begeerte
Het werkwoord 'begeren' hangt samen met het werkwoord 'geren': wijder worden. De betekenis van het woord 'begeren' geeft aan, dat als het verlangen van de geest is gericht op iets, wat een tijdelijke werkelijkheid is, dat verlangen nooit kan worden bevredigd en daardoor al maar toeneemt.
Dat, wat het verlangen van de geest kan bevredigen, wat de geest gelukkig kan maken, is alleen datgene, wat met het wezen van de geest overeenkomt. Dit zijn de voortbrengselen van de geestelijke vermogens, zoals: schoonheid, wijsheid, liefde en geestkracht. Door de toestand van onbewuste vereenzelviging (zie aldaar) echter, heeft de geest onbewust aandacht en toewijding overgedragen op de tijdelijke wereld, die echter alleen als doel heeft een leerschool voor geestelijke groei te zijn. Die tijdelijke wereld is alleen een middel. Als de geest door onbewuste vereenzelviging daarmee van die wereld een doel maakt, gaat het verlangen van de geest naar iets onwezenlijks uit, wat niet met het wezen van zichzelf overeenstemt. Daardoor zal de tijdelijke wereld het verlangen van de onbewust vereenzelvigde geest nooit kunnen bevredigen en die zal er nooit een blijvend geluk in kunnen vinden.
Dat heeft tot gevolg dat de geest onbevredigd blijft; daardoor blijft het verlangen bestaan en gaat de geest steeds maar door (zoals de hond voor de hondekar achter de worst aan de hengel rent) en verlangt steeds maar meer en zoekt het steeds ergens anders om toch tot bevrediging te kunnen komen. Daardoor wordt verlangen tot begeerte, een steeds maar toenemend verlangen, waardoor de geest nooit genoeg heeft en het bezit en het gemak voortdurend moet worden vergroot. Aan deze ijver kan het bestaan te gronde gaan.
Het werkwoord 'langen' betekent 'pakken', 'grijpen'; het voorvoegsel 'ver-' heeft o.a. de betekenis dat een toestand te ver gaat. Het werkwoord 'verlangen' heeft daardoor de betekenis: meer willen pakken dan nodig is, niet kunnen ophouden met pakken.
terug naar de woordenlijst B
^