White Eagle - Geestelijke ontwikkeling, samenvatting
Hoe we de onzichtbare werelden kunnen ontdekken en de bron van genezing kunnen vinden.Uitgeverij Ankh-Hermes bv 1992, ISBN 9020220519
Vertaling: W.S.
[Tussen haakjs is van mij, Freek]
De begrippen 'geest' en 'ziel' worden op verschillende plaatsen in de tekst aan elkaar gelijk gesteld, maar op andere plaatsen wordt duidelijk gemaakt dat de geest de goddelijke kern is, het wezen, terwijl de ziel (etimologisch juist) als de tempel van de geest wordt beschreven. De tekst gaat voornamelijk om de ontwikkeling van de geest, terwijl de geestelijke vermogens, het waarnemen van de dingen (schoonheid), het overdenken (wijsheid) en doorvoelen ervan (liefde) en er vervolgens iets mee willen doen, op meerdere plaatsen worden genoemd.
Het woord 'ziel' wordt in het Engels op verschillende manieren gebruikt, o.a. als 'persoon' (zo werd het vroeger ook in het Nederlands gebruikt), maar ook als de 'innerlijke wereld', de tempel van de mens.
Het woord 'lichaam' wordt ook gebruikt voor de vormen van de ziel, de geestelijke uitstralingen of geestgedaantes, zoals 'etherlichaam', 'astraal lichaam' en 'mentaal lichaam'. Zij worden ook de voertuigen van de geest genoemd.
Maar het woord 'lichaam' komt oorspronkelijk van het Gothische 'lic hamo' en betekent: vlees hemd. In feite is dit het stoffelijke voertuig voor deze, stoffelijke wereld, dat hier - bij het overlijden naar huis - onbruikbaar wordt achtergelaten.
Inhoud
1. Een eenvoudige benadering
2. De menselijke aura
3. Communicatie tussen twee werelden
4. Wijsheid van de overzijde
5. De menselijke geest uit het hart van God
6. De geestelijke vermogens
7. Het leven in de wereld van de geest
8. Het denken met het hart en de
ontwaakte herinnering aan reïncarnatie
9. Karma
10. Genezing door de geest
1. Een eenvoudige benadering
Liefde als een van de geestelijke vermogens
Wanneer wij in verbinding staan met de geest, openen wij ons hart voor liefde. En wij weten dat liefde de weg tot geestelijke ontwikkeling is. Daarom bidden wij tot God, onze Vader en Moeder, dat wij liefde mogen worden, en wanneer wij liefdevoller [voelen] kunnen worden, zullen wij wijzer [denken] en dus sterker in Gods-kracht [willen] worden. Moge de Heilige Drieëenheid van wijsheid [denken], liefde [voelen] en kracht [willen] in ons hart en ons leven tot uitdrukking komen. Amen.
[Hier worden van de vier geestelijke vermogens: het waarnemen, denken, voelen en willen alleen de laatste drie genoemd i.v.m. de geest en met God. M.a.w. het is de menselijke geest uit de goddelijke geest die over de geestelijke vermogens beschikt.]
De geest zoekt de geestelijke begeleiders
Het oorspronkelijke doel van het leven is dat de mens waarheid mag vinden, waarheid die hem geopenbaard zal worden vanuit zijn eigen innerlijke wezen [de menselijke geest]. Als wij naar deze waarheid zoeken, die diep van binnen verborgen ligt, zullen de belemmeringen die door het 'uiterlijk zelf' [daarmee wordt bedoeld de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met de omgeving] worden opgeworpen, verdwijnen. Wij zullen worden bevrijd [uit die toestand van onbewuste vereenzelviging], vrij om in contact te komen met onze geliefden in de wereld van de geest, (13) vrij om voeling te houden met de kosmische straling, de levenskracht en genezing, vrij om ze in dienst van onze medemens te gebruiken, vrij om in overeenstemming te komen met die wezens, die de mensheid vanuit de geest dienen [engelen en begeleiders].
Het zoeken van de geest
Het pad dat langs de berg omhoog leidt naar de hemelse top is lang en steil. Zolang de mens nog geen glimp heeft opgevangen van de heerlijkheid die hem wacht, worstelt hij in de materie. Hij moet pijn, ziekte, eenzaamheid en beperkingen ondergaan, hij blijft bevangen door angsten, wordt aan wrok en zorgen blootgesteld en wordt getroffen door conflicten en oorlogen. Maar hij hoeft niet te wachten tot hij uit het vlees verlost wordt om geluk en zijn ware wezen te realiseren. Ja waarlijk, tenzij de mens leert de geest te zoeken zolang hij nog op aarde vertoeft, zal hij geen volmaakte vrijheid of vreugde genieten door alleen het fysieke lichaam te leren beheersen.
Er wacht iedere ziel [persoon] een glorieuze toekomst, maar het vergt hard werken - hard werken kan trouwens buitengewoon interessant zijn. Wanneer je bijvoorbeeld van muziek houdt en ernaar verlangt om je in muziek uit te drukken, wordt oefenen een vreugde, o.a. de vreugde om een instrument meester te worden. Wanneer je je volledig inzet voor iets dat de moeite waard is, neem je de moeite op de koop toe en tel je de kosten om het te kunnen volbrengen niet. Zo behoort het eveneens te zijn met het werk dat je aan je ziel [persoon] besteedt.
Het is niet altijd nodig om je lange perioden af te zonderen voor meditatie om aan je ziel [persoon] te kunnen werken. De weg van meditatie is niet noodzakelijkerwijs jouw weg, maar wanneer je hebt besloten welke weg de jouwe is, volg die dan vastberaden. Volg geen dwaalwegen, hol niet van het een naar het ander omdat je denkt dat iemand anders een betere weg dan de jouwe heeft gevonden en dat je dus die weg maar moet proberen. Dat is net zoiets als kinderen die bloemen plukken en van de ene plek naar de andere fladderen om te voorkomen dat andere kinderen mooiere bloemen vinden dan zij. Zo vergaat het de kinderen van de aarde, zij jagen her- en derwaarts achter de waarheid van de geest aan.[! en volgen lezingen, cursussen en 'workshops' om het volgen zelf] (15)
Dat is niet de juiste manier. Want er zal een tijd komen dat je meest innerlijke stem je zal vertellen: "Dit is mijn weg, hier zal ik vrede vinden. Ik zal deze weg hoe dan ook vervolgen." Houd je aan dat besluit als het eenmaal vaststaat. Dat zal lang niet altijd gemakkelijk zijn, maar als je volhoudt en geduld oefent en vooral de moed niet opgeeft, zal de weg je onfeilbaar naar je doel leiden. Je zult moeten leren, wanneer je het geestelijk pad wilt volgen om onderscheid te maken tussen de ingevingen van het 'wereldse denken' [wat dan het 'lagere zelf' wordt genoemd, maar wat samenhangt met de geestesgesteldheid van onbewuste vereenzelviging] en het 'hogere godgerichte denken' [wat dan het 'hogere zelf' wordt genoemd, het na te streven doel: geestelijke ontwikkeling], om het verschil aan te voelen tussen wat waar is en wat vergankelijk en niet waar is.
De geestestoestand van onbewuste vereenzelviging
Een wijs leermeester heeft eens gezegd dat er in de wereld twee soorten mensen bestaan: zij die weten en die niet weten. (17) Zij die Gods aanwezigheid overal en altijd ervaren als een voortdurende troost [voelen] en inspiratie [ingeving], die weten dat zij leiding en verlichting kunnen vinden in de hogere werelden van wijsheid [denken] en schoonheid [waarnemen]. En zij die niets van deze zaken afweten, ze verwerpen of ze bespotten, en daarnaar leven, verkeren als gevangenen in een donkere kamer [de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging]. Degenen onder jullie die weten, of die ten minste beginnen te weten, hebben hun geestelijke waarnemingsvermogen verkregen door geduldige inspanning, ervaring en lijden.
Luisteren naar de stem van de geest
En toch moet je waakzaam blijven om deze kennis vast te houden, want terwijl een prikkel het licht van de geest aanspoort te groeien, is er toch nog het 'aardse denken' dat je zal aansporen om te twijfelen, te veroordelen en zelfs zal trachten het licht in je hart te vernietigen. De mens moet hard en lang worstelen totdat het innerlijke licht zo sterk en krachtig wordt, dat de twijfel hem niet meer kan belagen.
De twijfels en vragen die iemand bestormen, zijn als de stem van de 'slang in het Paradijs' die Adam en Eva verleidde om van de vruchten van aardsheid te eten en hun God te negeren. (18) Proberen wij niet allen te luisteren naar de stem van de geest, ondanks het feit dat wij voortdurend worden belaagd door de roep van uiterlijke wereld? Laat je niet door anderen van de wijs brengen, die beweren dat er geen geestelijke wereld zou bestaan, geen genezing van zieken door middel van de geest.
Zij die zo spreken zijn de bewoners van de duisternis en zijn onwetend. Zoals in de bijbel wordt verteld: 'De doden weten niets.' Zend hen het licht der liefde en besef dat ook zij later zullen leren. Dring je eigen opvattingen niet op, want argumenteren leidt als regel tot niets en zal niemand overtuigen. Deze mensen bedoelen het goed, maar op de weg die jij hebt gekozen moet je trouw blijven aan de stem van de geest.
Niemand hoort geestelijke ontwikkeling ooit te zoeken voor zuiver persoonlijke doeleinden of voor de hang naar sensatie of uit nieuwsgierigheid, (19) maar alleen dan wanneer wij beseffen dat het ons lichaam gezond en onze geest stralend kan maken en daardoor beter toegerust om onze medemens te helpen. Het doel dat aan geestelijke ontwikkeling ten grondslag ligt, moet altijd onzelfzuchtig en altruïstisch zijn.
Achter de wanorde is toch de geest werkzaam
Mijn beste, hoe kun je verwachten een gezond lichaam te hebben als je denken ongezond is? Je antwoordt misschien dat je heel wat gezonde mensen kent terwijl hun opvattingen verre van gezond zijn. Maar dat is slechts een kwestie van tijd, gezondheid zal niet lang duren als gedachten onrustig en onharmonisch zijn. Daarom, denk altijd opbouwend en optimistisch: gezond. Wij bedoelen niet onverstandig optimisme, maar gelukkig en overtuigend, omdat je weet dat er achter de schijnbare wanorde van het aardse leven een goddelijk doel aan het werk is, dat de geestelijke eigenschappen van de mens zal ontvouwen. Als je denken op een gezonde manier geoefend zou zijn, zou het nooit omlaag worden gehaald in de draaikolk van depressie en angst, je zou dan positief zijn in de wetenschap dat alles ten goede samenwerkt en dat wat er ook gebeurt, het goede er altijd achter staat.
Terugkeer naar de wereld van de geest
Lang geleden toen de mensen in kloosters werden aangenomen om hun leven aan God te wijden, werd het als een zonde beschouwd om ziek te worden. Uit een ander leven kunnen wij ons herinneren, dat broeders - Amerikaans-Indiaanse opperhoofden - geen ziekten kenden, zij verlieten hun aardse lichaam niet als gevolg van ziekte, (25) maar alleen dan wanneer hun incarnatie van dat moment tot een einde kwam en de tijd was aangebroken voor een periode van rust en bezinning in het leven van de geest. De geest trok zich dan terug uit het lichaam [overlijden is: overgeleid worden] en steeg op naar de hogere wereld voor verkwikking na gedane arbeid. Zoals het gezegde van de Oude Mysterie-leer: "Wij gaan van aardse arbeid naar verkwikking in de hemelen en na verfrissing gaan wij weer terug om op aarde te werken."
Het voedsel voor de geest
Wij spreken dus als regel vriendelijk en geven aan de mens het voedsel voor zijn geest dat hij op dat moment kan verteren. En dan houden wij een oogje in het zeil. Als de leerling dan blijk geeft ernstig te trachten die eenvoudige aanwijzingen te volgen, wordt er geleidelijk aan meer geopenbaard. Er bestaan geleidelijke manieren om iemand te helpen, en de waarheid die geschikt is voor de een hoeft niet geschikt te zijn voor iedereen.
De lichamen zijn de tempel van de geest
Wij houden er echter niet van om fanatiek te zijn. Wij adviseren altijd de middenweg te nemen, met onderscheidingsvermogen, evenwicht en wijsheid. Maar naar alle waarschijnlijkheid zul je zien, nadat je de voet op het geestelijke pad hebt gezet, dat hoe meer je weet, hoe minder je zult worden beheerst door de begeerten van het lichaam. En dan, het is niet zozeer de keuze van het voedsel die het belangrijkste is, maar de aard van je gedachten en je kijk op het leven in het algemeen. Bedenk dat al je lichamen - fysiek, mentaal, astraal en geestelijk - de tempel zijn van de Heilige Geest, of de God-binnenin. (30) Daarom moet je voortdurend je best doen om je daarop af te stemmen, zodat je op de God-trilling leeft, immer strevend naar God.
terug naar de Inhoud
2. De menselijke aura (etherische, elementale, astrale, mentale en hemelse 'lichaam')
Wij willen nu spreken over de menselijke aura [Latijn 'aura': uitstraling], terwijl we bedenken, dat het alleen door het medium van de aura is, dat personen in de geest met je in verbinding kunnen treden [de ziel of aura is het overdrachtsmiddel tussen geest en stof, of tussen aardse geest en hemelse geest]. Er worden veel verschillende uitdrukkingen gebruikt voor de diverse subtielere lichamen van de mens, en de termen die wij gebruiken zijn wellicht anders dan waaraan je uit andere scholen gewend bent, maar we zullen proberen het onderwerp zo eenvoudig mogelijk te houden. Tenzij je een veelomvattende kennis hebt, bestaat het gevaar om de aura verkeerd te lezen.
Het etherische, elementale of vitale lichaam
De helderziende wiens geestelijke oog zich juist begint te openen, ziet waarschijnlijk alleen een aura van enige centimeters en van een blauwachtige kleur, die van het fysieke lichaam uitstraalt. Hij verklaart dan dat hij de hele aura ziet. Wat hij echter ziet is de vitale levenskracht die in het fysieke lichaam doordringt en die als medium [overdrachtsmiddel] tussen het geestelijk en het aardse leven wordt gebruikt. (39)
Deze speciale aura - het etherische of vitale lichaam - is nauw verbonden met het zenuwstelsel en verzamelt grotendeels wat zich later als slechte gezondheid in het fysieke lichaam manifesteert, het houdt de verontreinigingen vast dat door het lagere verstand van de mens daarin is gebracht, door verkeerde gedachten, verkeerd voedsel en verkeerd leven.
De mens moet in de loop van zijn ontwikkeling leren dat het 'hoger zelf' (dat slechts gedeeltelijk in de meesten van ons aanwezig is) (40) de volledige beheersing moet verkrijgen over dit elementale lichaam. Het tehuis van de menselijke 'ego' bevindt zich in het hemelse lichaam, de hoogste en zuiverste aura van de mens. Een bevel van het ego daalt als intuïtie af naar het bewustzijn van de mens, jullie noemen dat het geweten.
[Er wordt gesteld dat 'het hoger zelf slechts gedeeltelijk in de mens aanwezig is', maar in de huidige toestand zijn de meeste menselijke geesten volledig ingedaald in hun stoffelijke vorm; het is alleen wel zo, dat de menselijke geest zich nauwelijks bewust is van zijn eigen zelfstandige bestaan en dat daarvoor de groei naar 'zelfbewustwording' nodig is!]
[Deze alinea is een voorbeeld van het feit dat de spreekwijze 'hoger zelf' en 'ego' (enz.) tot verwarring leidt. Meestal heeft het woord 'ego' een ongunstige, zelfgerichte betekenis, maar hier woont het in het 'hemelse lichaam'; en dit 'ego' zou tegen 'het bewustzijn van de mens' zeggen wat het moet doen.]
Het astrale, mentale en hemelse lichaam: tempel of voertuig van de geest
Je bouwt je aura's terwijl je op aarde bent en draagt door je verlangens bij aan je astrale lichaam [gevoelens], en door het astrale lichaam naar de mentale [gedachten] en de hemelse lichamen. Je bouwt het hemelse lichaam met je daden en reacties [willen], je gedachten [denken] en verlangens [voelen]. (46) Je doet meer, je creëert substantie vanuit de hogere ethers die zich te zijner tijd op aarde zal manifesteren wanneer je weer incarneert.
[In deze alinea staat beschreven, dat de menselijke geest door de innerlijke werkzaamheid met zijn geestelijke vermogens, de oorzaak is van de ontwikkeling van de 'lichamen' als de uitstralingen van de geest.]
Levend in die hogere sferen in die hemelse gebieden, vanwaar de mens afdaalt voor incarnatie, beseft hij dat hij bepaald materiaal nodig heeft. Hij is nog niet tevreden met zijn tempel [de ziel als uitstraling van de geest]. Hij weet dat de enige manier om meer en beter materiaal te vinden zijn teruggang naar een leven in de stoffelijke vorm is en dat materiaal zo nodig te verdienen.
Al het materiaal dat niet in het lichaam wordt gebruikt, vervalt en wordt verteerd; alleen dat wat nuttig is, wordt behouden. Dit zouden wij het permanente zaadatoom kunnen noemen. Dit permanente atoom verschaft het materiaal voor voertuigen die we zullen bewonen in onze volgende incarnaties. Het is daarbij van wezenlijk belang zich te richten op de leiding van de geest en niet toe te staan dat het elementale lichaam de overhand heeft. (47)
[Het is de vermogende geest die door zijn innerlijke werkzaamheid om zich heen zijn eigen voertuigen opbouwt.]
terug naar de Inhoud
3. Communicatie tussen twee werelden
Het ontwikkelen van de geestelijke vermogens
Wij [begeleiders] willen je helpen je bewustzijn te verheffen [geestelijk te ontwikkelen] tot de sferen waar harmonie, liefde [voelen] en waarheid [denken] heersen. Het doel van het ontwikkelen van innerlijke krachten [geestelijke vermogens] - die iedereen in meerdere of mindere mate [in aanleg] bezit - is dat je je bewust wordt van de geest, die je in staat zal stellen [willen] om de indrukken [waarnemingen] van harmonie [gevoelens] en waarheid [denken] van de wereld van de geest en van mensen, in de geest te ontvangen [waar te nemen].
[Hier wordt het grote belang van het bewuste en beheerste gebruik van de geestelijke vermogens: het waarnemen, overdenken, doorvoelen en willen, beschreven.]
Waarheid is een geestelijke wet, een werkelijkheid die de wet van God weerspiegelt. Maar wij moeten ons fysiek, mentaal en geestelijk voorbereiden voordat wij de waarheid, die in de geestelijke wereld bestaat, kunnen weergeven.
Geestelijke wetenschap
Geestelijke wetenschap is ware wetenschap. Wanneer iemand deze kosmische en geestelijke wetten gewaar wordt [waarneemt], ze toepast en leeft [willen], dan is hij waarlijk een man van wetenschap.
Laten wij dan eerst vaststellen en begrijpen, dat geestelijke ontwikkeling van de innerlijke eigenschappen ['innerlijke eigenschappen': de geestelijke vermogens, waarnemen, denken, voelen en willen] in haar geheel een wetenschappelijk proces is.
Wanneer je wetten van God ontkent, zal chaos ergens in je wezen het resultaat zijn. Maar wanneer je de wetten van God bestudeert en je je daaraan houdt, (50) wanneer je de innerlijke fluisteringen van je geest gehoorzaamt en je je stap voor stap op het pad begeeft dat voor je ligt, zul je een bron van wijsheid in je hart [in jezelf als geest] ontdekken; en eveneens een ontwikkeling van het hart [jezelf als geest] veroorzaken, zodat het zich uitbreidt om zowel de hoogten als de diepten van het leven te raken.
De algeest
Merk dat wij zeiden de 'diepten' [de eeuwige oneindigheid van de algeest]. Het bewustzijn van de mens moet zich naar beide zijden van de weegschaal ontwikkelen. Je bewustzijn en aura moeten zich uitstrekken om de hoogte, diepte en breedte van het leven te omvatten [de alomtegenwoordige algeest] en tijdens dat proces van ontwikkeling zal je verdraagzaamheid en grote liefde voor het leven en je medeschepselen verwerven [want wij zijn allen in feite algeestvonken]. Je zult door niets meer worden afgeschrikt of afgestoten, je zult aanvaarden en begrijpen dat de mens in al zijn stadia in een proces van ontwikkeling is, op weg naar God uit wie hij voortkwam.
De ontwikkeling van de chakra's
De ontwikkeling van je innerlijke zintuigen [de chakra's, die met de geestelijke vermogens samenhangen] is het proces waardoor je innerlijke kracht en kalmte [geestkracht] zult verkrijgen, en dit zal je lichaam zuiveren, versterken en de gezondheid ervan herstellen [middels de ziel, die de verbinding is tussen geest en lichaam]. (51) Het is wetenschappelijk te zeggen dat het instromen van licht in je hartchakra en het circuleren door al je lichamen, fysiek, etherisch, astraal, mentaal en hemels, het geheel versterkt en verheerlijkt.
Een geestelijke man of vrouw is niet zwak. Reken af met het idee dat geestelijk-zijn inhoudt dat iemand overgevoelig en teruggetrokken is.
Karaktervorming is de veilige weg!
Neem je voor om de veilige weg van karaktervorming te volgen, te leren om grotere liefde voor je medemensen tot uiting te brengen en je aura op een geestelijk wetenschappelijke manier te ontwikkelen. Wanneer de fysieke wetenschap aanvaardt om door geestelijke wetenschap te worden geleid, zoals dat in de toekomst zal gebeuren, dan zullen zekere geheimen die in de Oude Wijsheid besloten liggen, weer worden teruggegeven aan de mensheid. (52)
De geestelijke werelden
Wanneer de aangeboren geestelijke vermogens worden versterkt, kunnen moeilijkheden en verwarring ontstaan, vaak door gebrek aan ervaring, omdat de verbinding met het astrale eerst niet uitreikt boven wat wij het niveau van illusie zullen noemen, of het gebied dat direct om de aarde te vinden is [de sfeer van de aarde]. Toch kan het contact met dit gebied je waardevolle, alhoewel soms pijnlijke, lessen voorzetten. Een van de belangrijkste van deze lessen is die van onderscheiding, of het vermogen om het ware van het onware te onderscheiden.
Denk niet dat de astrale gebieden heel ver zijn verwijderd van de aarde [de sfeer van de aarde]; zij zijn in werkelijkheid zo dichtbij dat menig occulte school het astrale gebied min of meer als een verlengstuk van het aardse leven beschouwt, dat niet in soort, maar slechts in gradatie verschilt. Zo wordt het duidelijk dat de invloed van degenen in het astrale gebied zich uitstrekt naar het leven op aarde en dat 's mensen eigen gedachten en gevoelens (54) op hun beurt van invloed zijn op de bewoners van het astrale gebied.
Jullie hebben allen het vermogen om indrukken te ontvangen van en te communiceren met wezens uit de andere wereld, jullie zijn allen een medium in zoverre dat je ontvankelijk bent voor de geest; maar de kwaliteit van de ontvangen boodschap zal afhangen van de kwaliteit van je eigen bewustzijnstoestand.(!) Door het contact met de wereld van illusie [de sfeer van de aarde] zul je het vermogen ontwikkelen om waarheid te onderkennen, (56) om waarheid te onderscheiden van schijn. Het aardse leven kan bedrieglijk zijn, dingen en mensen zijn niet altijd wat ze lijken. Het is een belangrijk onderdeel van je geestelijke ontwikkeling om het ware gevoel van onderscheid te ontwikkelen.
(58) De manier om betere contacten te verkrijgen, is om te streven naar onzelfzuchtigheid, en door het versterken en vervolmaken van je karakter. Geen schimachtige ziel uit de gebieden van de illusie kan in je aura toegang verkrijgen, tenzij er enig punt van overeenkomst is, de een of andere donkere plek die aantrekt; dan kan er verwarring en onheil ontstaan.
[Het gaat om geestelijke ontwikkeling door je eigen vermogens bewust en beheerst te leren gebruiken.]
Wij zeggen nogmaals dat geen enkele verontruste of vertwijfelde ziel je aura binnenkomt of je op een of andere manier kan kwetsen, wanneer jij je met kracht hebt voorgenomen haar buiten te sluiten, want dan is de toegang verzegeld en ben je meester geworden in je eigen huis. Niemand kan je ooit kwaad berokkenen, tenzij er ergens een zwakte, domheid of ijdelheid in jezelf schuilt, die [kwaadwillenden uit de geestelijke wereld] daartoe uitnodigt.
Het is in bepaalde omstandigheden goed om te trachten de kloof tussen de zojuist overgegane ziel en hen die achterbleven, te overbruggen. Het is alsof iemand die je lief is, op een lange reis is gegaan en die het gelukt is om ons het geruststellende bericht te sturen dat hij veilig in goede gezondheid is aangekomen, en dat hij zich gelukkig voelt in zijn nieuwe land. (59)
De mens naar het beeld van God geschapen
Waarom denk of voel je je afgescheiden en alleen, terwijl alles samenwerkt tot eenheid? Ieder leven is een druppel water in de oceaan; een druppel kan zich verenigen of afscheiden van zijn oceaan, maar blijft steeds water en is dus een [onafscheidelijk] deel van het geheel.
[De menselijke geest is een verdichting in de goddelijke algeest, die de menselijke geest in liefde heeft voorgebracht.]
Zo is eveneens (om de analogie voort te zetten) iedere menselijke geest een God in aanleg en de mensheid als geheel is een opeenhoping van kleine God-cellen, allen tot een eenheid met God verbonden. Ieder behoudt de mogelijkheid zich af te scheiden van zijn medemensen, maar nooit van God. Het meest innerlijke van de mens is in wezen goddelijk [de menselijke geest is een verdichting in de algeest, een algeestvonk]. De mens is naar het beeld van God gemaakt, naar Zijn gelijkenis. (62)
[En God zei: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis, […].
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
Genesis 1:26-27]
[Denk bij het beeld van de druppels in de oceaan of van de verdichte algeestvonken in de algeest, ook aan de uitspraak van de natuurkundige Erwin Schrödinger, die erop heeft gewezen "dat elementaire deeltjes in de kwantumtoestand niet in een individueel gedefinieerde toestand verkeren, maar collectieve toestanden bezetten en dat die toestanden altijd met elkaar 'verstrengeld' zijn".
De deeltjes zijn verdichtingen in bijvoorbeeld het elektromagnetische veld, dat zich tot in het oneindige uitstrekt. De deeltjes blijven ook verstrengeld met het veld.]
Wanneer de mens deze alles te boven gaande waarheid ten volle beseft, zal alles wat laag en werelds is worden verdreven. Dan zal de mens niet langer denken en voelen in termen van 'hier en daar' maar van 'overal', waar niets zich ooit kan afscheiden van God [want altijd verblijvend in de algeest], waar niemand alleen voor zichzelf leeft en waar tranen, verdriet en dood hun greep op de mens hebben verloren.
Jijzelf als persoon bent zowel je schild als je slavernij [slavernij: de geestestoestand van vereenzelviging met wat je zelf niet bent]; wanneer je al je gedachten en gevoelens op je eigen persoon richt [de zelfgerichtheid], sluit je je kern [jezelf als geest] als een gevangene in [de vereenzelviging met het zelfbeeld en het lichaam]. Onder dat uiterlijke ligt de individualiteit, de ware mens [de menselijke geest], waarvan banden van belangstelling, medeleven en liefde, zich [zouden kunnen] uitstrekken naar iedere andere ziel [persoon, geest], naar ieder levend schepsel, naar de wereld van engelen, naar Christus, naar God.
Dit moet wel zo zijn, want er staat geen andere weg open naar het innerlijk. Het moet zichzelf meedelen aan alle leven en zijn enige beperking is de grens van het universum zelf. Wij zijn naar Gods beeld geschapen, het hele universum [de algeest] is van God; en de mens is ook goed, [want] is God. (63)
[De menselijke geest is een algeestvonk, een verdichting in de goddelijke algeest.]
Wat je bijdrage aan de mensheid ook mag zijn, wanneer je ernaar streeft je op de onzichtbare gebieden af te stemmen, word je gebruikt als kanaal of medium door de wijzen van de andere zijde. Laten wij je eraan herinneren dat iedereen door reïncarnatie terugkomt om bepaalde eigenschappen te ontwikkelen die [de voortbrengselen daarvan] zullen worden ingebouwd in je hogere lichaam, je tempel in de hemelse wereld.
Een ingewijde heeft alle [voortbrengselen van] eigenschappen in zijn hogere, geestelijke lichaam ingebouwd, die nodig zijn om een God-bewust mens te zijn, en als dit is bereikt, is er geen reïncarnatie voor de ziel [de persoon] meer nodig, behalve wanneer die zelf wenst terug te komen om de mensheid te helpen.
Maar wij leggen er de nadruk op dat jullie allen nog heel menselijk zijn; bepaalde geestelijke eigenschappen zijn ten dele ontwikkeld en er is nog een zekere hoeveelheid dichte stof in je astrale lichaam verweven. Wanneer je nalaat om je hartstochten, je gedachten en gevoelens te beheersen [door bewust en beheerst je geestelijke vermogens te gebruiken], dan veroorzaak je een belemmering voor de geestelijke doorstroming in je aura. (65) Dan geef je niet de zuivere trillingen door aan je gids en aan de Oudere Broeders, die erop wachten om je te kunnen 'gebruiken' [als zij erop moeten wachten, is het geen 'gebruiken' maar een 'met je samenwerken', want zij zijn blijkbaar van jouw bereidwilligheid afhankelijk]. Streef dus naar beheersing - beheersing van het fysieke lichaam, van je gevoelens, van je denken - niet zo zeer door alleen wilskracht maar door dagelijks omhoog te streven, om die pure en heilige levenssferen aan te voelen.
Geest is licht. Het 'hogere zelf' van de mens, dat ook wel causaal lichaam wordt genoemd, is een lichaam van licht [dat door de geest wordt uitgestraald] en wanneer je naar de gebieden van licht streeft, neem je in je hart-, je hoofd- en je keelcentrum van deze subtielere lichamen de eigenschappen van een verlicht leven op.
[Wat door sommigen het 'hogere zelf' wordt genoemd is de menselijke geest zelf en het causale lichaam is een uitstraling van de werkzaamheid van de geest met zijn vermogens.]
Het pad van geestelijke ontwikkeling en je innerlijke zieleleven
Niet iedereen is klaar voor geestelijk contact. Misschien moeten zij bepaald werk verrichten om zichzelf en hun karakter door stoffelijke omstandigheden te vormen, waardoor zij niet in staat lijken om op geestelijke invloeden te reageren. vMaar jij hebt de voet gezet op het pad van geestelijke ontwikkeling en je wordt in je innerlijke zieleleven [je innerlijke denk- en gevoelswereld] en in je uiterlijke leven op aarde geleid, geïnspireerd en gade geslagen. Je vordert stap voor stap en er worden je gelegenheden geboden - al herken je ze niet als zodanig(!) - die je zullen testen op je vertrouwen - je trouw aan je 'hogere zelf' en de geestelijke machten die boven je staan.
Als er moeilijkheden ontstaan in je stoffelijke omstandigheden, beschouw deze dan als mogelijkheden die je worden gegeven met het doel je te helpen om bepaalde eigenschappen die je mist, te ontplooien, zoals geduld, doorzettingsvermogen, geloof, moed en welwillendheid. Je kunt er zeker van zijn dat niemand wordt vergeten. Geen ziel, die klaar is om als kanaal te worden gebruikt, wordt over het hoofd gezien door de hogere geesten, want de ontwaakte ziel is een licht [de geest straalt een licht uit: de ziel] en wordt onmiddellijk gezien. (68)
Je aarde, zoals wij haar zien, is gewoonlijk gehuld in mist, al zijn er sommige enigszins lichtende plekken. Maar de man en vrouw die zich als leerling op het pad van geestelijke ontwikkeling hebben begeven, vallen op als sterren in een donkere nacht en worden aan hun licht gekend.
"Ja, maar Johannes zei: 'Beproeft de geesten of zij van God zijn'."
Voorzeker, test ze, maar niet volgens jouw normen. Onderzoek daarentegen hun boodschap. Als daarin waarheid, nederigheid en liefde doorklinkt, dan hoef je niet verder te zoeken. Aan hun vruchten zul je ze herkennen. Mogen wij hieraan toevoegen dat je gids en leermeester nooit zal bevelen, want hiermee zou hij een geestelijke wet breken. God heeft de macht van de vrije wil, de vrije keuze, gegeven aan al Zijn kinderen. [Denk aan Helen Schucman, die tegen haar zin de Cursus in Wonderen moest schrijven.]
Er bestaat wel aansporingen die schijnbaar tegen je eigen wil of keus in kunnen gaan. Wanneer dit gebeurt dan zijn dat je eigen ziel en geest, die het heft in handen nemen. De hogere zielen [personen] zullen het nooit wagen om tegen de wil van de mens in te gaan; wanneer hen om leiding wordt gevraagd, zullen zij de weg aangeven, zelfs je mogelijkheden laten zien, (70) die je op die weg kunt verwachten, maar het feitelijke besluit moet altijd bij jou berusten.
Je gids en leermeester
Misschien heb je al een bewust contact met je gids? Je herkent zijn persoonlijkheid, voelt zijn tedere kameraadschap? Aan de andere kant kan het zijn dat je nog twijfelt, op het uiterlijke vlak ben je nog niet zo zeker. Maar wanneer je in alle nederigheid van geest in de spiegel der waarheid zou kunnen kijken, zou je zien dat de wijze en liefhebbende gids aan je zijde wacht om je te kunnen helpen.
Het is uiterst belangrijk dat iedere mens zelf moeite doet, omhoog te streven.
Naargelang de mens zich inspant, zal hij door zijn gids en leermeester verder en omhoog worden geholpen. Het is niet goed alles gelaten aan je gids over te laten, een vergissing die velen maken. Het is de plicht van de mens om zo goed mogelijk zijn best te doen. Al naar zijn fysieke mogelijkheden, hoort hij met inspanning van eigen krachten de gaven die God hem heeft gegeven [namelijk de vier geestelijke vermogens], te vervolmaken.
De 'duivel': het 'lagere denken'
Wij zeggen je dat er een [bescherm]engel is aangesteld die waakt over je handelingen, je reacties op de stem van God of op de stem van de verleider of duivel, dit is een ander woord voor je 'lagere denken'. Deze dienende engelen incarneren niet op aarde, zij ontwikkelen zich volgens een andere levensweg om het engelenkoninkrijk te bereiken [namelijk door de mens te dienen]. Verwar daarom deze engelenwezens niet met je gids en je helpers [wat in Engelstalige literatuur veel gebeurt, zelf als je gewoon overlijdt, ben je daar al een 'angel']. Ofschoon je gids en helpers heel dichtbij kunnen komen om zich met je te onderhouden en zij hun plaats hebben in het grootse plan van God, is hun dienst aan het mensdom van andere aard dan de dienst die engelen verlenen.
[De uitdrukking 'het lagere denken' is het denken van een geest, die zich in de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met dit stoffelijke bestaan bevindt.]
terug naar de Inhoud
5. De menselijke geest uit het hart van God
In het begin van de schepping lag je in het hart van God [de menselijke geest is door verdichting in de algeest een goddelijke algeestvonk]. Alle waarheid ligt in deze eenvoudige kerngedachte.
Toen je door incarnatie zelfstandigheid verkreeg, vertrok je uit het hart van God; je ontdekte dat je een vrije wil bezat en gebruikte die als een eigenzinnig kind. Als gevolg daarvan viel je in het slijk der ellende [je vereenzelvigde je onbewust met de stoffelijke wereld]. Daardoor onderging je leed en nog lijd je. En toch heb je nooit de band met het hart van God geheel verloren.
De onbekendheid met de levensbestemming
Geliefde kinderen, je leven wordt door de wet beheerst en je bevindt je precies op de plek en in de omstandigheden die je hebt gekozen. "Maar dat is onzin," zul je zeggen. "Ik zou dit leven nooit hebben gekozen!" Dit is je aardse zelf dat spreekt, het sterfelijke verstand; het ware zelf echter, de goddelijke geest, weet wat de ziel [persoon] nodig heeft.
[Het 'aardse zelf' en het 'sterfelijke verstand' zijn aanduidingen van de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met de aarde. Het 'ware zelf' is de goddelijke geest; en deze geest staat boven de 'ziel']
De onzichtbare 'lichamen' doordringen elkaar
In het dichte etherische lichaam dringt een fijner voertuig door, dat ik het lichaam van licht of het vitale lichaam zal noemen, hetwelk niet alleen doordringt of verbonden is met het fysieke en het hogere etherische lichaam, maar tevens doordringt tot de hogere voertuigen, het mentale, het intuïtieve en het hemelse lichaam. Zo bestaat er dus een verbinding tussen alle lichamen, waardoor het geestelijk goddelijke licht kan afdalen tot het het grovere etherische bereikt, hetgeen alles ten slotte verbindt met de hersenen en het zenuwstelsel. (86)
Het lagere etherische lichaam registreert en weerkaatst beelden naar de aarde; sommige mensen, die men als onvrijwillig helderziend zou kunnen omschrijven, kunnen deze vormen of beelden zien als zij op de plexus solaris worden weerkaatst. Dieren kunnen ook vaak op deze wijze helderzien. Heel vroeger, voordat de mens in zo'n nauw contact kwam met de dichte, fysieke materie, was het onvrijwillige zien, zoals hier omschreven, algemeen.
Noodzaak is de ontwikkeling van de vermogens
Dat (de verlichting van duisternis) zal nooit door preken worden bereikt, maar alleen door het krachtig worden van je geest, door de groei van het goddelijke denken [denken] binnenin je, de uitstraling van je hart, van vrede [voelen] en goede wil [willen, de geestelijke vermogens]. Niet slechts het geloof dat oorlog beslist verkeerd is, maar een vrede die je rustig door de dag kan helpen, zelfs met vreugde, een vrede die temidden van uiterlijke conflicten onverstoorbaar blijft, zoals de Meester [Jezus] leerde door het stillen van de storm. (98)
Het 'zielelichaam' moet door het hart (de geest) worden beheerst
Het meer van Galilea vertegenwoordigt het 'zielelichaam' dat heen en weer wordt geslingerd door de elementen. De Meester, die in de boot sliep, of in het hart van de mens, staat op en bedwingt de storm; want is Hij niet de Meester, de bevelhebber? Hij is vrede.
Bewustwording van de band met je Vader-Moeder God
Dit is wat wij bedoelen met vredig zijn, met vrede leven. Je moet je voortdurend bewust zijn van je relatie met Christus, met de Vader-Moeder God. Voel de vrede die de engelen van Christus brengen.
De geest of het goddelijke zelf leert door de vijf fysieke zintuigen om zich bewust te worden van de Vader-Moeder God; (99) om de nabijheid van God te proeven, te ruiken, te voelen en te horen.
Dat klinkt misschien achterhaald, maar het zal je troosten te weten dat alle kinderen van God eens zullen worden opgevangen in Zijn aura van liefde. (101) Dan zal alle aardsheid voorbijgaan en zal deze donkere planeet (zoals deze in de sferen van licht bekend staat) een prachtig doel in het grootse plan hebben vervuld. Vertrouw je hart in liefde en aanbidding toe aan de grote God en ontvang de zegening van de Allerhoogste. Hij zegent overvloedig. (102)
Jij (als geest) richt je aandacht bewust op de binnenwereld van de ziel
Laten wij het innerlijke bewustzijn eens beschouwen. Wanneer je je ogen sluit en je aandacht naar binnen richt, dan zul je in je ziel een leven vinden, dat heel wezenlijk is. (103) Je zult je bewust beginnen te worden van een innerlijke bewustzijnstoestand en ontdekken dat je het door werkzaamheid [met de geestelijke vermogens] kunt veranderen. Naarmate je gedachten mooier worden, zal blijken dat het innerlijk helderder wordt. Wanneer je akelige en sombere gedachten vasthoudt, blijft die innerlijke wereld saai. Zo ontdekken we dat de wereld van de geest in de spiegel van onze eigen ziel wordt weerspiegeld.
Ik zal het anders beschrijven. Sommige mensen [personen] gaan naar buiten voor een wandeling en zien eigenlijk heel weinig. Zij zijn zich de schoonheid van de natuur niet bewust, doordat zij de omgeving niet weerspiegelen en er niet op reageren. Een andere ziel [persoon] die dezelfde weg gaat, zal zich verlustigen en geïnteresseerd zijn in duizend en een kleine details, in heggen en velden, in het leven van de vogels, in het spel van zonlicht en schaduw. Hij neemt niet alleen met zijn fysieke ogen op, hij begint ook te zien met zijn geestelijke ogen. En stel je nu een derde persoon voor die dezelfde wandeling maakt. Hij is gevoeliger geworden voor het geestelijke leven achter de fysieke vorm en zijn gezichtsveld is enorm verruimd. (104)
[In deze alinea worden 'sommige mensen', een 'andere ziel' en een 'derde persoon' aan elkaar gelijk gesteld! D.w.z. dat de begrippen 'mens', 'ziel' en 'persoon' eenzelfde betekenis hebben!]
De ziel weerspiegelt de werkzaamheid van de geest
Hij zal niet alleen de fysieke schoonheid en charme zien, hij zal zich ook bewust worden van het pulseren of de trilling van een leven dat de fysieke vormen doortrekt. Zijn ziel zal de wereld van de geest weerspiegelen.
Met iedere opvolgende incarnatie zet de ziel [persoon] dit groeiproces voort. Wanneer de mens [persoon] zich ontdoet van zijn grovere omhulsel, het fysieke lichaam en het volgende stadium binnengaat, (105) het astrale lichaam, zal hij, tenzij zijn zielelicht helder is geworden door zijn ervaringen en karakterontplooiing, niet in staat zijn om het moois van de geestelijke wereld te zien, noch er binnen te gaan. Gedurende het verloop van de reis van de ziel [persoon] zal zij zich echter van dat omhulsel van astrale materie ontdoen. Dat wat grof en dicht was valt weg - een proces dat zich door alle gradaties van het astrale en mentale leven voortzet, totdat de gezuiverde ziel [persoon] uiteindelijk in de hemelse wereld belandt.
[In bovenstaande alinea's worden 'sommige mensen', een 'andere ziel' en een 'derde persoon' en 'de mens' als gelijkwaardig aan elkaar beschreven. Eén van de betekenissen van het woord 'ziel' is hier: 'persoon'. Die betekenis heeft het woord 'soul' in het Engels nog steeds (denk aan s.o.s: save our souls), in het Nederlands is dat wel zo geweest, maar nu niet meer gebruikelijk.] (blz. 104).
[In de daarop volgende zinnen heeft het woord 'ziel' de tweede, oorspronkelijke betekenis: 'innerlijke ruimte', 'binnenwereld' (blz. 105), namelijk afkomstig van het Gothische 'salida': 'woonruimte', 'zaal'; een ruimte die door de innerlijke werkzaamheid van de geest om de geest heen is ontstaan: de 'uitstraling' of 'aura'.]
Het waarnemingsvermogen wordt ontwikkeld door de grootheid van de geest
Nogmaals, tenzij de mens de geestkracht en grootheid van ziel ontwikkelt tijdens zijn aardse ervaringen, zullen zijn gezicht en zijn omgeving beperkt blijven, zelfs in de geestelijke wereld. Succes op aarde hangt voornamelijk af van de mentale toerusting en kennis van de mens, maar in de andere wereld is het allemaal een kwestie van rijke levenservaring en zielekennis, van gevoeligheid voor de fijnere trillingen.
Dit waarnemingsvermogen wordt alleen ontwikkeld door de grootheid en nederigheid van de geest; het hangt niet af van omstandigheden, (106) van materiële mogelijkheden of intellect, maar van de kwaliteit van het bewustzijn, van de liefde van die mens, van tolerantie en sympathie, met andere woorden van zijn grootheid van hart en fijn karakter.
[In bovenstaande alinea's moet 'de mens' zijn 'geestkracht' én 'grootheid van ziel' ontwikkelen. Even verder moet 'de mens' het waarnemingsvermogen ontwikkelen door 'grootheid van geest'. De begrippen 'geest' en 'ziel' worden door elkaar gehaald alsof ze gelijkwaardig aan elkaar zouden zijn. Oorspronkelijk is dat niet zo: het Gothische 'gei-' (geest) betekent: in beweging zetten, terwijl 'salida' (ziel) betekent: woonruimte, zaal.]
De geestelijke wereld is een werkelijkheid
Toch moet je begrijpen dat de geestelijke wereld stevig en werkelijk is en zij die daar leven, kunnen van een feestmaal genieten als zij daar behoefte aan hebben. Zij hebben heerlijk voedsel en drinken een vloeistof die gelijk staat aan wijn, maar in wezen is het een geestelijke substantie. (108) Alle voedsel en vruchten zijn hier in wezen geestelijk, want zij bestaan op het geestelijke levensvlak. Zij zijn desalniettemin voor ons werkelijk, evenals jullie grovere voedsel voor jullie werkelijk is. De bewoners van hogere sferen kunnen zich ook in de prachtigste materialen naar eigen smaak kleden, zo mooi bestaan die op aarde niet. Wij proberen je duidelijk te maken dat het leven in de hemelse, geestelijke wereld net zo echt is als jullie aardse leven, alleen oneindig veel mooier.
Het leven voor eeuwig nu
De gebouwen in de geestelijke wereld zijn erg mooi. Er bestaan grote laboratoria voor de wetenschappers en prachtige observatoria voor de astronomen, schitterende galerijen en muziekkamers en zalen voor de muziekliefhebbers, en tuinen van uitnemende schoonheid voor tuinlieden. (110) In iedere voorstelbare wens en behoefte kan worden voorzien in deze andere wereld. Verder en verder, hoger en hoger, er bestaan geen grenzen aan het leven in de geest.
Denk niet dat leven en dood van elkaar te scheiden zijn. Denk niet aan 'hier' en 'daar', maar probeer je te concentreren op het eeuwige leven. Hiermee bedoelen wij dat je moet proberen te beseffen dat het leven voor eeuwig nu is.
Het leven is in wezen geest
Je bent allicht bedroefd als een kind overgaat, maar leeftijd zoals jullie die kennen, bestaat niet werkelijk. Wij zouden willen dat je die zienswijze kon herzien en niet langer denkt in jaren die aan je zorgen worden toegevoegd, die grijze haren brengen of blootstellen aan ziekten en slechte gezondheid, want dat is een verkeerd begrip.
Zet resoluut angst en moedeloosheid opzij, zoek diep in je eigen wezen en vindt daar een kracht - niet van de aarde en niet van het lichaam - een levende kracht die leeftijd noch ziekte kent, geen verdriet noch angst, maar alleen een eeuwige hoop. Je moet de groei en de uitdrukking van deze levensgeest bevorderen. (112)
De stem van de geest vanbinnen, de waarheid woont binnenin
Het doel van je schepping is ontwikkeling, groei; je leven is in wezen geest. Geest zal je vertellen, als je hem toestaat te spreken, dat zo zeker als de zon opgaat, zo zeker het eeuwige leven jou toebehoort.
Je hebt geen bewijs nodig van ons die zijn overgegaan door het glorierijke ontwaken. Als je waarachtig jezelf bent, zal een stem [je eigen, innerlijke stem], die boven het rumoer van werelds materialisme uitgaat, zeggen: Ik leef, ik ben eeuwig: er bestaat geen dood!
Regel je leven vanaf dit moment zo, dat de geest vanbinnen boven alle twijfel en angst uit, kan rijzen. Veel mensen hebben een zogenaamd bewijs gekregen door een medium, en zijn daardoor overtuigd van het leven na de dood. Dit is onvoldoende, het is niet genoeg om van een teruggekomen ziel te horen dat het leven doorgaat. De waarheid moet je zelf ervaren. Waarheid woont binnenin en komt niet van buitenaf.
Het is de innerlijke geest die groeit
Wanneer je geest in het hart sterk wordt, zal deze je voortdurend eraan herinneren (113) dat het leven zich eeuwig ontplooit, steeds meer tot volheid uitgroeit. Je antwoord hierop: "Wij hebben dit al zo vaak gehoord, maar het verstand verlangt bewijs." Het verstand zal het bewijs ontvangen waar het zo intens naar verlangt wanneer het ware zelf, de innerlijke geest, zich doet gelden, want die is sterker dan het verstand. Dan zul je verlost worden uit de boeien van het materiële verstand en bewust in staat zijn, door je dagelijkse ervaringen, het leven van de geest te kennen. Geest veroudert niet, geest kent geen grijze haren, noch vermoeidheid, geest is eeuwig leven.
Van sommige mensen straalt iets geheimzinnigs af, een schoonheid, een waarheid, een ernst en zij verouderen in wezen nooit. Je ziet in deze mensen een licht, een geest, die zo krachtig is geworden, dat de beperkingen van de jaren worden overwonnen.
[In je eigen wezen is een levenskracht die zich moet ontwikkelen. Het leven is in wezen geest. De geest van-binnen moet groeien. De waarheid woont binnenin. Als je geest in het hart sterk wordt, groeit het leven uit tot volheid. Leer het leven van de geest kennen, de geest is eeuwig leven.]
Persoonlijke en goddelijke liefde
De basis voor alle geestelijke ontwikkeling is liefde.
Al Gods kinderen vormen een eenheid
Om de wortel van liefde te vinden moeten we achter elke persoonlijkheid zoeken [naar de persoon, want de persoonlijkheid is het 'geheel van kenmerken' van de persoon, die door zijn gedrag in die kenmerken tot uitdrukking komt] en een levenskwaliteit vinden die universeel is [namelijk de geest als de levenskracht]. Wanneer wij het gebied van ware liefde raken, dan bestaat daar geen scheiding. Geen enkel individu zal van zijn broeder gescheiden worden, want al Gods kinderen worden één als wij waarlijk liefhebben. Dit is moeilijk, want je zult beweren dat je je in het leven op individuen moet concentreren, dat je mooiste liefde voor je echtgenoot, vrouw, kinderen, vrienden en vriendinnen gereserveerd moet worden, voor hen die je het liefst zijn, en dat je liefde voor hen een andere kwaliteit heeft dan wat je voor anderen voelt.
Je voelt je misschien meer in overeenstemming, meer thuis, meer op je gemak met hen die je lief zijn - dat wil zeggen voor gewone doeleinden, voor het gewone leven, want zij die je het liefst zijn, zorgen voor je lichaam en stellen je gerust, (116) scheiding brengt dan een droef verlies. Maar wanneer je eenmaal verder reikt dan het aardse, naar geestelijk gezelschap, naar een affiniteit van de geest, dan heb je de sfeer van liefde aangevoeld en je zult in alle mensen diezelfde liefde herkennen die je eerst ontdekte in de enkeling.
[Want alle menselijke geesten zijn verdichtingen in en uit de goddelijke algeest.]
In de ziel woont goddelijk leven: de geest, die liefheeft(!)
In iedere ziel woont goddelijk leven, dat leven dat jullie allen gemeen hebben en dit is het wat jullie in staat stelt om het gevoel van liefde te ervaren. Om dus de betekenis van liefde te kennen, moeten wij proberen die goddelijke liefde in al onze broeders en zusters te vinden en niet de fout begaan liefde tot één individu te beperken. Het lijkt een paradox. Door liefde te voelen voor de enkeling, maak je contact met de goddelijke liefde en op geen andere manier. Je kunt niet weten wat ware liefde is, totdat je deze les machtig bent.
De goddelijke vonk in de mens is dezelfde als in Jezus
Wij zien het licht door individuele zielen schijnen, in werkelijkheid hebben wij niet de individu zelf lief maar de kwaliteit van liefde die door hem heen schijnt. Geen leermeester zal ooit op persoonlijke liefde aanspraak maken. (117) Herinnerde Meester Jezus zijn discipelen niet voortdurend aan deze waarheid? "De woorden die ik tot jullie spreek, zeg ik niet uit mijzelf, maar de Vader die in mij woont, hij doet de werken." De goddelijke vonk in de mens openbaart de Christus aan de mens.
terug naar de Inhoud
8. Het denken met het hart en de ontwaakte herinnering aan reïncarnatie
De stilte van het hart is de bron van alle waarheid
Daar waar je stilte vindt, diep in je hart, daar vind je de bron van alle waarheid. Je Meester zal je middels het denken met je hart [voelen] en niet door het intellect [denken] onderwijzen. Je zult dit beter begrijpen wanneer je je bezint op de woorden van Jezus: "Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan." Om als een klein kind te worden, betekent het verplaatsen van je bewustzijn van het denken met je hoofd naar het hart.
De mens is een werkzaam deel van Gods schepping
Het licht van binnen is het ware licht van God, het Kind van God. Zo zal 'een klein kind hen leiden'... Christus... het heilige kind dat in het hart woont. Laat daarom het denken met het hoofd niet de leiding nemen, maar streef steeds om in overeenstemming te komen met het eeuwige leven achter de uiterlijke verschijning. Mediteer vaak over de grootse glorie van Gods schepping, zodat het denken met het hart actief wordt. Vul het 'lagere denken' niet met rommel en onbeduidendheden; (124) laat het goed gebruikt worden en laat het hart tegelijkertijd mediteren over mooie, vrolijke en nuttige dingen. Stel de vraag aan je hart hoe je het beste je medebroeder kunt dienen. Het antwoord zal zijn: door hem te begrijpen.
De mens moet begrijpen dat hij deel uitmaakt van de grootse schepping van God; zijn hartcentrum moet ontwaken, moet medeleven uitstralen en als een gloeiend vuur in de ziel branden. Hij moet leren niet alleen voor zichzelf te leven, niet voor zelfverheerlijking, maar om de mensheid te helpen en te dienen, de zieken te genezen, en bedroefden te troosten en hongerigen te eten te geven. De godsdienst van een mens moet tot uitdrukking komen in praktisch dienstbetoon op aarde.
Het hart is het middelpunt van mens en heelal
Iedere mens is een universum in zichzelf, het centrum of de zon van dat universum is zijn hart, niet zijn hoofd. Zoals de zon het centrale punt is van het zonnestelsel, zo is je hart het centrum van jouw universum. De geestelijke tegenhanger van de fysieke zon is het Christus-licht [m.a.w. geest is licht]. Wanneer het Christus-licht in het hart ontwaakt, (125) begint het denken met het hart te functioneren. De fysieke zon beheerst de fysieke hemelen en Christus, die door middel van het hart regeert, regelt de bestemming van iedere mens en van het mensdom als geheel.
Het wiel der wedergeboorte
Ook ligt er in het hartcentrum het 'zaadatoom' [het ontoegankelijke geheugen] dat daar van vorige incarnaties is achtergebleven, een zaad dat herinneringen aan vorige levens bevat, vorige mislukkingen, vorige triomfen, en vroegere eigenaardigheden [persoonlijkheidskenmerken] die in de ziel verweven liggen. Het zich bewust worden van het licht of de 'Christus in het hart' zal het begrip herstellen en de herinnering aan vorige levens terugbrengen. Zulke herinneringen wellen op in het denken vanuit het hart en kunnen door de hersenen worden geregistreerd.
[Het begrip 'zaad' houdt in, dat de plant aan het einde van de bloeitijd alle vergaarde energie en voedingsstoffen terugtrekt in het zaad, opdat dit tijdens het volgende jaargetijde weer kan worden gebruikt. Het woord 'atoom' heeft de betekenis van een deeltje.]
Er bestaat veel verwarring omtrent dit grote principe of de wet van reïncarnatie. Sommigen voelen afkeer of weerzin bij het idee dat zij zouden moeten reïncarneren in een fysiek lichaam en begrijpen niet, wanneer zij eenmaal door het fysieke leven zijn gegaan en daarna naar de sferen van licht, waarom zij gedwongen zouden worden om terug te keren. Deze wet komt hen zonder rede en onlogisch voor en het past niet, zo zeggen zij, in de opvatting van een al-wijze en al-liefhebbende God. (127)
Het doel van reïncarnatie: de volledigheid van Christus in de mens
Laten wij dan eerst de gemiddelde levensduur van de mens beschouwen. Laten wij die ene geboorte, dat leven en dat overlijden bezien en laten we dan het leven van een gewone man of vrouw vergelijken met een leven waarin goddelijkheid wordt uitgedrukt door de grote leraren en meesters. Neem de vergelijking van die twee goed in je op en onderzoek dan eerlijk je eigen ziel [persoon]. Hoe vaak schoot je niet tekort en beantwoordde je niet aan je ideaal?
[Een bestaan is veel te kort om grote stappen te zetten op het pad van geestelijke ontwikkeling.]
Het is juist dat jullie gewoon menselijk zijn, maar jullie zijn ook goddelijk en het levensdoel is de volle ontplooiing van de goddelijk-menselijke natuur of de Christus-mens. (129) Het is inderdaad het doel van de schepping dat alle kinderen van God zich mogen ontwikkelen tot de volledigheid en heerlijkheid van de Christus.
[Jezus is als goddelijk voorbeeld bij de mensheid op aarde geweest.]
De stoffelijke wereld is een leerschool voor de geest
Het ware tehuis van de ziel [persoon] is in de hemelse gebieden, een plaats van schoonheid en gelukzaligheid. Jonge zielen zonder ervaring op aarde, zijn te vergelijken met baby's op de moederschoot; zij moeten nog leren hun ledematen te gebruiken, te trappelen, te lopen en te handelen. Wij moeten ook bedenken dat die baby's in aanleg goden zijn, jonge scheppers.
God ontwierp het fysieke bestaan als een middel om het kind te leren al zijn vermogens te gebruiken. Wij kunnen geen beter symbool bedenken voor het aardse leven dan dat van het zaad, dat in de donkere aarde wordt gezaaid, opdat het mag uitgroeien tot een volmaakte bloem. De volmaakte bloem, de oerbloem, werd eerst in de gedachte van God geschapen en daarna werd het zaad in de aarde gelegd om tot volle wasdom uit te groeien. Zo vergaat het jullie ook; jullie zijn allen in de fysieke vorm gezaaid om naar het licht te groeien, totdat je de volmaakte zoon of dochter bent geworden. De volmaakte oer-Godmens, die God in den beginnen in gedachten hield. (131)
[God schept door aan een levend wezen een aanleg mee te geven, die dat wezen zelf tot ontwikkeling moet brengen, om net als God zelf helemaal zelfstandig te kunnen zijn.]
De geest is het wezen van God in de mens, de goddelijke vonk
De mens bezit dan een ziel in de hemelen die het zaad, de geest bevat, het wezen van God in de mens, dat zijn levensloop richting geeft. Dat is waarom wij zeggen dat God de levensweg leidt. Die prikkel die de mens tot het hoogste aanspoort, soms tegen de wil van het lager zelf of eigen wil, is de God binnenin de mens. Het is deze geest of goddelijke vonk die het leven van de ziel richt en haar door menige aardse ervaring leidt. (133)
Iedere keer daalt een 'gedeelte van de ziel' in incarnatie af [iedere keer neemt de geest een tijdelijke leerpersoonlijkheid aan, nodig voor dat bestaan om daarin bepaalde lessen te leren: zie de horoscoop of het numerogram] en neemt bepaalde ervaringen op die zij nodig heeft voor de groei en ontwikkeling van die hogere ziel. Dus, al naar gelang je groei en ontwikkeling, draag je bij aan dat grotere zelf. Zoals je in opeenvolgende incarnaties op het aardse gebied inspant, zo ben je bezig die prachtige ziel [persoonlijkheid] te bouwen.
[De verwerkte ervaringen van ieder bestaan voegen eigenschappen toe aan de eeuwige persoon en diens persoonlijkheid in de geestelijke wereld.]
Door reïncarnatie geestelijke groei
Wij willen je voorstelling van reïncarnatie verruimen, zodat je afrekent met het idee dat de mens heen en weer slingert tussen twee werelden. Wij hopen dat je een groter en ruimer begrip vormt van de voortdurende groei van God-bewustzijn, die plaatsvindt in de 'grotere ziel' [de persoonlijkheid zoals die is gegroeid, als de geest weer thuis is], die van jou is.
Niet veel mensen kunnen het bewijs leveren van reïncarnatie (ofschoon er een aantal bewezen voorvallen van bestaan) of van enig andere geestelijke waarheid; maar het bewijs zal door je eigen intuïtie tot je komen als gevolg van je eigen ervaring. De enige manier om kennis te vergaren van goddelijke geheimen, is langs de weg van liefde en onzelfzuchtigheid. (135)
Het verstand, dat zijn plaats heeft in de evolutie, kan uit zichzelf de waarheid niet ontvouwen; maar toch is het nodig dat het verstand wordt ontwikkeld, voordat inzicht kan dagen. De mens probeert waarheid te vinden door veel te lezen, maar het hart van waarheid ligt in de geest en jij kunt alleen waarheid voor jezelf vinden: niemand kan je die bijbrengen. In je zoeken naar zuiver begrip voor reïncarnatie moet je de mens van binnen leren kennen, je diepste zelf [de menselijke geest]. Wanneer je van aangezicht tot aangezicht komt te staan met je innerlijk zelf, dan roep je niet langer om bewijzen, de weg van de evolutie van de ziel is dan bekend.
De geest omkleedt zich met de 'lichamen': de tempel
Je kunt je ook afvragen waarom jij je het verleden niet kunt herinneren, maar kun je de tijd voor ogen halen toen je twee, drie of vier jaar was? Hoe denk je dan incarnaties van honderden en duizenden jaren geleden te kunnen herinneren? Het geheugen ligt niet in de fysieke hersenen, evenmin kan het in de astrale en mentale lichamen waarmee je je omkleedt, worden gevonden. (136) Wanneer je echter in je hogere lichaam kunt functioneren, dat ook wel het 'causale' lichaam wordt genoemd en dat ik de tempel zal noemen, zal je gezicht geopend worden en zul je je herinneren, want je raakt dan het hemelse denken en dat is de opslagplaats van het verleden.
De tijdsspanne tussen reïncarnaties is persoonlijk
Hoeveel tijd ligt er tussen de incarnaties? Wij kunnen geen vaste regels stellen. Wij kunnen niet zeggen dat een mens iedere twee-, drie- of vijfhonderd jaar reïncarneert. Dat zou onjuist zijn. Als wij je vertellen dat een mens het ene lichaam verlaat en onmiddellijk een ander aanneemt, dan zou ook dat niet juist zijn. Als we zeggen dat er duizenden jaren verlopen tussen iedere incarnatie, dan geven wij je nog steeds geen volledige waarheid. Het is persoonlijk en hangt helemaal van de individu af. Het is echter mogelijk dat een ziel [mens, persoon] snel weer incarneert voor een bijzonder doel.
[Ook hier worden binnen één alinea de woorden 'mens' en 'ziel' afwisselend gebruikt, en gelijk gesteld aan het begrip 'individu' (persoon).]
Dan vraag je: in welk stadium trekt de ziel [mens, persoon] in het lichaam, is het vóór of op het moment van de geboorte? Wij zouden willen zeggen dat de ziel zich geleidelijk aan met het stijgen der jaren met het lichaam verbindt. (137) Op de leeftijd van ongeveer eenentwintig jaar is de ziel ten volle geïncarneerd, al geven wij er de voorkeur aan ons niet te binden wat de tijd betreft. Het contact van de ziel met het lichaam van de moeder is vóór de conceptie al gelegd.
Dan vraag je misschien ook of wij in dezelfde familie reïncarneren en zo ja, hebben wij dan altijd dezelfde ouders of dezelfde kinderen? Nee, maar leden van één familie hebben de neiging om elkaar aan te trekken. De band kan afwisselend die van broer of zuster zijn, vader of zoon, echtgenoot of echtgenote. Je bent verbonden door de banden van karma, zowel met de familie als met vrienden en je legt samen in families en groepen de weg van evolutie af. (138) Naargelang je karma zul je liefde en geluk vinden die je opwachten; of misschien vijandelijkheid en tweedracht, het zal dan je taak zijn om die in liefde te veranderen.
Het hele doel van de schepping is geestelijke ontwikkeling: de geest moet de dichte materie volledig de baas worden, omdat ze het goddelijke leven in zich draagt, en God werkt in de materie, overal in Zijn schepping. De God-van-binnen groeit en ontwikkelt zich totdat het werk is volbracht en dat betekent absoluut meesterschap over zijn omgeving. Het is veel gemakkelijker, veel aangenamer, om te denken aan een ziel die overgaat van de boeien van het vlees naar een andere wereld om haar heil daar uit te werken in veel plezieriger en gemakkelijkere omstandigheden; maar zo werkt dat nu eenmaal niet.
[De mens bezit een ziel die het zaad, de geest bevat, het wezen van God in de mens, dat zijn levensloop richting geeft. Het is deze geest of goddelijke vonk die het leven van de ziel richt en haar door menige aardse ervaring leidt. De voortdurende groei van het God-bewustzijn, vindt plaats in de ziel, die van jou is.
Het hele doel van de schepping is geestelijke evolutie: de geest moet de dichte materie volledig de baas worden, omdat ze het goddelijke leven in zich draagt, en God werkt in de materie, overal in Zijn schepping.
In deze alinea worden 'geest' en 'ziel' door elkaar gebruikt.]
terug naar de Inhoud
9. Karma
Verlichte onderzoekers van religie hebben door de eeuwen heen karma erkend als een van de wetten die het leven der mensen op aarde beheersen. Alle leven wordt door wetten beheerst en wanneer wij voor onszelf eenmaal kunnen vaststellen dat de wet onontkoombaar is, zal het ons helpen de lessen te aanvaarden, die wij allen te verwerken krijgen. Niettemin zouden wij de opvatting recht willen zetten dat karma een soort straf zou zijn die de mens wordt opgelegd voor begane fouten.
God spreekt door het hart
God komt en spreekt dus in het hart van de mens, maar de mens herkent die stem niet als komende van God en ziet het meer als iets dat voortkomt uit de natuur. Niettemin is iedere schoonheid, ieder gevoel van vreugde en geluk in waarheid een uitdrukking van God in een fysieke vorm. Wij kennen allemaal het genoegen dat we ondervinden van het gezelschap van een vriend die eensgezind met ons is. En de vreugde die wij ervaren komt als expressie van hem (of haar) en van ons eigen hart en gaat ver uit boven de grenzen van het menselijke verstand.
Het verstand zal nooit God aan de mens onthullen. God wordt alleen gevonden op een bepaald punt op de weg der ervaring. Hij spreekt tot de mens door het hart en als dat gebeurt, dan wéét die mens en dan trekt hij de liefde van God nooit meer in twijfel. De mens die zich eenmaal bewust is geworden van zijn Zoonschap, twijfelt nooit meer aan Gods liefde. Zo komen wij dan uiteindelijk tot het uiterste besef dat God liefde is en dat alles wat op aarde tot uitdrukking komt, het gevolg is van de liefde van God. (145)
De goddelijke Moeder
Laten wij nog eens even stil zijn en ons een beeld vormen van God. Vooroordeel verhindert ons tegenwoordig om het idee van het Moeder-aspect van God te aanvaarden. En toch heeft de aanbidding van het goddelijke Moederschap vanaf het begin der tijden bestaan. Iedere mens heeft een moeder liefgehad. De liefde van een man voor zijn vrouw, van een moeder voor haar kinderen, is als een innerlijke stem die aanspoort om in de moeder een uitdrukking van het goddelijke te zien.
Mediteer maar van tijd tot tijd over de goddelijke Moeder en buig je voor het idee van volmaakte Moeder-liefde. Richt je gedachten op het Moeder-aspect van God, de uitdrukking van alles wat medeleven, warm, aangenaam, liefdevol en begrijpend is. Denk daarbij dat de wijze Moeder weet wat goed is voor haar kind en dat zij haar toewijding niet verzaakt. Zij zal haar kind bijsturen als dat nodig is, maar met tedere liefde.
God zowel Moeder als Vader
Zo zien we dan dat God zowel Moeder als Vader is voor de mens; goddelijke wijsheid [denken], goddelijke liefde [voelen] en evengoed goddelijke macht [willen], die altijd achter iedere vorm en iedere manifestatie werkt, opdat Gods kinderen - ieder een vonk van goddelijke liefde, uitgeademd vanuit het hart van God - mogen leren om dat geluk dat God is en dat God als zaadje in iedere ziel heeft geplant, tot uitdrukking te brengen. (147)
[God plaatst de geest als ontwikkelingsmogelijkheid in de ziel.]
De geest van een mens heeft een soortgelijk verloop als de ontwikkeling van een kind, dat begint bij de geboorte uit de Vader-Moeder-God en dat door de groei van het geestelijke bewustzijn en de terugkeer, uitmondt in de hereniging of eenwording met God.
Toch wordt slecht karma niet alleen veroorzaakt door gebrek aan liefde, maar ook door de afwezigheid van wijsheid, door onwetendheid. (154) Tenzij een ziel [mens, persoon] zélf ervaart [Eigen ondervinding is de beste leermeester], kan zij niet begrijpen of waarderen wat liefde is. De ziel leert door ervaring wat liefde en wijsheid betekenen. Zo beeldt dan de witte roos de zuivere, onschuldige geest uit en de rode roos de geest of de ziel van de mens, nadat hij door de diepten van menselijke ervaring is gegaan en zo de betekenis van liefde heeft leren kennen.
[Hier worden 'geest' en 'ziel' weer aan elkaar gelijkgesteld.]
Wanneer wij aan de vraag toekomen van onwetendheid, begeven wij ons in diep water. Een mens is niet zo onwetend dat hij niet weet dat hebzucht en zelfzucht verkeerd zijn, en toch volhardt hij erin en brengt zodoende lijden over anderen en zichzelf. Er bestaat verschil tussen onschuldige onwetendheid en moedwillige onwetendheid als gevolg van de weigering om naar de innerlijke stem te luisteren. Achter de toepassing van de biecht en absolutie lag eens de idee om de ziel [de mens, persoon] te zuiveren van onwetendheid en duisternis om haar daarmee te helpen zich te verheffen en hereniging met God te zoeken. (155)
Als God de mensheid het lijden zou ontzeggen, dan zou Hij haar ook het resultaat van dat lijden onthouden; waar jullie allemaal naar streven, waar jullie allemaal voor leven, waarvoor jullie geschapen zijn, is de onuitsprekelijke vreugde van het bereiken van het Christus-bewustzijn.
[God is zowel Moeder als Vader voor de mens; goddelijke wijsheid [denken], goddelijke liefde [voelen] en evengoed goddelijke macht [willen], die altijd achter iedere vorm werkt, opdat Gods kinderen - ieder een vonk van goddelijke liefde, uitgeademd vanuit het hart van God - mogen leren om dat geluk dat God is en dat God als zaadje in iedere ziel heeft geplant, tot uitdrukking te brengen. (147)
De geest van een mens heeft een soortgelijk verloop als de ontwikkeling van een kind, dat begint bij de geboorte uit de Vader-Moeder-God en dat door de groei van het geestelijke bewustzijn en de terugkeer, uitmondt in de hereniging of eenwording met God.]
terug naar de Inhoud
10. Genezing door de geest
Een van de belangrijkste kenmerken van geestelijke ontwikkeling is dat van genezing. Allen die genezer willen zijn, wijzen wij erop dat zij een kanaal voor de goddelijke levenskracht zouden kunnen zijn, als zij zichzelf als kinderen van God willen zien, daarbij bedenkend voor alles van God afhankelijk te zijn.
In wezen zijn alle ziekten van het lichaam door gebrek aan geestelijk licht ontstaan.
En als de patiënt evenals de genezer in overeenstemming komt met dat centrum van liefde in de geest, dan geneest hij onmiddellijk. Onbewust kiest hij die bijzondere straal die zijn ziel en lichaam nodig hebben.
Ook moet je bedenken, dat er zich in de ziel een opeenhoping van karma bevindt. De oorzaak van ziekte ligt in zo veel gevallen diep in de ziel en werd tijdens een vorig leven in het astrale lichaam ingebouwd. Het astrale lichaam wordt, zoals je weet, opgebouwd door daden van het verleden. Karma uit het verleden kan zich als ziekte uiten of het komt tot uitdrukking in levensomstandigheden.
Het is waar dat de genezer een zekere magnetische kracht bezit of 'dierlijk magnetisme', hij kan hiermee tijdelijk enige verlichting geven aan de patiënt, maar dat is niet voldoende. Bij geestelijke genezing genees je de ziel. Te zijner tijd zal het lichaam de gezondheid van de ziel weerspiegelen. (164)
Ware genezing vindt plaats op het geestelijke niveau en de genezende krachten komen uit het goddelijke leven, uit de Christus-sfeer. Deze kracht stroomt, al naar de mate van zuiverheid van de genezer, door zijn subtielere voertuigen - het mentale en de vitale lichamen - en gaat dan door de handen en zijn hele aura. Zoals de bergstroom vrij baan wil hebben, zo heeft de genezende stroom een zuivere aura van de genezer nodig.
[Eerst wordt gesteld dat de ziel wordt genezen, in de volgende alinea vindt genezing plaats op 'het geestelijke niveau'.]
Het is niet zo maar iets als de handen opleggen, maar het is het contact met Christus. De essentie van Christus kan dan doorstromen en geconcentreerd en geïntensiveerd worden in zijn uitwerking door de mentale beheersing van de genezer. Genezing op afstand kan daardoor even effectief zijn als handoplegging als het op de juiste manier wordt aangewend.
Er zijn in de onzichtbare stralen bepaalde eigenschappen, kleuren en trillingen te vinden, zelfs geuren, die de genezer kan oproepen en dan door de patiënt kan laten vloeien. Wanneer een mens ziek wordt, is er gewoonlijk gebrek aan iets, of er is geen evenwicht in het geestelijke wezen, in de ziel van de patiënt.
terug naar het literatuuroverzicht
terug naar het weblog
^