cognitie
Het woord ‘cognitie’ komt van het Latijnse cognoscere, wat betekent: 'kennis verkrijgen', 'te weten komen', 'leren kennen', zowel door de zintuigen (waarnemen) als door het verstand. In het algemeen gaat het om het verwerken van waargenomen gegevens middels het denken en daardoor die gegevens leren kennen. Het woord cognitie betreft een ruim begrip dat vaardigheden omvat zoals: waarneming, aandacht, concentratie, geheugen, zich oriënteren en het gebruiken van taal.
Men spreekt over de ‘cognitieve functies’, die ook 'kennende functies' worden genoemd, waarmee het verwerken van gegevens wordt bedoeld, wat de mens in staat stelt te leren en zich vanuit die kennis verstandig te gedragen.
In geestkunde heten deze vaardigheden de ‘geestelijke vermogens’: het waarnemen van de dingen, het overdenken en doorvoelen ervan, om de waarde ervan te beoordelen en er een besluit over te vormen, om er al dan niet iets mee te willen doen.
In het begrip ‘cognitieve functies’ ontbreekt het 'voelen' als een aan het denken gelijkwaardig vermogen. Het denken richt zich op het 'ware', terwijl het voelen zich richt op het 'goede'. Het nastreven van het goede door het voelen verbindt ménsen, dat wil zeggen menselijke géésten, met elkaar, waardoor het persoonlijke welbevinden en het menselijke geluk van het vermogen om te voelen afhankelijk is.
Daar het denken inzichten, begrippen en dingen met elkaar verbindt om kennis te verbreden en te verdiepen, en het voelen menselijke geesten met elkaar verbindt - het levende wezen van de mens - is het voelen een wezenlijker vermogen te noemen dan het denken, dat zich voornamelijk met levenloze zaken bezighoudt.
terug naar de woordenlijst
terug naar het weblog
^