bestaan
Bestaan betekent: 'er zijn'. Datgene, wat bestaat, wat 'er is', is de menselijke geest en is daarnaast de schepping in de vorm van de stoffelijke wereld. Daarin bestaat de menselijke geest, daarin is de geest aanwezig, zolang de geest daar over een geschikte stoffelijke levensvorm beschikt.
Door middel van de stoffelijke vorm, het lichaam, leeft de geest in het bestaan van de stoffelijke wereld (zie: leven). De geest leeft in de ruimte en met de mogelijkheden die de stoffelijke wereld biedt en leidt het leven in de omstandigheden van het stoffelijke bestaan.
Door de aanvangstoestand van onbewuste vereenzelviging (zie aldaar) met dit bestaan, draagt de geest de eigenschappen van zichzelf over op het bestaan. Dat gebeurt ook met het leven, dat de geest zelf is door de werkzaamheid van de geestelijke vermogens. Daardoor wordt het 'bestaan', het 'er zijn' óók 'het leven' genoemd.
Door de omkering van waarden die samenhangt met de onbewuste vereenzelviging met het tijdelijke bestaan, wordt het 'bestaan' het 'leven' genoemd en wordt er gezegd: er komt een einde aan het leven. In werkelijkheid echter komt er alleen een einde aan het bestaan in de stoffelijke wereld. Dat bestaan is eindig, maar de menselijke geest, die het leven heeft geleid in dat tijdelijke bestaan, leeft eeuwig verder. De geest heeft het leven in het tijdelijke bestaan op aarde alleen verwisseld met het eeuwige leven in het eeuwige bestaan in de geestelijke wereld bij God.
terug naar de woordenlijst B
^