geestkunde en de levensvragen


Het woord geestkunde lijkt op een onderwerp te duiden dat alleen maar levensbeschouwelijk is, zonder verbinding met het alledaagse bestaan. In het verloop van de behandeling van geestkunde op deze website zal blijken, dat geestkunde zich wel degelijk met het alledaagse bestaan bezighoudt, maar dat het dit bestaan alleen vanuit een heel ander gezichtpunt beschouwt: geestkunde beschouwt dit bestaan namelijk in het licht van de eeuwigheid.

Om dat andere gezichtspunt te leren kennen, moeten we ons gaan bezighouden met de grote levensvragen, met de vragen die je je gaat stellen als je tot het besef bent gekomen: Is dit nou alles wat er is? De levensvragen zijn de vragen: wie ben ik en ... waar kom ik vandaan, waar ga ik naar toe en hoe geef ik ondertussen zin aan dit tijdelijke bestaan?
Deze vragen hangen nauw met elkaar samen. De eerste vraag geeft aan dat het om mijzelf gaat als mens met een persoonlijke zelfstandigheid. De drie laatste vragen geven aan dat de persoonlijke zelfstandigheid, die ik ben, de menselijke geest, een ontwikkeling meemaakt met een duidelijk begin en een even duidelijk einde.

Als niet duidelijk is wat zich vóór en ná die ontwikkelingsweg bevindt, dan is de tocht die de persoonlijke zelfstandigheid - die ik ben - maakt, schijnbaar zinloos: er is een hoopvol begin - de geboorte, maar ook een even roemloos einde - de dood, gezien binnen de begrenzingen van deze tijdelijke wereld.
Deze vragen zijn alleen zinvol te beantwoorden door diegene, die de grenzen van dit bestaan heeft mogen overschrijden en die de persoonlijke zelfstandheid, de levende eenheid - die ik ben - voor en na geboorte en dood van de stoffelijke, tijdelijke vorm, heeft mogen ervaren. Die levende eenheid - die ik ben - blijkt dan een eeuwig levende eenheid te zijn, de menselijke geest: de menselijke geest als de bewuste levenskracht, die zelfbesef heeft en die zichzelf met het woordje 'ik' aanduidt.

Het is die geest die vanuit de geestelijke wereld in dit tijdelijke bestaan in een lichaam wordt geboren om hier een leerschool mee te maken. Die leerschool behelst de groei naar innerlijke, geestelijke zelfstandigheid, wat op eigen kracht en naar eigen vrije keuze, moet worden bereikt.
De menselijke geest wordt hier schijnbaar aan zichzelf overgeleverd, om in de gelegenheid te zijn op eigen kracht de weg terug te vinden ... wat een persoonlijke zoektocht tot gevolg heeft. De persoonlijke inspanningen met de eigen geestelijke vermogens, die op deze zoektocht nodig zijn, heeft de zelfverwerkelijking, de persoonlijkheidsontwikkeling, als onvermijdelijk gevolg.

Na deze tijdelijke leerschool worden in de geestelijke wereld de geleerde lessen verwerkt en wordt het geleerde zich eigen gemaakt en toegevoegd aan de eigenschappen van de eeuwige persoon.
Daardoor krijgt alles, wat de menselijke geest tijdens dit tijdelijke bestaan overkomt, een diepe, eeuwige betekenis: alle ervaringen hebben de zelfverwerkelijking, de groei naar geestelijke zelfstandigheid als doel. Vanuit dat standpunt leer je het stoffelijke bestaan zien in het licht van de eeuwigheid. Daardoor wordt je gang door dit tijdelijke bestaan een leergang die als onderwerp je eigen geestelijke groei heeft.


terug naar de vragenlijst

terug naar het weblog







^