onthechting
Onthechting is het verwerven van innerlijke vrijheid en zelfstandigheid van de geest tegenover de vroegere gehechtheid aan en afhankelijkheid van bepaalde zaken: aanzien, invloed, kennis, bezittingen, leefomstandigheden en eigen geestelijke en stoffelijke voortbrengselen.
Het doel en de zin van het tijdelijke bestaan is de zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de geest. Het doel is dat de geest leert zichzelf te worden en bij zichzelf te blijven, te midden van de mogelijkheden en verleidingen die in het stoffelijke bestaan aanwezig zijn om zichzelf er juist in te verliezen door vereenzelviging ermee. In de stoffelijke wereld heeft de geest de mogelijkheid te leren zelfstandig met de stof om te gaan. Alle stof is daardoor oefenstof, oefenstof voor de geest.
De verleidingen die de stof biedt, zijn een test voor de innerlijke, geestelijke zelfstandigheid.
Door vereenzelviging draagt de geest het besef van waarde, dat bij zichzelf als geest zou moeten zijn, over op andere zaken om zich heen, waardoor het besef van waarde daaraan wordt gehecht. De geest voelt zich daardoor 'eenzelfde' als dat andere en komt in een toestand van vereenzelviging ermee. Door de overdracht van het waardebesef en de gehechtheid eraan, gaat dat andere vervolgens de waarde en de zin van het bestaan uitmaken.
Daardoor is de menselijke geest niet meer zichzelf. Het uit die toestand voortkomende gedrag is niet meer in overeenstemming met de ware aard van zichzelf als geest en het doel van de schepping. Dit onnatuurlijke gedrag is de oorzaak van veel moeilijkheden op aarde. Daardoor wordt de geest door die - vaak zelf veroorzaakte - moeizame levensomstandigheden gedwongen tot bezinning te komen en de waarde van het bestaan weer bij zichzelf te gaan zoeken. Om weer tot zichzelf te komen is het noodzakelijk, dat de geest zich onthecht aan het tijdelijke bestaan om daardoor de persoonlijke vrijheid te herkrijgen.
Doordat gehechtheid de geest bindt aan de stof en onvrij maakt, is onthechting een onvermijdelijk vereiste om de geestelijke ontwikkeling in gang te kunnen zetten.
Onthechting betekent niet dat een houding van onverschilligheid moet worden aangenomen en het stoffelijke moet worden afgewezen of geminacht. In tegendeel, het betekent dat vanuit een innerlijke zelfstandigheid met aandacht en toewijding de tijdelijke bezittingen moeten worden verzorgd als onmisbare gebruiksvoorwerpen, door God aan de mens geschonken met het doel zich geestelijk te kunnen ontwikkelen.
Op zelfbeheerste wijze geniet de menselijke geest veel meer en veiliger van de dingen, dan wanneer de geest er de slaaf van is door gehechtheid en zich daardoor als een slaaf aan zintuiglijke genietingen overgeeft.
terug naar de woordenlijst O
^