Het mijmeren of het default mode netwerk (DMN)


In de hersenen is een aantal samenhangende hersengebieden ontdekt die werkzaam zijn tijdens de rusttoestand. Een bijzondere eigenschap van dit netwerk is, dat als de mens in deze werkeloze, rustende toestand verkeert, er toch gedachten kunnen opkomen of men een inval kan krijgen, die de oplossing voor een bepaald vraagstuk kan betekenen. Ondanks de rust is er een geheimzinnige, scheppende werkzaamheid aanwezig, die de oorzaak is van onverwachte ingevingen of voorgevoelens.
Deze toestand kan ontstaan tijdens mijmeren, door weg te suffen of te dagdromen; maar ook door bepaalde meditatievormen te beoefenen, waarbij men de aandacht niet op een onderwerp richt, maar juist een toestand van innerlijke leegte nastreeft: de ‘soenya-toestand’ bij yoga of de ‘kenosis-toestand’ in de christelijke mystiek van de Filokalia.
Ook worden in deze rusttoestand spontaan muzikale werken geboren, gedichten geschreven of brieven opgesteld.

Vanuit de deterministische natuurwetenschappen gezien is deze toestand een tegenstrijdigheid en onverklaarbaar. Terwijl je niet bewust op zoek bent naar een oplossing voor een vraagstuk, dient die zich ongevraagd en plotseling toch aan en doorbreekt daardoor de keten van oorzaak en gevolg.

De werkelijkheid is dat er naast deze stoffelijke een geestelijke wereld is, die onzichtbaar voor de mens op aarde deze wereld geheel doordringt. Daar zijn in een geestelijke toestand van bestaan broeders en zusters, vrienden en vriendinnen bezig de mens op aarde te begeleiden op diens pad door dit bestaan. Door de uitstraling van de aardse mens te doordringen met die van henzelf, zijn zij in staat hun gedachten en gevoelens ook in de uitstraling van de mens te laten ontstaan, waardoor die plotseling een 'inval' of een 'ingeving' krijgt, of een voorgevoel ervaart (er wordt ook wel gesproken van een 'inspiratie' een inblazing). Dat lukt het beste in een toestand van innerlijke rust, van innerlijke leegte, die begeleiders de gelegenheid geeft die te vullen met hun eigen geestelijke voortbrengselen.

Wat is het Default Mode Network (DMN) of de hersenwerkzaamheid tijdens mijmeren

Inleiding, fMRI
De functionele magnetische resonantiebeeldvorming (fMRI) stelt wetenschappers in staat inzicht te krijgen in hersenactiviteit bij de mens in de vorm van beelden op een beeldscherm. Het heeft hen inzicht gegeven in natuurlijk voorkomende hersennetwerken, waaronder het z.g.n. default mode netwerk (netwerk bij gewone, werkloze toestand).
Om te begrijpen hoe zo’n netwerk eruit ziet, is het nodig enig inzicht in ‘functionele connectiviteit’ te krijgen. Veel fMRI-onderzoeken worden gedaan terwijl de proefpersoon bezig is met een bepaalde taak. Als die bijvoorbeeld met de rechterhand op een knop drukt, licht op dat moment een deel van de linkerhersenhelft bij de motorische cortex op door de toegenomen bloedtoevoer naar dat gebied.

Er kan ook naar de hersenen worden gekeken terwijl de proefpersoon in de scanner niets doet en er alleen maar ligt. Dit wordt de ‘rusttoestand’ genoemd. In die rusttoestand vertonen verschillende delen van de hersenen een activiteit in de vorm van hersengolven die met het MRI-signaal lijken samen te hangen. Soms lopen golven van verschillende gebieden synchroon met elkaar, waardoor het lijkt alsof de werkzaamheid van die gebieden met elkaar samenhangt. Van deze hersengebieden wordt dan gezegd dat ze functioneel met elkaar zijn verbonden. Door activiteiten zoals aandacht schenken aan een bepaald onderwerp, kunnen patronen van functionele connectiviteit in de hersenen ook veranderen.
Functionele connectiviteit betekent niet noodzakelijk dat twee hersengebieden rechtstreeks en fysiek met elkaar zijn verbonden. Zij kunnen bijvoorbeeld ver uit elkaar liggen, maar beide signalen ontvangen van een centraal hersengebied zoals de thalamus. Daardoor kunnen ze functioneel zijn verbonden, waardoor hun signalen synchroon lopen.

De invoering van het Default Mode Netwerk
In de afgelopen twintig jaar is er veel aandacht besteed aan deze functionele connectiviteit als een manier om netwerken in de hersenen te vinden die verband houden met bepaalde bezigheden, maar ook met gewoon rusten. Om de hersenfunctie in deze rusttoestand te beschrijven, is door Dr. Marcus Raichle in 2001 de term ‘default mode’ ingevoerd. Eerder was al opgemerkt dat ‘rustende’ hersenen vrijwel evenveel energie verbruiken als hersenen die een taak uitvoeren, wat een aanwijzing kan zijn dat de hersenen niet zozeer ‘rusten’ alswel het soort activiteit veranderen waarin ze op dat moment zijn betrokken.

Bij het default mode netwerk (DMN) gaat het om laagfrequente hersengolven van ongeveer één golf per seconde. Het netwerk is het meest actief wanneer de hersenen in rust zijn. Wanneer zij op een taak of doel zijn gericht, wordt het default netwerk gedeactiveerd.
Het is mogelijk dat er meer dan één default mode netwerk is - wat het DMN is genoemd, kan in feite een verzameling van kleinere netwerken zijn, elk gewijd aan iets dat een beetje anders is dan het andere. Niettemin wordt nu algemeen aangenomen, dat bepaalde hersengebieden deel uitmaken van het DMN.

Welke delen van de hersenen behoren tot het DMN?
Tot de hersengebieden die deel uitmaken van het default mode netwerk behoren de mediale prefrontale cortex (midden in het voorhoofd) en de cingulate cortex posterior, midden in het achterhoofd, de mediale temporale kwab evenals de ventrale precuneus en delen van de pariëtale cortex (aan de zijkant). Al deze gebieden zijn in verband gebracht met het innerlijke denken. De mediale temporale kwab bijvoorbeeld wordt met het geheugen in verband gebracht en de mediale prefrontale cortex met de ‘theory of mind’, het vermogen om te herkennen dat anderen gedachten en gevoelens hebben die vergelijkbaar zijn met die van zichzelf. De cingulate cortex posterior wordt geacht betrokken te zijn bij de integratie van verschillende soorten gedachten.

Wat doet het DMN?
Omdat het default mode netwerk het meest actief is in rust en vanwege de genoemde gebieden, stellen sommigen dat het met het introspectieve denken is verbonden, met het mijmeren en met activiteiten zoals dagdromen, de spontane gedachtenstroom of het ophalen van herinneringen.
Veranderingen in het default mode netwerk zijn in verband gebracht met een groot aantal ziekten, waaronder de ziekte van Alzheimer, autisme, schizofrenie, bipolaire stoornis, posttraumatische stressstoornis, depressie enz. Deze ziekten hangen samen met ofwel te weinig ofwel te veel activiteit van het DMN.

Een van de kritieken die zijn gerezen met betrekking tot het DMN is, dat veranderingen binnen het DMN erg aspecifiek lijken - wat heb je aan een meting als het je niet echt vertelt wat het probleem is? Anderen hebben zich afgevraagd of het netwerk wel een levensvatbaar concept is, hoewel het onderzoek zich opstapelt dat erop wijst, dat de biologische werkeljkheid van het DMN moeilijk kan worden betwijfeld.
Andere netwerken, zoals die voor aandacht, gezicht en gehoor, zijn ook beschreven. Hoewel de medische voordelen van deze netwerken onduidelijk blijven, kunnen zij een belangrijke verandering weerspiegelen in de manier, waarop wij over de hersenen denken.

Dit is een bewerking van ‘Understanding the Default Mode Network’ door Peter Pressman, MD


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^