opdat zij, als zij dat willen, zichzelf volledig aan mij kunnen openbaren.
In een therapeutische relatie is er een aantal manieren waarop ik het voor de cliënt gemakkelijk kan maken zich te uiten. Ik kan door mijn eigen houding een gevoel van veiligheid in die relatie scheppen, die dergelijke communicatie gemakkelijker maakt. Een gevoeligheid van begrip, waardoor hij zo waargenomen wordt als hij voor zichzelf is en waardoor hij aanvaard wordt met die gewaarwordingen en gevoelens die hij heeft, helpt eveneens.
Ook in het onderwijs heb ik gemerkt, dat het mij verrijkt als ik wegen kan openen waarlangs anderen hun eigen bevindingen aan mij kunnen vertellen. Dus probeer ik, vaak met niet al te veel succes, in de collegezaal een klimaat te scheppen waarin gevoelens geuit kunnen worden, waar mensen van elkaar en van de docent kunnen verschillen. Vaak heb ik door middel van enqueteformulieren gevraagd om evaluaties van de studenten, waarop zij zich individueel en persoonlijk kunnen uiten ten aanzien van de cursus. Zij kunnen zeggen of de gevolgde methode al dan niet aan hun verlangen tegemoet komt, zij kunnen ook uiting geven aan hun gevoelens ten aanzien van de docent en ze kunnen schrijven over persoonlijke moeilijkheden die zij met betrekking tot de colleges ondervinden. Deze evaluaties hebben gegarandeerd geen invloed bij het bepalen van hun studie resultaten. Soms blijkt een bepaalde les uit een cursus op totaal verschillende manieren te worden beoordeeld.
Maar voor mensen die net als wij al lang, heel lang, onderricht hebben gehad op de traditionele manier, via de autoritaire methode, is deze nieuwe procedure onbegrijpelijk. Mensen zoals wij zijn gewend om te luisteren naar de leermeester, om passief aantekeningen te maken en die collegestof en de daarbij voorgeschreven lectuur voor de examens uit het hoofd te leren. Het is overbodig te zeggen dat het voor mensen lang duurt voordat ze hun gewoonten afgeleerd hebben, onverschillig of die gewoonten al dan niet steriel, kinderlijk en dor waren. Om mijzelf helemaal open te stellen voor de scherp onderscheiden opvattingen is iets geweest, wat voor mij zeer de moeite loonde.
Ik heb ontdekt dat hetzelfde opging voor groepen waarvan ik in het bestuur zat of waar ik als leider werd beschouwd. Ik wil de noodzaak voor angst of afweer verminderen, zodat mensen vrijelijk hun gevoelens kunnen vertellen. Dit is zeer opwindend geweest en heeft mij gebracht tot een heel nieuw standpunt ten aanzien van wat leiding kan zijn.
terug naar de Inhoud
In mijn counselingspraktijk heb ik nog iets heel belangrijks geleerd. Ik kan dat kort uitdrukken. Ik heb gemerkt dat het zeer de moeite loont, als ik een ander kan aanvaarden zoals hij is.
Ik heb ontdekt dat het helemaal niet gemakkelijk is om een ander en zijn gevoelens echt te aanvaarden, evenmin als te begrijpen. Kan ik een ander werkelijk toestaan vijandige gevoelens ten aanzien van mij te koesteren? Kan ik zijn boosheid als een werkelijk en gewettigd deel van de persoon aanvaarden? Kan ik hem accepteren als hij het leven en de problemen daarvan op een wijze ziet die volkomen van mijn opvattingen verschilt? Kan ik hem aanvaarden als hij zeer positieve gevoelens ten aanzien van mij koestert, als hij me bewondert en zeer positieve gevoelens ten aanzien van mij koestert, als hij me bewondert en zich naar mijn voorbeeld wil vormen?
Aanvaarding houdt dit allemaal in en dat is geen gemakkelijke zaak. Ik geloof dat het steeds meer een gemeenschappelijk patroon wordt in onze cultuur, dat ieder van ons meent; 'iedereen moet het zelfde denken en voelen zoals ik'. We vinden het erg moeilijk onze kinderen of onze ouders, of onze echtgenoten toe te staan over bijzondere punten of problemen andere gevoelens te hebben dan wij zelf. We kunnen onze cliënten of studenten niet toestaan van ons te verschillen of hun ervaring op hun eigen, individuele wijze te gebruiken. Op het nationale vlak kunnen we een andere natie niet toestaan anders te denken of te voelen dan wij. Toch heb ik leren inzien dat deze individualiteit van de mens, het recht van ieder om zijn ervaring op zijn eigen wijze te gebruiken en te ontdekken wat de zin daarvan voor hem is, een van de meest waardevolle mogelijkheden van het leven is.
In heel wezenlijke zin is ieder mens een eiland voor zichzelf en hij kan alleen maar bruggen naar andere eilanden slaan, als hij eerst bereid is zichzelf te zijn en het hem toegestaan wordt zichzelf te zijn.
Ik vind daarom dat, als ik een ander aanvaarden kan, en dat betekent dan in het bijzonder dat ik zijn gevoelens, zijn mentale instelling en zijn overtuigingen aanvaard als een wezenlijk en vitaal onderdeel van hemzelf, ik hem help mens te worden. En dat lijkt mij van grote waarde.
terug naar de Inhoud
Hoe meer ik opensta voor de werkelijkheid in mezelf en in anderen, hoe minder ik de neiging voel om 'vlug eens orde op zaken te stellen'.
Als ik probeer naar mezelf te luisteren en naar de gewaarwordingen die door mij heengaan, en hoe meer ik probeer die luisterende houding ook ten aanzien van anderen uit te breiden, des te meer respect ik krijg voor de complexe processen van het leven; en zo voel ik er steeds minder voor om in een relatie kwesties even snel glad te strijken, een vastomlijnd doel na te streven, de ander te manipuleren en hem in een richting te drijven die ik hem zou willen laten gaan. Ik ben er veel tevredener mee alleen maar mezelf te zijn en de ander zichzelf laten zijn. Ik ben me er heel goed van bewust dat dit een vreemd, bijna oosters standpunt lijkt.
Waartoe dient het leven als we niets meer voor een ander doen? Wat heeft het leven voor zin als wij de mensen niet vormen in overeenstemming met onze doelen? Waartoe dient het leven als we hen niet datgene leren, wat wij vinden dat ze moeten leren? Waar leven er voor, als we hen niet laten denken en voelen zoals wij? Hoe kan iemand er een dergelijk passief standpunt op na houden als ik hier uiteenzet? Ik ben er zeker van dat velen onder u een dergelijke reactie zullen hebben.
Maar het paradoxale aspect van mijn ervaringen is, dat hoe meer ik alleen maar gewoon mezelf wil zijn in dit veelvormige leven en hoe meer ik de werkelijkheid in mezelf en anderen wil begrijpen en aanvaarden, des te meer verandering in gang wordt gebracht. Het is werkelijk zeer paradoxaal dat naarmate ieder van ons meer bereid is zichzelf te zijn, hij niet alleen ontdekt dat hij zelf verandert, maar tevens dat de mensen met wie hij in relatie staat, ook veranderen. Dat is in elk geval een zeer intense ervaring van mij en een van de meest ingrijpende dingen die ik in mijn persoonlijke en professionele leven heb geleerd.
Laat ik mij nu eens bezighouden met enkele inzichten die minder te maken hebben met relaties, maar meer met mijn eigen doen en laten en met mijn eigen waarden.
terug naar de Inhoud
Ik kan vertrouwen op mijn gevoelservaren.
Een van de fundamentele dingen waar een lange tijd overheen ging voordat ik het besefte en die ik nu steeds opnieuw ervaar is, dat wanneer men het gevoel heeft dat een bepaalde activiteit de moeite waard is, dan is die ook de moeite waard. Anders gezegd: ik heb geleerd dat mijn totale organische gevoel ten aanzien van een bepaalde situatie betrouwbaarder is dan mijn intellect.
Gedurende mijn lange loopbaan ben ik menigmaal een richting ingeslagen die anderen onzinnig vonden en waarover ik ook zelf vaak twijfelde. Maar ik heb er nooit spijt van gehad dat ik een kant opging waarvan ik het gevoel had dat het 'de goede' was, ook al heb ik me dan vaak eenzaam of dwaas gevoeld op zo'n ogenblik. Ik heb gemerkt dat, als ik vertrouwend op een innerlijk, niet intellectueel gevoel voortging, ik in een dergelijke richting wijsheid ontdekte. In feite heb ik zelfs ontdekt dat, als ik een van deze onconventionele wegen bewandelde, omdat mijn gevoel mij zei dat dit goed of waar was, ik vijf of tien jaar later gezelschap kreeg van ettelijke collega's en niet langer alleen op weg was.
Nu ik er geleidelijk aan toe gekomen ben vaster te vertrouwen op de totaliteit van mijn reacties, heb ik gemerkt dat ik die als een gids voor mijn denken kan gebruiken. Ik heb meer respect gekregen voor die vage gedachten die af en toe in mij opkomen en die het gevoel geven dat ze van betekenis zijn. Ik ben geneigd te geloven dat deze onduidelijke gedachten of ingevingen mij naar belangrijke gebieden brengen. Ik geloof dat het verstandiger is te vertrouwen op het totaal van mijn innerlijke ervaringen, dan alleen te vertrouwen op mijn intellect, ondanks het feit dat men mij altijd geleerd heeft gevoelens te wantrouwen. Ik ben ervan overtuigd dat ook deze totaliteit van ervaringen feilbaar is, maar ik geloof minder feilbaar dan mijn bewuste denken alleen. Deze houding wordt heel goed verwoord door Max Weber, de kunstenaar, als hij zegt: 'Bij het uitvoeren van mijn bescheiden creatieve pogingen ben ik zeer sterk afhankelijk van wat ik nu nog niet weet en wat ik tot nu toe nog niet heb gedaan.'
terug naar de Inhoud
Heel nauw hiermee verbonden is de gedachte dat waardering van anderen nooit een leidraad voor mij kan zijn.
Het oordeel van anderen, ook al moet daarnaar worden geluisterd en dient het genomen te worden voor wat het is, kan nooit een leidraad voor mij zijn. Dat was heel moeilijk te leren. Ik herinner me nog hoe onthutst ik destijds was toen een geleerd en behoedzaam man, die mij een veel competenter en beter ingelicht psycholoog toescheen dan ik zelf was, me vertelde welk een vergissing ik beging door me te interesseren voor psychotherapie. Dat kon immers nergens toe leiden, en als psycholoog zou ik nooit kans krijgen psychotherapie te beoefenen.
Jaren later heeft het me soms geschokt te ervaren dat ik, in de ogen van enkele anderen, een bedrieger ben, iemand die de geneeskunst bedrijft zonder bevoegdheid en die de schepper is van een erg oppervlakkige en zeer schadelijke therapeutische methode, een streber op zoek naar macht, een mysticus, enzovoorts. Ook ben ik al even verstoord over de overdreven lof. Maar ik heb me er niet al te veel van aangetrokken, omdat ik tot de overtuiging ben gekomen, dat er alleen één mens is, in elk geval tijdens mijn leven en misschien wel voor altijd, die kan weten of wat ik doe eerlijk, grondig, open en gezond is of onecht, egocentrisch en verdorven, en die mens ben ik. Ik ben blij dat ik zoveel reacties krijg op mijn werk, en alle kritiek en alle lof beschouw ik als een welkome stimulans. Maar dat materiaal te wegen en de betekenis en het nut ervan vast te stellen, is een taak die ik niet aan iemand anders kan overlaten.
terug naar de Inhoud
Voor mij is innerlijke groei de hoogste autoriteit.
De meest deugdelijke toetssteen is mijn eigen ervaring. Noch de gedachten van een ander, noch die van mijzelf zijn even gezaghebbend als mijn ervaring. Ik moet steeds opnieuw terugkeren tot mijn ervaring, om een stukje dichter bij de waarheid te komen, zoals die zich in mij vormt bij het proces van mens worden.
Noch de bijbel, noch de profeten, noch Freud, noch zuiver wetenschappelijk onderzoek, noch welke goddelijke of menselijke openbaring dan ook kunnen voorrang hebben boven mijn eigen, directe ervaring.
Mijn ervaring wordt des te gezaghebbender naarmate die oorspronkelijker en meer primair is, om deze term uit de semantiek maar eens te gebruiken. De hiërarchie van de ervaringen zou dus het meest gezag hebben op het laagste niveau. Als ik een bepaalde theorie over psychotherapie lees, of als ik een theorie over psychotherapie formuleer die gebaseerd is op mijn werk met cliënten, of als ik een rechtstreekse therapeutische ervaringen heb met een cliënt, dan wint in die volgorde mijn ervaring steeds meer gezag. Mijn ervaring is niet gezaghebbend omdat die onfeilbaar zou zijn. Zij is de ware autoriteit, omdat ze voortdurend getoetst kan worden op nieuwe, oorspronkelijke wijze. De veelvuldige vergissingen en de feilbaarheid ervan kunnen steeds gecorrigeerd worden.
terug naar de Inhoud
Nog een ander persoonlijk inzicht. Ik geniet van het ontdekken van systeem in de ervaring.
Het lijkt onvermijdelijk dat ik in een grote hoeveelheid ervaringen zoek naar de zin, het systeem of de wetmatigheid. Dit soort nieuwsgierigheid - en het schenkt me genoegen die te bevredigen - heeft mij tot al deze belangrijke formuleringen gebracht. Het bracht me tot het zoeken naar een bepaalde orde in die geweldige massa gegevens over wat clinici deden voor kinderen, en dat resulteerde dan weer in mijn boek The clinical treatment of the problem child.
Dat bracht me ook tot de formulering van de algemene beginselen die werkzaam zijn in de psychotherapie, en dat leidde dan op zijn beurt weer tot verscheidene boeken en talrijke artikelen. Het heeft mij ertoe gebracht de verschillende soorten wetmatigheden, die ik in mijn ervaring meende te zijn tegengekomen, te onderzoeken en te toetsen. Het heeft me ertoe verleid theorieën op te zetten om systeem te brengen in al opgedane ervaringen en om die ordening te projecteren op nieuwe en nog onontgonnen gebieden, waarin die verdere onderzocht kan worden.
Zo kwam ik ertoe zowel het wetenschappelijk onderzoek als het proces van het ontwerpen van een theorie te beschouwen als gericht op het vinden van de innerlijke ordening in onze zo betekenisvolle ervaring. Onderzoek is de volhardende, gedisciplineerde poging om uit de verschijnselen van de subjectieve ervaring de zin te puren en die te rangschikken.
Dat is gerechtvaardigd omdat het bevrediging schenkt de wereld waar te nemen als iets dat een bepaalde orde bezit en omdat er zich vaak lonende resultaten voordoen als men de geordende relaties begrijpt die in de natuur voorkomen.
Ik ben tot het inzicht gekomen, dat de reden waarom ik mezelf aan onderzoek en aan het opbouwen van theorieën wijd, het bevredigen van een behoefte aan orden en zin is, een subjectieve behoefte die in mij leeft. Ik heb soms onderzoekingen verricht om andere redenen: om anderen te plezieren, om tegenstanders en sceptici te overtuigen, om professioneel vooruit te komen, om prestige te verwerven en om allerlei andere onverkwikkelijke redenen. Maar al deze vergissingen in mijn oordeel en activiteit hebben er alleen maar toe geleid dat ik nog dieper overtuigd raakte van het feit dat er maar één zinnige reden is om wetenschappelijke activiteiten na te jagen, en die reden is het bevredigen van een behoefte aan zin, die in mij aanwezig is.
terug naar de Inhoud
Een ontdekking die ik na veel moeite kon aanvaarden, kan samengevat worden in vier woorden: 'De feiten zijn welwillend'.
Het had in hoge mate mijn belangstelling, dat het merendeel van de psychotherapeuten en dan vooral de psychoanalytici, voortdurend geweigerd hebben hun therapie wetenschappelijk te onderzoeken of anderen toe te staan dat te doen. Ik kan die reactie begrijpen, omdat ik die zelf gevoeld heb. Ik herinner me met hoeveel vrees we de resultaten tegemoet zagen, vooral bij onze eerste onderzoekingen. Veronderstel dat onze hypotheses fout bleken! Veronderstel dat ons standpunt een vergissing bleek! Veronderstel dat onze meningen niet gerechtvaardigd bleken! Nu ik terugkijk, lijkt het wel dat ik op zulke ogenblikken de feiten beschouwde als potentiële vijanden, als de mogelijke veroorzakers van een ramp. Ik ben eigenlijk maar heel langzaam tot inzicht gekomen dat feiten altijd welwillend zijn. Elk greintje bewijs dat men kan verwerven, op welk gebied dan ook, brengt je weer dichter bij wat waar is. En dichter bij de waarheid staan, kan nooit een zaak zijn die schadelijk, gevaarlijk of onbevredigend is. En ook al heb ik er dan nog steeds een hekel aan mijn denkwijzen te herzien, ook al vind ik het vervelend de oude manieren van waarneming en begripsvorming op te geven, diep in mezelf ben ik er sterk van overtuigd geraakt, dat deze pijnlijke heroriëntatie datgene is wat leren wordt genoemd en dat dit, ook al is het dan pijnlijk, altijd leidt tot een meer bevredigende levensbeschouwing, omdat die nu eenmaal nauwkeuriger is. En vandaag vind ik het meest aantrekkelijke gebied voor overpeinzing en bespiegeling, dan ook het gebied waarop verschillende van mijn lievelingsideeën niet bevestigd zijn. Ik heb het gevoel dat als ik me maar een weg door dit terrein kan banen, een veel bevredigender benadering van de waarheid te ontdekken is. Ik ben er zeker van dat op die onderzoekingstochten de feiten echte vrienden zullen zijn.
terug naar de Inhoud
Wat het meest persoonlijk is, is ook het meest algemeen.
Hier wil ik wijzen op een inzicht dat zeer de moeite waard was, omdat het me mijn verwantschap met anderen zo deed voelen. Er zijn ogenblikken geweest, sprekend tot studenten of leden van de staf, of schrijvend aan artikelen, dat ik me dermate persoonlijk uitdrukte, dat ik het gevoel had uiting te geven aan een houding die waarschijnlijk niemand anders begrijpen kon, omdat die zo uniek was voor mij. Twee geschreven voorbeelden daarvan zijn het voorwoord voor Client centered therapy en een artikel: Persons or sience. Maar in al die gevallen heb ik bijna onveranderlijk geconstateerd, dat het gevoel dat mij het meest persoonlijk, het meest eigen en dus het minst toegankelijk voor anderen scheen, een uiting bleek die bij vele anderen een weerklank opriep.
Dat heeft mij tot de overtuiging gebracht dat wat het meest persoonlijke en eigene in ieder van ons is, waarschijnlijk ook juist dát element is, dat, als het wordt medegedeeld of geuit, anderen het meest zal aanspreken.
Dat heeft mij geholpen kunstenaars en dichters te begrijpen als mensen die uiting hebben durven geven aan het meest eigene in henzelf.
terug naar de Inhoud
Het is mijn ervaring dat de mensen fundamenteel een positieve instelling hebben.
Dit is één gedachte die misschien wel ten grondslag ligt aan alles wat ik tot nu toe te berde heb bracht en die zich versterkte in de meer dan vijfentwintig jaar waarin ik probeerde hulp te bieden aan mensen die in persoonlijke nood verkeerden. In mijn innigste contacten met mensen in therapie, zelfs met hen wier moeilijkheden het meest verbijsterend waren, met hen wier gedrag het meest onmaatschappelijk was en wier gevoelens het meest abnormaal schenen, heb ik de waarheid hiervan ontdekt.
Als ik me afstem op de gevoelens die zij uiten, als ik in staat ben hen als afzonderlijke personen met eigen rechten te aanvaarden, dan merk ik dat zij de neiging hebben in een bepaalde richting te gaan. En welke kant willen zij dan op? De woorden die dat het meest waarachtig omschrijven zijn, dunkt mij, woorden als positief, constructief, in de richting van zelfverwerkelijking, groei naar rijpheid, groei naar communicatie. Ik ben tot de overtuiging gekomen dat hoe vollediger de mens wordt begrepen en aanvaard, des te meer hij de neiging heeft alle valse schijn te laten varen waarmee hij het leven tegemoet getreden is, en des te meer hij ertoe neigt vooruit te gaan.
Ik wil op dit punt niet verkeerd begrepen worden. Ik houd er geen onredelijk optimisme op na wat de menselijke natuur betreft. Ik ben mij er volledig van bewust dat uit afweer en innerlijke angst mensen zich ongelooflijk wreed, afschuwelijk destructief, onrijp, regressief, asociaal en kwetsend kunnen gedragen en dat ook doen. Toch is het een van de meest verfrissende en versterkende aspecten van mijn ervaring te werken met dergelijke mensen en de krachtige, positieve instelling te ontdekken die heel diep in hen aanwezig is, net als in ieder van ons.
terug naar de Inhoud
Het leven in zijn hoogste vorm is een vloeiend veranderingsproces waarin niets vaststaat.
Ik ontdek in mijn cliënten en in mezelf dat het leven het rijkst en het meest lonend is, als het een vloeiend proces is. Dit te ervaren is tegelijkertijd fascinerend en enigszins beangstigend. Ik ben op mijn best als ik me kan laten gaan op de vloed van mijn ervaringen, voorwaarts naar een doel waarvan ik mij maar vaag bewust ben. Als ik zo drijf op de complexe ervaringsstroom en als ik probeer de immer veranderende samengesteldheid daarvan te begrijpen, dan is het duidelijk dat er geen vaste punten bestaan. Als ik aldus in staat ben voortdurend in wording te zijn, spreekt het vanzelf dat er geen gesloten systeem van geloofsstellingen kan zijn, geen onwrikbare principes, geen definitieve theorie waaraan ik me kan vasthouden. Het leven wordt geleid door een voortdurend veranderende interpretatie van mijn ervaring. Het is steeds een proces van wording.
Ik vertrouw erop dat het nu duidelijk is waarom geen filosofie of geloof of reeks beginselen bestaat die ik anderen zou kunnen aanbevelen. Ik kan alleen maar trachten te leven met mijn interpretatie van de huidige betekenis van mijn ervaring en te proberen anderen de toestemming en de vrijheid te geven hun eigen innerlijke vrijheid te ontwikkelen en daarmee hun eigen zinvolle interpretatie van hun eigen ervaring.
Als er zoiets als waarheid bestaat, dan moet dit vrije, individuele proces van zoeken naar ik meen daarin samenkomen. En in beperkte zin is dat ook wat ik meen ervaren te hebben.
terug naar het literatuuroverzicht
^