De Verloren Zoon

en overeenkomende andere teksten


Rembrandt van Rijn, De Verloren Zoon, ets
Bron: Rijksmuseum
Jezus vertelde ons een gelijkenis (allegorie: beeldspraak): het verhaal van de Verloren Zoon (Luk. 15:11-32). Het woord 'gelijkenis' geeft aan dat het om een verhaal uit het dagelijkse leven gaat en dat gelijkt op een ermee samenhangend verhaal dat er achter verborgen ligt, en dat de gééstelijke betekenis ervan weergeeft.

De jongste zoon (de mens) vraagt aan zijn vader (God) het hem toekomende vermogen (de geestelijke vermogens); zijn vader stemt ermee in(!), geeft het hem en hij vertrekt ermee naar het buitenland (de aarde, weg van de vader); in een leven van losbandigheid (veroorzaakt door zijn vrije keuze) verspilt hij zijn vermogen (hij wordt onbewust van zichzelf en onbeheerst, verliest de beheersing over zijn vermogens en faalt daardoor, maakt fouten); hij vervalt daardoor tot armoede en moet werken als varkenshoeder (de toestand van geestelijke onbewustheid van zichzelf als menselijke geest door de onbewuste vereenzelviging met de stoffelijkheid van dit bestaan).
Hij komt door zware arbeid tot bezinning en beseft zijn onvolmaakte toestand (de zelfbewustwording), voelt berouw en besluit terug te keren (zelfverwerkelijking en streven naar hereniging (religio) met zijn vader); op de terugweg komt zijn vader hem al vol vreugde tegemoet (Jezus' tegemoetkoming naar de mensheid door zijn afdaling naar de aarde); de zoon betuigt zijn spijt over zijn gedrag, zijn vader toont hem zijn vergevingsgezindheid en bereidt hem een feestelijke thuiskomst (de hereniging).
De vader spreekt dan twee maal de betekenisvolle woorden: "Mijn zoon hier was dood (geestelijk onbewust door de vereenzelviging) en is levend geworden (zelfverwerkelijking en hereniging), hij was verloren en is gevonden."

Deze woorden van Jezus als leraar zijn een korte beschrijving van de geestestoestand en levenservaringen van de mens, die op aarde zijn levensweg begaat.
Met deze gelijkenis leert Jezus ons dat de mens die al dan niet bewust een 'zonde' begaat, niet wordt verworpen of gestraft, maar wordt vergéven en met vreugde weer wordt binnengehaald als die mens uit zichzelf tot bezinning is gekomen.

Jesaja 48:16-17
Ik onderricht jullie in je eigen belang en leidt jullie op de weg die je moet gaan.

Ezechiël 18:31-32
Breek met het zondige leven dat jullie hebben geleid en vernieuw je hart en je geest [zelfverwerkelijking]. Want de dood van een mens geeft me geen vreugde - spreekt God. Kom tot inkeer en leef!

Johannes 3:3
Jezus zei: "Waarachtig, ik verzeker jullie: alleen wie opnieuw wordt geboren [alleen wie zich geestelijk ontwikkelt], kan het koninkrijk van God zien [de hereniging]."

Romeinen 12:1-3
"U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en God welgevallig is."

2 Petrus 3:9
God heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.


terug naar de vragenlijst

zie ook Jezus' leermethode

terug naar het weblog







^