het zelfherstellende vermogen
Het zelfgenezende of zelfherstellende vermogen van het menselijke lichaam is een uitgangspunt bij de holistische benadering van ziekte. Dat zelfherstellende vermogen hangt samen met de geestgedaante, die de vorm of de mal is, waarnaar het stoffelijke lichaam is gevormd. Het lichaam is het voertuig voor de geest voor het bestaan op aarde, de geestgedaante is het voertuig voor het bestaan in de geestelijke wereld.
De geestgedaante wordt gevormd door de geest zelf, als die in zichzelf - binnen de bolvormige wolk van licht en warmte, die de geest is - werkzaam wordt met zijn geestelijke vermogens. Aangezien die werkzaamheid een voortdurende omvorming is van zichzelf (deze zin bijvoorbeeld is de weergave in de stof van een reeks betekenisvolle lichtbeelden, die ik binnen mijzelf als geest heb gevormd), moet een kopie van die beeldenreeks vanuit mijzelf als geest worden afgedrukt in een ruimte, waar die reeks, deze zin, buiten de geest kan worden bewaard en waardoor de geest in zichzelf voort kan gaan met zijn eigen werkzaamheid.
Het afdrukken van die kopie gebeurt in de vormbare uitstraling van geestelijk licht, die door die innerlijke werkzaamheid met de vermogens vanuit de geest om zich heen wordt uitgestraald. Deze uitstraling is de 'aura' (Latijn voor 'glans', 'uitwaseming').
De geest is het werkzame middelpunt van die uitstraling en woont als het ware in zijn eigen uitstraling; en dat is weer de betekenis van het woord 'ziel', dat afkomstig is van het Gothische 'salida', dat: 'zaal', 'woonruimte' betekent. De geest als werkzame levenskracht is de bewoner van de door zichzelf uitgestraalde woonruimte, de ziel.
In de ziel worden niet alleen kopieën van de voortbrengselen van de geestelijke vermogens bewaard - in de vorm van kennis, gedachten, gevoelservaringen en wilsbesluiten: het geheugen - maar ook hebben in de loop van de eeuwenoude ontwikkeling die de geest heeft meegemaakt de eigenschappen van de vermogens zelf op die uitstraling ingewerkt. Daardoor zijn bepaalde gedeelten van de ziel gevormd in overeenstemming met die eigenschappen, waardoor de ziel de menselijke vorm heeft gekregen: het waarnemingsvermogen komt tot uitdrukking in het hoofd (waar alle indrukken worden opgenomen), het denken komt tot uitdrukking in de organen van de buik (met hun ontledende en samenvoegende werkzaamheid), het voelen komt tot uitdrukking in het hart en de bloedsomloop in de borst (de bloedsomloop verzorgt dienstbaar alle cellen van het lichaam) en het willen komt tot uitdrukking in de vier ledematen, waarmee tot handelen kan worden overgegaan.
De geestgedaante is het voertuig voor de geestelijke wereld; het heeft door de geestelijke ontwikkeling van de geest zijn vorm gekregen, die een blijvende vorm is en die in de loop van de komende ontwikkeling verder wordt verfijnd. De geestgedaante dient als mal voor het lichaam. Nadat de geest eerst een begin ervan van de beide ouders heeft gekregen als jonggeborene, neemt het lichaam tijdens de groei steeds meer de eigenschappen aan van de geestgedaante, waardoor het lichaam steeds meer het lichaam van de geest zelf wordt.
Treedt er bijvoorbeeld een beschadiging op van het lichaam, waardoor een wond ontstaat, dan blijft de geestgedaante onaangetast; daar ontstaat de wond niet. Daar de geestgedaante de mal is, oefent het een invloed uit op het lichaam, waardoor dat op de plaats van de wond nieuw weefsel gaat vormen (granulatieweefsel) op een zodanige wijze, dat de wond met weefsel wordt opgevuld in overeenstemming met de geestgedaante. Is die geestelijke vorm weer bereikt, dan stopt ook de vorming van nieuw weefsel in het lichaam. Er vindt een herstel plaats in overeenstemming met de eigenschappen van de geestegdaante.
Aangezien die een uitstraling is van de geest als de werkzame levenskracht, kan de geest door het verbeteren van de geestesgesteldheid, invloed uitoefenen op het herstel van het lichaam. Dit is de oorzaak van het zelfherstellende vermogen van het lichaam.
Wat als voorbeeld hier is beschreven voor een verwonding, geldt ook voor de algehele gezondheidstoestand van het menselijke lichaam. Daar moet wel aan worden toegevoegd dat als het in het karma vastligt dat een bepaalde ziekte moet worden meegemaakt, het karma overweegt.
Het bestaan van het zelfherstellende vermogen van het lichaam (wat dus een geestelijke oorzaak heeft) en het bevorderen van dat vermogen door de geestesgesteldheid te verbeteren, is door natuurwetenschappelijk onderzoek bevestigd.
Bij een onderzoek naar de invloed van het beoefenen van meditatie (mindfulness) op de gezondheidstoestand van vrouwen die van borstkanker waren genezen, bleek, dat de telomeren van hun chromosomen gelijk bleven, wat een gunstige invloed heeft op het zelfherstellende vermogen. Een geestelijke oefening (meditatie) heeft een gunstige invloed op de lichamelijke gezondheid.
Klik hier om het artikel te lezen.
terug naar de vragenlijst
terug naar het weblog
^