metamorfose en transformatie: omvorming
Het woord 'metamorfose' hangt samen met het Griekse werkwoord 'meta morphooo', met de betekenis: 'van vorm veranderen', 'gedaanteverwisseling', terwijl 'transformatie' afkomstig is van het Latijnse 'trans-formare': 'vervormen', 'omvormen'.
Bij de ontwikkeling die de menselijke geest doormaakt, is er sprake van een omvorming van de geestesgesteldheid. De ontwikkeling vindt plaats, doordat de menselijke geest de geestelijke vermogens - het waarnemen, denken, voelen en willen, vanuit de aanleg ervoor - door oefening steeds beter leert gebruiken.
De oefening van de vermogens wordt de geest geboden door de gebeurtenissen, die door de tijd als een (schijnbare) stroom vanuit de toekomst op de geest afkomen. Om zichzelf staande te kunnen houden in die stroom, moet de geest die gebeurtenissen verwerken. Dat kan alleen door de vermogens bewust en beheerst daarvoor te gebruiken. Daardoor neemt de geest toe in het vermogen zelfstandig met de geestelijke vermogens werkzaam te zijn.
Die groei van de zelfstandige werkzaamheid met de vermogens is de geestelijke ontwikkeling, die door geleidelijkheid wordt gekenmerkt. Steeds wordt de menselijke geest in andere levensomstandigheden geplaatst en voortdurend komen er nieuwe gebeurtenissen op de geest af, waardoor er sprake is van een geleidelijke omvorming van het gebruik, dat de geest van de vermogens maakt.
Er is een geleidelijke omvorming die begint met de aanleg van de vermogens, een toestand van onbewustheid en onbeheerstheid, en die eindigt bij een toestand van volledig, bewust en beheerst gebruik maken van de vermogens.
Ook de ontwikkeling van een gedachtengang is zo'n omvorming. Een gedachte is een lichtbeeld, dat de geest door te denken in zichzelf vormt. De ontwikkeling die een bepaalde gedachte kan meemaken - zoals bijvoorbeeld de gedachte in mij die deze zin tot gevolg heeft - is een geleidelijke omvorming vanuit het eerste denkbeeld.
Ook een gemoedstoestand wordt door zo'n omvorming gekenmerkt. Een bepaalde, neutrale gemoedsgesteldheid in de geest zal bij het horen van verblijdend nieuws worden omgevormd naar een stralende toestand (de oorspronkelijke betekenis van het woord 'blij'), maar daarna weer langzaam terugkeren naar de neutrale begintoestand.
Het is van het begin tot het uiteindelijke doel dus steeds dezélfde geest die de omvorming meemaakt, alleen heeft de geest de eigen eigenschappen in zichzelf - de geestelijke vermogens - steeds beter leren gebruiken en is alleen wat dat betreft veranderd.
Het is als met het tere kiemplantje dat uit een eikel groeit en dat langzaam uitgroeit tot een woudreus als de volwassen eik, maar dat van het begin tot het einde toch steeds dezelfde eik is.
Door het bewust en beheerst gebruiken van de vermogens, neemt ook de geestelijke uitstraling (de 'aura') om de geest heen, steeds meer toe.
Er is niet een 'het ik' of een 'het ego' (zie aldaar) dat met een 'het zelf' moet worden verbonden, of een 'het ego' dat moet verdwijnen om ruimte te maken voor een 'het zelf', of een 'ziel' die moet veranderen in een 'geest'. Dit zijn onjuiste, verwarrende voorstellingen die door de overdracht, samenhangend met de toestand van onbewuste vereenzelviging (zie aldaar), worden veroorzaakt.
Ook wordt wel gewezen op de metamorfose van de rups in de vlinder, dat zou dan een gedaanteverwisseling zijn zoals 'ziel' en 'geest', maar vergeten wordt dan dat in de toestand van de 'pop' onzichtbaar voor de buitenwereld toch een heel geleidelijke omvorming plaatsvindt van de rupsvorm in de vlindervorm.
terug naar de woordenlijst M
terug naar het weblog
^