Het verwerken van onverwerkte, onderdrukte ervaringen middels EMDR


Verwerking van ervaringen 's nachts
De wijze waarop 's nachts tijdens het dromen de dagelijkse ervaringen in de hersenen onbewust worden verwerkt, kan als voorbeeld dienen voor de bewuste verwerking ervan overdag.
Tijdens het dromen bestaat er namelijk een wisselwerking tussen de tussenhersenen in het midden van de hersenen (het 'limbische systeem', dat samenhangt met onbeheerste gemoedsaandoeningen) en de hersenschors; maar ook tussen de beide hersenhelften, waarbij de linkerhelft wordt beïnvloed door het denken en de rechter door het voelen. Ook worden daarbij ervaringen uit het kortetermijngeheugen vastgelegd in het langetermijngeheugen.

Het innerlijke evenwicht
Zolang de geest op aarde over een lichaam beschikt als voertuig voor die wereld, moet er voor het bewaren van een evenwichtige geestestoestand een evenwichtige wisselwerking tussen het geestelijke geheugen in de ziel en het stoffelijke geheugen in de hersenschors, mogelijk zijn.
Uit onderzoek blijkt echter dat bij kwetsende, beangstigende ervaringen die met aangrijpende gemoedsaandoeningen gepaard zijn gegaan, deze wisselwerking wordt gestoord. Deze ervaringen worden dan niet voor verwerking met de schors verbonden, maar blijven in de tussenhersenen steken, doordat de geest door angst gedreven ervoor terugschrikt ze tot zich toe te laten en bewust te verwerken. Door angst wordt de adrenalinebloedspiegel verhoogd, waardoor de werkzaamheid van de hersencellen wordt gestoord.
De ervaringen blijven daardoor verdrongen en onverwerkt in het geestelijke geheugen aanwezig en kunnen de oorzaak zijn van onaangename herbelevingen en nachtmerries. Als de persoon er al over kan spreken, dan gebeurt dat door de onderdrukking op een afstandelijke, onaangedane wijze, alsof het iets is wat hem of haar niet persoonlijk aangaat.

EMDR
Tijdens de droomslaap worden alle hersenkernen en gebieden van de schors wel met elkaar verbonden; de persoon slaapt, maar de hersenen zijn in hun geheel werkzaam. Daardoor zijn de tussenhersenen en de beide schorshelften met elkaar verbonden en daardoor ook met de onverwerkte ervaringen.
In deze toestand maken de ogen snelle heen- en weergaande bewegingen, de zogenaamde 'rapid eye movements' (REM). Met dit verschijnsel hangt een psychologische therapievorm samen met de naam Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR), ontwikkeld door de Amerikaanse psychologe Francine Shapiro (1989). Het doel ervan is de droomtoestand in de hersenen na te bootsen om zo de geremde verwerking geestelijk in gang te zetten.

Een andere houding
Daartoe moet in het geestelijke geheugen worden teruggegaan naar de onverwerkte, kwetsende gebeurtenis; die moet worden overdacht en doorvoeld om de gebeurtenis duidelijk voor ogen te kunnen stellen en te kunnen herbeleven, waardoor de verwerking in gang wordt gezet. De gebeurtenis moet daartoe bewust worden verbonden met de reeks van gebeurtenissen die een uitweg zijn geweest en tot de huidige toestand hebben geleid of de betekenis van de gebeurtenis moet begrips- en gevoelsmatig worden besproken en beoordeeld, waardoor die in een ander daglicht komt te staan en er een andere houding tegenover kan worden aangenomen.
Daarna moet de hand voor het gezicht heen en weer worden bewogen, waarbij de persoon de handbeweging met de ogen moet volgen. Door die beweging wordt de oogbeweging van de droomtoestand nagebootst. Het gevolg is dat de werkzaamheid van de linker- en rechterhelft van de grote hersenen, en de grote hersenen en de tussenhersenen met elkaar worden verbonden, en de persoon in een droomachtige toestand komt te verkeren. Vervolgens wordt een aantal malen de betekenis die de onverwerkte ervaring voor de persoon heeft, besproken, waarna van daaruit wordt teruggekeerd naar de huidige toestand en er een ander, berustend of gunstiger oordeel, bijvoorbeeld over de betekenis van de eigen persoon, tegenover wordt geplaatst.

Vermindering van de gevoelslading
Door de wisselwerking die er tussen hersenen en geest bestaat, worden in de geest de geestelijke vermogens werkzaam. Door de begripsmatige en gevoelsmatige benadering groeit er ook in de geest een evenwicht tussen de gedachten en gevoelens die met de ervaring samenhangen. Daardoor kan de ervaring van zijn oorspronkelijke, meestal ongunstige gevoelslading (het gaat meestal om angst, schuldgevoelens, gekwetstheid en onveiligheid, gebrekkige zelfwaardering of machteloosheid) worden ontdaan en zinkt die terug naar zijn plaats tussen de overige ervaringen in het geheugen. Op dezelfde wijze kunnen diepgewortelde, remmende overtuigingen die zich in het geestelijke geheugen hebben vastgezet, worden behandeld.
Deze therapie moet meestal enige keren worden herhaald; dit soort ervaringen hebben de neiging terug te keren, maar door de behandeling in de vorm van steeds zwakker worden golven.

Hersenonderzoek
Hersenonderzoek waarbij de werkzaamheid van de hersenen zichtbaar wordt, bevestigt de verklaring die Shapiro voor deze therapievorm heeft opgesteld. De oogbewegingen blijken de werkzaamheid van het limbische systeem te versterken, dat zowel als een rem als ook als een versterker kan werken in de wisselwerking tussen de verschillende schorsgebieden en hersenkernen.
Als de geest zich verzet tegen herinnerd worden aan een kwetsende ervaring, wordt het limbische systeem geremd door de wisselwerking tussen geest en stof; als door een behandelaar alle zaken begripsmatig op een rij worden gezet en de geest tot rust komt, kan de verwerking een aanvang nemen en de ervaring langzaam maar zeker door herbelevingen zijn gevoelslading kwijt raken.



terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^