'het ego' hoeft niet te worden bestreden


Het woord 'ik' (in het Latijn 'ego') is een persoonlijk voornaamwoord, dat terugverwijst naar de persoon. Het Latijnse woord 'persoon' komt van het werkwoord 'per-sonare': er doorheen klinken. Wat 'er doorheen klinkt' is de geest, die door middel van de hersenen, de stembanden en de mond naar buiten toe tot klinken komt in de vorm van zijn uitspraken. De persoon is daardoor hetzelfde als de menselijke geest.
Dat betekent dat het de menselijke geest is die de bron is van het woord 'ik' en dat die dat woord gebruikt om zichzélf aan te duiden. In deze zin wordt het woord 'ik' gebruikt in geestkunde.

Het woord 'ego' wordt in bepaalde levensbeschouwingen zoals 'New Age'-kringen, echter gebruikt voor de toestand, dat een persoon zich met een onjuist denkbeeld van zichzelf vereenzelvigt. Zo iemand heeft een zelfbeeld dat niet met de door anderen ervaarbare werkelijkheid van die persoon overeenkomt, maar dat door zelfoverschatting wordt gekenmerkt. Daarnaast wordt onder 'ego' een houding van zelfgerichtheid verstaan, de toestand dat een persoon zich van anderen onderscheidt en zich zelfzuchtig gedraagt.

Bij de meeste levensbeschouwingen die deze spreekwijze gebruiken, gaat men er terecht van uit dat deze toestand moet worden overwonnen, dat men het 'ego' moet zien kwijt te raken of om moet vormen naar een hoger geacht 'Ego', 'hoger ego' of 'Zelf'. In deze spreekwijze is 'de mens' een verschijnsel dat uit losse, zelfstandige, niet echt met elkaar samenhangende delen bestaat, maar het is daardoor wel de kunst om ze met elkaar te verbinden, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de opmerking 'dat de mens zich moet vrijmaken van het ego om daarna in contact te kunnen treden met het ware Zelf'.
De meeste richtingen raden toch wel aan dat "wij het ego moeten laten opgaan in het Zelf" of iets overeenkomstigs. Wie echter die 'wij' of 'de mens' is die dit toch zo belangrijke werk moet uitvoeren, wordt er niet bij vermeld.

Dat dit kunstmatige woordgebruik tot onduidelijkheid en verwarring aanleiding geeft, is niet verwonderlijk. Iedereen heeft zo zijn eigen denkbeeld van wat dit veronderstelde 'ego' of 'zelf' inhoudt. Dat wordt duidelijk als wordt geluisterd naar de raad van een geheimzinnige persoon die zich 'Nin Sheng' (Meester Sheng) noemt. Eén van zijn uitspraken is de volgende:
Het ego hoeft niet te worden bestreden.
Alleen een ego zou het ego willen bestrijden.

Hier wordt, geheel tegen de heersende mening in, beweerd, dat wie zich zou willen voornemen om het 'ego' te bestrijden, zich aan de ene kant als een 'ego' gedraagt, terwijl het aan de andere kant niet nodig is.
Maar het zou kunnen zijn dat dit als een Japanse Zen 'koan' is bedoeld: een vraag die door de Zen-meester aan de leerling wordt gesteld; de vraag houdt een tegenstrijdigheid in, die niet door te denken kan worden opgelost.


terug naar de vragenlijst






^