emancipatie


Het woord 'emancipatie' komt van het Latijnse 'emancipatio'; het betekende bij de Romeinen het tijdstip dat de zoon werd bevrijd van het gezag van de vader en daardoor zelfstandigheid verkreeg. De betekenis is in feite: 'verzelfstandiging', bevrijd worden van overheersing.
In het huidige tijdsbestek wordt er gesproken over 'vrouwenemancipatie' en het doel van hen die dit voorstaan, is de verzelfstandiging van de vrouw - wat gezien de verhoudingen in het verleden noodzakelijk was. Het gevolg van hun streven is echter geen verzelfstandiging van de vrouw en van het vrouwelijke, maar van 'masculinisatie': vrouwen zijn door hun ijveren alleen maar meer mánnenzaken gaan doen. Zij hebben daardoor hun eigenheid, het vrouwelijke, juist verloren en zijn alleen maar meer opgegaan in de mannenwereld van industrie, handel, natuurwetenschappen en techniek.
Vrouwen worden steeds meer aan mánnen gelijksoortig, waardoor ook zij aan de algemeen heersende gedachte meewerken dat het mannelijke en de mannenwereld toonaangevend is. Uit onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat de vrouwenstem in de loop van de jaren is gedaald en aan die van de man gelijkvormig begint te worden, doordat vrouwen zich aan de mannenmaatschappij aanpassen. Klik hier voor een aantal artikelen over dat onderwerp.
Van hogerhand werd bepaald dat alle vróuwelijke zelfstandige naamwoordsvormen uit het Nederlands moesten verdwijnen - een verarming van de taal. Het feit doet zich voor dat vrouwen massaal zijn overgestapt op het dragen van (spijker)broeken, soldatenlaarzen en colbertjasjes (wat ieders vrije keuze is)... maar geen enkele man heeft een jurk aangetrokken.
De inspanningen van de vrouwenemancipatiebeweging heeft tot gevolg gehad dat de opvatting van Simone de Beauvoir is bevestigd: de vrouw is 'le deuxième sexe' ('het tweede geslacht', de titel van haar boek Le Deuxième Sexe, 1949); het mannelijke geeft in de huidige maatschappij de toon aan, het vrouwelijke komt op de tweede plaats.

Door haar geestelijke eigenschappen is de vrouwelijke geest gericht op: persoonlijk welzijn. Van emancipatie van de vrouw is daardoor pas sprake als vrouwenzaken zoals: gezin, opvoeding, onderwijs, kinder-, zieken- en ouderenverzorging, persoonlijke begeleiding, armenzorg, kunst, cultuur en godsdienst in de maatschappij een éven belangrijke plaats krijgen als industrie, handel, natuurwetenschappen en techniek. Het gaat immers om 'verzelfstandiging'.
Het tegendeel is echter het geval, de mannelijke zelfgerichtheid voert de boventoon, waardoor de maatschappij verzakelijkt en verhardt; vrouwenzaken worden als minder belangrijk gezien ("... dat kost ook alleen maar geld en levert niets op ... "), waardoor de menselijke maat verloren gaat en de zachtheid - en daarmee de beschaving - in de mensengemeenschap achteruitgaat.

Mannen en vrouwen zijn niet aan elkaar gelijk, maar wel volkomen gelijkwaardig; door hun verschillen kunnen zij elkaar heel goed aanvullen (zie het onderwerp 'man en vrouw') en dat geeft hen de gelegenheid zich voor elkaar in te zetten... wat een vreugde is. Het wezenlijke verschil tussen de mannelijke en vrouwelijke geest is de volgorde in het verloop van de geestelijke vermogens; die is in de mannelijke geest waarnemen, denken, voelen en willen; in de vrouwelijke geest waarnemen, voelen, denken en willen. Dáárdoor kunnen zij elkaar aanvullen.

Door de uitgekeerde instelling, het denken en het willen (de mannelijke vermogens) richten mannenzaken zoals industrie, handel, natuurwetenschappen en techniek zich op het maken van gebruiksvoorwerpen, zoals auto's en vaatwassers, die alleen het dagelijkse leven in dit tijdelijke bestaan veraangenamen. Niets daarvan kan worden meegenomen naar huis bij het overlijden en het komt uiteindelijk op de afvalberg terecht.
Door de ingekeerde instelling, het waarnemen en het voelen (de vrouwelijke vermogens) richten vrouwenzaken zoals gezin, opvoeding, onderwijs, kunst, cultuur en godsdienst zich op de persóón, de menselijke geest. Door de aandacht voor de geest treedt een verbetering op, een ontwikkeling, die een verrijking voor de geest betekent. Dat betekent een verrijking voor de mens - en daarmee voor de maatschappij - die duurt tot in de eeuwigheid!
Toch wordt in de huidige maatschappij de voorkeur gegeven aan tijdelijke zaken en wordt aan het wezenlijke, de geest, voorbijgegaan. De 'zákenvrouw van het jaar' komt in de schijnwerpers te staan, zij die hulpbehoevende médemensen begeleidt op hun levenspad en daardoor zinvol werk doet voor de eeuwigheid, werkt in stilte.
Wie werk doet zonder beloning, zoals de huisvrouw en de vrijwilliger, brengt daardoor een stukje van de hemel op aarde, want daar is geen geld en alles wordt er uit zichzelf en uit liefde gedaan. Toch staan zij hier in aanzien onderaan de maatschappelijke ladder.
Dit is een aanwijzing voor het bestaan van de onbewuste vereenzelviging, waarin de geest onbewust is van zichzelf en vereenzelvigd met het aardse. Daardoor treedt een omkering van waarden op - aardse zaken worden gewaardeerd en wat geestelijk van waarde is, wordt niet gezien. Daardoor gaan geldstromen eenzijdig naar één kant. Geld is uitgevonden als een handig ruilmiddel, maar als geld als doel wordt gezien om voor te werken, stroomt het daar naartoe waar er al teveel van is.


terug naar de vragenlijst






^