Drie kernpunten (o.a.) van Jezus' leer


1. De geest en zijn vermogens
Als joodse godsdienstleraar kende Jezus de Tenach (het O.T.) en was hij op de hoogte van de tekst van de profeet Jesaja, waar de eigenschappen van de geest, de vier geestelijke vermogens, worden omschreven:
"En op hem (Jezus) zal de Geest van God rusten, de Geest van wijsheid en verstand [denken], de Geest van raad [denken en voelen] en sterkte [willen], de Geest van kennis [waarnemen] en hoogachting [voelen] voor God"
(Jesaja 11:2).
(Middelnederlands 'vrezen' had als betekenis 'hoogachten'.)

2. Geest en ziel
De verhouding tussen geest en ziel was bij Jezus' leerlingen bekend, zoals blijkt uit de Brief aan de Hebreeën:
"Levend en krachtig is het woord van God en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden" (Hebr. 4:12).
M.a.w. de ziel is het been (bot), de buitenkant; en de geest is het merg, de kern binnenin het bot. Het been is hard en lijkt dood; het merg is goed doorbloed, zacht en levend.

3. De geestelijke ontwikkeling als de ontwikkeling van de vermogens
Petrus was één van Jezus' twaalf naaste leerlingen, die drie jaar lang Jezus persoonlijk hebben aanhoord en meegemaakt. In zijn 2e Brief (1:3-11) vat hij Jezus' leer kort en bondig samen. Hij beschrijft daar Jezus' leer als een geestelijke ontwikkelingsweg door het overwinnen van zelfgerichtheid en het ontwikkelen van de geestelijke vermogens, wat leidt tot Gods Koninkrijk in de geestelijke wereld (de hereniging met God):

"Zijn (Jezus') goddelijke macht heeft ons alles geschonken wat nodig is
1. voor een godsdienstig leven, door de kennis van hem die ons geroepen heeft door zijn grootsheid en wonderbaarlijke kracht. Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan,
- opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst... als gevolg van ónze zelfzucht (de zelfverwerkelijking door zelfoverwinning)
- en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur (de hereniging!).
2. Span daarom al uw krachten [willen] in om uw geloof [denken en voelen] te verrijken met deugdzaamheid [denken en voelen], uw deugdzaamheid met kennis [waarnemen en denken], uw kennis met zelfbeheersing [willen], uw zelfbeheersing met volharding, uw volharding met godsdienstigheid, uw godsdienstigheid met liefde [voelen] voor uw broeders en zusters, en uw liefde voor broeders en zusters met liefde voor allen [gemeenschapszin].
3. Als u deze eigenschappen in overvloed bezit [heeft ontwikkeld], is uw kennis van onze Heer Jezus Christus niet nutteloos, maar vruchtbaar. Wie ze niet bezit is kortzichtig, ja blind, en vergeet dat hij van zijn vroegere zonden gereinigd is. Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing [voor het volgen van Jezus] waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles dóet, komt u nooit ten val en zal u onbelemmerd toegang worden verleend [hereniging] tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder *) Jezus Christus."

Het gaat om geestelijke ontwikkeling:
Johannes 12:24 (NBV21) Ontkiemen en groeien heeft verrijking tot gevolg
"Werkelijk, Ik verzeker u, als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft de graankorrel heel, maar wanneer hij sterft, brengt hij veel vruchten voort."
In dit geval doelt Jezus op het belang van zijn eigen omvorming.

En verder:
Matth. 6:36 Zoek eerst het Godsrijk. [En:]
Luk. 17:21 Het Godsrijk is 'binnenin je' en is 'binnen je bereik' (betekenis van Grieks 'entos'). [Maar:]
Matth. 18:3 Wanneer je je niet bekeert en wordt als de kinderen, dan zul je het Godsrijk niet binnengaan [het gaat om een innerlijke omvorming, een geestelijke ontwikkeling].
Matth. 5:3 Gelukkig ben je als je nederig bent van geest [als je hongert naar geest], voor jou is het Godsrijk. [Maar:]
Joh. 14:6 Jezus zei: "Niemand kan bij de Vader [in het Godsrijk] komen dan door Mij. [Want:] Ik ben de weg, de waarheid en het leven."
De weg van de waarheid en het leven is de levensweg, een geestelijke ontwikkelingsweg, die naar binnen toe leidt naar de kern van jouw bestaan, jijzelf als de vermogende, menselijke geest en van daaruit naar je medemens en naar God, want het enige wat je veilig kunt veranderen, is jouw eigen geestesgesteldheid.

Deze kernpunten uit Jezus' leer komen met geestkunde overeen.

*) De naam 'Jezus' is de verlatijnste vorm van het Griekse 'Iesous' en dat is afkomstig van het Hebreeuwse 'Jehova shua', 'Jehoshua' of 'Jeshua', wat 'God helpt' betekent, naar het Hebreeuwse 'jesjà': hulp (bron: prof. dr. Friedrich Weinreb, 'Het leven van Jezus. Een joodse visie op het Nieuwe Testament' (1997), p. 137).
Zó komt de betekenis van de naam 'Jezus' overeen met de betekenis van het Griekse 'parakleitos' (de heilige geest): helper, ondersteuner, trooster... op de weg van de geestelijke ontwikkeling, die de mens op eigen kracht moet leren begaan (maar daarbij in stilte door de heilige geest begeleid).


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^