Loden boekjes (2)


Een vervolg op het onderzoek door een aantal wetenschappers naar de loden boekjes en andere voorwerpen gevonden in een grot in Noord-Jordanië.
Voor de goede aansluiting aan het vorige verslag eerst een aantal afbeelding uit die reeks.

Een afbeelding van de Levensboom uit het eerst onderzochte boekje. Aan de onderste takken hangen twee vruchten met 7 stippen: getal van een heilige wijsheid of leer.
Het boekje is bedekt met achtpuntige sterren, het zinnebeeld dat wijst op de komst van de messias én op het zonnewiel; hier wordt het achtspakige zonnewiel met Jezus' leer verbonden (Freek).
Denk bij de levensboom ook aan Davids Psalm 1:1-3, waar het volgen van Gods aanwijzingen (woorden) met een gezonde boom wordt vergeleken. Ook de menora was volgens de beschrijving ervan in Exodus 25:33-40 en 37:17-24 de levensboom: die verbeeldde een bloeiende amandelboom.

Uitsnede uit genoemde bladzijde
Een achtpuntige ster met dunne stralen: licht, en met dikke stralen: warmte. Het is de ster van Jezus' geboorte en van het zonnewiel ✳︎, met het gelijkbenige kruis als grondvorm.
De stralende zon, Jezus, is in het midden. Denk aan Psalm 84:12:
"God is een zon en een schild.
Genade en glorie schenkt God,
zijn weldaden weigert Hij niet
aan wie oprecht hun weg gaan."
[wie zich houden aan Jezus' leer]

Bij opgravingen in Bethsaïda vonden archeologen de resten van een zaal, een thuissynagoge. De zaal had een keuken met een wijnkelder en lag naast het huis van een visser. In de zaal vonden zij een steen met een ±20 cm groot gelijkbenig kruis, ondiep ingegraveerd (daarom op de afbeelding verduidelijkt). Ook op potscherven werd het kruis gevonden.
Het is het oudste, christelijke kruis, uit dezelfde tijd als de loden boekjes.
Jezus' leerlingen gebruikten dit gelijkbenige kruis, met de zon in het midden, als een betekenisvol zinnebeeld voor zijn komst naar de aarde als leraar en voor zijn leer van het eeuwige leven.

Een kruis op een kerktoren van de oudste christelijke kerkgemeenschap, de Tewahedo-kerk in Ethiopië. Deze kerk zou zijn gesticht door de Ethiopische kamer-heer, die door Filippus werd onderwezen en gedoopt (Hand. 8:26-40). De kerk is eeuwenlang zelfstandig gebleven en heeft een eigen, rijk geïlustreerde Bijbel, met daarin ook nog de apocrieve boeken, die in het Westen uit de Bijbel zijn weggelaten.
Tewahedo betekent: 'één in wezen', één-naturen-leer: in Jezus is Gods geest bij ons geweest (miafysitisme of monofysitisme)

In de Jordaanse grot werden zeventig boekjes gevonden, naast andere voorwerpen. Het onderzoek daarnaar is in de afgelopen jaren door wetenschappers voortgezet.

Jezus afgebeeld als onoverwinnelijke Zon
Het oude Midden-Oosten is de oorsprong van het feest van de 'altijd terugkerende zon', dat van daaruit naar Rome is gebracht als de 'Sol Invictus': de onoverwinnelijke zon. In de loop van het jaar maakt de zon schijnbaar een beweging langs de hemel van noord naar zuid en weer terug (een beweging die de vorm heeft van een lemniscaat). De zomer-zonnewende is op 21 juni, de winterzonnewende op 21 dec. Naar 21 dec. toe wordt het eerst steeds donkerder, dan staat de zon schijnbaar een aantal dagen stil, om dan om te keren en weer naar het noorden te gaan, waardoor het dan weer lichter wordt.
Romeinse Sol Invictus
Zonder de oorzaak hiervan te kennen, zagen onze voorouders in de herfst de zon steeds verder wegzakken terwijl het donkerder werd. Dan leek de zon stil te staan, als het ware 'dood te gaan' om daarna uit zichzelf weer 'tot leven te komen' en naar boven te bewegen, waardoor het licht terugkeerde. In overeenstemming met wat er aan de hemel gebeurde, 'stierf' tijdens de herfst op aarde de natuur af, leek gedurende de winter 'dood te zijn' om in de lente weer uit zichzelf 'tot leven te komen'.
De zon was voor hen op zichzelf een godheid, Helios genoemd, die zich met behulp van vier paarden over de hemelboog bewoog en voor wat er op aarde met de natuur gebeurde, was het ingrijpen van de god Tammuz noodzakelijk.

Dit 'sterf en wordt geboren' werd door de zon- en Tammuz-aanbidders - de eerste christenen - onmiddellijk met Jezus' veroor-deling, terechtstelling en wederopstanding gelijk gesteld. Vandaar dat niet alleen Tammuz' zonnewiel en levensboom, maar ook de afbeelding van de Sol Invictus als zinnebeelden voor Jezus werden aangenomen en daardoor in de loden boekjes terechtkwamen (zie hiernaast).
Dit besef leefde in de eerste eeuwen nog zo sterk onder christenen, dat kerkleiders besloten de geboortedag van Jezus, die eerst op 7 januari viel, naar 25 dec. te verplaat-
Jezus in verband met de Onoverwinnelijke Zon
sen, de feestdag van Sol Invictus (en ook van Mithras) in de hoop dat dit de uitstraling van Sol Invictus en Mithras zou doen verbleken.

Dat ook in de Tenach God (Jahweh) met de zon werd verbonden blijkt wel uit Jesaja:
Jesaja 60:1-3 Statenvertaling (STV) Maak u op, word verlicht, want uw Licht komt en de heerlijkheid Gods gaat over u op. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken, en donkerheid de volken; doch over u zal God opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden. En de heidenen zullen tot uw licht gaan, en koningen tot den glans, die u is opgegaan.
Jesaja 60:1-3 Petrus Canisius Bijbelvertaling Sta dan op, word verlicht, want uw licht is gekomen, de glorie van Jahweh gaat over u op! Want zie, terwijl de duisternis de aarde bedekt en het donker de volken: is Jahweh over u opgegaan, en straalt zijn glorie over u uit; nu komen de volkeren naar uw licht en koningen naar uw stralenglans!
Beschrijvingen die met die van de winterzonnewende: licht na duisternis, overeenkomen!

Jezus afgebeeld op een gestileerde levensboom
Tussen de boekjes werden ook voorwerpen gevonden, zoals deze levensboom. Bovenaan staat IC XC, de afkorting voor Iesous Xristos. Jezus wordt hier afgebeeld als een priester met een rijk versierd gewaad. Hij heeft zijn aureool met een gelijkbenig kruis om zijn hoofd. In beide handen houdt hij een levensboompje vast. Hij staat met beide voeten op de grond. Jezus neemt hier de houding aan in de vorm van de levens-boom: hij is zélf de zinnebeeldige betekenis ervan: het eeuwige leven!
Onder de armen zijn versieringen aangebracht. De gestileerde levensboom zelf heeft boven de drie gestileerde blaadjes en beneden drie gestileerde wortels.

Ongelijkbenige kruisen met deze verhoudingen, zijn afbeeldingen van de levensboom, een weergave van de menora, de levensboom in het heilige van de tempel en een weergave van de levensbomen, zoals die in allerlei vormen in de Oudheid voorkwamen.
Deze afbeelding van de levensboom komt voor op talrijke stola's op ikonen van priesters en kerkleraren. Ook heden ten dage;

- Het gelijkbenige kruis van het zonnewiel, dat de eindeloze opeenvolging weergeeft van de vier jaargetijden en de vier dagdelen,
- de levensboom die door het jaar heen het weer tot leven komen in de lente, de bloei in de zomer, de vruchten in de herfst, gevolgd door het afsterven en de schijnbare levenloosheid in de winter toont,
- en de zon, die afwisselend toe- en weer afneemt in de zomer en de winter, de zonnewende en na een dagenlange stilstand uit zichzelf weer tot leven komt en zijn licht weer laat toenemen,
die drie zijn natuurlijke weergaven van het eeuwige leven van Gods koninkrijk, dat Jezus leert.

Zoals het tau-kruis van Tammuz, de T, over kan gaan in de gestileerde levensboom als ongelijkbenig kruis, zo kan ook dat kruis overgaan on het gelijkbenige kruis, maar dan versierd met de drie bloemblaadjes aan het einde van de balken.
Hier is een levensboom te zien waarin 'de hemelse vogels (geesten) komen nestelen', waarbij om het de vogels mogelijk te maken op de takken te gaan zitten, de liggende balk is verlengd.
Ook dit lag als voorwerp tussen de boekjes.
Denk aan Lukas 13:19 "Het Koninkrijk Gods lijkt op een mosterdzaadje dat iemand in zijn tuin zaaide: het groeide op en werd een boom, en de vogels van de hemel kwamen in zijn takken nestelen."

Een wierookvat, gebruikt om tijdens bijeenkomsten wierook te branden. Het vat wordt getooid met een gelijkbenig kruis, met aan de uiteinden van de benen de gebruikelijke drie, gestileerde blaadjes. Op het snijpunt opnieuw een gelijkbenig kruis.
Het gelijkbenige kruis, voorstellende het zonnewiel én de levensboom, was bij de eerste christenen een gewild zinnebeeld.

Ook boekrollen behoorden tot de verzameling in de grot achtergelaten voorwerpen. Jezus en een aantal van zijn leerlingen (in ieder geval Nathanaël en Philippos) beheersten het lezen van teksten.

De levensboom komt in veel vormen voor. Hier is al wel het ongelijkbenige kruis te herkennen, maar verder zijn er nog meerdere takjes en blaadjes aanwezig. Aan de bovenkant, de kruin, is een aanduiding van de menora te ontdekken. Volgens Exodus 25:33-40 en 37:17-24 stelde die een bloeiende amandelboom voor, die zich als de levensboom in het heilige van de tempel bevond.
Onderaan die 'bladzijde' bevindt zich een rij van zes achtspakige zonnewielen.

Een voorbeeld van een bladzijde met alleen tekst. Er werd gebruik gemaakt van meerdere talen, zoals Hebreeuws, Aramees en Grieks. Alles werd gedaan om de tekst alleen voor ingewijden leesbaar te maken. De woorden waren middels een code met elkaar verbonden.

De vervellende slang
In het midden van deze afbeelding uit een van de boekjes staat Jezus in de houding van de levensboom met zijn uitstralende mandorla om zich heen. Links en rechts van hem twee slangen, die in de Oudheid meerdere, samenhangende betekenissen hadden.
a. Ieder jaar vervelt de slang, die onder de oude een nieuwe huid krijgt en dan uit zijn oude huid kruipt; deze vervelling, vernieuwing of weder-geboorte komt zinnebeeldig overeen met:
b. de omloop van de zon, met de zonson-dergang, donkere nacht en zonsopgang,
c. het donker worden in de winter, de zon-newende en weer lichter worden daarna,
d. de levensboom die afsterft in de herfst, schijnbaar dood is in de winter en in de lente wordt herboren.

De eerste volgelingen van Jezus waren vertrouwd met deze zinnebeeldige voorstellingen, die in de Oudheid bij de Soemeriërs tot ontwikkeling waren gekomen; zij herkenden daarin onmiddellijk Jezus' terechtstelling, dood en wederopstanding.
Daarnaast had de slang een tweede betekenis, die van goed en kwaad. De kwade slang bracht wederwaardigheden en tegenspoed, die de mens dreigden te overweldigen, maar waardoor de mens ertoe werd aangezet zélf oplossingen te bedenken om zich staande te houden, waardoor de mens toenam in het bewuste en beheerste gebruik dat die van zijn geestelijke vermogens leerde maken. Dat had geestelijke groei en zelfstandigheid tot gevolg, de goede betekenis van de slang.

Adam en Eva in het paradijs - hun eerste vrije keuze
Eenzelfde rol speelde de slang in het paradijs, samenhangend met de betekenis van de boom van kennis van goed en kwaad, die naast de levensboom in het midden van het paradijs stond. Ook Adam en Eva maakten een 'sterf en wordt geboren'-ervaring mee, waarbij de slang een sleutelrol speelde.
Na de schepping van de engelen als de kinderen Gods die altijd bij God in de hemel bleven, maar daardoor onzelfstandig en sprekend en doend wat God sprak en wilde, schiep God de mens met de bedoeling die in omstandigheden te brengen, waarin die op eigen kracht zelfbewust en zelfbeheerst kon worden, en daardoor een zelfstandig godenkind, zelfstandig als God zelf.

Daartoe moest de mens ertoe worden aangezet uit zichzelf een vrije keuze te maken; daartoe verbood God eerst de mens te eten van de boom van kennis van goed en kwaad, om daarna in stilte zijn zelfgeschapen slang in die boom te plaatsen, die de mens moest verleiden zelfstandig de eerste vrije keuze te maken door tegen Gods gebod in te gaan! Voor Eva voelde het bezit van de wijsheid van de kennis van goed en kwaad aan als een goede zaak en zij maakte als eerste die vrije keuze! Adam ging hierin met haar mee.
Om vervolgens die nu door de mens zélf verworven persoonlijke zelfstandigheid verder tot ontwikkeling te brengen, had God de aarde als stoffelijke schepping geschapen met daarin het stoffelijke lichaam, waarin de menselijke geest geheel zichzelf kon zijn, schijnbaar geheel aan zichzelf overgelaten, schijnbaar los van het hemelse paradijs; dat zij móesten verlaten om af te dalen naar de aarde, om hun zelfstandigheid te kunnen verwerkelijken, om daardoor Gods zelfstandige godenkinderen te worden.
Het Hebreeuwse werkwoord voor 'afdalen' werd - volgens joodse rabbi's - onjuist vertaald met 'vallen'!

De goddelijke algeest is Eén, kan daardoor bij niemand anders te rade gaan en moet altijd zelf beslissingen nemen, en het aardse lichaam is er voor, de menselijke geest in dezelfde levensomstandigheden als de algeest te brengen, met zijn geestelijke zelfstandigheid als doel! Maar om dat te bereiken, moest de mens, in stilte daartoe door de slang aangezet, zélf het vrije besluit nemen. Eva nam dat besluit, want zij voelde de waarde van het bezit van de kennis van goed en kwaad, aan.

De ouroboros
Daarnaast bezit de slang nog een andere, ermee overeenkomende, geestelijke betekenis in de uitbeelding van de slang als 'staart-eter': de 'ouroboros'. Zoals uiteengezet in de betekenis van het menselijke lichaam als een uitbeelding van de geestelijke vermogens (zie hiervoor 2. De verhouding tussen geest, ziel en lichaam, punt 2.6, in het Menu), heeft ook bij de slang de kop met de opnemende bek de betekenis van het waarnemen, de inwendige organen die van de verwerking door het denken en voelen, en de staart - waarin de kracht van de slang huist - die van het willen.
Als de menselijke geest een onderwerp waarneemt en dat beoordeelt door het te overdenken en te doorvoelen, om dan vervolgens te willen handelen naar het zo gevormde besluit, dan wil die blijven waarnemen of de uitvoering van dat besluit goed verloopt... waardoor het willen weer met het waarnemen wordt verbonden: je wilt (willen) blijven zien (waarnemen) of jouw besluit juist was.
Dat nu wordt uitgebeeld door de staarteter, die zijn eigen staart (willen) in de mond (waarnemen) neemt en 'opeet'. Dit heeft een eindeloos zo voortgaan tot gevolg, een eindeloze werkzaamheid, een... eeuwig leven door de verwerking door de organen! Het eeuwige leven waar de leer van Jezus naar toe leidt.

Vandaar dat de betekenis van de staarteter: een 'sterven' van het gegetene en het weer tot leven komen ervan door de werkzaamheid van de organen van het lichaam, in de Oudheid met de betekenis van de levensboom, het dag- en nachtritme en het herfst-, winter- en lenteritme werd verbonden en daarmee met het eeuwige leven van de geest door de leer van Jezus Immanuel - 'God met ons'!

Bronnen:
Centre for the Study of the Jordanian Lead Books
Wikipedia Jordan Lead Codices
https://youtu.be/K9AI8Tw1miU?si=hkbdelzlVdlINL5i
https://youtu.be/8n6qi1uFoII?si=rmK4NrxSJKuvyLWp
https://youtu.be/LRYR4RSd7C4?si=AlN69tUMNeJdFd3S


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^