heiden


Een 'heiden' is letterlijk 'iemand die van de heide komt'. In het Latijn is het 'paganus' dat 'dorpeling' betekent, van het Latijnse 'pagan': dorp. Eenzelfde minachtende betekenis heeft het woord 'leek' dat van het Latijnse 'laicus' komt: 'tot het volk behorend', van 'laos': volk.
Het woord 'heiden' wordt gebruikt door iemand die niet van de heide en niet uit een dorp komt, maar in een stad woont en daardoor zichzelf beschaafder acht en verheven boven eenvoudige buitenlui. Maar het woord 'heiden' wordt vooral gebruikt om hen aan te duiden, die niet tot de eigen geloofsgemeenschap horen; het zijn de 'andersgelovigen' of 'ongelovigen'. Het woord heeft daardoor discriminerende (onderscheid makende) eigenschappen en schept verwijdering.

Wat mijn persoonlijke levensomstandigheden betreft, kan ik zeggen, dat ik uit 'heidense' ouders ben geboren en dat ikzelf dus ook een heiden was in de ogen van de vele gelovigen in het dorp waar ik opgroeide: Middelharnis. Toch vermoed ik dat ik desondanks een geloviger mens werd dan één van mijn dorpsgenoten ooit was. Terwijl mijn geloof niet door mijn opvoeding werd bepaald en ik daar geheel uit eigen beweging en op eigen kracht en zelfstudie, vorm aan heb gegeven.
Hoewel het toen een eenzaam gebeuren was, had het ook een groot voordeel... zonder last of ruggespraak met een van de vele geloofsrichtingen, las ik geheel vrij en onbekommerd die verheven teksten in de Bijbel en werd daar geheel uit mijzelf heel blij door!


terug naar de woordenlijst

terug naar het weblog







^