het geslachtsverschil


Het geslachtelijke als verschijnsel vindt zijn oorsprong in de eigenschappen van de geest. Het geestelijke licht en de geestelijke warmte kunnen namelijk in twee, tegenovergestelde toestanden voorkomen: in een vormbare, ontvankelijke, vrouwelijke toestand en in een zelfvormende, doordringende, mannelijke toestand. Het waarnemen en voelen zijn daardoor de vormbare, vrouwelijke vermogens; het denken en willen zijn de zelfvormende, mannelijke vermogens. Voor het geestelijke evenwicht zijn alle vier vermogens gelijkwaardig en onmisbaar.
De menselijke geest is uit de goddelijke algeest geboren als een tweeling: een mannelijke en een vrouwelijke geest, die onafscheidelijk bij elkaar horen: de tweelinggeesten.

In de mannelijke geest is de volgorde van de geestelijke werkzaamheid: waarnemen, dénken, voelen, willen; de nadruk valt daardoor op het denken.

In de vrouwelijke geest is de volgorde van de geestelijke werkzaamheid: waarnemen, vóelen, denken, willen; de nadruk valt daardoor op het voelen.

Zowel de mannelijke als de vrouwelijke geest zijn werkzaam, maar zij werken ieder op een eigen wijze. Door de eigenschappen van het denken wordt de werkzaamheid van de mannelijke geest gekenmerkt door arbeiden: het werken aan kennis, zaken en dingen; door de eigenschappen van het voelen wordt de werkzaamheid van de vrouwelijke geest gekenmerkt door zorgen: het werken voor het welzijn van de geesten in mensen, dieren en planten.
In het tijdelijke bestaan kan een mannelijke geest in een vrouwelijke stoffelijke vorm wonen en omgekeerd. Dit om het andere geslacht goed te leren kennen. Bovendien kan in de tijdelijke leerpersoonlijkheid waarmee de geest op aarde komt, bij een mannelijke geest een vrouwelijk vermogen de nadruk hebben gekregen en omgekeerd. Door dit verschijnsel ontstaat veel verwarring over de begrippen mannelijkheid en vrouwelijkheid en kan de onjuiste uitspraak worden gedaan, dat er geen wezenlijk verschil is en dat beide aan elkaar gelijk zouden zijn.
Het woord 'geslacht' hangt samen met de werkwoorden 'slaan' en 'klieven'. Het geeft aan dat iets, wat in wezen een eenheid is, in tweeën is gedeeld (zie ook: tegendelen).


terug naar de woordenlijst G






^