geloofsbelijdenis
Het geloof is het gevoel van vertrouwen dat iemand heeft in de waarheid - of in ieder geval in de waarde - van bepaalde, vaak godsdienstige, onderwerpen; uit dat geloof kan een persoonlijk gevoel van vertrouwen voortkomen, het geloofsvertrouwen.
Gelovigen behoren meestal tot een geloofsgemeenschap, dat is de gemeenschap van mensen met hetzelfde geloof; zij vormen de geloofsgenoten: de mensen die hetzelfde geloof belijden. Daarnaast zijn er mensen die volkomen op zichzelf een eigen, persoonlijk en levend geloof hebben.
Gelovigen worden in meerdere of mindere mate gekenmerkt door geloofsijver, dat is de toewijding in het uitoefenen en het verspreiden van hun geloof; het is de ijver om zijn of haar godsdienstige overtuiging toe te passen, te verdedigen en zo mogelijk te verbreiden.
Gelovigen hebben een innerlijk geloofsleven, dat het hogere, geestelijke leven van de mens is en dat door zedelijke en godsdienstige overtuigingen wordt bepaald en beheerst.
De waarden, waarheden of leerstellingen waarin wordt geloofd, vormen samen de geloofsleer: de verzameling van leerstellingen van een geloof. In deze leerstellingen wordt de inhoud van het geloof uiteengezet.
Deze verzameling van leerstellingen vormen de geloofswaarheid, het geloofsstuk.
Deze leerstellingen vormen de geloofsregels die het leidende beginsel zijn waarop een geloof berust en die het richtsnoer zijn om het geloof in het dagelijkse leven toe te passen.
De geloofswaarheden van een geloof zijn alleen voor de gelovige die dat bepaalde geloof aanhangt, waar. Anderen hebben de vrijheid de waarde ervan in twijfel te trekken of af te wijzen en hun eigen, ervan afwijkende geloof er tegenover te stellen.
Geloofswaarheden hebben een geheel andere betekenis dan wetenschappelijke waarheden of wetenschappelijke kennis. Daarvan is de waarde proefondervindelijk door meerdere onderzoekers getoetst.
Blijven zij steeds dezelfde uitkomsten vinden, dan is er sprake van een wetenschappelijk bewezen waarde. Alleen steekhoudende argumenten, eveneens door wetenschappelijk onderzoek verkregen, die op een andere waarde wijzen, kunnen dan de eerder gevonden kennis omver stoten.
Vanwege de aangevoelde feilbaarheid van hun eigen geloofswaarden - wat samenhangt met het feit dat er anderen zijn die iets anders geloven - hebben gelovigen de behoefte deze waarden duidelijk onder woorden te brengen. Dat gebeurde in de vorm van de geloofsartikelen, die de grondstellingen zijn van het geloof. Met name in de christelijke godsdienst bestaat die uit de twaalf uitspraken, waaruit de apostolische geloofsbelijdenis bestaat. Deze is een algemeen kerkelijke geloofsbelijdenis, die uit de tweede of derde eeuw stamt.
Deze geloofsbelijdenis bestaat uit de geformuleerde waarheden binnen het geloof, het zijn een aantal geloofsartikelen waarin het godsdienstige geloof is vervat. Daarnaast is het ook de verklaring omtrent zijn of haar persoonlijke, godsdienstige overtuiging die de gelovige aflegt bij het toetreden tot de geloofsgemeenschap.
Hieronder een afbeelding die de Apostolische Geloofsbelijdenis voortstelt ('De Twaalf Artikelen des Geloofs'), terwijl die daarnaast een afbeelding is van de Tien Geboden ('De Weg des Heeren'), die voor christenen het richtsnoer zijn voor juist gedrag in het dagelijkse leven. Deze afbeeldingen zijn aanwezig in de Nederlands Hervormde Kerk (PKN-kerk, uit 1517), in de Hoofdstraat in Terborg.
1. Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. 2. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; 3. die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; 4. Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; 5. ten derde dage wederom opgestaan van de doden; 6. opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; 7. vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. 8. Ik geloof in de Heilige Geest. 9. Ik geloof in één heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; 10. vergeving der zonden; 11. wederopstanding des vlezes; 12. en een eeuwig leven. Amen. |
1. Ik ben de eeuwige, uw God die u uit het land Egypte, uit het diensthuis, geleid heeft. 2. Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. 3. Gij zult de naam van de Eeuwige, uw God, niet ijdel gebruiken. 4. Gedenk de Sjabbat, dat gij die heiligt. 5. Eer uw vader en uw moeder. 6. Gij zult niet moorden. 7. Gij zult niet echtbreken. 8. Gij zult niet stelen. 8. Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. 10. Gij zult niets begeren wat van uw naaste is. Door Jezus samengevat tot: Heb God lief boven al en je naaste als jezelf. |
De Geloofsbelijdenis die is opgesteld tijdens het Concilie van Nicea is een van de voornaamste geloofsbelijdenissen van de vroege kerk. "Wij geloven in één God, de almachtige Vader, schepper van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. En in onze ene Heer Jezus Christus, de Zoon van God, geboren als Eniggeborene uit de Vader, dat is uit het wezen (substantie) van de Vader, God uit God, licht uit licht, ware God uit de ware God, één in wezen (substantie) met de Vader, door wie alles geworden is, zowel in de hemel als op aarde, die omwille van ons heil is afgedaald, vlees is geworden, mens is geworden, geleden heeft en op de derde dag verrezen is, die komen zal om te oordelen levenden en doden. En in de Heilige Geest." |
terug naar de woordenlijst G
terug naar het weblog
^