Hein van Dongen - Henri Bergson

Dagblad Trouw - Dossier 17 december 2014
Filosofie - Vluchtige tijdgeest maakt filosoof Bergson weer in trek
Door Judith Sudhölter - 31-07-2014 © Trouw


Henri Bergson (1859-1941)
filosoof en schrijver
bron: Wikipedia
Als hij college gaf, stroomden de zalen vol. Mensen klommen op ladders om door de hoge ramen een glimp van hem op te vangen. En tijdens een bezoek aan New York veroorzaakte hij een van de allereerste verkeersopstoppingen uit de moderne geschiedenis. Zijn faam was ongekend - honderd jaar geleden werd de Fransman Henri Bergson (1859-1941) gezien als de beroemdste levende filosoof.

 Hij keert zich tegen het dominante mechanistische denken van zijn tijd: niet rationele concepten, maar de ervaring is volgens hem de basis van waaruit we de werkelijkheid kunnen kennen.


 Vraaggesprek met Hein van Dongen, filosoof
Na de Tweede Wereldoorlog raakt Bergsons gedachtengoed in de vergetelheid. Maar nu staat hij weer in de belangstelling. Filosoof Hein van Dongen, die deze maand een Nederlandstalige inleiding op de Franse denker publiceerde, legt uit hoe dat kan.

Wat maakte dat Bergson zo geliefd was in zijn tijd?
"Zijn eerste twee geschriften vallen niet erg op. Er ontstaat belangstelling voor hem als hij een succesvol boekje over lachen schrijft. In diezelfde tijd, rond 1900, wordt hij hoogleraar. Bergson blijkt een uitmuntend spreker: de meest poëtische volzinnen rollen als vanzelf uit zijn mond, dus zijn colleges zijn razend populair. Als de beroemde Engelse psycholoog William James zich opwerpt als ambassadeur van Bergsons denken, verwerft hij ook in de Angelsaksische wereld bekendheid."

Wat heeft Bergson te melden?
"Hij keert zich tegen het dominante mechanistische denken van zijn tijd: niet rationele concepten, maar de ervaring is volgens hem de basis van waaruit we de werkelijkheid kunnen kennen. Hij had in zichzelf geobserveerd dat die ervaring steeds verandert: ons besef van de werkelijkheid is een continue bewustzijnsstroom, geen serie vaststaande concepten. Omdat alles steeds in verandering is, kun je volgens Bergson geen permanente structuren vinden, alleen maar tijdelijke. Dit basisidee past hij in de loop van zijn leven toe op allerlei filosofische en maatschappelijke vraagstukken."

'Een continue bewustzijnsstroom'? Dat klinkt boeddhistisch.
"Ja, dat klopt, maar Bergson is zelf nauwelijks beïnvloed door het boeddhisme. Waarschijnlijk kwam hij daar pas laat in zijn leven mee in aanraking. Er is bovendien een groot verschil: waar boeddhisten vergankelijkheid zien als iets negatiefs dat ontstegen moet worden, ziet Bergson het juist als ultiem positief: de ervaring van verandering was voor hem een goddelijke ervaring.

Ook heerst er nu, net als rond 1900, het gevoel dat een vernieuwing van het denken nodig is. Alles verandert zo snel dat vaststaande concepten niet meer voldoen.”

Waren zijn ideeën nieuw?
"Bergson vertolkte wat onder brede lagen van de bevolking leefde. Je moet je voorstellen dat het rond 1900 een erg dynamische tijd was. Bijna alles wat wij nu om ons heen zien, elektrische trams, auto's, vliegtuigen, huizen met elektrische verwarming, is toen ontstaan. Daarnaast begon het christendom zijn grip op de mens te verliezen: in cafés werden verhitte discussies gevoerd over schepping en evolutie. In tijden van verandering verliezen conceptuele systemen hun vaste grenzen: mensen gaan op een andere manier naar zichzelf kijken. Introspectie wordt belangrijker. Dat zie je ook terug in de kunst: het ondergaan van een stroom sensaties was een belangrijk thema. Bergsons ideeën waren dus niet nieuw, maar hij was wel de eerste die het zo grondig formuleerde."

Was Bergsons populariteit van lange duur?
"Tot 1914 is hij hip en avant-gardistisch. Maar na de Eerste Wereldoorlog verandert het klimaat: kosmologische idealen worden vervangen door cynisme. Bergson leeft nog even voort op zijn oude roem. In 1928 krijgt hij de Nobelprijs voor de letteren, maar hij is dan al rond de zeventig en schrijft niet veel meer.
Na de Tweede Wereldoorlog is zijn invloed helemaal verdwenen. Het existentialisme en de Angelsaksische, analytische filosofie vieren hoogtij. Bergson past daar niet bij, hij is een fossiel geworden. Toen ik filosofie ging studeren, rond 1980, kwam ik zijn naam wel eens tegen, maar niemand was meer met hem bezig. De enkele overgebleven bewonderaars maakten dat niet publiekelijk bekend."

Hoe is dat nu?
"Tegenwoordig wordt er weer veel over Bergson geschreven: in boeken over bureaucratie, mediatechniek, schilderen, insecten; overal komt zijn gedachtengoed naar voren. De filosoof Gilles Deleuze heeft daar een belangrijke rol in gespeeld. Ook heerst er nu, net als rond 1900, het gevoel dat een vernieuwing van het denken nodig is. Alles verandert zo snel dat vaststaande concepten niet meer voldoen."

Waar blijkt dat uit?
"Neem de situatie in Oekraïne: officieel is er geen oorlog, dus vliegt dat vliegtuig er gewoon overheen. Na de ramp gaat onze minister praten met de regering van Oekraïne. Maar in hoeverre sluiten de concepten 'Oekraïne' of 'de regering van Oekraïne' nog aan op de werkelijkheid? De rebellen denken er in elk geval anders over.
Een ander voorbeeld is de arbeidsmarkt: stel je hebt een vak geleerd, bijvoorbeeld in de ICT, maar na vijf jaar blijkt het hele vak niet meer te bestaan. Bergson zegt: 'Er is geen conceptueel systeem waarmee je de situatie die nu in de wereld bestaat kunt uitdrukken. Zo'n systeem is onmogelijk, omdat de wereld steeds verandert. Je moet dus bereid zijn om concepten voortdurend te hersmeden. Bergson spoort ons aan tot een flexibele manier van denken.

In de media en de academische wereld wordt spiritualiteit nog altijd gezien als iets voor zwevers. Dat is een reden waarom men Bergson vaak afwijst."

Bergsons denken heeft dus ook spirituele trekken. Hoe wordt dat gewaardeerd?
"Dat werd in zijn eigen tijdregelmatig afgedaan als zweverig en irrationeel. Bertrand Russel noemde hem bijvoorbeeld spottend 'een dichter'. Tegenwoordig zie je vaak dat men er slechts een deel van Bergsons filosofie uitlicht en de rest negeert. Ik heb juist geprobeerd om hem zo compleet mogelijk neer te zetten zonder de lezer lastig te vallen met mijn eigen commentaar.
Maar inderdaad, als je zijn ideeën aanvaardt, krijg je een spiritueel wereldbeeld dat een alternatief vormt voor een geseculariseerd of materialistisch wereldbeeld."

Hoe dan?
"Volgens Bergson is de ervaringsstroom die door ons heengaat ook de levensstroom van de kosmos: zij vormt de basis van de evolutie en is in alles terug te vinden. Dat doet gnostisch aan. Het verschil is dat Bergson dit op wetenschappelijke gronden zegt te beweren en niet omdat hem een openbaring ten deel is gevallen. Uiteindelijk komt hij uit op een vrij persoonlijk godsbeeld: er is volgens hem een goddelijke energie die liefde is en van mensen vraagt elkaar lief te hebben. Bergson heeft dus een dubbel gezicht: met wetenschappelijke argumenten bouwt hij een wereldbeeld op dat de wetenschap uiteindelijk overschrijdt."

Is dat spirituele wereldbeeld ook iets wat mensen tegenwoordig aanspreekt?
"In de media en de academische wereld wordt spiritualiteit nog altijd gezien als iets voor zwevers. Dat is een reden waarom men Bergson vaak afwijst. Eigenlijk is dat gek, als je bedenkt dat spiritualiteit in de rest van de samenleving juist erg leeft: ongeveer een kwart van de Nederlanders wordt tot de ongebonden spirituelen gerekend. Daarbij vergeleken stelt het aandeel van de atheïsten niet zo veel voor."

Wie was Bergson?
Henri Bergson wordt in 1859 geboren in Parijs. Zijn eerste boeken 'Essai sur les données immédiates de la conscience' (Tijd en vrije wil), 1889, en 'Matière et mémoire' (Materie en geheugen), 1896, worden pas rond de eeuwwisseling opgemerkt als hij hoogleraar wordt. 'L'évolution créatrice' (De scheppende evolutie), 1907, en 'Les deux sources de la morale et de la religion' (De twee bronnen van moraliteit en religie), 1932, zijn andere belangrijke werken van zijn hand.
Als diplomaat speelt Bergson in de Eerste Wereldoorlog een waarschijnlijk doorslaggevende rol bij de Amerikaanse beslissing om de geallieerden te steunen, waarop de oorlog snel ten einde loopt. Daarna is hij betrokken bij de oprichting van de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties). In 1928 wint hij de Nobelprijs voor letterkunde.
In de Tweede Wereldoorlog weigert Bergson, van Joodse afkomst, meerdere aanbiedingen om te vluchten. In plaats daarvan gaat hij in 1941 in kamerjas de straat op en staat urenlang in de kou om de verplichte armband met ster te ontvangen. Hij loopt een longontsteking op en sterft enkele dagen later.


terug naar het literatuuroverzicht

terug naar het weblog







^