geestelijke en lichamelijke vermoeidheid
Bij de vraag naar de betekenis van energie en vermoeidheid komen we bij het begrip 'energie' terecht.
Iedereen gebruikt dit woord, maar niemand kan duidelijk uitleggen wat 'energie' is, zelfs niet zij die verklaren dat: "Alles is energie!" Dat komt doordat het een afgeleid begrip is, het is niet de kern zelf waar het om gaat.
Het woord komt namelijk van het Griekse 'en ergon' of 'en ergeia' en dat betekent: 'in werking', 'in beweging'. Het woord 'energie' duidt dus op een tóestand, 'dat iets in beweging' is. Maar iets komt pas in een toestand van 'in beweging te zijn', door een daar buiten staande oorzaak en dat is: een kracht.
Kracht wordt omschreven als: het vermogen dat een zelfstandigheid bezit, om iets anders 'in beweging' te brengen of om het 'tot rust' te brengen.
Het begrip 'kracht' is de kern, het begrip 'in beweging' (en daarmee 'energie') is daar een afgeleide van. Het begrip 'energie' duidt op 'datgene, wat in beweging is gebracht', maar daardoor wordt de kracht als oorzaak daarvan niet meer genoemd! Niet de oorzaak wordt genoemd, maar alleen het gevolg. Daardoor komt dit in het luchtledige te hangen, met als gevolg dat niemand kan uitleggen, wat 'energie' eigenlijk is. Maar het is in feite een ander woord voor 'kracht'.
De gewoonte alleen over 'in beweging' te spreken, heeft de aandacht afgeleid van 'tot rust brengen'... en dat is even belangrijk als het vermogen om in beweging te komen. Het gevolg is dat het evenwicht in onze maatschappij - waar alles om energie draait - volkomen is verdwenen; de even noodzakelijke, vrouwelijke rust is uit het oog verdwenen, er is alleen nog maar de mannelijke beweging waar alle aandacht op is gericht, met alle gevolgen van dien voor de gezondheidstoestand van de mensen die in zo'n oververhitte maatschappij moeten leven. Terwijl die rust van levensbelang is voor het herstel van lichaam en geest, na een geleverde inspanning! Na inspanning is ontspanning van levensbelang, maar dat is voor de huidige maatschappij met zijn streven naar 24 uurs-economie, kostbare, verloren tijd.
Met vermoeidheid als gevolg.
Ik pleit er daarom voor het woord 'kracht' weer te gebruiken, omdat de omschrijving daarvan inhoudt: in beweging kunnen brengen en weer tot rust kunnen komen. Maar ik begrijp heel goed dat ik een roepende ben in een woestijn van energie. In het verleden werd het woord 'kracht' wel gebruikt, maar op een gegeven moment is het woord 'energie' uit de natuurkunde geleend en in zwang geraakt, omdat het wetenschappelijker klinkt dan het alledaagse 'kracht'.
Je moet je toch enigzins aanpassen aan het spraakgebruik in de huidige maatschappij en daarom is het in bepaalde omstandigheden onvermijdelijk toch het woord 'energie' maar te gebruiken.
Vermoeidheid is een toestand van gebrek aan energie en dat kan zowel op de toestand van het lichaam als op die van de geest slaan. Door de wisselwerking tussen geest en hersenen is er ook een verband tussen geestelijke en lichamelijke vermoeidheid.
Lichamelijke vermoeidheid kan ontstaan door verschillende oorzaken. De lichamelijke energietoestand hangt samen met een metabole kringloop, de zgn. 'citroenzuurcyclus' die plaatsvindt in de mitochondria, de 'energieproducenten', kleine orgaantjes in het inwendige van iedere cel. De citroenzuurcyclus zet vooral glucose, zetmeel en vetten om in een stof met de naam adenosine-trifosfaat (ATP). De energie-inhoud van de moleculen van voedingsstoffen is hierin omgezet in een chemische energietoestand in de vorm van de bindingsenergie tussen drie fosforzuurmoleculen. Om biochemische reacties in gang te zetten, komt deze energie vrij onder invloed van enzymen, waarbij één of twee fosforzuurmoleculen worden afgesplitst.
De citroenzuurcyclus blijft draaien door ingeademde zuurstof, dat de laatste, beslissende reactie in de cyclus tot stand brengt. De citroenzuurcyclus en daarmee de energievoorziening van alle lichaamscellen door de toevoer van ATP, is daardoor afhankelijk van de toevoer van voldoende zuurstof en van voedingsstoffen zoals glucose en vetten naar de cellen, en de afvoer van CO2, en daarmee van de weefseldoorbloeding. Hoe slechter die is, hoe eerder lichamelijke vermoeidheid optreedt. Voldoende lichaamsbewegng is daardoor even belangrijk als een gezonde voeding.
De zuurstoftoevoer kan bijvoorbeeld gestoord zijn door verkoudheid en door artheriosclerose, en de glucosetoevoer door insuline-resistentie van de celwand door overgewicht. Bij iedere infectie van het lichaam moet de afweer harder werken, waardoor daar meer ATP wordt verbruikt en er voor de spieren minder overblijft.
Als het lichaam door een storing in de stofwisseling vermoeid is, is het moeilijker om het in beweging te brengen en dat heeft een remmende uitwerking op de geest. Door de toegenomen moeite het lichaam te bewegen voelt die zichzelf ook lusteloos en heeft minder zin iets te gaan ondernemen.
Als de geest teveel tegenslag ontmoet op zijn pad en de gebeurtenissen de geest dreigen te overweldigen, dan heeft dit een ongunstige uitwerking op het zelfgevoel en het gevoel van zelfvertrouwen: het vertrouwen voorkomende gebeurtenissen te kunnen verwerken. Door het verminderde vertrouwen de gebeurtenissen aan te kunnen, 'zinkt de moed in de schoenen', terwijl zelfvertrouwen juist onontbeerlijk is om de eigen vermogens bewust en beheerst te kunnen gebruiken om de zich aandienende moeilijkheden op te lossen.
Als de geest te lang met tegenslagen krijgt te maken, wordt die het strijden moe en begint de moed op te geven. Je kunt daardoor minder goed tegen nieuwe gebeurtenissen, wat je zelfvertrouwen verder verzwakt; en een gebrek aan zelfvertrouwen heeft een verlammende uitwerking op het gebruik dat je van je vermogens kunt maken. Die verlamming is geestelijke vermoeidheid.
Ook onverwerkte, onaangename ervaringen uit het verleden kunnen een belasting voor de geest zijn. Als de geest daar niet meer aan wil denken, moeten ze met de geesteshand worden onderdrukt; daardoor verblijven ze weliswaar in het ontoegankelijke geheugen en zijn ze de geest alleen nog vaag bewust, maar de verdringing kost geestkracht, die daardoor wordt onttrokken aan het vermogen de geestelijke vermogens bewust en beheerst te gebruiken. Ook dat heeft een ongunstige, remmende invloed op het gevoel van zelfvertrouwen, het vertrouwen de zich aandienende gebeurtenissen zinvol te kunnen verwerken, met een verlammende uitwerking op de geest als gevolg.
Het verminderde zelfvertrouwen heeft een verlammende uitwerking op de geestkracht, waardoor ook de uitstraling van de geest (de aura) minder wordt. Dat heeft tot gevolg dat ook de geestelijke inwerking op de plaats van de synapsen vlak bij het membraan van de zenuwcellen in de hersenen vermindert, waardoor de neurotransmitterconcentratie ter plaatse afneemt. De prikkeloverdracht wordt geremd en daarmee de werking van het zenuwstelsel, met vermoeidheid van de spieren van het lichaam als gevolg.
(Zie voor deze wisselwerking ook het artikel: 'De wisselwerking tussen geest en hersenen' in 'tijdschriftartikelen' in het Menu.)
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^