innerlijk evenwicht
De menselijke geest is in wezen een bewuste levenskracht, die zich voordoet als een bolvormige wolk van geestelijk licht en geestelijke warmte. De geest als bewuste kracht kan werkzaam zijn met behulp van de geestelijke vermogens: het waarnemen, denken, voelen en willen, waarvan de instelling ingekeerd of uitgekeerd kan zijn. Het waarnemen en denken hangen samen met het licht; het voelen en willen hangen samen met de warmte. Het licht en de warmte kunnen ieder door de geest weer in een ontvankelijke en een scheppende toestand worden gebracht.
Als de geest waarneemt, dan brengt die zichzelf als licht in een ontvankelijke toestand; als de geest denkt, dan brengt die zichzelf als licht in een scheppende toestand; als de geest voelt, dan brengt die zichzelf als warmte in een ontvankelijke toestand; als de geest wil, dan brengt die zichzelf als warmte in een ondernemende toestand.
Door waar te nemen stelt de geest zich open voor inwerking vanuit de buitenwereld, door te willen werkt de geest zelf in op de buitenwereld;
door te denken is de geest scheppend werkzaam met denkbeelden (lichtbeelden) door die in zichzelf met elkaar te verbinden, door te voelen stelt de geest de eigen gemoedstoestand (warmtetoestand) open voor een andere geest, waardoor twee gemoederen met elkaar worden verbonden;
door de ingekeerde instelling richt de geest de werkzaamheid van de vermogens op zichzelf en de eigen persoonlijke wereld, door de uitgekeerde instelling op anderen en op de buitenwereld.
Deze eigenschappen zijn er de oorzaak van dat de geest in wezen een eenheid is van tegendelen. De geest is in aanleg een eenheid van elkaar aanvullende en met elkaar samenhangende tegendelen: het waarnemen en het willen; het denken en het voelen; de ingekeerde en de uitgekeerde instelling.
Innerlijk evenwicht wordt bereikt wanneer de geest de eigen vermogens zodanig tot ontwikkeling brengt, dat er sprake is van een evenwichtige samenwerking van de vermogens. Dit innerlijke evenwicht van de vermogens komt naar buiten toe tot uitdrukking in het gedrag, waardoor er sprake is van een evenwichtige persoonlijkheid.
I.p.v. het woord 'evenwicht' wordt vaak het woord 'balans' gebruikt. Het woord 'balans' heeft als enige betekenis: 'weegschaal'; het is afkomstig van het Latijnse 'bi-lanx': 'twee-schaal', dat een weegwerktuig is. Het woord 'balans' zegt niets over de toestand waarin de schalen verkeren, terwijl 'evenwicht' duidelijk aangeeft dat op beide evenveel gewicht rust.
In de numerologie wordt deze persoonlijkheid beschreven bij het getal negen (enneagram: negen),
in de grote arcana van de Tarot bij de Kluizenaar (Wijze)
en in de kleine arcana bij Munten 9, Zwaarden 9, Bekers 9 en Staven 9.
terug naar de woordenlijst E
terug naar Pythagoras 9
^