Imâm Abdulwahid van Bommel - Lichaam, ziel en geest


Gelovige mensen klagen wel eens over de afwezigheid van spiritualiteit in de psychologische praktijk. Toch bestaat er tussen de geestelijke verzorging en geestelijke gezondheidszorg in ziekenhuizen wel onderlinge toenadering of samenwerking. Maar wat weten we van die twee begrippen, die ook in de moslimwereld nogal door elkaar worden gebruikt: nafs en roeh?
Psychologie wordt in het Arabisch 'ilm an-nafs' genoemd. In het Turks 'ruhbilimi'. Dat betekent niet dat het Arabisch niet goed in het Turks is vertaald, want 'psychologie' komt niet uit het Arabisch. De ene cultuur heeft psyche met 'nafs' vertaald en de andere met 'ruh' of 'roeh'.

Geopenbaarde religie ziet de ziel als de adem die God ons inblaast, waardoor wij tot leven komen en onze relatie met het heilige wordt gevormd. Meester Eckhart zegt dat de ziel het oog is "waarmee de mens God ziet". En: "Het oog waarmee God de mens ziet, is hetzelfde oog als waarmee de mens God ziet."

Dat de ziel de adem van God genoemd wordt, laat zien dat mensen altijd de drang hebben gehad de ziel te kunnen 'plaatsen'. Bij het sterven blazen mensen de laatste adem uit. Het ligt dan voor de hand om de ziel met de adem te verbinden.


Psyche: wat is dat?
Psyche is eigenlijk psuchè: levensadem - van het Griekse spuchein: blazen. Dat zou overeenkomen met de bewoording van het Korânvers waarin Allah van Zijn geest in de mens blaast:
"Toen uw Schepper tot de engelen zei: 'En wanneer Ik hem daaruit heb gevormd en hem van Mijn geest heb ingeblazen.'" 1)

In veel talen is het woord ziel terug te voeren op woorden die te maken hebben met lucht, wind, adem: roeh in het Arabisch en Hebreeuws, psychè: in het Grieks, anima in het Latijn. Maar als het over de roeh gaat, zegt de Korân:
"En zij vragen jou over de roeh. Zeg: de roeh is op het gebod van mijn Heer en er is u slechts weinig kennis van gegeven." (Korân, 17:85)

Over de ziel weten we dus weinig of niets. Maar er zijn wel veel aanwijzingen dat de vereniging van de ziel met het lichaam voor veel diepgaande veranderingen zorgt. Het lichaam behoudt zijn kenmerken niet zoals het ter wereld komt, maar ondergaat veranderingen en wordt iets anders. De mens kan niet worden beschouwd als een schepsel met uitsluitend fysieke behoeften. Zoals Yunus Emre zegt: "Ete kemige büründüm, Yunus diye göründüm": "Ik heb mij gehuld in vlees en botten, ik zag eruit als Yunus." De 'ik' die hier aan het woord is, is zijn ziel. De toevoeging van de ziel geeft ons een menselijke identiteit.

Water is een verbinding van de elementen zuurstof en waterstof
In de chemie wordt gesproken van twee verschillende elementen die bij elkaar komen en dan een derde onbekende, nieuwe verbinding vormen, die verschilt van de twee elementen die met elkaar zijn vermengd. Hier betreden we het terrein van de psychologie, die in wezen hetzelfde zegt: 'Het menselijke gedrag is een resultaat van de interactie tussen lichaam en ziel'.
Hoewel de mens uit lichaam en ziel bestaat wordt hij beschouwd als een geïntegreerd geheel. Gedrag kan niet puur aan het lichaam of aan de ziel worden toegeschreven. Bidden, vasten of op bedevaart gaan, is geen puur lichamelijke handeling, noch kan het als puur spiritueel worden beschouwd. Bevrediging van de biologische behoeften vindt niet geïsoleerd van de ziel plaats. De mens vervult zijn behoeften op een menselijke manier.
De bevrediging van die behoeften verbinden we bijna altijd aan hogere doelen. De mens eet en drinkt om in leven te blijven, maar wordt ook gevraagd om aan anderen te denken als hij zijn behoeften vervult. Hij wordt er ook aan herinnerd dat hij niet moet verspillen en niet toegestaan voedsel niet moet consumeren. Daarnaast kan hij de intentie hebben voedsel tot zich te nemen om te aanbidden, waardoor voedsel tot je nemen zelf ook aanbidding wordt.

De ziel in de taal
Ook bij het openbaringsproces van de Korân wordt over de inbreng van de roeh gesproken. Het woord 'inspireren' heeft betekenissen als bezielen, inblazen, ingeven, inboezemen en in geestdrift brengen. Zo blijkt ook de ziel iets te maken te hebben met inspiratie. Het inblazen van iets goddelijks. De roeh betekent leven, maar ook inspiratie tot leven.
Is de ziel iets goddelijks, iets wat mensen verbindt aan iets hogers of aan elkaar? Zorgt de ziel voor inspiratie? En wanneer je je ziel en zaligheid in iets stopt, wat stop je daar dan precies in? En je moederziel alleen voelen, hoe alleen is dat? Er zijn zoveel van die uitdrukkingen waarin iets over de ziel wordt gezegd, dat je haast gaat veronderstellen dat iedereen weet wat de ziel is, waar 'ie woont en wat 'ie doet. Misschien komt het uit de ziel voort dat we over de ziel (willen) spreken.
Zielsgelukkig zijn of zielsveel van iemand houden. Dat is zoveel, zo groot, het is niet uit te drukken. Het is onzegbaar... Cornelis Verhoeven zei: "De ziel is een woord te groot voor letterlijkheid." 2) En toch proberen we de ziel te vangen. Maar een psycholoog noemen we een zielenknijper en een geestelijk verzorger noemen we een zielenherder, maar meestal geestelijk verzorger. We gebruiken ziel en geest dus uitwisselbaar. Maar ze zijn dat niet.

'Red onze zielen', dat gaat over ons. In de Korân wordt gezegd:
"Allah neemt de zielen van de mensen op wanneer zij sterven en ook van hen die niet sterven tijdens hun slaap. Dan houdt Hij de zielen die Hij ten dode heeft opgeschreven en zendt de overige tot een bepaalde tijd terug." (Korân, 39:42)

Verzen als deze zijn niet op een vanzelfsprekende manier ontvankelijk voor een analytische benadering daar zij verwijzen naar realiteiten die niet direct openstaan voor observeerbare, ervaarbare, discursieve kennis. Zij verwijzen naar metafysische werkelijkheden, die we op allerlei manieren kunnen proberen te ontrafelen, maar die we uiteindelijk niet met zekerheid kunnen weten behalve door middel van eigen ervaring. Voor zielen gebruikt de Korân hier het woord anfoesa, meervoud van het woord nafs, waarover onder meer wordt gezegd: "O gelovigen, bewaak uw eigen ziel," "Geen ziel handelt dan voor zichzelf alleen, noch draagt een lastdrager de last van een ander" en "Geen ziel wordt belast boven haar vermogen." 3)

De ziel trekt zich op aan de geest
Ziel hoort eigenlijk meer bij lichaam dan bij geest. Je lichaam plus je karakter bepalen wie je als mens bent. De geest is iets heel anders. De geest wordt ook in de Islam als een goddelijke kracht gezien, de goddelijke vonk. Het is datgene wat je met elkaar en de kosmos deelt. Als je iets over de geest hoort, spits je je oren: hoe zit dat precies? En het is de geest zelf die je enthousiast maakt voor aanbidding en meditatie. De geest is puur, zuiver en rein.
Met de ziel kan heel wat mis zijn. Die maakt een aantal ontwikkelingsfasen door van openstaan voor zowel goed als kwaad, tot volledige verzoening en harmonie met zichzelf. De ziel kan bezoedeld zijn met allerlei 'kwaad' (dat wat er is misgegaan). 4)
Religie gaat over het optrekken van de ziel aan de geest. Bij veel religies is er de notie dat zielen losgeraakt zijn van de geest. De ziel dient door zelfinkeer bewust haar rug tot het verleden te wenden en moet weer aan de geest gekoppeld worden. Inkeer en vergeving zijn kernwaarden in elke religie, voor de mens die zichzelf wil vernieuwen. Dat vraagt om een 'inwijdingsweg', een stap voor stap zich optrekken van de ziel, een zoektocht naar je thuis om je daar weer aan te verbinden. Dan gaat het van, 'kwaad gebiedende ziel' tot 'zelfkritische ziel' 5) en vandaar tot 'geïnspireerde ziel'. 6)
Religie betekent opnieuw verbinden en komt van het Latijnse woord 're-ligare' (herverbinden). Het woord 'dien' heeft dezelfde betekenis. Dit leidt de ziel tot innerlijke vrede: "Maar u, o ziel die volledig tot innerlijke vrede kwam! Keer terug tot uw Heer, volkomen tevreden in Allah's welbehagen. Mengt u onder Mijn dienaren en ga mijn paradijs binnen." zegt de Korân. 7)

Ziekte en ziel
Kan een ziek lichaam een gezonde ziel hebben? Of zijn ze allebei ziek als het lichaam ziek is? De uitdrukking luidt, 'een gezonde geest in een gezond lichaam', of 'gezond van hart en hoofd'. Maar ook: 'bitter in de mond maakt het hart gezond'. Een geneesmiddel kan bitter zijn, maar maakt uiteindelijk beter. Moeten we eigenlijk ziek zijn geweest om gezond te worden en hoe ziek moeten we zijn geweest om gezond te worden? Kan ziek zijn als helend worden ervaren en hoe verhouden zich in die ervaring lichaam, ziel en geest?
De Korân noemt vervreemding van de Schepper, ongeloof, hypocrisie en ondankbaarheid, de grootste ziekten van het hart. Ons hart wordt het centrum van begrip genoemd in de Korân en als er een ziekte in onze harten is, wil dat zeggen dat ons inzicht in de zin en essentie van het leven is vertroebeld. De harten van de mensen worden afwisselend beschreven als ziek, verhard, verzegeld, op slot en bedekt met sluiers. 8) Heling wil zeggen dat we ons hart onvoorwaardelijk openstellen voor Allah's licht en met Hem in verbinding treden.

'Donkere nacht van de ziel' is een metafoor die de spirituele ervaring beschrijft van iemand die een fase in zijn leven doormaakt, waarin hij zich door iedereen en alles verlaten voelt, zonder hoop op een betere toekomst. Deze aan depressie verwante gevoelens ervaart de persoon als een crisis van geestelijke identiteit. Verschillende spirituele tradities, zoals de islamitische en christelijke mystiek, verwijzen naar deze ingrijpende, maar ook louterende ervaring. Djalâlu'd-Dîn Rumi zegt over die 'donkere nacht':

"Worstel, opdat uw honderd twijfels er negentig moge worden!
Zoek Allah's nabijheid in de nacht. Verlies niet slapend uw nacht.
Zoek in de donkere nacht die Dag van licht: neem voor
jezelf de duisternis consumerende heldere rede tot gids.
Hoewel de kleur van de nacht zwart is, zijn er veel goede
dingen in verborgen: Levenswater is in duisternis verborgen." 9)

In zijn algemeenheid betekent deze metafoor dat iemands spirituele groei onvermijdelijk gepaard gaat met lijden: 'no pain, no gain', maar dan met betrekking tot de geest. Een mens die dergelijke existentiële ervaringen heeft ondergaan, komt er gezuiverd uit, als een ander mens.


Malik Badri: psychologie en spiritualiteit in één persoon
Dr. Malik Badri, een Soedanese psycholoog, werd zeer bekend door zijn lezing met de titel 'Muslim Psychologists in the Lizard's Hole'. 10) Met die titel citeerde dr. Badri een deel van een uitspraak van de profeet Mohammed waarin die voorspelde dat er een dag zou komen dat moslims blindelings de leefwijze van joden, christenen en andersdenkenden zouden volgen. De profeet voegde daaraan toe dat zelfs als niet-moslimwetenschappers er in zouden slagen zichzelf in een hagedissenhol te wringen, moslims hen zonder nadenken zouden volgen. Een waarschuwing van 14 eeuwen geleden tegen 'blinde navolging'.
Het bijzondere van Badri is dat hij zich zowel afzet tegen een Freudiaanse benadering als tegen stellingen zoals 'Wij moslims hebben dat vreemde product van een ongelovige westerse beschaving niet nodig'. Badri hekelt de houding van veel moslimopvoeders die zeggen dat de moslimwereld geen psychologie nodig heeft en noemde het sluiten van een deel van een vakgroep psychologie het kind met het badwater weggooien. Volgens hem maakt de psychologie gebruik van inzichten die zo oud zijn als de mensheid. Badri maakt dit voor moslims herkenbaar door te wijzen op studies van Ibn Sina over psychotherapie en psychiatrie, van Ibn Chaldoen over sociologie en de persoonlijkheidsstudies van Al-Ghazali en Al-Mohasibi.
Ook beschrijft hij de unieke bijdrage van de psychologie tot het begrijpen van het menselijke leerproces en zegt depressief te worden van de archaïsche leermethoden in de moslimwereld, die alleen onkritisch denken en uit het hoofd leren aanmoedigen. Uit het hoofd leren, zorgt voor veel parate kennis, maar niet voor een kritisch wetenschappelijke levenshouding. 'Modelling', het imiteren van een ideaal voorbeeld of 'rolmodel', ontaardt soms in blinde navolging. Het is opvallend dat hij deze leermethoden en leerhouding noemt. Hierin ligt immers de angel van het imitatief conformisme als levenshouding en de blinde navolging die door veel moslimextremisten wordt gepredikt.

Een voorbeeld uit Dr. Badri's casuïstiek
De problemen van moslimpatiënten of cliënten die met een hulpvraag komen, kunnen uniek zijn. Mede omdat die worden gekleurd door de cultuur en de religie waarin hij of zij leeft. Dr. Badri heeft veel 'religieuze gereedschappen' uit de praktische theologie van de Islam betrokken bij zijn behandeling van patiënten en cliënten. In onderstaande casus wordt een jonge Marokkaanse patiënte existentieel geraakt door Korânteksten. Uit Badri's verslag wordt niet duidelijk of hij dat ook zo ziet. Het kan zijn dat hij elke patiënt in zijn of haar waarde laat en de Korân gebruikt omdat hem dat uitkomt. Maar omdat ik hem persoonlijk heb leren kennen, ga ik ervan uit dat hij zijn geloof 'ter beschikking stelt' van zijn cliënt, zoals een geestelijk verzorger doet. Alleen zal dat zowel voor hem als zijn cliënt altijd een onscheidbare samenstelling van geloof en praxis zijn. Wat voor hem leidde tot zijn keuze voor gedragstherapie.

Een jonge vrouwelijke Marokkaanse patiënt werd naar hem doorverwezen op de afdeling neuropsychiatrie van het Academisch ziekenhuis van Rabat. Ze had een aantal klachten, waaronder angstgevoelens, het gevoel dat ze in alles tekort schoot, depressies en enkele fobische reacties. Ze werd tweemaal een jaar in het ziekenhuis opgenomen, met daar tussen een periode waarin ze naar een, naar haar eigen zeggen "primitieve inheemse heler" was gebracht. Ze vond geen baat bij moderne of traditionele, individuele of groepstherapeutische methoden, noch bij kalmerende middelen.
In een van de groepssessies las dr. Badri passages uit de Korân. Verzen die handelen over vergevensgezindheid voor zondig gedrag, als morele steun voor een mannelijke patiënt die het ziekenhuis verliet. De jonge vrouwelijke patiënt reageerde hierop met een onverwacht hevige emotie en was in tranen. Het hoofd van de afdeling psychotherapie vroeg Badri haar op te nemen voor behandeling. Hij is tijdens de behandeling verder gegaan met het lezen van Korânverzen die over vergevensgezindheid van alle zonden gaan, zoals:
"Zeg: O Mijn dienaren die tegen zichzelf hebben gezondigd, wanhoopt niet aan de genade van Allah. Voorzeker, Allah vergeeft werkelijk alle zonden. Hij is de vergevensgezinde, de genadevolle!" (Korân, 39:53)
"O, gelovigen, indien u zich Allah bewust wordt, schenkt Hij u het vermogen tot onderscheid, wist Hij uw zonden uit en vergeeft u uw tekortkomingen. Zonder twijfel is Allah grenzeloos in Zijn edelmoedige gunsten". (Korân, 8:29) 11)

Vervolgens legde Badri de betekenis uit in een simpele taal. Het werd het begin van een emotionele bekentenis. Zij boekte erg snelle vooruitgang door over de betekenis van deze Korânverzen te mediteren. Daarnaast vond zij veel baat bij de toepassing van gedragspsychologische therapeutische technieken.
Het hoofd, dr. Habib, had na deze dramatische verbetering in haar toestand commentaar. Hij merkte op dat hij altijd een Korân in zijn kantoor had staan, maar dat het nooit bij hem was opgekomen die van zijn plank te halen om hem als therapeutisch hulpmiddel te gebruiken. 12)
Dr. Badri had kunnen antwoorden: "Zeg, hij (de Korân) is voor de gelovigen leiding en genezing," 13) want dat was de stelling waarop hij zijn therapie baseerde. Zowel het reciteren als het aanwenden van de betekenis van Korânverzen kan immers helend werken.

Noten
1 Korân, 15:28-29/32:9/38:72. Alle citaten uit de Korân zijn vertaald door de auteur.
2 Cornelis (Kees) Wilhelmus Maria Verhoeven (1928-2001) was een Nederlandse filosoof, essayist en hoogleraar.
3 Korân, respectievelijk 5:105, 6:164 en 2:286
4 Korân 12:53
5 Korân, 75:2
6 Korân, 91:8
7 Korân, 89:27-30
8 Korân, respectievelijk 2:10, 39:22, 47:16, 47:24 en 6:25
9 Masnawî, deel 1, p. 358
10 Hij hield deze lezing in 1975 op de vierde jaarlijkse conventie van de Association of Muslim Social Scientists (AMSS) of the United States and Canada
11 Zie ook: Korân, 3:133-136
12 Malik B. Badri: The Dilemma of Muslim Psychologists. London, MWH London Publishers, London, 1979
13 Korân, 41:43


terug naar geest, ziel en lichaam de Korân

terug naar het weblog







^