abortus
Het Latijnse 'abortio' betekent: het voortijdig opwekken van een bevalling
Een ouderpaar waarvan de vrouw in verwachting raakt, heeft in de baarmoeder de aanzet gegeven om een nieuwe stoffelijke levensvorm te laten groeien voor een menselijke geest, die dan zelf nog in de geestelijke wereld is. Vanuit die wereld moet een geest, die al een bepaalde mate van ontwikkeling en daardoor geestkracht heeft bereikt, zich met dat broze vormpje gaan verbinden. Dat kan alleen goed gaan als alle organen van de vrucht zijn aangelegd en zich zijn gaan ontwikkelen, i.h.b. de hersenen. Vóór ± 12 weken zwangerschap (± 84 dagen) is de vrucht nog onaf en kan de geest zich er niet mee verbinden. Het is een levensvormpje dat voor zijn bestaan dan volledig van de baarmoeder afhankelijk is.
Die verbinding kan dus pas na ongeveer 12 weken tot stand worden gebracht. De foetus kan daardoor dan ook al bewegen en bijvoorbeeld de duim in de mond stoppen. Na ongeveer 24 weken begint er een vorm van bewustzijn te ontstaan.
Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet de volwassen geest in de geestelijke wereld zich enorm inhouden, moet zich als het ware klein en zwak maken. Zou dat niet gebeuren, dan zou de foetus zo overweldigd worden door de grote intredende geestkracht, dat die zou bezwijken. De geest die met de foetus is verbonden, verkeert daardoor normaliter in een toestand van onbewustheid en machteloosheid, hij is alleen de levenskracht. Die onbewustheid en machteloosheid blijft ook nog bestaan in de eerste weken na de geboorte. Het kind slaapt en drinkt dan voornamelijk.
Als in de baarmoeder het leven van de foetus onmogelijk wordt gemaakt, door wat voor uitwendige oorzaak ook (chemisch of mechanisch), dan moet de hier onbewuste geworden geest uittreden en terugkeren naar de geestelijke wereld. Daar wacht een grote teleurstelling doordat dan duidelijk wordt dat de mogelijkheid nieuwe stappen te zetten op het pad van geestelijke ontwikkeling, te niet is gedaan. De keuze van de geest voor het bewuste ouderpaar en de omstandigheden in de wereld op dat moment hangen namelijk samen met het besef, welke stappen nog moeten worden gezet. Bij hen zou op dat tijdstip de tijd rijp zijn geweest om leerzame ervaringen op te doen, maar na een abortus moet worden uitgekeken naar een volgende gunstige gelegenheid.
Daar komt nog bij dat het DNA (van díe ouders) mede het lot bepaalt. Een zwangerschap begint in feite tien weken vóór de bevruchting; dan rijpen namelijk de geslachtscellen: de zaad- en eicel, met daarin de erfelijke eigenschappen (het DNA) voor het toekomstige kind.
Bij de vorming van het DNA vindt in ieder van de geslachtscellen vóór hun vorming een 'overkruisen' van genen plaats tussen de twee DNA-strengen in ieder van de cellen, waarvan er één van de toekomstige vader en één van de toekomstige moeder (de nieuwe ouders) afkomstig is. Daardoor wordt een nieuwe DNA-keten gevormd met een geheel eigen, persoonlijke genenopbouw. Deze hangt samen met het lot van de geest die aan een nieuw bestaan begint.
De geest is bij die 'overkruising' aanwezig en bepaalt door zijn uitstraling mede de genensamenstelling van het nieuwe DNA. Dat gaat echter verloren bij een abortus, wat een grote teleurstelling betekent. Het voorbereidende werk moet dan over worden gedaan bij hetzelfde of een ander paar.
In het boven beschreven geval is het neerdalen van de geest vanuit de geestelijke wereld door geboorte op aarde, gewild en gepland. Dat is niet het geval bij een verkrachting. Er onstaat daardoor een 'toevallige', niet bij een bepaald lot passende vorming van DNA. Maar er zijn in de geestelijke wereld altijd geesten die uit een onaangename toestand willen ontsnappen en terug willen naar het licht van de aarde, waardoor zij iedere kans aangrijpen die wordt geboden om weer in een stoffelijke levensvorm op aarde te worden geboren. Een abortus is dan helemaal aan de keuze van de vrouw die dit afschuwelijke is overkomen. Het is ongewild, geen eigen, vrije keuze en zij is daardoor vrij er een einde aan te laten maken.
Bij de weloverwogen keuze voor een abortus moet altijd rekening worden gehouden met het belang van twee levende wezens: de moeder op aarde en de geest in de geestelijke wereld, die aan een nieuw bestaan op aarde wil beginnen en daarvoor de moeder nodig heeft.
Het gaat erom iedere mens vrij te laten bij de keuzes die hij of zij maakt, ook in dit geval, want zélf een keuze maken met behulp van de geestelijke vermogens is de oorzaak van de geestelijke groei, waar het in dit bestaan om gaat.
Welke besluiten er echter ook worden genomen, altijd zal dit samenhangen met het karma van moeder en kind, en de mens heeft door de wet van het karma een eeuwigheid de tijd onjuiste keuzes weer goed te maken in een volgend bestaan.
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^