De drie kernpunten (o.a.) van Jezus' leer


Voor zover wij weten, heeft Jezus (noch Paulus) een volledige samenvatting van zijn leer gegeven, maar moet een overzicht van zijn leer met behulp van teksten van verschillende plaatsen uit de Evangeliën worden samengesteld. Daardoor worden wij echter vrij gelaten, zelf zo'n leerstuk samen te stellen. Doe ik dat vanuit een geestkundig gezichtspunt, dan is het in 't geheel niet moeilijk met verschillende teksten een stuk samen te stellen waaruit blijkt, dat het bij Jezus, maar ook bij Paulus, gaat om de ontwikkeling van de geestelijke vermogens tot een toestand van geestelijke volwassenheid als godenkind.
Voor Jezus zelf was er alleen maar de Joodse Tenach (het O.T.), door Joden geschreven en schreven voornamelijk Joodse christenen daarna de Evangeliën en de Brieven, waardoor er sprake is van een voortzetting van de Tenach en er moet worden gesproken van een Tenach Deel 1 en Deel 2 of van een Eerste en Tweede Testament. Immers, Gods heilige geest die in de dagen van weleer door de profeten sprak, besloot zelf naar de aarde te komen en is als geest in de mens Jezus bij ons geweest (Ezechiël 34:11 "Ik zal zelf naar mijn schapen omzien en zelf voor ze zorgen").
Vandaar dat ik hier deze verhandeling met een tekst uit Jesaja begin.

1. De geest en zijn vermogens
Als joodse godsdienstleraar, rabbi - zoals hij door zijn leerlingen werd genoemd - kende Jezus de Tenach en was hij op de hoogte van de tekst van de profeet Jesaja, waar de eigenschappen van de geest, de vier geestelijke vermogens, worden omschreven:
"En op hem (Jezus) zal de Geest van God rusten, de Geest van wijsheid en verstand [denken], de Geest van raad [denken en voelen] en sterkte [willen], de Geest van kennis [waarnemen] en hoogachting [voelen] voor God"
(Jesaja 11:2. Deze 'Geest van God' wordt ook in de Tenach 'Gods heilige geest' genoemd).
(Het Middelnederlandse 'vrezen' had als betekenis 'hoogachten'.)

2. Geest en ziel
De verhouding tussen geest en ziel was bij Jezus' leerlingen bekend, zoals blijkt uit de Brief aan de Hebreeën:
"Levend en krachtig is het woord van God en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden" (Hebr. 4:12).
M.a.w. de ziel is het been (bot), de buitenkant; en de geest is het merg, de kern binnenin het bot. Het been is hard en lijkt dood; het merg is goed doorbloed, zacht en levend.

3. Geestelijke ontwikkeling is de ontwikkeling van de vermogens
3.1 Petrus was één van Jezus' twaalf naaste leerlingen, die drie jaar lang Jezus persoonlijk hebben aanhoord en meegemaakt. In zijn 2e Brief (1:3-11) vat hij Jezus' leer kort en bondig samen. Hij beschrijft daar Jezus' leer als een geestelijke ontwikkelingsweg door het overwinnen van zelfgerichtheid en het ontwikkelen van de geestelijke vermogens, wat leidt tot Gods Koninkrijk in de geestelijke wereld (de hereniging met God):

"Zijn (Jezus') goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is...
1. voor een godsdienstig leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn grootsheid en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan,
- opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst... als gevolg van ónze zelfzucht (de begeleide zelfverwerkelijking door zelfoverwinning)
- en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur (de hereniging!).
2. Span daarom al uw krachten [willen] in om uw geloof [denken en voelen] te verrijken met deugdzaamheid [denken en voelen], uw deugdzaamheid met kennis [waarnemen en denken], uw kennis met zelfbeheersing [willen], uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met godsdienstigheid, uw godsdienstigheid met liefde [voelen] voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor broeders en zusters met liefde voor allen [gemeenschapszin].
3. Als u deze eigenschappen in overvloed bezit [heeft ontwikkeld], is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos, maar vruchtbaar. Wie ze niet bezit is kortzichtig, ja blind, en vergeet dat hij van zijn vroegere zonden gereinigd is. Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing [voor het volgen van Jezus] waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles dóet, komt u nooit ten val en zal u onbelemmerd toegang worden verleend [hereniging] tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder *) Jezus Christus."

Deze kernpunten uit Jezus' leer komen met geestkunde overeen.

*) De naam 'Jezus' is de verlatijnste vorm van het Griekse 'Iesous' en dat is afkomstig van het Hebreeuwse 'Jehova shua', 'Jehoshua' of 'Jeshua', wat 'God helpt' betekent, naar het Hebreeuwse 'jesjà': hulp (bron: prof. dr. Friedrich Weinreb, 'Het leven van Jezus. Een joodse visie op het Nieuwe Testament' (1997), p. 137).
Zó komt de betekenis van de naam 'Jezus' overeen met de betekenis van het Griekse 'parakleitos' (de heilige geest): helper, ondersteuner, trooster... op de weg van de geestelijke ontwikkeling, die de mens op eigen kracht moet leren begaan (maar daarbij in stilte door Gods heilige geest begeleid).

3.2 Jakobus, ook één van de twaalven, valt Petrus hierin bij en zet de nog onvolmaakte geestestoestand af tegen die, waar het naar toe moet, de vervolmaking door de geestelijke vermogens te leren beheersen (Jakobus 3:13-18, 4:1-3):

"Wie van u kan wijs en verstandig [denken] worden genoemd? Laat hij het daadwerkelijk bewijzen [willen] door een onberispelijk leven en door wijze zachtmoedigheid [voelen].
Maar als u zich laat beheersen door bittere afgunst of zelfzucht, kunt u beter niet zo hoog van de toren blazen; u zou de waarheid geweld aandoen. Dat soort wijsheid komt niet van boven; ze is aards, ongeestelijk, kwaadaardig. Waar jaloezie en egoïsme heersen, vieren wanorde en allerlei kwaad hoogtij.
De wijsheid [denken] van boven daarentegen is vóór alles zuiver en vredelievend, mild en meegaand [voelen]; ze is vol ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort, ze is onpartijdig en oprecht. Waar in vrede wordt gezaaid, brengt gerechtigheid haar vruchten voort voor hen, die vrede stichten.
Waar komt al die strijd, waar komen al die ruzies bij u toch uit voort? Is het niet uit de hartstochten die strijd leveren bij al uw doen en laten? U verlangt naar iets, maar krijgt het niet. U bent jaloers en moordlustig, maar bereikt uw doel niet. U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt. En als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw eigen hartstochten bevredigen."

3.3 Het gaat in Jezus' leer om geestelijke ontwikkeling:

Johannes 12:24 (NBV21) Ontkiemen en groeien heeft verrijking tot gevolg
"Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft de graankorrel heel, maar wanneer hij sterft, brengt hij veel vruchten voort."
In dit geval doelt Jezus op het belang van zijn eigen omvorming: het 'sterf en wordt geboren'.

En verder:
Matth. 6:36 Zoek(!) eerst het Godsrijk. [En:]
Luk. 17:21 Het Godsrijk is 'binnenin je' en is 'binnen je bereik' (betekenis van Grieks 'entos'). [Maar:]
Matth. 18:3 Wanneer je je niet bekeert en wordt als de kinderen, dan zul je het Godsrijk niet binnengaan [het gaat om een innerlijke omvorming, een geestelijke ontwikkeling].
Matth. 5:3 Gelukkig ben je als je nederig bent van geest [als je 'hongert' naar geest], voor jou is het Godsrijk. [Maar:]
Joh. 14:6 Jezus zei: "Niemand kan bij de Vader [in het Godsrijk] komen dan door Mij. [Want:] Ik ben de weg [Ik ben het voorbeeld, word zoals ik], de waarheid en het leven."
De weg van de waarheid en het leven is de levensweg, een geestelijke ontwikkelingsweg, die naar binnen toe leidt naar de kern van jouw bestaan, jijzelf als de vermogende, menselijke geest en van daaruit naar je medemens en naar God, want het enige wat je veilig kunt veranderen, is jouw eigen geestesgesteldheid. Jezus is daarbij het voorbeeld om na te volgen.

3.4 Ook Paulus wijst erop dat het in Jezus' leer over geestelijke ontwikkeling gaat:

Efeziërs 6:10-12 Ten slotte, zoek(!) uw kracht bij God, in de kracht van zijn macht. Trek de wapenrusting van God aan [lever strijd] om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel [je eigen onvolmaaktheden, waardoor de duivel vat op je heeft]. Onze strijd is niet gericht tegen mensen, maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen [die jou kunnen benaderen door jouw eigen onvolmaakte geestesgesteldheid].
6:13-17 Neem de wapens [de vermogens om mee te werken] van God op om weerstand te kunnen bieden [willen] op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden [willen]. Houd stand met de waarheid [denken] als gordel om uw heupen, de gerechtigheid [denken en voelen] als harnas om uw borst, de inzet [willen] voor het evangelie van de vrede [voelen] als sandalen aan uw voeten, en draag bovenal het geloof [denken en voelen] als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is, kunt doven. Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden.
[Paulus wijst op de strijd met de wederwaardigheden in dit bestaan, waarvoor alle geestelijke vermogens moeten worden gebruikt.

Filippenzen 4:8-9 Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht [waarnemen] aan alles wat waar is [denken], alles wat edel is [voelen], alles wat rechtvaardig is [denken, voelen], alles wat zuiver is [waarnemen], alles wat lieflijk is [voelen], alles wat eervol is [voelen], kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient. Doe [willen] alles wat ik u heb geleerd en overgedragen, wat ik u heb verteld en laten zien. Doe het en de God van de vrede zal met u zijn. [Met andere woorden: ontwikkel je geestelijke vermogens door ze bewust en beheerst te leren gebruiken, dus verwerkelijk jezelf en God zal zich met je verenigen.]

Kolossenzen 3:5-10 Laat dus wat aards in u is afsterven: ontucht, zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en ook hebzucht – hebzucht is afgoderij –, want om deze dingen treft Gods toorn degenen die hem ongehoorzaam zijn. Vroeger hebt u ook die weg gevolgd en zo geleefd, maar nu moet u alles wat slecht is opgeven: woede en drift, vloeken en schelden.
Bedrieg elkaar niet, nu u de oude mens en zijn leefwijze afgelegd hebt en de nieuwe mens hebt aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt. [geestelijke ontwikkeling]
3:12-13 Omdat God u heeft uitgekozen, omdat u zijn heiligen bent en hij u liefheeft, moet u een houding aannemen vol innig medeleven, in goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals God u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.
3:14-15 En bovenal, de liefde is de band die u tot een volmaakte eenheid maakt. Laat in uw hart de vrede van Christus heersen, want daartoe bent u geroepen als de leden van één lichaam! [hereniging met God]

3.5 En Johannes besluit in zijn eerste brief:
(1:7) [...] wie het goede doet, is heilig, zoals Hij [Jezus] [...] [begeleide zelfverwerkelijking] (2:25) En dit is wat hij [Jezus] ons heeft beloofd: het eeuwige leven. [de hereniging]
(2:5-6) In wie zich aan Gods woord houdt, is zijn liefde ten volle werkelijkheid geworden; hierdoor weten we dat we in hem zijn. Wie zegt in hem te blijven, behoort in de voetsporen van Jezus te treden [de weg van Jezus te bewandelen, zijn leer te volgen].
(3:21) Vrienden, als ons geweten ons niet hoeft te veroordelen, [begeleide zelfverwerkelijking]
kunnen wij vrijmoedig met God omgaan. [hereniging] (Petrus Canisius Bijbelvertaling)
(3:9) Een kind van God zondigt niet, want de goddelijke levenskiem blijft werkzaam in hem; hij kan zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren. (Petrus Canisius Bijbelvertaling)
(4:4) Jullie, Gods kinderen, komen uit God voort en jullie hebben de wereldse profeten overwonnen, want hij die in jullie is, is machtiger dan hij die in de wereld heerst.

(4:11-17) Geliefde broeders en zusters, als God ons [door Jezus] zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons ten volle werkelijkheid geworden. Dat wij in hem blijven en hij in ons, weten we doordat hij ons heeft laten delen in zijn Geest. En we hebben zelf gezien waarvan we nu getuigen: dat de Vader zijn Zoon gezonden heeft als redder van de wereld.
Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is, blijft God in hem en blijft hij in God. Wij hebben Gods liefde, die in ons is, leren kennen en vertrouwen daarop. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God en God blijft in hem.
Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus.

(5:19-20) We weten dat wij uit God voortkomen, [...] Wij weten ook dat de Zoon van God is gekomen en ons inzicht heeft gegeven om de waarachtige God te kennen,
en wij zijn in de waarachtge God, want wij zijn in Jezus Christus, zijn Zoon.
Die is de ware God, die is eeuwig leven!

De geestelijke betekenis van de bruiloft te Kana (Evangelie van Johannes 2:1-12)
In de geschiedenis van de bruiloft te Kana is Jezus een van de bruiloftsgasten, samen met zijn moeder en leerlingen. Nadat de wijn op was geraakt, waardoor ze 'in nood' verkeerden, vroeg Maria aan Jezus hen te helpen, waarop Jezus in joodse rituele reinigingsvaten water in wijn verandert; zijn eerste openbare wonder, dat de toon zet voor komende gebeurtenissen.
Het wonder geschiedt op een feest waar tegendelen met elkaar worden verenigd tot een duurzame eenheid en het wonder geschiedt in een ritueel reiningingsvat, en heeft daardoor een geestelijke betekenis.
Bronwater was in de oudheid bederfelijk, niet houdbaar en moest meteen worden gedronken; wijn was druivensap dat door gisting (een alchemistische omvorming) een alcoholgehalte had gekregen en daardoor wel lang houdbaar was (zoals ook deeg door gisting wordt omgevormd om het te kunnen bakken, waardoor meel als brood bruikbaar wordt).
In deze geestelijke omgeving vormt Jezus het aardse, niet duurzame om in het geestelijke, wel duurzame… wat weergeeft dat hij door zijn leer de tijdelijke mens op aarde omvormt en zo verenigt met het eeuwige leven van de geest uit God.

En over dat onderwerp is dit in Jesaja 40:1-5;9-11 te lezen...
Gods heilige geest komt als een herder, een begeleider van de mens om die te begeleiden op weg naar huis.

“Troost, troost mijn volk, zegt jullie God. Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de Heer heeft ontvangen.
Hoor, een stem roept: ‘Baan voor de Heer een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen.
De luister van de Heer zal zich openbaren voor het oog van al wat leeft. De Heer heeft gesproken!’
Beklim een hoge berg, vreugdebode Sion, verhef je stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem,
verhef je stem, vrees niet. Zeg tegen de steden van Juda: ‘Ziehier jullie God!’ Ziehier God, de Heer! Hij komt met kracht, zijn arm zal heersen. Zijn loon heeft hij bij zich, zijn beloning gaat voor hem uit.
Als een herder weidt hij zijn kudde: zijn arm brengt de lammeren bijeen, hij koestert ze en zorgzaam leidt hij de ooien.”
(Petrus Canisius Bijbelvertaling)

God bevrijdt hier zijn volk, zijn schapen uit de wereld van ‘Babylon’ en brengt ze weer thuis, zoals Mozes het volk uit ‘Egypte’ leidde en naar het beloofde land bracht.
De mens moet uit die wereld een weg banen en een hoge berg beklimmen, waarbij God zijn kudde weidt en zijn schapen leidt.
Wat hier wordt geschetst is de mens die op aarde in de gevangen toestand verkeert, de geestestoestand van onbewuste vereenzelviging met deze wereld. De mens moet bewust worden gemaakt van die remmende geestestoestand, zich daaruit bevrijden en de weg naar binnen gaan om zo tot zichzelf te komen als de menselijke geest, het eeuwige leven, het doel waarheen God de mens als een herder begeleidt.

Jezus' leer zoals in de Bijbel is te lezen:
- De mens is opgebouwd uit geest, ziel en lichaam
- en de geest beschikt over geestelijke vermogens.
- Geestelijke ontwikkeling is het gebruik leren maken van de vermogens
- waardoor de menselijke geest het eeuwige leven in God verwerft.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^