Jules de Waart - Geloof niet alles


Boekbespreking van Jules de Waart, Nullius in verba: Geloof niet alles:
Klimaatverandering in wetenschap, politiek en media. Aspekt, 2024

Bron: Civis Mundi Digitaal #152, Tijdschrift voor sociale filosofie en cultuur
door Piet Ransijn
Een bredere kijk op klimaatverandering Deel 1: Alarmisme en scepticisme

Inleiding en aanleiding
We lezen geregeld dat CO2-uitstoot leidt tot opwarming en klimaatverandering. Maar wordt er uitgelegd hoe dat in zijn werk gaat? En hoe het zit met ijstijden en warme perioden in het verleden, toen er nog geen mensen aan te pas kwamen met hun CO2-uitstoot en het veel warmer of kouder was dan nu. Kwam dat door CO2? Hoeveel mensen begrijpen hoe het klimaat verandert? Het lijkt nog complexer dan onze maatschappij.
De geschiedenis van onze aarde leert dat het klimaat vaak veel ingrijpender veranderde dan nu het geval is door niet-menselijke invloeden, die ook nu werkzaam zijn. Jules de Waart legt het allemaal uit aan de hand van wetenschappelijk onderzoek. Hij laat zien dat er bij klimaatverandering diverse andere menselijke en natuurlijke factoren meespelen dan alleen CO2. De rol als monocausale factor wordt overdreven, terwijl andere factoren in het heden en verleden een significante invloed hadden.

Klimaatverandering is een complexe kwestie, waarbij veel factoren van invloed zijn, niet alleen mensen en zeker niet alleen CO2, dat vaak als hoofdoorzaak wordt aangeduid. Ten onrechte, volgens fysisch geograaf en klimaatdeskundige De Waart, die zich baseert op wetenschappelijk onderzoek dat in de politiek en in de media verwaarloosd wordt. Hij constateert dat de discussie is versmald tot CO2-uitstoot als vermeende hoofdoorzaak, terwijl er zoveel meer menselijke en natuurlijke oorzaken zijn, die hij in zijn boek in kaart brengt.
Het is zaak klimaatverandering grondig te onderzoeken vanuit verschillende invalshoeken met ruimte voor discussie, scepsis en kritiek. Als politieke belangen, klimaatangst en apocalyptische visioenen de boventoon voeren in plaats van gedegen wetenschappelijk onderzoek en gezond verstand, kan dit leiden tot onverantwoorde besteding van duizenen miljarden die beter besteed kunnen worden. Er zijn genoeg (milieu)problemen die aandacht vragen.

Aanleiding tot deze bespreking is de onduidelijkheid over klimaatverandering en het bestaan van sceptici en alarmisten. Daarnaast zijn er ook nog klimaatontkenners en klimaatdrammers, die allemaal hun eigen redenen hebben. Naast complottheorieën in soorten en maten, die afwijken van gevestigde meningen, zijn er ook klimaatstandpunten in soorten en maten, en is er minder consensus dan veel media ons willen doen geloven. 'Geloof niet alles' is een aansprekende titel, die blijk geeft van skepsis. Zou het zijn geschreven door een klimaatscepticus?

De auteur blijkt een fysisch geograaf, die daarbij klimatologie heeft gestudeerd, heeft gewerkt als geoloog en als medewerker bij het Ministerie van Volksgezondheid en Milieu, bestuurslid van Milieudefensie en van de Provinciale Staten en de Tweede Kamer voor de PvdA. Hij studeerde ook wetenschapsfilosofie en politieke wetenschappen, en voor dit boek vooral klimaatwetenschappen. Een onderlegd scepticus, die niet twijfelt aan het voorkomen van klimaatverandering, maar daarvoor een veelvoud van oorzaken aanwijst, anders dan het mono-causale CO2-verhaal, dat scepsis oproept bij kritische denkers. Mono-causale theorieën zijn in complexe sociale en ecologische systemen met tal van terugkoppelingsmechanismen vaak verdacht simplistisch.

Het boek van De Wagt over geopolitiek, besproken in Civis Mundi 150 en 151, eindigt in dit nummer met een gedeelte over een nieuwe wereldorde. Daarin komt ook een kritische bespreking van klimaatverandering aan de orde, die de recensent noodzaakt zich daarin meer te verdiepen en ook niet meteen te geloven, maar te toetsen aan andere bronnen die De Waart naar voren brengt. Dat is tot dusver gedaan wat betreft de Deep State en de buitenlandse politiek van de VS. Nu is klimaatverandering aan de orde. In de bespreking van De Wagt wordt ook verwezen naar kritische podcasts over het klimaat, die aanleiding gaven tot nadere bestudering van het onderwerp.

Wie zich afvraagt hoe het zit met het klimaat en hoe klimaatverandering wordt veroorzaakt, moet al gauw bekennen niet te weten hoe het zit, omdat het klimaat een buitengewoon complex systeem is met samengestelde oorzaken en factoren, waarvan de mens er één is en mogelijk niet de invloedrijkste, al neemt de menselijke invloed wel toe. Milieuvervuiling is een duidelijkere kwestie, die iedereen met eigen ogen kan aanschouwen. In Oost-Brabant kan iemand bijvoorbeeld met zijn eigen neus de intensieve varkenshouderij ruiken. Of in de stad de uitlaatgassen.
Maar het wordt toch ook steeds warmer? Dat is maar de vraag. En als dat zo is, waar komt dat door? Wie het weet mag het zeggen. Maar het probleem is, dat velen die het niet weten het wel zeggen en er niet wordt geluisterd naar degenen die het wel kunnen weten: de klimaatwetenschappers, hoewel er onder hen geen eenstemmigheid is. De Waart plaatst de alarmisten tegenover de sceptici. De meeste alarmisten zijn geen wetenschappers, maar politici, journalisten of activisten, die minder zijn behept met de onderzoekende scepsis die eigen is aan kritische wetenschap.

Volgens de paradigmatheorie van Thomas Kuhn kenmerkt wetenschap zich door rivaliserende paradigma's met alternatieve theorieën en hypothesen. Daarover is zelden honderd procent consensus, vooral niet bij een jonge wetenschap zoals de klimaatwetenschap.

Volgens de falsificatie benadering van Karl Popper is het van belang verschijnselen te onderzoeken die niet in je theorie passen, door Kuhn 'anomaliën' ofwel afwijkingen genoemd. Maar dat is nu juist, wat in de klimaatdiscussie vaak over het hoofd wordt gezien. Ieder paradigma, ieder kamp, heeft zijn eigen feiten, die worden gekoesterd als waarheden, die men liefst een onomstotelijk karakter geeft met een bijna absolute consensus, die in de wetenschap zelden wordt bereikt. (zie Civis Mundi 72)
De sociologie bijvoorbeeld was vooral in de beginfase sterk gemengd met politieke en ideologie, bijvoorbeeld bij grondleggers als Saint-Simon en Karl Marx. Auguste Comte, Emile Durkheim en Max Weber en anderen probeerden er een positieve wetenschap van te maken, waarbij feiten en opvattingen werden onderscheiden. Het is interessant om na te gaan hoe het er in de klimaatdiscussie aan toegaat en wat er wetenschappelijk gezien bekend is of wordt verondersteld omtrent klimaatverandering. Kennis- en wetenschapssociologie biedt hierbij welkome gezichtspunten, waarbij de wederkerige invloed tussen kennis en politieke en maatschappelijke belangen aan de orde is, die kennis kleurt en de consensus beïnvloedt.

De zorg om het milieu lijkt gekaapt door het schimmige klimaatdebat en de politiek daaromtrent. Er zijn miljardenbedragen aan subsidies en innovaties mee gemoeid. De Waart plaatst het klimaat in een bredere context dan CO2 op grond van voortschrijdend wetenschappelijk onderzoek, dat hij onderscheid van politieke stellingname in de media. In zijn ondertitel onderscheidt hij de thema's wetenschap, politiek en media.

Milieudebat en CO2
Over klimaatverandering zijn duizenden publicaties verschenen, die elkaar ook tegenspreken. De toegevoegde waarde van dit boek is een kritisch overzicht daarvan. De titel 'Geloof niet alles' is ontleend aan het motto 'Nullius in Verba' van de Royal Society of London, de oudste en een van de belangrijkste wetenschappelijke instellingen ter wereld, waarvan niemand minder dan Sir Isaac Newton van 1703 tot 1727 voorzitter was. Boyle, Darwin, Einstein en Stephen Hawking waren enkele illustere leden.
De Waart noemt "wetenschappelijke twijfel de grondslag van de moderne rationele wetenschap... Een wetenschap die berust op rationaliteit, op open discussie en op kritische beoordeling van meningen en 'feiten'. Een wetenschap die controverses niet uit de weg gaat. Een vorm van wetenschap die in gevaar is." (p10, 21)

Het inzicht in en het debat over klimaatverandering wordt vertroebeld door klimaatangst, die lijkt te worden versterkt door de media in plaats dat zij verheldering geven. Tijdens de coronacrisis speelden ze een vergelijkbare eenzijdige en bang makende invloed. Wetenschappelijke scepsis en relativering van de angst wordt vaak terzijde geschoven. "Er is een groot gebrek aan basiskennis," constateert De Waart. Zowel wat betreft de klimaatwetenschap als de politieke en maatschappelijke context.
Wetenschappelijk inzicht staat haaks op de angstcultuur die door de media wordt gevoed en waar de politiek op stoelt. Vergelijkbaar met de War on Terror en de xenofobie voor allochtonen, afgezien van de druk op de beschikbare huizen en plaatsen in een overvol land. Frasen als een "geheel door mensen veroorzaakte klimaatcatastrofe" zijn wetenschappelijk aanvechtbaar, gezien de aanwezigheid van uiteenlopende oorzaken. (p14)

Wetenschappelijke kennis groeit nog volop en is niet zo eenduidig als het CO2-verhaal ons wil doen geloven. Ook in de wetenschap staan alarmisten tegenover sceptici. Onder de laatsten zijn tienduizenden wetenschappers en tientallen Nobelprijswinnaas, hoewel zij een minderheid vormen in de kakofonie van alarmisme. Het verschil in visie zit hem vooral in de rol van CO2 en het menselijk aandeel in de opwarming, die sceptici multicausaal en niet monocausaal duiden. Inzicht in de rol van CO2 is belangrijk om de investeringen van honderden miljarden in CO2-reductie te rechtvaardigen, die weggegooid geld zijn als de CO2-hypothese onjuist blijkt.
"Steeds werden relevante meningen 'weggemaakt'. Steeds meer werden de grote problemen van natuur en milieu – degradatie van de bodem, biodiversiteit, vervuiling... – versmald tot klimaatverandering en klimaatbeleid. Steeds meer ging het over broeikasgassen en het terugdringen van CO2. Belangrijke onderwerpen, maar waarschijnlijk niet de belangrijkste. Waarom die fascinatie met CO2? Hoe is het zo gekomen?" Dit boek zoekt een antwoord. (p11)

https://www.milieuzaken.org/klimaatalarmisme.php
Onderzoek en alarmisme
"Het Intergovernmental Panel on Climate Change IPCC (1988) is de VN-organisatie die belast is met het analyseren en publiceren van wetenschappelijke informatie over klimaatverandering. De meeste landen en wetenschappelijke instellingen voor klimaatonderzoek doen eraan mee. Hun conclusie in het Synthesis report is dat "menselijke activiteiten, voornamelijk via... broeikasgassen de onmiskenbare oorzaak zijn van de opwarming van de wereldwijde oppervlakte met 1,1 graad Celsius in de periode 2011-2020 t.o.v 1500-1900." Natuurlijke oorzaken en andere menselijke oorzaken dan emissie van broeikasgassen, zoals landgebruik, worden gemarginaliseerd. "De oplossing wordt gezocht in de reductie van emissies van broeikasgassen, waarbij extra nadruk ligt op de reductie van CO2." (p19, 24)

Deze conclusie is vooral gebaseerd op een correlatie van CO2 en temperatuur. Maar een correlatie is volgens critici en sceptici nog geen oorzakelijk verband. Het klimaat veranderde ook en veel ingrijpender, toen er nog geen mensen waren, door natuurlijke oorzaken. Het aandeel van menselijke en niet-menselijke oorzaken is een punt van discussie. De zon, oceaanstromingen zoals El Nino en onderzeese vulkaanerupties worden genoemd als ingrijpende natuurlijke oorzaken van opwarming, waarbij waterdamp wordt gegenereerd, dat een veel sterker broeikasgas is dan CO2. (p30) Maar wolken van waterdamp houden de zon tegen en werken weer verkoelend. Zo zijn er diverse complexe terugkoppelingsmechanismen.

De United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) is de politieke pendant van IPCC, die klimaatconferenties organiseert en betrokken is bij afspraken inzake klimaatbeleid. Alarmisten domineren daar politiek en media. Sceptici zijn meer verdeeld en in de minderheid. Beide groeperingen verwijzen naar verschillende bronnen en feiten, zoals verschillende paradigma's - volgens Kuhn - hun eigen theorieën en feiten kennen. Publicaties van sceptici worden vaak geweigerd. Ze hebben weinig invloed, mede vanwege de censuur.

De openbare mening berust vooral op krantenkoppen en talkshows. "Zelden wordt direct verwezen naar... IPCC rapporten... Vrijwel nooit naar de wetenschappelijke artikelen in de vaktijdschriften... Avond aan avond zien we 'bekende' persoonlijkheden - bekend van de TV - zonder enige kennis van zaken reageren". (p25-26) Het aantal slachtoffers van natuurrampen daalde sinds de vorige eeuw ingrijpend en geeft geen reden tot alarmisme. Koudegolven eisten meer slachtoffers dan hittegolven.

Mijlpalen in de klimaatwetenschap
Het boek van Spencer R. Weart, 'The Discovery of Global Warming' (2001) over opwarming door menselijk toedoen, had grote invloed op het IPCC, dat echter in zijn vijfde rapport uit 2014 bijna 50% ruimte laat voor natuurlijke oorzaken. In het zesde rapport uit 2023 waren menselijke activiteiten de onmiskenbare oorzaak van de vastgestelde opwarming. En in het eerste rapport uit 1990 werd geen verband gelegd met broeikasgassen. Dat veranderde in latere rapporten, die alarmistischer werden, mede onder (politieke) invloed van het UNFCCC. Reden waarom 500 wetenschappers in 2019 in een brief aan de IPCC stelden: "there is no climate emergency." (p39)
Het klimaatdebat lijkt steeds meer te worden losgekoppeld van het milieudebat, waarvan het een onderdeel was. "Het begin van het milieudebat wordt wel gelegd bij... 'Silent Spring' van Rachel Carson uit 1962." Dit stelde o.m. de landbouwmechanisatie en het gebruik van verdelgingsmiddelen aan de kaak, en leidde tot de Environment Protection Agency (EPA) in de VS.

Een volgende mijlpaal is het Rapport van de Club van Rome 'Grenzen aan de groei' (1972) geschreven door Dennis Meadows. Ondanks de grote invloed daarvan bleven productie, consumptie en uitstoot van vervuilende stoffen groeien. In 1987 verscheen 'Our Common Future', het zgn. Brundtland rapport van de VN World Commission on Environment and Development (WCED) over duurzame ontwikkeling. "Gradual global warming" is een van de bedreigingen, maar niet de belangrijkste. Maar de IPCC zag dit al vrij gauw meer dramatisch. Brundtland noemt ook de degradatie van de natuur en achteruitgang van biodiversiteit als bedreigingen.

Politisering
Het is voor De Waart een raadsel hoe "een breed gedragen overeenstemming over natuur, economie en milieu... al in 1992 kon worden vervangen door een eenzijdig, alleen op klimaat gebaseerde doelstelling... Klimaatverandering werd, zonder enige wetenschappelijke onderbouwing, gedefinieerd als een door 'antropogene broeikasgassen' gegenereerd probleem... Het IPCC had twee jaar daarvoor geconstateerd dat het níét mogelijk was om aan de geconstateerde opwarming een directe menselijke oorzaak toe te kennen!"
Hij brengt het in verband met politisering onder invloed van de UNFCCC. 4000 wetenschappers, onder hen 70 Nobelprijswinnaars, tekenden een petitie "tegen het gepolitiseerde en irrationele proces van besluitvorming" op de grootschalige UNFCCC conferentie in Rio de Janeiro in 1992 met 25.000 deelnemers. (p43, 44)

Er volgden meer petities met 17.000 en 31.000 wetenschappers. "Toch wonnen de alarmisten... Het waren de bestuurders, geleid door politieke overwegingen, die de 'joint Statements' ondertekenden. De wetenschappers zelf... zijn er niet aan te pas gekomen en een groot deel was niet overtuigd. Maar ze sprongen op de bandwagon van de overheidssteun en de vrijwel onbegrensde subsidies die aan academisch onderzoek konden worden besteed... Onderzoek naar natuurlijke oorzaken van de opwarming, zoals de variaties in de kracht van de zon, kosmische straling en veranderingen in oceaanstromingen, werd nauwelijk gedaan. Mogelijke effecten van natuurlijke factoren werden ontkend." (p45-46)

https://www.climategate.nl/2023/05/klimaatfeiten-geven-geen-aanleiding-tot-alarmisme/
Sceptici en critici
"In 2009 werden de computers van de Climate Research Unit van de Universiteit van East Anglia gehackt... Gegevens die niet pasten bij de heersende opvattingen, werden weggemaakt... Sceptische auteurs kregen geen toegang tot de tijdschriften. Relaties werden ingezet om sceptische auteurs te ontslaan... Men sprak van een climategate... Het was een nederlaag voor de onafhankelijke klimaatwetenschap... De invloed van de wetenschap lijkt na 2015 steeds minder te worden... De politiek heeft de wetenschap niet meer nodig om het beleid te onderbouwen." (p46, 47)

Critici als John Cristy bij een Senate Hearing in 2015 berekenden dat "het effect van een volledig stoppen met CO2-emissie op de temperatuur... verwaarloosbaar klein leek... Onvoldoende om duizenden miljarden dollars te kunnen rechtvaardigen... van burgers naar ondernemingen. Terecht dat in de Tweede Kamer werd gesproken over... een klimaatdictatuur." Maar waarom blijven overheden een vollledige stop op de uitstoot van CO2, volgens de sceptici onnodig en extreem duur, dan toch verdedigen. Het is een politieke keuze. "De broeikasgas-hypothese is moeilijk experimenteel te toetsen," maar toch is het "het hoofdelement van de IPCC-consensus". (p49, 51, 52)

Bekende sceptici zijn Kay Mullis, Nobelprijswinnaar voor scheikunde, Freeman Dyson, hoogleraar bij het Institute Of Advanced Physics in Princeton en Roy Spencer, auteur van The Global Warming Blunder. Zij erkennen de te verwachten opwarming na 1850 toen de zgn. Kleine IJstijd eindigde. Zij erkennen de invloed van menselijk handelen, dat echter "veel ruimer is dan... alleen CO2 [1550-1850]. (p58)
Michael Shellenberger oppert in zijn boek 'Apocalypse Niemals': Warum der Klima-Alarmismus krank macht dat mensen worden banggemaakt om ze bereid te maken een kostbare transitie te ondersteunen. Wat moeten we denken van de klimaatpaniek die mensen wordt aangepraat? Hoe moeten we daarmee omgaan? Belangrijk is meer kennis te verwerven ter compensatie van de alarmerende beeldvorming, zoals het plaatje van stervende ijsberen, terwijl het aantal ijsberen van 1950 tot 2015 is gegroeid van 5000 naar 22.000 tot 31.000. (p66)

https://www.simplypsychology.org/consensus-theory.html 
Gemanipuleerde consensus
"97% Van de wetenschappers zijn het erover eens. Klimaatverandering is werkelijk, komt door mensen en is gevaarlijk," luidde een zeer invloedrijke tweet van Obama in 2013, waarmee hij steun kreeg voor het tekenen van het Verdrag van Parijs en de kansen voor een Democratische presidentskandidaat vergrootte. Het was een politieke zet. Hij concludeerde dit uit een artikel van John Cook: Quantifying the consensus on anthropogenic warming in the scientific literature.

Zorgvuldige analyse leert dat de consensus 0,6 % bedraagt, hooguit 2%. Cook hanteert zeven categorieën om bijna 12.000 artikelen in te delen.
1. 65 artikelen: 0.6% bevestigen de stelling "mensen zijn de primaire oorzaak van de recente mondiale opwarming".
2. 934 artikelen bevestigen expliciet de algemene stelling: "mensen veroorzaken mondiale opwarming", die overkomt als een open deur.
3. 2931 artikelen geven hieraan impliciet steun.
4. 8261 geeft geen mening.
5, 6 en 7: 88 artikelen wijzen de theorie van door mensen veroorzaakte opwarming impliciet en expliciet af.

Cook komt op 97% bevestiging door de grootste categorie geen mening niet mee te tellen en categorie 1, 2 en 3 te tellen als bevestiging. Een voorbeeld van desinformatie, vervalsing en pseudowetenschap. "Cook veranderde een open deur - mensen hebben [enige] invloed op het klimaat - in een... volstrekt onjuiste consensus met de IPPC standpunten van 97%." (p75) Namelijk dat "mensen de primaire oorzaak zijn van de recente mondiale opwarming," een stelling die slechts 0,6% steun kreeg.
Het onderzoek van Cook met dezelfde zeven categorieën werd herhaald door Lynas voor de periode 2012-2021. Hij vond 99,5 % consensus. Maar feitelijk kreeg categorie 1 wederom slechts 0,6% steun. De algemene stelling dat "de mens heeft (enige) invloed op het klimaat" wordt wel gedragen door brede consensus, ook van sceptici.
Het fabriceren van consensus die er niet is, ziet De Waart als een "wetenschappelijke noodsprong" van de alarmisten, die het merendeel van de wetenschappers niet aan hun kant hadden. "Consensus onder wetenschappers, zegt hij [Lynus] is nodig voor de publieke ondersteuning van de zeer kostbare mitigatiedoelstellingen." (p72, 76) De alarmistische politiek-maatschappelijke consensus werd ten onrechte onderbouwd met een schijnbare wetenschappelijke consensus, die feitelijk ontbreekt.

https://www.klimaatfeiten.nl/klimaatverandering/berichtgeving/consensus
Kritische petities
Dit ontbreken van consensus wordt ondersteund door diverse kritische petities van wetenschappers, zoals de Heidelberg Appeal van 1992, met 4000 ondertekenaars, de Leipzig Declaration van 1995 met 100 wetenschappers, de Oregon Petition van 1997 en 2008 met resp 15.000 en 31.000 ondertekenaars, de Manhattan Declaration van 2008 telde ruim 800 ondertekenaars en Dem. U.S. Senate Miniority Report telde 100 internationale wetenschappers. In 2017 volgde een open brief aan president Trump van 300 klimaatwetenschappers met een advies om uit de UNFCCC te treden. Vanuit Nederland volgde in 2019 een open brief van CLINTEL namens 500 internationale wetenschappers, waarin o.m. stond: "there is no climate emergency... Wij verzetten ons sterk tegen de onrealistische en gevaarlijke net-zero CO2-politiek voor 2050." Deze politiek kan namelijk gevaarlijk zijn als er geen opwarming komt, maar juist een afkoeling, die sommige wetenschappers niet uitsluiten of waarschijnlijker achten dan opwarming. Koude perioden eisen veel meer slachtoffers dan warme perioden. De petities hadden weinig effect. "De honden blaffen, de karavaan trekt verder." (p81)

https://www.ftm.nl/artikelen/publicatiedwang
Publicaties, financiering en publicatiedwang
Tussen 2011 en 2021 vond Lynas zo'n 88.000 artikelen over klimaatverandering. Volgens Academia.edu zouden het er anno 2024 350.000 zijn. De Waart spreekt van publicatiedwang. "Publiceren is de maatlat voor wetenschappelijke competentie geworden en bepaalt of iemand een vast contract krijgt, promotie maakt of een onderzoeksbeurs krijgt... Kwantiteit staat nu boven kwaliteit." (p82)
Voor onderzoek naar klimaatverandering is veel geld beschikbaar. (Er valt wellicht aan te verdienen.) Alarmisme lijkt te lonen. Het verhaal dat er 97% consensus is voor het IPCC standpunt van door mensen veroorzaakte opwarming, had grote invloed. De Waart brengt het in verband met "het ontstaan van een bijna totale censuur op sceptische meningen bij peer-reviewde tijdschriften... Alarmistische peers zullen (vrijwel) nooit het werk van sceptici positief beoordelen..." (p82, 83)

Onderzoek gesteund door het IPCC krijgt ongetwijfeld eerder financiering. Zoals in eerdere artikelen is beschreven, is onderzoeksfinanciering een manier om onderzoek te bepalen. (zie o.m. CM 77) "We deden het om opdrachtgevers te plezieren," schrijft William Happer, co-auteur van het standaardwerk The long impacts of increasing atmospheric carbon dioxide levels, over het overdrijven van de gevaren van CO2. (p93)

Het steunen van IPCC standpunten en het volgen van uitgezette lijnen door IPCC als invloedrijke VN instantie met toegang tot fondsen, vergroot carrièrekansen. "Twijfel en falsificatie zijn in diskrediet gebracht... Consensus tussen onderzoekers en tussen politiek en wetenschap staan nu voorop... Hier wreekt zich het gebrek aan onderzoeksgeld voor vrij onderzoek." (p103, 104)
Door de keuze van peers bij peer-reviews zijn onderzoeken te sturen. Is de groepsdruk en het wij-gevoel van de alarmisten zo groot, dat de hele wetenschapsbeoefening kan worden gedomineerd door een betrekkelijk klein aantal extreem veel publicerende mensen, die ook de belangrijkste peer-review posities innemen?" (p83) Voor onderzoek dat de IPCC welgevallig is, mogen we aannemen dat er geld beschikbaar is. De IPCC verklaarde de klimaatwetenschap als 'settled', namelijk wat betreft haar standpunt van primair door mensen veroorzaakte opwarming. Dit is echter volgens veel wetenschappers geenszins bewezen, ook niet volgens de IPCC rapporten zelf.

https://klimaat.be/klimaatverandering/waargenomen-veranderingen/ipcc-rapporten
Waarschijnlijkheid en vertrouwen in IPCC Rapporten
"Het IPCC spreekt vrijwel nooit van bewijs... Bijna altijd gaat het om 'aanwijzingen'... Het IPCC onderscheidt verschillende gradaties van 'likelyhood' (waarschijnlijkheid)." Namelijk: bijna zeker, hoogst en zeer waarschijnlijk tot waarschijnlijk: 66-100 %, hetgeen het meest voorkomt." Bijna zeker komt vrijwel niet voor. "En slechts enkele uitspraken zijn extremely likely. Verreweg de meeste uitspraken zijn likely of very likely." (p87)
"In de meeste sociale wetenschappen wordt ... een waarschijnlijkheidsniveau van ten minste 95% vereist. In de exacte wetenschappen ligt het nog een stuk hoger. Maar in de klimaatwetenschap wordt gewerkt vanaf een 66% waarschijnlijkheid en worden op grond daarvan beslissingen genomen die miljarden kosten." (p88)

Confidence, vertrouwen van onderzoekers in hun uitspraken, is een ander belangrijk punt. In het rapport van 2023 scoort veel en zeer veel vertrouwen, samen 62%. "De akkoorden van Parijs van 2015 berusten "niet of slechts gedeeltelijk op vertrouwen van de auteurs van het IPCC rapport van 2013", 42% veel en zeer veel vertrouwen en 57 middelmatig of weinig vertrouwen.
"Ondanks heel veel verwijzingen... prachtige afbeeldingen en tientallen modelstudies, doen de IPCC-rapporten toch erg denken aan "'cargo-cult-science', het lijkt uiterlijk veel op wetenschap, maar is het eigenlijk niet. De drive tot waarheidsvinding ontbreekt. Politieke consensus is genoeg." (p88, 89)

https://woontlekker.nl/maak-een-stappenplan-voor-energiezuinig-renoveren-zonder-spijt/
Uitgangspunten van het IPCC: consensus, voorzorg en 'no regret'
"Volgens het consensusbeginsel kan een theorie als 'wetenschappelijk bewezen' worden beschouwd, als er wetenschappelijke consensus over is... De alarmistische hypothese beschouw ik als een mythe... en grotendeels onjuist... Teveel serieuze wetenschappers hebben zich er nadrukkelijk en publiekelijk van gedistantieerd."
Het voorzorgsbeginsel is in het Klimaatverdrag van 1992 in Rio de Janeiro zo gedefinieerd: "Wanneer er dreiging is van serieuze onherstelbare schade, dan is het ontbreken van een volledige wetenschappelijke zekerheid geen reden om effectieve maatregelen voor beperking van schade aan natuur en milieu uit te stellen'... Een vaag vermoeden, op gezaghebbende manier gebracht, is soms al voldoende."

"Consensus en voorzorgsbeginsel... vormen samen met sociale groepsdruk een formidabel wapen tegen iedere kritiek... Steeds wordt benadrukt dat de situatie gevaarlijk en kritiek is. En dat je maar beter maatregelen kunt nemen, ook al zijn die erg ingrijpend en niet erg kosteneffectief." (p84, 85)
Het no-regret-beginsel betekent dat het gaat om maatregelen, waarvan je geen spijt krijgt. Die eventueel kunnen worden teruggedraaid en geen risico's opleveren. "Baat het niet, dan schaadt het niet," kunnen we zeggen. Hierbij is er meer ruimte voor discussie en debat en minder van groepsdruk en urgentie. De Waart geeft een voorkeur aan dit beginsel, om grote en onherstelbare fouten te voorkomen.

https://secure.avaaz.org/campaign/nl/climate_anxiety_briefing_2021/
Massale klimaatangst
Hoe en waarom ontstaat consensusvorming en klimaatalarmisme? "Het is waarschijnlijk dat methoden... om grote groepen te overtuigen, in de belangstelling staan van reclamebureaus, regeringen, politieke partijen, geheime diensten en wetenschappers... Eensgezindheid is vaak gebaseerd op angst. Een massale angst zorgt ervoor, dat de samenleving in een soort hypnose-achtige toestand geraakt. Het bewustzijn vernauwt zich en men raakt het zicht op andere aspecten van de realiteit kwijt. Maar die gezamenlijke angst bindt individuen, geeft ze houvast. Aantasting van de consensus leidt daardoor tot weerstand."

De Waart verwijst naar psycholoog Matthias Desmet, die tijdens de coronacrisis 'De psychologie van het totalitarisme' schreef, zie Civis Mundi 119,107,126,130. De uitspraak van Greta Thunberg: "I don't want you to think. I want you tot be scared" bevestigt deze bewustzijnsvernauwing, die helder denken belemmert. Massameningsvorming wordt door angst gevoed en gaat samen met klimaatangst. Het maakt mensen "bereid om miljarden te besteden, die tegen hun belangen ingaan". (p87)
De Waart verwijst ook naar het proefschrift van Steije Hofhuis: 'Qualitative Darwinism. An Evolutionary History of Witchhunting' (2022). Hij beschouwt verhalen in termen van overlevingskansen. De verhalen die het best passen in de omgeving, hebben meer overlevingskans en verspreiden zich sneller, zoals een virus in een geschikte omgeving. Klimaatangst gedijt in de huidige omstandigheden en "appelleert als verhaal aan allerlei angsten in de samenleving, zowel reële als imaginair en heeft zich daar effectief aan aangepast, met een enorm zelfversterkend effect als gevolg." (p87)

Dubbele standaard
De eerste standaard is de wetenschappelijke integriteit van eerlijk en bertrouwbaar onderzoek. De tweede is de maatschappelijke, zelfs mondiale verantwoordelijkheid van de wetenschapper. De relatie met onderzoeksfinanciers hangt hiermee samen. [Het is het klassieke probleem van de waardenvrije en waardenbetrokken wetenschap, waarover Max Weber reeds schreef.]
Ottmar Enderhofer, een hoofdauteur van het IPCC zei: "Wij herverdelen de rijkdom van de wereld door klimaatpolitiek [...Het] heeft bijna niets meer te maken met milieupolitiek." Stephen Schneider, voorman van het IPCC, sprak van de paradox van de dubbele ethische standaard. "Aan de ene kant... gebonden aan de wetenschappelijke methode... Aan de andere kant... willen we de wereld als een betere plek zien, hetgeen zich in onze context laat vertalen in het verminderen van het risico op rampzalige klimaatverandering. Daarvoor moeten we brede steun krijgen om de publieke verbeelding te pakken [...door] versimpelde, dramatische uitspraken te doen zonder veel twijfel te tonen... In deze dubbele ethische binding zitten we... tussen effectief zijn en eerlijk zijn. Ik hoop dat het beide betekent." (p93, 94)
"Schneider... zou fraude en leugens hebben goedgekeurd.. Zijn uitlatingen... grenzen aan bewuste desinformatie." Het lijkt op het principe van 'het doel heiligt de middelen' [Niccolo Machiavelli], dat bij meer groeperingen en ideologieën wordt gehanteerd, ook door activisten.

https://claudiageratz.com/blog/managing-climate-emotions-positive-action
Onbetrouwbaarheid van metingen, manipulatie en homogenisatie van data
Bij onderzoek worden vaak termen als 'unprecedented' (ongekend, weergaloos) en 'unequivocal' (onmiskenbaar) gebruikt. Van 1850 tot 2020 steeg de temperatuur één graad. Dat ligt binnen een natuurlijke bandbreedte. Er komen vaker dergelijke fluctuaties voor, waarbij het CO2 niveau ongeveer gelijk werd verondersteld. "Voor de theorie van de opwarming van het klimaat door CO2 en ander broeikasgassen, bleef alleen de periode na 1980 over." Er waren echter toch perioden van opwarming die men niet kon relateren aan CO2. Die perioden wilde het IPCC wegwerken. "Het IPCC wilde af van de Kleine IJstijd [1550-1850] en de Middeleeuwse Warme Periode." (p84, 94, 95)
In een onderzoek van Michael Mann werden deze perioden weggewerkt, door na 1950 over te gaan op een andere methode van data verzamelen, waardoor na 1950 een temperatuurstijging te zien was. Als hij dezelfde methode als daarvoor had gebruikt, zou er juist een afkoeling te zien zijn. Gevolg was de bekende hockeystickgrafiek met een snelle stijging na 1950, naar de wens van het IPCC.

"De kritiek was niet mals." Vooral op de wisseling, eigenlijk manipulatie, van methoden. "Fraude" was een conclusie. Het onderzoek van Mann werd door een commissie mild beoordeeld van een instituut dat de conclusies van het IPCC had onderschreven. Maar de hockeystick-grafiek verdween uit het IPCC rapport van 2007. "In de pers en in veel publicaties bleef de hockeystick echter gewoon gebruikt." Deze geeft namelijk een dramatisch beeld van de temperatuurstijging, mede door de lange X-as vanaf de Middeleeuwen. "In 2021 dook de hockeystick opeens weer op." Ook andere instanties in rapporten die in opdracht van het IPCC zijn geschreven "lijken erop uit om alle warme en koude perioden gedurende de laatste 2000 jaar 'weg te werken', zodat de hockeystick er nóg bedreigender uitziet." (p96-97, 99)

Temperatuurmetingen zijn vaak niet erg betrouwbaar. De Amerikaanse meteoroloog Anthony Watts onderzocht 900 van de 1200 meetstations en vond bij 58% een onnauwkeurigheid van 2-5 graden, bij 20% van één graad en 11 % meer dan 5 graden. Slechts 11% voldeed. Daarnaast vinden ook aanpassingen en manipulatie van de data plaats bij doorgeven van data aan het IPCC, namelijk verhoging en verlaging om periodes te homogeniseren, dus warme en koude perioden vlakker te maken, behalve na 1970!
In Nederland heeft het KMNI temperaturen op zeer warme dagen voor 1951 tot wel 1,9 graden bijgesteld vanwege een verandering van meetstation. "Als gevolg daarvan bleven van de 23 hittegolven in de periode van 1901 tot 1951 er slechts 7 over en kon het KMNI in de zomer van 2018 claimen dat hittegolven nu veel vaker voorkomen". (p103)

https://www.labor4sustainability.org/strike/commentary-the-green-new-deal-the-current-state-of-play/
Green Deal
Onder verschillende politiek gemotiveerde voorzitters bleef de IPCC bij de door mensen veroorzaakte uitstoot van CO2 als dominante oorzaak van de opwarming. Het IPCC werd "een onderaannemer van het [politieke] UNFCCC... die de benodigde wetenschappelijke evidentie leverde." (p106)
De Akkoorden van Parijs leidden tot de doelstelling de CO2-emissie te reduceren met 50% in 2030 en vrijwel gestopt in 2050, waarvoor vele miljarden subsidie zijn.

Voor Nederland betekent dit, dat van het weinig vervuilende aardgas, waarvan de verbranding betrekkelijk weinig CO2-uitstoot oplevert, moet worden overgegaan op instabiele wind- en zonne-energie en biomassa, dat veel vervuilender is en veel meer CO2-uitstoot geeft. "Maar door een afspraak en een rekentruc, telt het niet mee als emissie." (p107)
In de VS kwam de New Green Deal en in Europa de Green Deal inzake de CO2-reductie. Het omvat ook "maatschappelijke en economische maatregelen die een duidelijke verbetering zijn ten opzichte van het doorgeschoten aandeelhouderskapitalisme". (p109) Maar de kosten zijn exorbitant. De wetenschappelijke onderbouwing is zoals gezegd wankel en sluit niet-menselijke natuurlijke oorzaken uit. Het lijkt op een mono-causale politieke CO2-theorie.

https://www.climategate.nl/2023/05/klimaatfeiten-geven-geen-aanleiding-tot-alarmisme/
Weersextremen
Weersextremen worden ook verklaard door de klimaatverandering, die eveneens het gevolg is van CO2-uitstoot. Ook hiervoor is de wetenschappelijke onderbouwing zwak, omdat er vroeger ook weersextremen waren zonder CO2-uitstoot door mensen en het maar de vraag is of er meer weersextremen zijn. Scepticus Steven Koonin (auteur van 'Unsettled?', 2021) vond in de laatste decennia in de door het IPCC geciteerde literatuur geen toename van orkanen en stortbuien, minder door bosbranden verwoest gebied en minder slachtoffers van overstromingen. (p112)
De oorzaken van weersextremen zijn niet duidelijk. De warme zomer van 2023 hangt samen met de El Nino oceaanstroom, de Solar-Cycle-25 en een uitbarsting van de onderzeese vulkaan Hunga Tonga, dus niet-menselijke oorzaken. "Met CO2 en andere broeikasgassen heeft het allemaal niet zoveel te maken... "We laten ons leiden door krantenkoppen," volgens Koonin. Deze zijn meestal nog veel alarmistischer dan de IPCC." (p113, 115)

Toch is de kritiek niet geheel verstomd. Het NOAA, het "gerenommeerde Amerikaanse KMNI", schrijft dat "vigorous research" nodig is om te bepalen hoe groot (het effect) van CO2-uitstoot is. In 2023 koos het IPCC de wetenschapper Jim Skea als voorzitter. De voorzitter van de Climate Conference of Parties (CoP) in 2023 Sultan Al Jaber, liet zich kritisch uit over de klimaatwetenschap en "wees op het grote verschil tussen de politieke consensus en de wetenschappelijke consensus". (p117)


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^