kwade vrienden?
Kunnen de mensen die op aarde je vijanden zijn een diepere betekenis voor je hebben, die je hier niet weet? Kunnen zij, door jou op hardhandige, maar daardoor indringende wijze de waarheid te zeggen of tegenstand te bieden, toch je geestelijke vrienden zijn ... die jou zo iets belangrijks leren?
De wereld waar wij thuis zijn, is onze geestelijke wereld, waar wij onszelf zijn als de eeuwige wezens, die we in de loop van de eeuwenlange ontwikkeling zijn geworden. We zijn gegroeid door vanuit de geestelijke wereld steeds maar weer naar de aarde te gaan om daar levenservaringen op te doen, om daar lessen te leren en die vervolgens te verwerken, of al op aarde of pas als we na het overlijden weer thuis zijn.
Hier op aarde zijn we overdag in een wereld die de onze niet is, maar waar we zijn om die lessen te leren. Die lessen moeten we zelfstandig ondergaan en er ook zelfstandig een oordeel over vormen en daar zelfstandig naar handelen. Daarvoor komen we - als we 's morgens uit onze eigen wereld weer afdalen naar deze om hier onze stoffelijke levensvorm (je lichaam) binnen te gaan - weer in de toestand van onbewuste vereenzelviging met deze wereld terecht.
We weten dan niet meer dat we uit de geestelijke wereld afkomstig zijn en slechts tijdelijk weer op aarde vertoeven. Maar we zijn daardoor wel in de bewustzijnstoestand terecht gekomen, dat we helemaal aan onszelf zijn overgeleverd en daardoor zijn gedwongen onze geestelijke vermogens bewust en beheerst te gebruiken om onszelf staande te houden in alles wat ons hier overkomt.
Wat op zich al een oefening is waardoor we onze vermogens beter leren gebruiken, nog afgezien van de lessen die we moeten leren.
In de geestelijke wereld hebben we weet van onze levensbestemming, van ons lot op aarde en we weten welke lessen we op aarde moeten ondergaan en ook welke lessen wij anderen moeten voorleven of aandoen. We kunnen daar in de geestelijke wereld ook met elkaar over spreken. We hebben er daar weet van waarom we elkaar die soms pijnlijke lessen moeten aandoen, door daar - op aarde - vijanden van elkaar te zijn.
Als we weer hier op aarde zijn (overdag), hebben we daar geen weet meer van. Daardoor kan het lijken alsof degenen, met wie we in de geestelijke wereld kunnen spreken over de lessen die we elkaar op aarde moeten leren, hier op aarde werkelijk onze vijanden zijn. Maar in feite zijn het vijanden die je door je hier harde lessen te laten ondergaan, noodzakelijke dingen leren... en daardoor in de geestelijke werkelijkheid, maar zonder dat je dat hier beseft, je vrienden zijn.
Hier zijn we daardoor - heel tegenstrijdig - 'kwade vrienden' van elkaar.
Maar dat weet je pas weer als je boven bent, 's nachts of als je aan het einde van de rit na het overlijden weer naar boven gaat.
In 'New Age'-jargon wordt deze toestand bijvoorbeeld op de volgende wijze beschreven: Naast de 'lagere zelf uitwisseling tussen entiteiten' bestaat er tegelijkertijd ook een 'hogere zelf uitwisseling'.
De menselijke geest wordt een 'entiteit' genoemd, letterlijk een 'zijnde' (het woord hangt samen met Latijn 'esse': 'zijn'; álles wat bestaat is een 'zijnde'!). Hier wordt duidelijk 'het lagere zelf' een 'entiteit' genoemd en ook het 'hogere zelf' is zo'n 'entiteit'. Zij worden beide als een zelfstandigheid beschreven, die los van elkaar in een bepaalde bewustzijnstoestand zouden kunnen verkeren.
De werkelijkheid is dat er één menselijke geest is, één zelfstandige persoon, maar die in méérdere bewustzijnstoestanden kan verkeren, namelijk 's nachts in de geestelijke wereld in een toestand van zelfbewustzijn en overdag op aarde in een bewustzijnstoestand van onbewustheid van zichzelf als de zelfstandige geest. Dat wordt veroorzaakt doordat die zich door onbewuste vereenzelviging geheel 'eenzelfde heeft gemaakt' met het bestaan op aarde (waardoor dat alles is wat er is) en zich 'geheel eenzelfde voelt als het stoffelijke lichaam - waardoor de misvatting ontstaat: "Ik ben mijn lichaam."
terug naar de vragenlijst
^