ingeving
Een ingeving is een bewustwording die ontstaat, doordat een gedachte of gevoel van een geestelijke begeleider vanuit de geestelijke wereld op buitenzintuiglijke wijze in de ziel van de mens op aarde wordt ingegeven. Vervolgens maakt die ingeving een indruk op de geest als de aardse mens daarvoor ontvankelijk is.
Er bestaat een wisselwerking tussen de menselijke geest met zijn ziel (op aarde) enerzijds en de geest van de geestelijke begeleider - in de geestelijke wereld - met zijn of haar uitstraling (ziel) anderzijds. Door deze wisselwerking ontstaat vanuit de geestelijke wereld de ingeving van gedachten en voorgevoelens overdag, en van betekenisvolle dromen 's nachts. Omgekeerd gebeurt hetzelfde als de mens op aarde zich tot zijn of haar geestelijke begeleider richt, bijvoorbeeld door een vraag om hulp of een gebed.
Als de geestelijke begeleider de mens op aarde iets wil meedelen, gebeurt het volgende (ik beschrijf mijn persoonlijke ervaring hiermee). De begeleider breidt zijn of haar uitstraling uit naar de ziel van de mens op aarde door zich op hem of haar af te stemmen en doordringt de ziel, zodat zij zich in elkaars sfeer bevinden. Vervolgens denkt de begeleidende geest (1) een denkbeeld en drukt dat af in zijn ziel (2). Daar beide zielen met elkaar zijn verstrengeld, wordt dat denkbeeld tegelijkertijd ook in de ziel van de aardse mens (2) gevormd. De geest van deze mens neemt dit beeld (al dan niet duidelijk bewust van dit gebeuren) in zijn ziel waar, waardoor de gedachte ook in de geest van de aardse mens (3) wordt gevormd; die ervaart dit gebeuren als een ingeving, een inval of een voorgevoel, of als het ontvangen van een betekenisvolle droom.
De ingeving of het voorgevoel is tele-pathie ('ver-voelen'): een buitenzintuiglijke waarneming die buiten de hersenen om gaat. De ziel als geestelijke uitstraling is het overdrachtsmiddel tussen twee geesten onderling. De ziel doet dienst als het overdrachtsmiddel en door de ziel heen kunnen geesten elkaar bereiken; de geest zelf is niet voor anderen doordringbaar - de geest zelf is volkomen vrij en blijft altijd volkomen op zichzelf.
Langs deze weg heeft de denkende begeleider de mogelijkheid zijn gedachte ook rechtstreeks in de geest van de aardse mens te vormen als die daarvoor openstaat. Op dezelfde wijze worden ook gevoelens overgebracht; als de mens op aarde in bedreigende omstandigheden komt, kan de begeleider op die mens op deze wijze een angstgevoel overbrengen, waardoor die wordt gewaarschuwd en op tijd een juist besluit kan nemen.
Afhankelijk van de geestelijke ontwikkelingstoestand van de mens op aarde, neemt deze de ingeving al dan niet bewust waar en hoort de gedachte dan meer of minder duidelijk in het eigen innerlijk uitgesproken door een ijle stem. Op deze wijze verloopt het verschijnsel van het 'horen van stemmen' (helderhorendheid).
De geest op aarde beseft meestal niet de oorsprong van de 'plotseling opgekomen gedachte' en gaat ermee om, alsof het een eigen gedachte is.
Een ingeving wordt ook wel een 'voorgevoel' of een 'inval' genoemd, als een gedachte, die 'in de ziel valt'.
De geestelijke begeleiders - Gods engelen of geestelijke broeders en zusters - kunnen wel gedachten en gevoelens ingeven, maar de menselijke geest niet dwingen daaraan te gehoorzamen. De menselijke geest behoudt de vrije keuze er al dan niet iets mee te doen.
Als vorm van bewustwording komt een ingeving overeen met een gewaarwording (zie aldaar), alleen is de gewaarwording zintuiglijk en de ingeving buitenzintuiglijk.
Het begrip 'ingeving' komt ook in de Bijbel voor, zoals in Mattheüs 10:19-20, waar Jezus zegt:
"Wanneer ze je uitleveren, vraag je dan niet bezorgd af hoe je moet spreken of wat je moet zeggen. Want wat je moet zeggen, zal je op dat moment worden ingegeven. Jullie zijn het immers niet zelf die dan spreken, het is de Geest van jullie Vader die in jullie spreekt."
terug naar de woordenlijst I
^